A". 1879. Vrijdag 26 September. jw. Verschuilt daplyb, litpzoiiM Biriat. Kennisgeving. Kennisgeving. r> r i e e u ertigste Jaargau EODHANT. Abonnementsprijs, per kwartaal1.85. franco per post, door het gehaelo Rijk. - 2.50. Afzonderlijke nominers- 0.10. BUREAU: «ABKT, E, 124. Advertentieprijs van 110 gewone regels met inbegrip van eene Courant1.10. Iedere gewone regel meer- 0.10. Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal berekend. InrlgUagen welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken. Burgemeester en "Wethouders van Schiedam; Gelet op Art. 8 der Wet van den 2en Junij 1875 Staatsblad no 95) .Geven kennis aan de ingezetenen, dat op -beden aan G. H. RADEMAKER en zijne regt- verkrygenden vergunning is verleend tot oprigting eener Vetsiueltery ten dienste zijner Olie- en lioogbereldlng, in het pand staande aan de Dwarsstraat, Wijk G, no. 300, kadaster Sectie E, no. 1739, in dien zin evenwel dat de 'ergunning uitsluitend en alleen betreft de verdunning van Oleïnc. Schiedam, den 25 September 1879. Burgemeester en Wethouders voornoemd, P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE. De Secretaris, A. W. MULDER. fnrlgitngctt welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken. Burgemeester en Wethouders van Schiedam; Gezien het ingekomen verzoek van J. H. RIS Jacsz. alhier, dd. 24 September I!. om .vergunning tot oprichting eener Azijnmaker^] in het paod staande aan den Singel Wijk A, no. 446, Kadaster Sectie G, no. '1333. Gelet op de artt. 6 en 7 der Wet van den 2den Junij 1875 Staatsblad no. 95); Doen te weten: Dat voormeld verzoek met de bijlagen op de Secretarie der Gemeente is ter visie gelegd dat op Dondcrdng den O October a. s.» des .middags ten 12 ure, ten Raadhuize gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen het oprigten dier inrigtiug in te Ijren- gen en die mondeling of schriftelijk toe te lichten; en dat gedurende drie dagen vóór het tijdstip -hierboven genoemd, op de Secretarie der ge- .meente, van de schrifturen, die ter zake mog- .ten zijn ingekomen, kermis kan worden ge komen. En is hiervan afkondiging geschied, vaar ,het behooit, den 25 September 1879. burgemeester en Wethouders voornoemd, P. J. "VAN DIJK VAN MATENESSE. De Secretaris, A. W. MULDER. Schiedam, 25 September 1879. Hoe staat het met de betiekkingen tusschen Duitschland en Ruslandhoe met die tusschen vDuitschlaad en Oostenrijkhoe met die tusschen Rusland en Engeland? Deze drie vragen be- heerschen voor het oogenblik de politieke krin gen van ons werelddeel. Een ding is zeker, nl. dat men in Rusland met kwalyk verholen spijt het bezoek van Prins Bismarck te Weenen heeft vernomen en dat de schitterende ontvangst, den Duitschen Rijkskanselier door den Keizer van Oostenrijk en zijne raadslieden bereid, de Rossen verbazend hindert. E°n Russisch blad spreekt van de noodlot tige politiek, die tegenwoordig door den Duit schen Kanselier wordt gevolgdandere bladen werpen den Duitschers allerlei liefelijkheden naar het hoofd, en de Duitsche pers laat een en ander niet onbeantwoord. De IForddeutsche Zeitung, een tamelijk officieel Duitseh bjad, bevatte voor een paar dagen een merkwaarejigen brief, geschreven door een hoog geplaatst per soon, die tot de politieke kringen te Weenen behooit. Al was het enkel om het blad, dat dezen brief^ppenbaar maakt, zou-deze de aan dacht verdienen. Het geschrift behandelt de samenkomst van den Duitschen met den Russi- schen Rijkskanselier, en legt er den aard en da bedoeling vau bloot. Noch het sluiten van een of- en defensief verbond, noch het opstellen eener acte, waarin de overeenstemming tusschen beide hoven, benevens de vriendschap, diedebe- heerschers van beide landen vereenigt, wordt uit gedrukt, is het doel dezer bijeenkomst. Zulke stukken toch hebben tegenover de onverbiddelijke logica der feiten dikwijls al heef weinig te betee- k oen, en Prins Bismarck heeft meermalen zich in dezen geest uitgedrukt. Een verdrag tusschen Oostenrijk en Duitschland zou voor het overige geheel onnoodig z'yu, omdat tusschen