1879 bestaande hypothecaire inschrijvingen. .De aanvraag tot vernieuwing moet geschieden door den hypothecaire» schuldeischer of door een derde namens hem, op de wijze, in artikel 2 der genoemde wet omschreven. Alle vernieuwin gen moeten plaats hebben in de jaren 1879 en 1880. Bij gebreke van vernieuwing binnen dien tijd houdt de vroegere inschrijving op van kracht te zjjn en kan zjj niet meer worden vernieuwd. Thans staat alzoo nog gedurende achttien maan den de gelegenheid tot vernieuwing open doch de vermindering van het salaris des hypotheek bewaarders voor de vernieuwing, met de helft, heeft nog plaats slechts gedurende zes maan den, tot het einde van' her nu loopende jaar 1879. Toeziende voogden ea toeziende curators zjjn, op straffe van vergoeding van kosten, schaden en interessen, verplicht toe te zien dat de hy pothecaire inschrijvingen tot zekerheid van het beheer van den voogd of curator, binnen den bovenvermelden tijd worden vernieuwd. De over schrijving van processen-verbaal van beslag op onroerende goederen, die niet in '1879 of 1880 zal zijn vernieuwd, zal daarna van rechtswege verValleu zijn en ambtshalve worden doorge- haald. In '1877 werd voor het eerst door het Departement van Binnenlandsche Zaken uitge geven een staat, aanwijzende de strandingen, schipbreuken en andere ongevallen aan schepen overkomen op de kusten van het Koninkrijk der Nederlanden, van 1 September 1875 tot 31 Augustus 1876. In aansluiting daaraan zagen ten vorigen jare ais le gedeelte van de statistiek der scheepvaart 1877, opgaven het licht over het tijdvak van '1 September 1877 tot 31 Augustus 1878. Voor het eerst waren daaraan toea ook toegevoegd staten betreffende de zee rampen, gedurende hetzelfde tijdvak op de kusten van de bezittingen en koh/mën van het Rijk buiten Europa en aan Ned. zeeschepen, ook buiten de kusten van het koninkrijk of - zijne bezittingen ea koloniën overkomen. Ten vervolge hierop is thans door het Departement van Waterstaat, Handel en Nijverheid uitge geven eene statistiek der scheepvaart 1878, bevattende, ten vervolge op de vroegere staten, gelijksoortige opgaven, thans verdeeld in twee staten, betreflende: 1. de zeerampen op de kusten van het koninkrijk aan schepen, onverschillig van welke nationaliteit, overkomen; 2. die aan Ned. schepen in volle jee of op buitenlandsche .kusten overkomen. Dewijl hetwenschelijkvoor kwam, in het vervolg deze statistiek van 1 Januari tot 31 December te doen loopen, om vatten deze staten thans het tijdvak vau 1 September 1877 >tot 31 December 1878. Het getal zeerampen op de Ned. kust was 34, verdeeld naar de vlaggen als volgt: Brit- sche 8, Deensche 4, üuitsche 7, Fransche 1, Nederlandsehe7, Noordsche4, Zweedsche 'Kon- bekend 2. Het getal daarbij omgekomen schepe lingen was 36, dat der omgekomen passagiers 3. j Het getal zeerampen aan Ned. schepen buiten S de kusten van het Koninkrijk'was 49, waarbij omkwamen 39 schepelingen en 4 passagiers. Het geheele getal wrak geworden of vergane Ned schepen was 32, tegen 34 in -1877. Iu laatstgenoemd jaar kwamen om 84 schepelingen en 87 passagiers. De heeren Hendrik Muller Sz., i C. Reep maker en W. O. Schalkwijk, likwi(lau.uren der Afrikaansche Handelsvereeniging te Rotterdam, hebben een circulaire verspieid, waarin zij hunne meening mededeelen hoe op de meest voordee- lige en practische wijze de belangen der schuld- eiseWrs moeten worden behartigdwaaraan wij het volgende optieenen: De heeren "de Bloeme en< Briicher zullen uit voerige Staten opmaken van alle baten óp 1 September II. aan de kust aanwezig en de waarde1 daarvan bepalen. Zoodra wij de resultaten van hunnen arbeid kennen, zuilen wij die luer aan een ..scherp- onderzoek onderwerpenon aanvullen met Kde andere' baten 'der Afrikaansche Ilaridoisvereem- ging. Deze werkzaamheden zuilen natuurlijk heel wat tijd vorderen. Btuo aldus verzamelde gegevens, zullen ons een