A0. 1879.
Maandag 1 September.
tocMjiit iaplijb, nitpzoiJeri Blnsiai.
•Ad 4747.
Binaeiilaiisolit Berlclitea.
1"> fie e
JL> e r t i ss L <e «J si, n.
r
iaoN.MSMKKTM'HU», (Mil kwartaal 1,85.
ftaneo per pest, door het geliee'.e I?(jk - 2.50.
Aiondeciykc r.oimaers- 0.10.
»u«^-wriiM.'USMJ.!--—J-™—H1 nartn a
jlij deze Courant Leliooil ccn Bijvoegsel,
Schiedam, 30 Augustus '1870.
"We zijn aau het einde van de laatste der
zomermaandende lieifst, waarin do zon haar
laatste» gloed uitstraalt, is op de komst, of
liet er hij heeft dit jaar onder een luchtige
joinerverrnoroming reeds langen tijd onder ons
omgezworven en vun zijn tegenwoordigheid op
Üeumerkende wijze doen blijken. Broeiige dagen
en dagen van stormen, hebben we al volop
genoten; vallen ook dit jaar de bladeren niet
veel vroeger van de bjoinen dan anders, en
geven niet verscheidene inenschenkiuderen blijk,
dat zij onder den bekenden noodlottige» invloed
van het vallen der bladeren zijn
Iu de herfstachtige dagen van de ten einde
snellende maand, waren daarvan sporen genoeg
waar te nemen. We kregen een nieuw Ministerie;
het liberale kabinet Kappeyne was heengegaan,
niet overgeworpen door eeu andere partij, ge-
reed om terstond regeeriugspai tij te woi den, maar
I 3ooi'eigen vrienden. Maanden zijn iu dezen'
staat van crisis heengegaanliberale mannen
beproefden de vorming van een kabinet,
't lukte niet. Toen giug de heer van Lijnden
Sao het werkhij zocht, en hij moest we] zeer
lang zoeken, maar eindelijk toch had hij acht
maunen gevonden, gezind de weinig benijdbare
ffliuisterieele portefeuilles op te vatten: hij
droeg deze mannen aau Zijne Majesteit den
- Kouing voor; ze werden benoemd; ze namen
huune zetels in, en, teu dage dat de herfst'
t officieel zijn intocht houdt, zullen we van hen
i booren, waarom zij, dragers van gevierde untnen,
bekleeders van vereerende ambten, zich de op-
offering hebben getroost als stuurlieden op het
Kedcrlaudsche schip van slaat op te treden
en,in welke richting zij dat wnnscheu te sturen.
Ach 1 dat vallen van de bladeren juist op den
tijd van het optreden dezer Ministers! Wee!
dien kabinetformeerder, dien baron Van Lijnden!
Wat al aanvallen heeft hij te verduren gehad,
j resds voor hij nog een woord als Minister heeft
gesproken. Het dagblad Be Standaard onder
scheidde zich boven alle andere; het verloor
in zijn beoordeeling alle matiging uit liet oog;
het werd excentriekzoo in liet oog loopend
excentriek, dat het Vaderland in een bijtende
sstvre deze week reeds profeteerde, wat we den
hen September e. k. in den Standaard zullen te
leien krijgen. Zie hier den aanhef dezer ironie:
'fcDe Heer heeft ons onzen Elout gegeven.
De Heer heeft ons onzen Van Lynden genomen.
De Heer heeft ons onzen Kuyper laten be-
houden, dies zij Hij geloofd!
Maar dat neemt niet weg, dat onze Standaard
«eu Van Lynden beschuldigt van karakter
loosheid en verraad; immers, dat hij nederzil-
tende daar, waar aan maaltijden grootkruisen
e° wdelintea worden uitgedeeld, aan wereldsche
irzucht de belangen van het Koninkrijk der
hemelen en- van de school met den Bijbel
Oadergaachikt heeft geacht.
MüllMAÏJs MISKÏ, K, IStE.
De Apostel zeide: verdraagt elkander!
De falsoeuiijko munsch zegt: scheldt elkander
niet uit!
Evenwel
Nochtans
Maken niet i zachte heelmeesters stinkende
wonden? Staal? er niet geschreven: indien uw
oog u cigert, zoo rukt liet uit?
Hij, Van Lijnden, verdoolde broeder, die met
ons gebeden hebt vóór wij aan tafel gingen
cu met ons vergelen hebt te danken aan
't desscit, gij Wjt uns als hot rotte oog, en wij
werpen u van ons.
Niet zonder leedwezen.
Geenszins zou der smart.