beide rijken oveieenstemming bestaat, overeenstem ming, die op den hechtsten grondslag berust, namelijk het belang der beide ryken. Hiervan uitgaande trekt de genoemde correspondent het besluit, dat men te Petersburg verkeerd doet, met ia de bedoelde samenkomst een daad van vijandelijkheid of van uitdaging te zien. Deze gezindheid bestaat noch te Berlijn, noch te Weenen, en alles wat men daar wenscht is, dat de algemeene vrede op den grondslag van het verdi ag te Berlijn moge bevestigd worden en duurzaam zijn. Er is echter een tegenstander te bekampen, zegt de correspondent, en hij noemt dien bij zijn naam. Deze tegenstander is het Panslavisme, de uitbreiding en over- heersching van het slavische ras, en dat element is het, hetwelk de Duitsche zoowel als de Oostenrijksche kanselier in zijn voortgang wil stuiten. Alzoo weet men nu te Peteisburg,, wat men aan Duitschland en Oostenrijk heeft; de wijn, die getapt wordt, is klare wijn, gelijk Bismarck gewoon is, dien, te schenken. Het is zeker geen toeval, dat in een officieel Duitseh blad, op dit oogenblik een dergelijke coirespondentie wordt afgedrukt. Hoe men deze mededeeling te Petersbui g zal opgenomen hebben is nog niet bekend; doch vry zeker kan vooraf worden berekend, dat de spanning tusschen Duitschland en Rusland er niet door zal verminderen. Duitschland en Oostenrijk daarentegen, welk een verschil bij een tijdvak, dat nauwelijks een dozijn jaren achter ons ligt! Toen twee groote machten, naijverig op elkander, welhaast een korten, maar hevigen strijd strijdende om het overwicht. Men kent de geschiedenisOostenrijk, uit Duitschland' gestooten, gedwongen zich oost waarts te wenden om den verloren invloed te herwinnen, was na den strijd geen mededinger meer voor het Duitsche rijk Beider belangen ga ven tot botsingen geen aanleiding meerde aan wezigheid van den vader der huidige Duitsche politiek in de hoofdstad van Oostenrijk is de bezegeling van een goede verstandhouding, waarvan ons werelddeel slechts voordeel kan trekken. De Engelsche bladen munten deze dagen in heftigheid uit. -Het gebeurde in Afghanistan-is van ernstigen aard, en het kan niet anders', of zulke voorvallen moeten op een natie diepen indruk maken. Maar nu is het in den laatsten tijd in Engeland schering en inslag geworden, alle onaangenaamheden en ongelukken, die in Indië voorvallen op rekening van de Russen te stellen. Een bepaalde aanduiding, dat Rusland ook maar het geringste aandeel zou hebben in het gebeurde met het Engelsche gezantschap te Kaboel, bestaat niet Maar de Engelsche pers zegt eenvoudig: Rusland kon niet anders dan wenschendat hetgeen in Afghanistan gebeurd is, werkelijk zou plaats hebben, en hieruit wordt nu het gevolg afgeleidRusland stookt de Aziatische stammen tegen ons op. *-? De Russen nemen natuurlijk nota van al deza onwelwillendeuittartende artikelen van de Engelsche pers, en berekenen hun kansen, die werkelijk niet zoo heel voordeelig voor Engeland zijn. Een ander bestuur, een bestuur, dat da avontuutl'ykheden van Lord Beaconsfield opzij zet, met ernst den toestand onder de oogea ziet, en met gezond verstand en kalmtede middelen tracht te beramen, om goed te maken, wat door de thans gevolgde politiekzoo ia als buiten Europa bedorven is, zou een zegeu voor Engeland zijn. Het Nederlandsche Ministerie heeft thans volledig kennis gemaakt met de beide takken der Volksveitegenwoordiging, Het debat over het adres van antwoord op de troonrede heeft de verhouding der verschillende partijen tegen over het Ministerie bepaald, en het Nederland sche volk is thans op de hoogte van de gezindheid der mannen, die aan de groene tafel hebbea plaats genomen. Het spreekt van zelf, jlet ,4*: zaak der invoering van de door Z. M. bekrach tigde schoolwet een der hoofdpunten van het debat uitmaakte. Mocht er bij het optreden vaa het Ministerie twyfel hebben bestaan omtrent de bedoelingen op dit punt, die twijfel kon wel niet op ir.eèr ondubbelzinnige wijze uit den weg;

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1879 | | pagina 1