zoo nauwkeurig mogelijk overzicht verschaffen van allo baten dor Afrikaansche Handelsvereeniging. Hoe nu deze op het voordecligst voor U, die or de eigenaren van zijt, te gelde te maken Ziedaar het gewichtigste maar tevens moeielijkste vraag stuk, dat alsdan blijft op te lossen. Want de schuldoischers kunnen niet al te lang in den tcgen- woordigen toestand blijven. Het eenvoudigste zou zijn, om alles, »en bloc" te vorkoopen; maar het is ondenkbaar om daarin to slagenwegens den omvang der zaak en gesteld al eensdat het daarvoor vereischto kapitaal to vinden ware, dan zou zulk een verkoop natuurlijk niet anders kunnen geschieden, dan tot een spotprijs, die dus voor den koopcr ecne zekere kans aanbood, om er eene flinke winst mede te behaion. Daardoor zouden uwe baton andermaal zeer gevoelig verminderen. Naar onze overtuiging brengt liet belang dor Crediteuren mede, dat zij zeiven du gezamenlijke eigenaren blijven van alle baton der Afrikaansche Handelsvereeniging en deze gaandeweg door den gewonen, geleidelijken handel, tegen producten worden ingei uild, zooals do usantion ter kuste dat medebrengen. Te gelijker tijd zal dan blijken of, onder invoering van grooto wijzigingon en bezuini ging, de geregelde handel op de Zuidwestkust van Afrika is te bestendigen. Wij vermeiden iu het voorbijgaan, dat wij hier reeds belangrijke bezui nigingen hebben ingevoerd. Dien wog bewandelende, komt liet ons voor, dat de schuldoischers der Afrikaansche Handels vereeniging een akkoovd met haar zullen moeten aangaan, waarbij zij, tegen volledige décharge, ieder in verhouding zijner schuldvordering, aandee- len bekomen in eene nieuwe Vereeniging, welke clan hare baten overneemt. Voor iedere ronde som van t''1000. Schuldvordering, zou dan een geevenrudigd aandeel, tot een bepaald bedrag, in de baten moeten gegovoa worden, terwijl Ideinere fracties, togen een zeker cijfer, in geld zouden moeten worden afgedaan. Voor deze nieuwe Vereeniging zouden dan dooi de deelhebbers bepalingen moeten worden vast gesteld en eene Directie worden benoemd. Wij verklaron ons bereid, zoo dit mocht verlangd worden, tot het riemen der maatregelen van ovorgang behulp zaam tc zijn. Wij hebben gemeend onze inzichten voorloopig aan U to moeten mededeelen, ten einde U de gelegenheid to gevon, die te overwegen. Met het doen van bepaald geformuleerde voorstellen moeten wij wachten, tot wij de noodige gegevens van Afrika ontvangen hebben. Daarmede kunnen nog eeuige maanden gemoeid zijn en gaan wij, met do zoo gewaardeerde hulp van den lieer A. Jung inmiddels voort, om uwe belangen te be hartigen. Wij mogen deze Circulaire niet eindigen zonder de vermelding, dat het tegenwoordig kantoor, porsoneeel, volkomen opgewassen voor zijne taak- ons allo redenen tot grooto tevredenheid geeft. Omtrent den dood van den heer Kortc- weg en Eliza Baart, meldt het Ml o. a. nog het volgende: De heer B. J. Kprteweg leed in de laatste dagen aan vlagen van zwaarmoedig heid die dikwijls in de vreeselijksto drift ontaardden. Aanieiding daartoe schijnt te hebben gegeveu de zeer gespannen verhouding, waarin hij tot zijn compagnonden heer Broese (wijnhandelaar en kassier,) stond. Die gespan nen verhouding had reeds eenige malen aan leiding tot heftige tooneelen gegeven, waarvan iu den morgen van Maandag 11., den dag waarop de zelfmoorden zijn geschiedeene herhaliug plaats vondwaarbij naar algemeen wordt verzekerd de beide compagnons zelfs tot dadelijkheden zijn overgsgaau. lloe het zij, hel staat vast, dat de heer Koitevveg reeds Zater dag 11. eene poging tot zelfmoord heeft beproefd, hetgeen door zijne echtgenoot werd ontdekt, die toen het plan heeft verhinderd. Eeuige personendie Korteweg Zaterdag en Zondag hebben gesprokenzeggendat hjj in zeer opgewonden toestand verkeerde; gevolg waar schijnlijk van de plannen, waarvan hij volwas. Het is niet onwaarschijnlijk, dat zijne echtge noot