Allerminst zonder verdriet
Want wie ge.-oell met het grievende wee
desgeneu, die ziju oog wegwerpt
En niet alleen de schenner zijns neus, ook
de wegwerpen zijns ojgs kan geacht worden
zijn aangezicht te schenden
Vun Lijnden, uitgeworpen oog! keer tot ons
terug, keer ft-peg tot liet gelaat, waarin gij
past
Keer terug! Gij als linkeroog, Elout, onze
Elout ais rechteroog; onze Kuyper, onze
Abraham, dien God ons gegeven heeft in zijn
vergevende liefde als liersenkasse, hoe sterk
zijn wij dan in ons isolement
Gij zijt erger dan Petrus; toen de liaan drie
maal gekraaid had, had hij berouw en schaamde
hij zicki, maar hoe dikweif kraaide de Standaard
reeds? en steeds gaat gij door, afdwalende tot
Modderman, neerziukende tot Vissering, met
u medesleepeude jhr. Six, wiens goede nei-
gingeu te verstikken gij u onledig houdt!"
Iu dezen geest worden de opgeschroefde,
gezwollen artikels over den tegenwoordigen
Minister van Buiteulaudsehe Zaken geparodieerd.
Of de heer Van Lijnden ook ouder de aan
vallen van den Standaard gebukt zou gaan?
De eenvoudige burger noemt zulke aanvallen
iu zijn onnoozeiheid niet zelden raalc, en meent,
dat men onder dergelijke herfststormen nood
wendig moet bezwijken.
Er wordt verhaald, uat in de dagen, toen
Busken Iluet in den Gids onze auteurs een
voor edg onder handen nam, een onzer dich
ters aan het kwijnen is geraakt onder de felle
slagenhem door den onbarmhartiger, criticus
toegebracht.
Nu is iiet waar: liet zwaard van Busken
Huet was niet dat eens harlekijns, maar een
van onvervalscht allooi, en de bedoelde dichter
's mans werken zijn reeds in diepe vergetelheid
weggezonken was juist niet iemand van
groote geestkracht; daarom bewijst dit eene
feit volstrekt niets. Maar verscheidene staats
mannen, en vele lieden van beteekenis, die
gestadig aan allerlei aailvallen blootstonden,
hebben een eerbiedwaardigen ouderdom bereikt.
Neem ónzen Thorbecke; neem Van Hall,
neem Groen 'Van Prinstèrer; ga naar Enge
land, en vraag hoe 'oud Lord Palmerston is
Advertentieprijs van 110 gewone regels
met inbegrip van eene Courant1.10.
Iedere gewone regel meer - 0.10.
Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal berekend.
geworden, en of lord John Russell niet oen
krachtige» ouderdom heeft genotenen of
Gladstone en d'Israeli den last der jaren niet
met mannenkracht dragenon toch om al
deze mannen hebben hevige stormou gewoed,
en zijn ze aangevallen op de bitterste wijze,
zonder dat hun haren vóór den tijd zijn vergrijsd.
De hei fst moge dan de bladeren doen vallen,
sommigen geest benevelen; de nijd moge knagen,
de laster zijn venijn uitspuwen dat alles deert
manuen van beteekenis uiet.
Welhaast breekt de werkelijke herfsttijd aan,"
en met hein het tijdperk van ernstigen, inge
spannen arbeid. Langzamerhand wordt het be*
zoek van schooue bergen on frisiche stranden
minder'; de scholen openen haie deuren weder;
de geleerde hervat zijne studiën; de ernst van
het leven.treedt weder in volle waardigheid op.
Nog eenige dagen scheiden ons van de opening
dar zitting van ons Parlement. Eou nieuw
Ministerie en oen vernieuwde Tweede Kamer
.zullen kennis met elkander rnaken. Werd het'
Ministerie builen de Kamers over het algemeen
met welwillendheid ontvangende meerderheid
der Tweede Ka nier zal zeker insgelijks begrijpen,
in welken geest zij 's Koniugs nieuwe Raads
leden dient te ontmoeten,
Onze parlementaire zomer was dit jaar al
even onbehagelijk als de natuur zelf. Eon
ijverige, eerlijke arbeid in Jen aanstaanden
herfst kan echter nog een tarnelijken oogst
opleveren, en dien wensclien we ons vaderland
van harte toe.
DEN HAAG, 29 Augustus 1879.
HII. MM. de Koning en de Koningin hebben
II. D. II. de Vorstin van Rumenie uitgenoodigd
eenige dagen op het Loo door te brengen.
Heden middag te '12 uren is de nicht van
II, M. de Koningin, met een extra Koninklijken
trein ter harer beschikking gesteld, derwaarts
vertrokken.
Blijkens een bij het Departement vaa
Koloniën ontvangen telegram van den Gouver
neur- Generaal van Nederlandsch-Indie, dd,
28 dezer, is door den Gouverneur van Atjeh
bericht dat de troepen van Selimoen naar
hunne gewone standplaatsen zijn teruggekeerd,
en op hun weg de bevolking overal vredelie
vend gevonden hebbenen dat de hoofden,
die zich te Selimoen onderwierpen, den SOsten
dezer te Kotta-Radja den eed hebben afgelegd.
SCHIEDAM, 80 Augustus 1879.
De gemeenteraad alhier zal Dinsdag den
2 September, des namiddags tea half twee ure,
eene openbare vergadering houden; de alsdan ter
behandeling aan de orde gestelde onderwerpen
zjjnBeëediging nieuwbenoemde raadsleden.
Ingekomen stukkeV, "benpèming "Wctfiouderf
I