BÏÏïtBlaïïscïê BericSten. dit pas in ruime hoeveelheid op en verkrijgt hierdoor een frisschen smaak, dien het regen water mist. Koolzuurhoudend water is boven dien in staat verschillende stollen op te lossen, die in zuiver water onoplosbaar zijn, zooals de koolzure zouten van kalk, ijzeroxydule en magnesiabenevens phosphorzure kalk en sommige kiezelzure zouten. Wanneer men een put graaft in een bodem, die niet met planten begioeid is, en slechts weinige in wateroplos bare stollen bevat, zooals een kale zandgrond, dan is liet water, dat zich daarin verzamelt, bijna even zuiver als het hemelwater, waaruit het is ontstaan. Graaft men echter een put in een bodem, die veel koolzure of zwavelzure kalk bevat, dan zal het welwater rijk zijn aan dubbelkoolzure of zwavelzure kalk. Zulk water noemt men hard, omdat het ongeschikt is tot het wasschen met zeep, en sommige groenten daarin niet gaar koken; in tegenstelling met het regenwater, dat slechts sporen van deze zouten bevat en zacht water woidt genoemd. In de meeste oude steden is de bodetn meer of minder dooi drongen met fekale en andere organische stoffen en hare ontledingsproducten, afkomstig uit slecht sluitende sekieetputten, riolen, zinkputten, enz. die daarin bij menigte voorhanden zijn. Het welwater, dat uit zulk een bodem wordt verkregen, is steeds bedeeld met stikstof houdende organische stoffen en hare ontledingsproducten en bevat de kiemen, waar door verschillende gevaarlijke epidemische ziek ten o. a. abdominaaltyphus en cholera zich kunnen verspreiden. Bij den aanteg van gemetselde welputten begint men eene cilindrische holte zoo diep mogelijk in den bodem te graven, totdat men door de groote hoeveelheid drangwater verhin- deul wordt verder te gaan, lielst totdat men in eene laag scherp, grofkorrelig, wit zand is gekomen. Dau plaatst men op den bodem eene houten kuip en metselt daarin den put. Het zahoater mt de bovenste lagen van den bodem, dat bijna altijd door organische stoffen veront reinigd is, wordt dan door het waterdichte metselwerk verhinderd in den put te diingen, teiwijl het welwater der diepere lagen, ruim schoots gelegenheid vindt daarin op te wellen- Het rivierwater is steeds zacht; het bevat vooral bij hoogen waterstand, eene groote hoeveelheid fijn verdeelde slib, die mechanisch medegevoerd wordt en waaraan o. a. het Lek- water zijne eigenaardig gele kleur verschuldigd js. Het is bovendien steeds verontteinigd met den inhoud van riolen en deu afval van fabrieken, die daarin afvloeien. Nog meer besmet dan het rivierwater is het grachtwater en slootwater, waarin tal van riolen en privaten hunuen afzichtelijkeu inhoud uitstorten 1). I) Uitvoeriger i-, dit onderwerp door mij behandeld jn het Album der Xalwur 1870 p. 33 en 63. DEïi 1IAAG, 16 Augustus 1879. Bij Kon. Besluit van 10 dezer, tio. 14, js benoemd tot adj. controleur bij de belastingen te Schiedam, de heer M. Blouker Hermij, thans te Nijmegen. SCHIEDAM16 Augustus 1879. Gisteren avond is van den wagen van den omnibusdienstG. P. "Van den Bogaard, welke ten ö'/s ure het station alhier vei liet, omstreeks 6 uren, in de nabijheid der gemeente Delfshaven, de achteras gebroken. Niettegenstaande de wagen overbezet was, zoozelfs dat alle plaatsen op de imperiaal ook waren ingenomen, zijn door dit ongeval geen persoonlijke ongelukken te be treuren. f Hedep morgen omstreeks 7 uren is door de postboot, varende van Rotterdam op Brielle, alhier aangebracht het lijkje van het 2i/s jarig zoontje van den schipper van het te Rotterdam liggende Rijnschip Verandering, dat jl. Maandagavond