VwMjot daielijb, tfjpuM Man. A°. Maandag 7 September. Jtë 4752. 5>**ie e n Dertig s-.t .T a a, r g a u g-. 4S$I£££9X$3&h EO IR A NT. /Uonnkmbntsi'Riis, jiei kwditaal1.85. Franco per post, door net geheele iiijk- 2.50, afzonderlijke noimneis - 0.1Ü, ttUïtEAf: MARKT, B, 124. Advertentieprijs: van i10 gewone regels met inbegrip van eene Courant1.10» Iedere gewone regel meer- 0.10, Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal berekend. BU 'leze Courant behoort ccn Bi jvocgsel. Schiedam, 6 September 4870. Hebt ge 't ook vernomen, dat de rijke, welvarende provincie Friesland een specialiteit van zeer bijzonderen aard rijker is geworden? 2oo niet, weet dan, dat er in dat gewest der stoere mannen van het Noorden is opgestaan een wezenlijke duivelbanner, en dat elk, wiens kind belooverdof gelijk onze noordelijke broedeis zeggen, betsjoend is, maar tot hem behoeft te gaanom niet alleen genezing te vei krijgen, maar tevens aanwijzing van den persoondie zich aan het euvel van het beheksen des kinds heeft schuldig gemaakt. Ook meer bejaarden vinden bij zijnedele baat voor allerlei kwalen. De ontdekking der heksen is zeker een van die eigenschappen, welke aan dezen heer het grootste gewicht verschaft. Hebben we toch niet voor enkele weken kunnen lezen, hoe zoodanige ontmaskerde heks deerlijk mishandeld werd door een opgeruide menigte en hoe zij slechts van hoogerhaud voor erger werd bewaard? Ilebbeu we in onze onmiddel lijke nabijheid nog voor korten tijd niet iets dergelijks zien gebeuren 't Wordt den mensch zonderling te moede, wanneer hij in het laatste gedeelte der negen tiende eeuw van dwaasheden van dergelpken aard hooit gewagen, en -zulks na een eeuw van. verbeterd onderwijs en na een strijd door de helderste h of den van deze en vroegeie eeuwen met den meesten ernst daar tegen gevoerd. Voor vijftig jaren zei de Jacobus Scheltema in zijn geschiedenis der heksenprocessen: »De mensch, geroepen en in staat om den al mach tigen God in geeKt en in waarheid te dienen, geeft zich over aan het onzinnigste bijgeloof. Geroepen en in 'staat om zich als Heer der schepping vroolijk in zijn bestaan te verheugen, beeft hij soms voor de schaduw van een vlieg, of het kloppen van een houttor. Geroepen en in staat om het geluk en genoegen van zijne natuurgenooten met liefde te bevorderen, woedde hij, eeuwen lang, tegen de zwakste onder dezelve de oude suffe vrouwen en wel met eene wreedheid van welke men onder wolven en tijgers geen voorbeeld vindt." In hetzelfde werk worden door den schrijver •verschillende dezer processen behandeld, en ons vaderland leverde weikelijk geen kleine bijdrage daartoe. Alleen in het jaar 1595 vinden we de volgende gevallen vernield. Te Ameisfoort werd Grietje Sogers, eene tooverheks, die men de roode kater noemde, gevangen en verbrand.' Willem Stevens ter Ecm, in de wandeling genaamd: Botte of Bulk, is tenzelfden tijde geëxecuteerd, misschien ook zijne kindei eu, twee jonge dochters. \Te Arnhem kwam Hans Poek in lijden. Hij werd op den zeveaden van Oogstmaand aan een paal 'geworgd ea daarna verbrand. Hij was een arm en ormoozel man. De duivel was iu liet zwait gekleed bij hem gekomen, en had hem een sletje (een versleten doek) vereerd. IIi, was daarna een weerwolf geworden en bleef het gedurende drie jaren, wanneer hij wel zijner rede machtig was, maar niet spieken konde. Hij bad sterk met deu Goozegeworsteld; als deze tegen hem sprak, dan was het of er heet of warm water iu zijn aangezicht kwam, enz. Te Utrecht viel in hetzelfde jaar neg grooter gruwel voor. Anthonis Comelisz. Bulk, Maria Hartens, vrouw van Thomas Rijkz, Volkert Hendriks en zijne dochter Uendrikje, zijn in Oogstmaand van dat jaar bij senteutie van het Hof op het Paardeveld verbrand. Zij woonden vroeger op liet IIoogeland bij Amersfoort. Het meisje was een ontluikende bloem' van nauwelijks zeventien jaren. Ilare moeder was iS-4594 op St. 3acobsdag insgelijks als tooveies ter dood gebiacht, en nu moesten hare broei tjes, Ilessel oud veertien, Gijsbert oud deitien, en Diik oud acht jaren, de dood- stiaf vau vadei en zuster aanzien. De stum- perts weiden nog bovendien tot den bloede gegeeseid, en moesten ojigeslolen blijven