tacMjiit iaplijfe, niètzontei Diasiai.
A0. 1879.
Vrijdag 5 September.
4750.
Kennisgeving-.
T> r i e e n. ll e r t i g- s t e «J a a
tt-7
ABONNIOIENTSl'llUS, pel kwartaal4.85.
Franco per post, door liet gelieele Rijk. - 2*50.
Afzmideilnkc nommers- 0.10.
B8 5J11KAÜ: WAKKT, K, ISA.
X«T 11 g-.
Advlktentikprijs: van 110 gewone regels
inet inbegrip van eene Courant110.
Iedere gewone regel meer- 0.10.
Driemaal, plaatsing woidt tegen tweemaal berekend.
Aan liet Commissariaat van Politie te Schie
dam zijn als gevonden aangegeven: eenfiuis-
«leursleiitel een jenevervat gemerkt ,1.
W. H, S. S '1 l). en een bruin lederen jiorte-
jnionnniernet koperen beugel waarin fS.SO.
De Burgemeester en Wethouders van Schiedam
Brengen ter kennis van de Ingezetenen
lo. dat door den Raad dier Gemeente, in zijne
Openbare Vergadering van den 2 September jl.,
tot Wethouders zijn benoemd de Heoren J, A,
NO LET W/. en J LECHNER
2o. dat, ter voldoening aan het bepaalde bij art.
54 der wet, regelende de zamenstelling, inrigting
en bevoegdheid der Gemeentebesturen van den 29
Junij 1851, (Staatsblad no. 85), zijn benoemd:
Tot Leden der Commissie, belast met do Directie
der Stedelijke Gasfabriek, onder Voorzitterschap
van den Burgemeester,
Do fleereu J. M, VAN DER SCHALK.
P. MELCHERS,
3. LOOPUYT, on
A. SCIJIEVEEN.
Tot Leden der Commissie, belast om Burge
meester en Wethouders bij te staan in het tooxigt
op het beheer, de Fabricage betrclfende, onder
Voorzitterschap van den "Wethouder 3. A.
NOLET Wz.
De Heeren 3. M. VAN DER SCHALK.
A. RIJNBENDE,
J. LOOP1JYT, en
G. VJSSER Bz.
3o. Dat, tengevolge der periodieke aftreding van
Raadsleden, tot aanvulling der daardoor ontstane
vacatuie, in de voigonde Commissien zijn her
benoemd
A. Tot Lid der Commissie tot liet ontwerpen
der Verordeningen, tegen wier overtreding straf
wordt bedreigd ter voldoening aan art. 177 der
Gemeentewet en ter voorbereiding van liotgeon bij
art. 178 dier "Wet is bevolen, waarvan de Burge
meester als zoodanig Voorzitter is:
de lieer J. LECHNER.
B. Tot Leden der Commissie tot het herzien
van alle Plaatselijke Belastingen, daaronder be
grepen do regten, loonen en andere gelden, in art.
238 der Gemeentewet bedoeld
de Ileoren J. A. NOLET Wz.,
A. KNAPPERT Lz., en
C. J. LONCQ.
C. Tot Lid en Voorzitter der Commissie tot het
geven van verslag en het dienen van raad nopons
de begrooting en do rekening cn verantwoording
der plaatselijke inkomsten en uitgaveningevolge
de artt. 203 en 219 der Gemeentevvot, door
Burgemeester en Wethouders aan don Raad aan
geboden, en ten aanzien van de begrootingen en
rekeningen bij art. 148 dier Wet bedoeld
do Heer C. J. LONCQ.
D. Tot Lid der Commissie tot het opmaken en
bijhouden van den staat, bij art. 229 en des ge
vorderd, ook van dien bij art. 230 der Gemeentevvot
voorgeschreven
de Heer J. LECHNER.
E. Tot Lid der Commissie tothetverrigtcn van
»1 hetgeen bij de Wet op do Schutterijen aan bet
Plaatselijk Bestuur en niet bepaaldelijk aan het
ïloofcl daarvan is opgedragen
de Heer A. KNAPPERT Lz..,
als plaatsvervangend Lid.
F. Tot Lid der Commissie van Contróle, inge
volge art. 35 der Verordening regelende de heffing
der Plaatselijke Directe Belasting binnen deze Ge
meente, waarin Burgemeester en Wethouders als
zoodanig zitting hebben:
De Heer P. MELCHERS.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 4 September ^379.
Iturgemaesler en Wethouders van Schiedam,
P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE.
])r Secretaris,
A. W.' MULDER.
Schiedam, 4 September 1879.
Het groote nieuws van den dag is, dat de
Keizers van Duitschlaud en Rusland elkander
nu toch hebben ontmoet. Het plan tot dit
bezoek schijnt plotseling te zijn opgekomen.
Waarschijnlijk is dit bezoek het lesultaafc van
de zending van generaal Yen Manteufi'el naar
Warschau, hoewel de N"orddeiit$clie Allgemeine
Zcitung met later dan Maandag nog mededeelde,
dat al wat over de politieke strekking van dit
bezoek was gezegd, tot het rijk der verzinselen
behoorde.
Te Alexandrovvo. een Russische grensplaats,
heeft de ontmoeting gistermiddag plaats gehad,
die volgens de teiegiamsnen allerhartelijkst
moet zijn geweest.