overboord is gevallen en niettegenstaande onmiddellijk pogingen tot redding waren in hel werk gesteld, verdronken. De bemanning van deze postboot heeft het lijkje in de nabijheid dezer gemeente drijvende gevonden en opgehaald. Alhier aangebracht zijnde is het naar de stadsmetsehverf overge bracht. Op het vinden van dit lykje was een goede belooning gesteld. Bij vonnissen van den loden dezer zijn door de Arrondissements-Rechtbank te Rotter dam o. a. veroordeeld: J, S., wonende te Schiedam, vervolgd ter zake van diefstal van een gouden medaillon, tot een celstraf van 8 dagen, en G. Van der V., wonende te Schiedam, vervolgd ter zake van diefstal van een rijks daalder, tot een celstraf van 8 dagen. Naar liet Vaderland verneemt, is de begrootingsarbeid van verschillende departemen ten bijna afgeloopen. Op de begrooting van Binnenlandsche Zaken is een post van f3,800,000 uitgetrokken voor uitvoering der wet op het lager onderwijs. Of deze begrootingen in September aan de Kamers zullen worden aangeboden, is natuur lijk nog geheel onzeker, zoolang de crisis niet tot een einde is gekomen. Blijkens het overzicht van de opbrengst \au 's rijks middelen over de afgeloopen zeven maanden bedraagt de vermeerdering, in verge lijking met het vorige jaar, f1,146,222.81 Va. Die vermeerdering is geheel toe te schrijven aan de meerdere opbrengst van het successie recht en wel vermoedelijk tengevolge van de invoering van het successie-recht in de rechte lijn. Zelfs is de vermeerdering niet eens be houden gebleven, want die bedraagt alleen fl,690,543. Dit voordeel is weder grootelijks verminderd door de mindere^'opbrengst der zegel-, registratie- en hypotheekrechten, te za- mea tot een bedrag van f580,000. Het gedis tilleerd is voor het eerst sedert langen tijd verminderd en wel met nagenoeg f44,000. Ook de bieren en azjjnen hebben f28,000 minder opgebracht. Omtrent evenveel is de waarborg der gouden en zilveren werken achteruit gegaan. Daarentegen zijn vooruit gegaan de invoerrechten met f26,649, de posterijen met f53,676 de telegraphie met f19,453 en de loodsgelden met f2755. Tegenover de raming blijft de opbrengst nagenoeg 4 millioen ten achteren, doch dit is telkens het geval in de eerste maanden des jaars en kan zich ook nu wel herstellen. Om den toestand te peilen, moet peen die vergelijken met de werkelijke opbrengst over een gelijk tijdvak. Gunstig is die voorzeker niet te noemen, wanneer de opbrengst eener nieuw ingevoerde belasting weder gedeeltelijk verzwolgen wordt door de mindere opbreDgst van andere, en voorzeker zijn wij zeer verre verwijderd van die jaarlijks toenemende op brengst der bestaande belastingen, welke een maal door een vorig Minister van Financiën geschat werd op vier millioen. Vanwege het bestuur van het Ned. werkliedenverbond ^Patrimonium" is een circu laire verzonden houdende uitnoodiging tot deel neming aan een werklieden-congres" te" houden, zoo God wil, op Vrijdag den 22 Augustus 1876, in het jGebouw voor Kunsten en "Wetenschap pen," Mariaplaats te Utrecht, en het vonder aanroeping van 's Heeren Naam, geheel te wijden aan een ernstige behandeling van onderwerpen, die inzonderheid den werkman hooge belang stelling inboezemen, van vragen, die hem ruste loos bezighouden; van nooden, die dringend voorziening eischen." Zooveel mogelijk wenscht men zich bij de behandeling van zaken te houden aan de volgende agenda: 1. .Oprichting van een Pensioenfonds voor oude of tot den arbeid ongeschikt geworden werklieden. 2. Oprichting van een Uitkeerings» fonds bij het overlijden van werklieden. 