in de giool (de kluizen) van den huize Hazenberg, totdat het den Ilove anders behagen zoude. De vader had de walei proef in de Outle- gi acht te Utrecht ondugaan, en was dan eens dl'flvendo, dan eens zinkende bevonden. Ilij was, gelijk de beide andeie volwassenen, meet malen op de pijnbank gebi acht, alles wegens beschuldigingen, welke zichzelf tegenspiaken en schijn noch schaduw van misdaad, ja van mogelijkheid behelsden. De voornaamste vvaien jidat zij als katten poot aau poot gedanst hadden 'op eene bleek ie Ameisfoort, in tegenwoordig heid van den duivel; dat zij in weeivvolven waren veranderd eu koeien hadden gejaagd en gebeten." Een der bejaarden had bekend: koter uit een sloot gekamd te hebben, welke zijn vader met eenen lepel in de boteruap had gedaan". Een der kindereu had beleden: ïtnelk uit eene bieze getapt en deze van den giond te hebben opgeschept." Een auder kind zeide: nmelk te hebben gehaald uit het hecht van een mes, hetwelk hij in een boom had gestoken". Het meisje had bekend: ml at y'y het door hulp van den Booze zwaar had doeu hagelen". Volgens het vonnis, door de lieetcn rechters, iu defüge labbaaiden gehuld, uitge sproken, vvaien. dit alle feiten, zeer leel'y'k en afgrijselijk, schi ikkelljk eu abominabel, geens zins te verdingen in landen der christenen, daar de vreeze Gods en de Justitie plaats vinden"- Dit zijn feiten uit slechts één jaar. Scheltema teekent na de vei melding er van aan: sik kan het niet vei klaren hoe destijds nog in Utiecht zulk° een verschrikkelijke wreedheid, op deonzinnigste belijdenissen en nietigste bewyzen gegrond heeft kunnen plaats vin den iu Utrecht, alwaar toen reeds vela stralen van licht voor de wetenschappen en den godsdienst waren doorgebroken, en zulks door Rechters, door mannen, die in de maat schappij in aanzien, door andere bedrijven eenen goeden naam verworven hadden." Leefde de goede Scheltema nog, hij zou in het jaar 4879 ook nog vrij wat onverklaarbaars vinden. Reeds ia den bloeitijd der heksenprocessen werden er gevonden, wien ze als een walgelyk, onzinnig gedrocht voorkwamen. Doch bij het algemeene geloof aan tooverij en hekserij be hoorde er veel moed toe, zijn meeningen daar omtrent in het openbaar uit te spreken, of het wangedrocht te bestrijden. Ons vaderland komt de eer toe, den man onder zijne zonen te tellen die het stoute stuk waagde. Die man was de Amsterdamsche predikant Balthazar Bekker. Na het verschijnen eener groote staart ster of komeet in 1680, die aau de goede lieden een doodschrik op het'lijf had gejaagd, on de vrees voor allerlei eliende tot een onzin nige hoogte opvoerde, gaf hij een werk uit, getiteld: Onderzoek van de leteekenis üef kometen, bij gelegenheid van dengene, die in de jaren 1G80, 4081 en 4682 geschenen hebben. Een gereformeet de klassis veroordeelde dit werk, als alle vrees Gods vernieti gende. Maar den grootsten roem behaalde hij met zijn vermaard werk: Be Betooverde Wereld, zijnde een grondig onderzoek van het gemeen gevoelen aangaande de geestenderzelver aard en vermogen, bewind on bedrijf, alsook hetgeen de menechen door derzelver kracht en gemeen schap doen. Dat tooveiij en spokerij liet in dit werk hard te verantwoorden hadden, is duide lijk, en om zijne meeningen met bewijsgronden te staven, liad de man een'reuzenwerk van onderzoekingen ondernomen. Maar de tooverijen en spokeiijen vonden insgelijks hunne bescher mers, en wel zoodanig, dat Balthazar Bekker om zijn Betooverde Wereld als leeraar te Amster dam weid afgezet en als onduldbaar verklaard in de Nederlandsche kerk. De Amsterdamsche regeering echter, die de zaken verstandig bekeek, liet den schrijver zijn voile bezoldiging als leeraar tot aan zijn dood toe behoudenen deed de openstaande plaats onvervuld blijien. Wat meer is, de lievige vervolgingwaaraan Bekker blootstonddeed de belangstelling in zijn werk'Hoeneinen, en ia bijua alle Europeesche talen overgezet, ver- spieidde het alom een licht, waarvoor het bijgeloof noodzakelijk moest zwichten., »'t Groeit tegen d' onlust in", had de kloeke man aangaande zijn werk voprspelden die voorspelling is ten volle bewaarheid.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1879 | | pagina 1