'tis zeker zoo maar de'"beste wending, die
de zaken kunnen nemen. Overigens kan men
er op aan, dat de geruchten vau gerezen moeie-
lijkliedeii tussclieu beide staten vrij wat hoofden
hebben vetvuld. Een Duitsch blad wees zelfs
op de wenschelijkheid van een verbond tusschen
Duitschlaud en China.
Men ging daarbij van de verondei stelling
uit, dat als Duitschlaud met Rusland in oorlog
geraakte. Frankrijk de z'tjde der Russen zou
kiezen. Duitschland zou dus westelijk met de
Frauscheu, oostelijk met de Russen hobben te
ïekeneu. Maar als nu de Chineezen zoo be
leefd wilden zijn, de Duilscliers een handje
te heipen, moesten de Russen weer op een
aanval uit het Oosten deuken, eu hun kiijgs-
macht verdoelen. De Duitscheis met de Chi
neezen in verbondWie zou 't ooit hebben
vermoed, dat zoo iets gebeuren kan eu toch.
men lette er op, dit eenmaal opgevatte denk
beeld zal met weder verdwijnen, en bij de
eerste gelegenheid de beste worden verwezenlijkt.
De zwarte stip is echter niet verdwenen;
ze heeft zich verplaatst. Na de ooi logen van
'59 en '66, die Oostenrijks invloed in Italië
tot nul tei ugbrachlen, en die deu Oostenrijk-
sclien Keizersstaat twee provinciën kostten, welke
bij Italië werden gevoegd, was de verhouding
tussclieu beidé, lauden nog geruime» tijd niet
zeer aangenaam. Da gioote geneesheer, de tijd,
bracht ook hier een gewenschte verandeiing
teweeg. De Oostenrijksche en Italiaausche vor
stelijke fartitlién toonden toenadering tot eikan
der 'en legden bezoeken bij elkander af. Italië
was vrij gewoiden van de Alpeu tot de Adri-
atische cn Middellandsche zeeën; Oostenrijk
was in den grond bevryd van twee lastposten,
die veel geld kostten en veel moeite veroor
zaakten; waarom zouden beiden Staten het
elkander weer lastig maken Toch is er weer iets
onzuivers in de lucht. In Italië beslaat een
hoopje lieden, die over het hoofd zien, dat de
inwendige toestand van het jeugdige Koninkrijk
nog machtig veel te wenschen overlaat, en dat
een braaf burger verplicht is, het rijk mede op te
bouwen en te versterken. Maar deze lieden hebben
zich in het hoofd gezet, dat Italië nog meer
behoort uitgebreid te wordendat Tyrol, Istrië
en Dalmatië, die aan Oostenrijk behoorenjdat
het Zwitsersche kanton Tessino, de Fransche
landen Nizza en Corsica, en het Engelsche
Malta aan hun koninkrijk behoort te worden
toegevoegd, 't Is niet sedert van daag of gisteren,
dat deze heeren hun stem doen hooren, doch
niemand nam er notitie van, Oostenrijk vooral
niet. Thans is er een geschrift in het licht
verschenen, zooals er soms meer worden uit
gegeven, als men een kwestie op het tapijt
toil brengen. Een Oostenrijksch koloDel, de
baron Jlaymorle, vroeger werkzaam bij het
Oosten! ijksche gezantschap te Rome, noemt in
dit werk Italië een nest van samenzweerders
tegen de Oostenrijksche monarchie, en verklaart
de Itahaansche Regeeriog medeplichtig aan de_
woelingen der samenzweerders, 't Is wel op-
merkelyk, dat dit geschrift juist om dezen tijd
verschijnt, nu een ministerie van teruggang
in Oostenrijk aan het roer is gekomen. Het
hoofd daarvan, graaf Taafle, is een reactionnair
van onvervalscht gehalte, aan wien de Itali-
aanscbe eenheid een doorn in het oog blijft.
Zoo'n geschrift als van baron Haymerle, uit
gelegd en verklaard tot in het oneindige, kan
een natie in een stemming brengen, die de
Oostenrijksche Regeering veel zou veroorloven.
Maar Oostenrijk is nu eenmaal in onze eeuw
ongelukkig, als het gaat oorlogen, en daarbij
heeft de liberale partij, met het oog op het
opgetreden ministerie haar onderlinge haspe-
larijen vergeten en zich nauw aaneengesloten.
Graaf Taaiïe weet dus, dat hem noch in de
binnenlandsche noch in de buitenlandsche
politiek vrij spel zal worden gelaten,
In Frankrijk was de aandacht eenige oogen-
blikken gevestigd op den terugkeer van een
vierhonderdtal begenadigde veroordeelden ter
zake van de Commune.
De bladen, die de Republiek vijandig gezind
zijnhadden bij deze gelegenheid vrij wat
dwaasheden opgedischt. Opioerigheden zouden
uitbarsten; men zou detrtonstratiën van gevaar
lijken aard uitlokken; feestvieren bij gelegen
heid van den terugkeer dezer lieden, enz. Niets
van dat alles is gebeurd. Als men een jaar of
acht in een verbanningsoord ais Nieuw-Caledonië
heeft doorgebracht, is de zucht tot oproer
maker wel wat flauw geworden. De terugge
keerden werden, gastvry ontvangen. Men heeft
geroepen: leve Frankrijk! en men heeft ge
roepen: levé de Republiek l men heeft zich
overgegeven aan de vreugde van het weder
zien na lange scheiding en dat is alles.
In Turkije gaat het ellendiger dan ooit. Uit
geldgebrek heeft de Verheven Poite nieuwe