3, Oprichting van ^Christelijke Vereenigingen van werklieden." Aansluiting der reeds bestaands tot een Bond. 4. Oprichting van Volkskoffiehuizen in alle gemeenten des lands, gelijk er een (het eerste van dien aard in ons land) doorPatri, monium" te Amsterdam geopend is. Lees bibliotheken. 5. Bestrijding van volkszonden: Zondagsontheiliging, Sterkedrankgebruik, Pro stitutie, zoogenaamd neutraal Staatsonderwijs, 6. Uitbreiding der Kiesbevoegdheid. De leiding van het Congres neeint het Bestuuf van i>Patrimonium" op zich. Aan de collecte voor de iScholen met den Bijbel" mogen de andersdenkenden niet medegeven. Dat zou ontwijding zijn zeggen de anti-revolutionairen. Op het rondgezonden biljet te Rotterdam staat: »P. S. Zij, die tegenstandeis van den bijbel op de school zijn, worden beleefdelijk verzocht, dit biljet als niet gezonden te beschouwen." No. 1 van den jaargang 1879 van de ïBerichten en mededeelingen der Vereeniging der lijkverbranding," bevat de naamlijst der leden; volgens deze zijn er 930 leden. Zooals gemeld is, heeft mejuörouw Petro- nelia Johanna Van de Voordt, overleden te Beugen op 23 Juli jl., het algemeen armbestuur dier gemeente tot algeheelen erfgenaam benoemd, Hare nalatenschap wordt op ongeveer f250,000 begroot. Hare erfgenamen bij versterf, waar onder eenige, die in zeer behoeftige omstandig heden verkeeren, hebben zich tot den Koning gewend ntèt verzoek de machtiging tot aan vaarding dezer nalatenschap aan het algemeen armbestuur niet te verleenen, daar dat bestuur ruimschoots uit zijne tegenwoordige inkomsten in de behoefte van de armen aldaar kan voorzien, Terschelling is door een kabel met Vlieland en daardoor met het Europeesche telegraafnet verbonden. Berichten van veranderingen in het Turksche ministerie en de ebbe en vloed in crisissen kunnen de Terschellingers nu eveh snel weten als de andere bewoners van dit werelddeel. Het volgend dwaze verhaal ontving De Tijd uit Zutfen: ïEenigen tijd geleden bracht hier in een hotel van den tweeden rang een persoon eefl drietal weken door, die weldra door zijn ge dragingen de aandacht op zich vestigde, daar hij in gezelschap van een Duitsch-ingenieur van de Nederlandsch-Westfaalschespoorweglijn herhaaldelijk opmetingen in den omtrek deed Men vermoedde namelijk, dat achter die bui'* gerkleeding een Pruisisch genie-officier schuilde, die in last had de streek te verkennen en in deze zaak door den ingenieur werd ter zijde gestaan. Na korten tijd te zijn geëclipseerd I dook het geheimzinnige personage sedert een paar weken weder opom zijn werk te her vatten. Neemt men nu hierbij in aanmerking., dat de vreemde landmeter ieeft op een wijze, die het allen schijn geeft, alsof hij opzettelijk een hotel van den tweeden rang koos om min der de opmerkzaamheid te trekken, dan heeft het vermoeden dat in hem een spion ziet r inderdaad wel eenigen grond van bestaan." Uit Voorst wordt ons gemeld: Depachiei' E. alhier kwam onlangs bij zijn landheer, met verzoek om ontslag van de twee huurjaren, die lij] nog aan eene weide had. Volgens zyn zeggen paste dat stuk land hem niet te best en was het voor anderen zeer gunstig gelegen. Zijn verzoek werd ingewilligd. Wat bleek nu later? Dat die weide bij den man sterk ondei' verdenking lag van betooverd te zijn, aange zien hij er sinds een paar jaren niet uithaalde wat zjj kon opleveren, en zijn buurman sedert dien tijd meer melk en boter verkreeg dan een ander. Alzóo kon 'tniet anders, of eenebooze' tooverheks was hier in 't spel, die de vrucht-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1879 | | pagina 2