Bimieiilatisete Beriehtea.
IK GE ZO OII.
gebracht met de ziekelijke en zwakke en ze
verkeeren in dezelfde eet- en slaapkamers; ja
vaak staat de kribbe van 't scrofuleuze en tering
achtige kind naast de kribbe van een ander,
zoo ze niet in ééne kribbe slapen; want de
Jijdende klantjes kunnen eerst dan afgezonderd
worden, wanneer de kiem zich tot krankheid
beeft ontwikkeld, Welk besluit ligt nu voor
de hand? Niet, dat men' zegt, wij znllen een
gesticht bouwen of in stand houden, ruim ge
noeg om '1001000 kinderen bijeen te'brengen
van ouders, die vroeg gestorven zijn, terwijl
de meerderheid van hun kroost de kiem van
der ouderen krankheid mee ter wereld bracht;
maar wij zullen juist voor die kinderen, die
verdubbelde zorg behoeven voor hun zwak
physiek, een verplegingsoord zoeken, dat veel
gunstiger is dan liet verblijf in een groot
gesticht.
Mij is een voorbeeld bekeud van een gesticht,
- waarin kinderen niet vóór hun zesde jaar, en
niet zonder declaratoir van volkomen gezond te
zjjn, worden opgenomen; waar zij van hun
6den tot hun 23sten jaar worden gevoed op
een wijze, zooals een fatsoenlijk buigerman niet
b'ü machte is zijn kroost te voeden; ik heb
de opgaaf gekregen van het aantal ontslagenen
op 23-jarigen leeftijd van het jaar i 84050,
en van die ontslagenen, die nu in de kracht
van hun leven in de maatschappij een plaats
moesten bekleeden, z'jn van jongens zoowel als
van meisjes geen 50% meer in leven!
Wij weten de regelen der hygiëne, toegepast
op groote gebouwen, verwarming, ventilatie,
'afmeting der vei trekken, licht, lucht, ligging
kunoen veel ter verlenging van 't leven, ter
voorkoming van krankheid en ter bevordering
der gezondheid bijdragen; maar maak een model
gebouw, naar de wetten der hygiëne onberispe-
1lijk, voor 100 en meer volwnssenen; gij blijft
toch een grooten vijand behouden in dat samen-
•v 'wonen van zoovelen, een vijand die te gevaar
lijker is voor het teedere, opkomende geslacht,
dat bij zijn geboorte zwak is en de kiem van
kwalen mee ter wereld bracht.
e. Maar gesteld dat deze bezwaren aan de
gezondheidsleer ontleend, waren te overwinnen,
zouden daarmede de bezwaren tegen de op
voeding in groote gestichten zijn opgeheven?
leder erkent dat het huisgezin de beste
opvoedingsschool is voor den mensch in zijne
kindsheid en jeugd, en wanneer dan ook aan
het kind uit den zoogenaamden gegoeden of
fatsoenlijken stand in de prille jeugd de oudeis
ontvallen, dan zulten de voogden zich dadelijk
„h beijveren voor die verweesden een huisgezin
te zoeken, waarin zij worden verzorgd en opge-
1 voed. Heeft er ooit iemand aan gedacht ge
stichten te bouwen ter verpleging van weezen
uit de hoogere en tusschenstanden der maat-
■- schappij Zouden zij, die met de weezenver-
zorging in ons vaderland zijn belast, en die vaak
de opvoeding in de gestichten aan hunne zorg
toevertrouwd, opéenlijnstellenmetdeopvoeding
in gezinnen, we! hun geld bijóen willen bren
gen om gestichten te openen, waarin, bij een
eventueel sterven, hunne minderjarige kleinen
ter opvoeding naar hunnen stand zouden kunnen
worden opgenomen Ik geloof het niet en geen
wonder. Men weet te goed wat de opvoeding
op een kostschool is, om aan haar in den regel
de voorkeur boven die in 't huisgezin te schenkeD.