Elize Baarthem niet kunnende afbrengen van zijne plannen om de hand aan zichzelven te slaan, besloot, om met haren man te sterveu. Beide namen toen cyankalium invermengd met wijn. Ruim f8000 aan \Vaarde (effecten en geld) is in de woning van de overledenen gevonden. Men herinnert zich, dat vóór een paar maanden, toen de rechtbank te Middelburg het faillissement uitsprak van de Vlissingschs Handelsbank, de directeur A. Meijere in zjjn woning onder verzekerde bewaring werd gesteld, Men verneemt thans, dat de rechtbank na voorloopig onderzoek van de boeken en de gefailleerde massa den directeur van de be- waring heeft ontheven. Mevr. Fanny Godard is zoover hersteld, dat zij naar Parijs kan terugkeeren. Zij heeft aan haren reisgenoot, den heer Kehrer, daar van kennis gegeven bij een brief, waarin zij hem voorstelt in het volgende jaar, als hij niet is afgeschrikt, weder een tocht te ondernemen, waartoe de directie van het Paleis voor Volks* vlijt haar medewerking zal verleenen, De schilder Alma Tadema vertoeft op het oogenbük te Amsterdam. Eenige kunst vrienden hebben zich vereenigd om hem een feestmaal aan te bieden. In het weekblad De HoeJcsche Waard van Woensdag tl. kwam een ingezonden stuk voor vau den heer Fransen, hoofdonderwijzer aan de bijzondere school te Mijnsheerenland, waarin hij zich beklaagde, dat hij die courant altijd des Zondags ochtend ontving, en dat dus de brievenbesteller door het bezorgen dier couranten zijn plicht als kerkganger niet kon volbreugen Hebben de gamelangspelers menige her innering aan Nederland medegenomen, zij heb ben er ook menige achtergelaten, behalve aan de tonen hunner speeltuigen. Velen hebben zij verzuimd te betalen,- sommigen voldaan met de lombardbriefjes van hunne niet gekregen, zoo als vroeger verteld werd, maar gekochte hor loges, die zij te pand hadden gegeven. Men ziet hieruit, dat de westersche zeden en gewoonten langzamerhand toch ook op de Oosterlingen vat krijgen. Dat de gamelaugspelers de westersche ge bruiken zich spoedig eigen hebben gemaakt, kan ook nog blijken uit de gemakkelijkheid, waar mede zij zich hun verblijf alhier aaugenaam wisten te maken; alsmede uil het feit, dat zij verzocht hebben, op hun terugreis aan boord van eene meer op Europeesche wijze ingerichte tafel gebruik te kunnen maken. Dit verzoek stuitte eveuwel op de vraag, wie de onkosten, verbonden aan de ruimere voeding, zou betalen. Van de stoomvaart-maatschappij ïNederland", die waarlijk reeds mild genoeg van hare belang loosheid heeft doen blijken door aan de game-' langspelers vrijen overtocht heen en weer te schenken, mocht niet geëischt worden, dat zij de meerdere kosten droeg; de repatrieerenden zeiven hebben geen geld overgehouden, gelijk wij boven zagen; het Tentoonstellingsbestuur scheen de aangewezen persoon, maar ook dit heeft geaarzeld, daar het nog niet voor eene wat men noemt gunstige financieële uitkomst staat. Toen is het, zoo vernamen wij, aan een der Archemsche heeren van de Feestcommissie, die het gezelschap aan boord bracht, gelukt te Amsterdam de noodige som bijeen te krijgen. (A. O.) Men deelt ons mede: Wil meu de aard appelen goed bewaieD, dan berge men ze niet in kelders of kuilen, die meestal vochtig zijn, maar legge ze in een dunne laag op zolder, omgeven door een band van turf. Die droge ligging doet den aardappel goed en verbetert de kwaliteit. Men dekke ze daarna met een laagje zeegras tegen de vorst (slechts 5 kilo per el is voldoende.) (AT, 12. Ct.) Te Grenoble neèmt men proeven, met vuurballen om des nachts den vijand te ver lichten, zoodat men hem beter kan doodschie ten. Bovendien is er een bom aan verbonden, die zelf tot laatstgenoemd doeleinde medewerkt. In afwachting van de invoering dezer nieuwe methode, van menseheuveruieling is tegen den 26n dezer te Napels eene algemeene vergade-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1879 | | pagina 2