Biiimlaiilicln Berirtltii
'I
m
1
I
§1
•il
,j
ill
A". 1879.
Maandag 17 November.
■U 4802.'
Fwkijit iaplljls, ttit'pMMi;
I
m
f
«ft
lif
'I
'pil
A
•ill
I? I
Brie e n 1> r t i
■•1 li
t e J a a r g a u
B\| deze Courant behoort £cn By voegsel.
Schiedam, 15 November 1879.
Het is reeds lang geleden dat Jules Simon,
later Minister van Onderwijs in Frankrijk, de
volgende stelling uitsprak: »Het voik, dat.de
beste scholen heeft, is het eerste volk". Aan
genomen, dat deze stelling waar is, dan bevat
zij voor de jeugdige republiek een nuttige les,
die trouwens op veie Franschen niet zonder
invloed is gebleven. In een. werkje, bescheiden
van vorm, maar hoogst belangrijk van inhoud,
>handelende over lager onderwijs en leerling
schap" zegt Salicisiedereen gelooft te weten,
herhaalt onophoudelijk en weet het niet genoeg
te herhaleD, dat, indien men de natiën rang
schikte, beginnende by die, welke'zoo niet het'
beste, dan toch het meeste onderricht aan de
jeugd verschaft, Frankrijk in lang niet het
eerst op deze lijst zou voorkomen; en deze
lyst zou intusschen het peil van ontwikkeling
schijnen -aan te geven.
Daarna gaat h jj over tot het maken van eenige
vergeiykingen. In Brunswyk, Oldenburg, in
Pruisen zelfs telt men 175 scholieren op 1000
inwoners, of 17.5 percent. Wilde Frankryktot
dit cijfer naderen, dan zouden er zeven'en dertig
duizend scholen moeten gesticht worden, waar
van alleen twee duizend te Parijs.
In de Vereenigde Staten van Noord-Amerika
Is de toestand gelgk aan dio in Pruisen. Daar
is het getal leerlingen tot zeven millioen ge
stegen die van een personeel van honderd
duizend onderwijzers en onderwijzeressen onder
richt ontvangt, zoodat ieder gemiddeld vijfen-
i dertig leerlingen aan zijn zorgen ziet toever
trouwd. Indien dus Parijs den voorrang zou
willen behalen op een land, waar in de voor
gaande eeuw nog de Hurons (Indianen) regeer
den, zou deze stad tienduizend onderwijzers
behoeven, terwyl zij er misschien twaalfhonderd
heeft. In 1875 was de schoolbevolking te Parys,
die der bewaarscholen medegerekend, honderd
zeventien duizend zielen sterk; terwyl volgens
een statistiek van 1871, ongeveer twee honderd
duizend kinderen in de termen vielen om onder
wys te ontvangen. Ruim tachtig duizend kin
deren leven er dus in de wereldstad, die geen
school bezoeken of niet kunnen bezoeken,
omdat er geen gelegenheid bestaat, om onderwijs
te ontvangen. y
.Nu is het waar, dat de Vereeuigde Staten het
onderwys steunen met een som, die boven de
vierhonderd vyftig millioen franken'gaat, een
som, gelyk aan het oorlogsbudget in Frankryk,
maar wanneer Duitschland en Amerika in dit
opzicht met Frankrijk worden vergeleken, komt
men tot de vraag of Frankrijk als naaste buren
op de lyst niet Turkije of Marocco zou ont
moeten, Toch, zegt Salicis, 'ligt er iets ver-
troostends in, dat wy in dit opzicht bijna gelijk
staan met Spanje en' den vroegeren kerkeiyken
Staat. 'tls echter volstrekt geen punt om zich
■op te beroemen, Tets hooger dan laatstgenoemde
Staten te staan, wanneer men ziet, dat in Rome
zelf, negen en dertig van de honderd inwoners
kunnen lezen noch schrijven; negen en dertig
percent in Itomeien hóe zou dit cyfer nog
stijgen, als men den toestand der plattelands- -
bevolking in die streken-naging?
Vervolgens gaat de schrijver over tot de be
spreking der middelen," waardoor in den be
staan den toestand verbetering zou kunnen ge
bracht worden. Hij begint imet het gebrekkige
in het systeem van het volksonderwijs in Frank
rijk aan te toonen, en vraagt onder anderen:
Waartoe is de groote meerderheid der kinderen
uit den handwerkstetad bes't'errid? Tot handen
arbeid, voorzeker veredeld,jen zonder ophouden
verbeterd door den verslandelijken vooruitgang,
maar in elk geval tot handenarbeid. 1
Hoe bekwamer en vlytiger de mensch nu in
zijn vak is, zoo veel te beter zal hy zyn bestaan
kunnen vinden. De huiselykheid zal hem te
dierbaarder wordenj "naarmate hij in~den schoot
van zyn gezin minder gebrek vindt; hij zal
een rustig staatsburger zyn, die 'den staat met
voortbrengselen van allerlei aard zal begiftigen
en er zonen aan zal schenken, den vader gelijk.
Maar welke 2yn nu de middelen, die daartoe
nog op den huidigen dag aaugewend worden?