Men weet, dat er hoe langer hoe minder sprake
van opvoediDg kan zijnhoe grooter de kost
school is; en wanneer gij in de (altijd droeve)
noodzakelijkheid zijt, voor de opvoeding van
uw zoon of dochter een instituut te kiezen,
dan zult gij aan een goed pensionaat met een
beperkt getal internes de voorkeur geven boven
een met een groot getal, om de eenvoudige
- reden,,- dat alleen over een beperkt getal het
oog des opvoeders kan gaan, de invloed des
opvoeders, zich kan doen geiden. "Want a! zoekt
bek de paedagoog-onderwyzer de hulp van
secondantes, hoe grooter het dienend personeel
moet wezen, hoe meer do opvoeding Verdwijnt;
men heeft eeu drilcompugnie, maar geen huis
van opvoeding.
Daarin ligt de veroordeelihg der opvoeding
in gestichten in 't algemeen en die in groote
gestichten in 't bijzonder. Zijdie daarvoor
ijveren, schijuen te meenendat 't geen voor
de kinderen der gegoeden niet gewenscht is,
voor de kinderen der armen bij uitnemendheid
wenschelyk moet geacht worden. Juist, omdat
de kinderendie der algemeene liefdadigheid
worden achtergelaten, vaak zwak naar 't lichaam
zijn, en ook menigmaal een zorgvuldigever
standige en liefderijke opvoeding hebben ge
mist, hebben zij te meer aanspraak op die
teedere, hartelijke en toch verstandige verple
ging, die in een gesticht met den besten wil
der wereld niet te geven is. Ieder kind
en niet 't minst hot verlaten, het weeskind,
heeft behoefteom zicli aau een oudere
to hechtenen zonder die gehechtheid kan
eigenlijk ook van opvoeding geen sprake zijn
ieder kinderhart, en vooia! het meisjeshait
heeft er behoefte aanmaar kan dat in een
gesticht, waar zij bij 50- of'100-tallea bijóen
zijn? Een enkele uitverkorene kan misschien
bij een regent of regentes, bij een binuenvader
of binuemnoederbij een kammoedcr of poi-
tior, bij eeu linnen- of bieimoeder (zouden de
weeskinderen ook te veel vaders en moeders
hebben?) bij een rijlooper of rijloopster een wit
voetje krijgen; maar de meerderheid krijgt
't niet. "Wanneer het getal groot is, kan van
teerdeiheid geen cprake zijn, eu wanueer de
regentessen of weesmoeders liaie uitverkorenen
hebben, werkt dit nadcelig en noodlottig op al
de anderen terug.
Opvoeding, ik heb liet reeds elders uiteen
gezet, is de vorming van den gelieelen mensch
naar verstaud, gemoed en wil, en daarom moet
de opvoeder de neigingen van jhqt individu
Jeereu kennen en in 't oog houdeneu dien
overeenkomstig zijne opvoeding inrichtenmaar
die individueele neigingen worden ondpr den
di uk der eenvormigheiddie in eeu gesticht
niet kan worden gemist, verstompt. Het is zeer
zeker o. a. ten alleruiterste noodzakelijk dat er
in de weeshuizen een behoorlijke tucht worde
uitgeoefend, dat er zelfs, bij zoo groot een aan
tal kinderen, een zekere graad van gestrengheid
heeische, ter bewaring der goede orde, onder een
gemengde hoop jeugdige wezens van aller lej
aard; want niet mogelijk is het, en daarom
zou 't ook te veel gevergd zijnwanneer men
van de weesvaders en vveesmoeders en verdere
opzieners en leermeesters wilde verwachten;
dat zij al de aan hen ondergeschikte kinderen
elk naar zijn bijzonderen aard en aanleg zouden
leiden en besturen. Intussclien erkent toch
jeder veistamlig opvoeder hoe noodzakelijk dit
zij zal de opvoeding wel gelukkenmaar is
<Kt noodzakelijke nu niet te verkrijgen, bij die
massale opvoeding, ligt daarin dan niet de ver-
oordeeliug van het geheele systeem?
In eeu slotartikel willen we over dit onder
werp nog andere stemmen hooren.
OEN HAAG, 27 September 11:9.
Z. M. de Koning heeft heden namiddag te
5Va uren onvangen de commissie uit de Tweede
Kamer der Staten-Geueraa), belast met de over
brenging van het adres van antwoord op de
troonrede.
De commissie bestond uit den voorzitter eu
de heeren Wmtgens, Moens, Van Delden, Viruly,
Luyben, De Savornin Lohman, Brouwers en
Van Osenbruggen.
Zij werd op haren gang naar het paleis en
het terugkeeren van daar met de gebruikelijke
eerbewijzen ontvangen.
ÏIH. MM. de Koning en de Koningin zijn
heden ten 9% uur naar 't Loo vertrokken
alwaar zij geduiendo 't najaar zullen verblijven.
SCHIEDAM, 27 September 1879.
Blijkens achterstaande advertentie zal de
heer Buatier de Kolta, Prestidigitateur, in Musis
Sacrum" alhier een voorstelling geven.
Allen, die den beroemden eu ounavolgbarets
prestidigitateur 'Buatier do Kolta van Egyptian-
Hall en Opera Comic te Londen éóns hebben
gezien, willen hem voorzeker meer zien. De
wijze toch, waarop deze koning der goochelaars
het publiek den geheelen avond weet bezig te
houden en te boeien is zeldzaam.
Bij de aanbesteding door het Departement
van Koloniën der 24 dezer te Amsterdam
gehoiulea in het koloniaal etablissement, waren
de heeren G. J. Vincent Co. alhier laagste
inschrijvers voor GO ijzeren waterkisten tegeh
f2091 eu voor 30 ijzeren watei kisten tegen f775.
II. M. de Koningin heeft uit hare paiti
en! iore fondsen, tot wederopzegging, een jaar-
lij ksche gift toegezegd aan liet Instituut tot
ouderwijs voor blinden te Amsterdam, met da
bepaling, dat het bedrag daarvan zal rnoetea
strekken voor de vastgestelde tegemoetkoming
(volgens de statuten der instelling van eiken
kweekeliug gevorderd), van een behoeftig leer
ling. Volgens uitdrukkelijken last van Hare
Majesteit, moet die som in de eeiste plaats
strekken voor den kleinen Rotterdam nier, die
aan Hare Majesteit, tijdeus den intocht in de
hoofdstad, met zooveel gepaste vrijmoedigheid,
'een bouquet aanbood, en naar wiens omstan
digheden tl. M. een zeer nauwkeurig ondeizoek
heeft laten doen. [Amst. Ol.)
Uit de Arnhemse/te Courant blijkt, dat
de heer Van Tets, die voor zijne benoeming
tot Commissaris des Ivonings in Noord-Holland
bedankte, benoemd werd zonder zijn medeweten.
Hij was opreis, en werd evenals menig ander
verrast door zijne benoeming.
Uit erkentelijkheid dat Jhr. G. J. G. Klerck,
ondanks zijne uptmling aan het hoofd van liet
Ministerie van Waterstaat, Handel en Nijverheid,
het presidium van liet Koninklijk Botanisch
Genootschap zal blijven bekleeden, heeft het
bestuur dezer instelling zijn voorzitter Donderdag
een diner aangeboden inliet Hotel de l'Europa.-
Ter 71e algemeene voigadeiing van de
"Vereeniging van en voor Nnderlandsche Indus-'
trieelen op Woensdag 1 October te 's-IIage
te houden, zullen o. a. de volgende punten be
handeld worden: '1. De richting der tegenwoor
dige Regeering rnet opzicht tot da belangen
der nationale uijvei hciti. 2. Wat geeft de Arn
hemsche tentoonstelling te denkeu van de'
Nederlandsclie nijverheid? 3. Over de aanhangige
wetsvoordiacht' betreffende de vergunningen tot
den aanleg en de'vei betering van vaaiten en
wegen. 4. De saldo's vnn 's Rijks kas. In hoeverre
ware daarvan paitij te bekken tot bevordering
van solide njjverbeiJsondsrnomingen? 5. Ovei'
uitvindingen en octrooien.
Mijnheer de Redacteur!
Alleen op bet vermoeden dat de heer J. R'
Boeije wederom candidaat voor den Gemeen
teraad zal gesteld wordenwordtonder de
dwaze pi aatjes om die caudidatuur tegen te
wei keu, ook uitgestrooid, dat de heer Boefje
znl medewerken om de belastingen to verhoogen.
Het is dunkt mij noodig, dat een ieder be
grijpt, dat een RijksonU anger is Rijksambtenaar
slechts belast met het ontvangen der Rijks
belastingpenningen, maar zelf geen invloed kan
uitoefeueu om die te verhoogen of te verlagen.
Utv bestendige lozer,