Hoe bereidt men het kind voor tot die toe
komst, tot dien arbeid, welke krachtsinspan
ning vordert, handigheid, volmaking van den
aanleg? Hoe zal men den geest der vinding
in hem verlevendigen? Op welke wijze rekent
men, een ernstige noodzakelijkheid, waaraan
men nimmer denkt, aan den toekomstigen
werkman lust, tot den arbeid om den arbeid
zelf in te boezemengelijk een waarachtig
kunstenaar de kunst om de kunst zelve beoefent.
"Volgens den schrijver worden deze begin
selen in het systeem van onderwijs in Frankrijk
geheel gemist. En wat hy verder aanvoert
mag ook wel door anderen dan Franschen
worden ter harte genomen.
sZiedaar dan vier millioen kinderen ongeveer,
die binnen een zeer kort tijdbestek door een
onverbiddelijke noodzakelijkheid zullen genood-
zyn-in het dagelyksch loon hun levensonderhoud
té vinden, in een ernstigen strijd, dagelijks her
haald, met de aarde, met steen, met hout,
met metalenmet alle ruwe elementeudie
de stof onophoudelijk zullen moeten buigzaam
maken, verwerken en vormen, en'die gedu
rende 'tien jaren, van drie tot 'dertienop een
leeftijd dus, waarin de neigingen ih jeugdige
gemoederen plaats nemen, gewoonten post
vatten herinneringen diepe wortels schieten
nauwelijks met het gereedschap van den vader
of met de naald der moeder hebben kennis
gemaakt. Werkplaats en winkel! eenvoudige
woorden, die, nog nauwelijks het oor zullen
getroffen hebben! En wat de zorgen voor de
huishouding betreft: een droombeeld 1
"Wat hebben ze dan qpgedaan? Lezen, tamelyk,
sehryven, middelmatig rekenen, wat geschie-
w
denis en aardrijkskunde, eenige afgetrokken
taalregels. De opvolging der Koningen in ver
schillende stamhuizen, maar geen voorstelling
van de geslachtsrekening van den arbeid, noch
van zyn oorsprong. Wel eenige rethorische
bloemen; geen voorstelling van de bloem van
den katoenboom.
Hebben de kinderen dus weinig opgedaan
door een onderwys, zy het ook werkelijk oordeel
kundig gegeven en zoo practisch mogelijk, zeer
zeker zullen zy die neiging tot dommeligheid'
van geest en hand beiden hebben aangenomen,
welke in den regel in overbevolkte scholen met
onvoldoend personeel pleegt binnen te sluipen.
En af deze kleine bureaucraten1 van beiderlei
kunne, zullen aan het einde van hun proeftijd
geraken met een zekere vrees, namelykSdeze,
■genoodzaakt te zyn handwerkslieden'té worden;
maar tevens ook inet een begeerte :'de'jóngens
tot geëmployeerden, de roeisj es tot winkelbedienden
verheven te^ worden. "Vandaardietwijfel ach tige
klasse, waarvan de grens"moèielijk aan te geven
is, beiemmerend en belemmerd door het aantal,
boekhouders, kassiers, commiezen-agenten,
beiden van duizenderlei aard, die de werkmans-
kiel en de pet-verachten, maar met jas en hoed
willen verschijnen; vandaar ook, die andere
klasse, veel meer te beklagen, van juörouwen
zonder winkel; verscheidene dezer zullen ook een
hoed dragen, maar helaas 1 (Wordt vervolgd.)
SCHIEDAM 15 November 1879.
Een nationale ramp heeft het Koninkrijk
Spanje getroffen. Geweldige regens hebben
sommige rivieren met geweld buiten hare oevers
doen tredenwaardoor een schade is aange
richt, zelfs door Nederlanders, aan wie over
stroomingen helaas ook niet onbekend zijn, in
de verste verte niet te bevatten. De ellende
is groot; velen verloren het leven, die weezen
nalieten; duizenden, die het leven behielden,
verloren hunne bezittingen. In Spanje zelf is
zeer veel gedaan om in de eerste behoeften te
voorzien; maar de verliezen zyn zoo enorm
groot, dat ons gansche werelddeel, zonder op
staatkundige grenzen te letten, wel de reddende
hand mag uitstrekken. Ons vaderland bleef by
dergelijke gelegenheden nimmer in het achter
ste gelid, en ook thans is allerwegen de ge
legenheid tot het inzenden van bijdragen open-
nesteld. Te dezer stede heeft de heer J. T.
Beukers zich belast met het in ontvangst nemen
van giften voor de bedoelde noodlijdenden, waar-
veor hij o'tA een inteekenlystzal doen circuleeren.
Wy vertrouwen, dat we weldra zullen kunnen
mededeelen, dat genoemde heer zegen op zijn
werk' heeft gehad. Niet veel, van velen wordt
gevraagd. Meu herinnere zich slechts welken
diepen indruk dergelijke rampen'vroeger hier
te lande maakten', en-we zyn-er zeker vanti
dat er dan door velen iets zal afgezonderd^
worden.
<i?r
♦If
M
K
CÖ111A
abonnementsprijs, per kwartaal1.85.
W
Franco per post, door het geheele Rijk. - 2.50,
A&onderhjke norainers- 0.10.
BUREAU: HABKV, E, 124.
Kr
ftt
mi
3ji
•IU4 i
Advertentieprijs: van i10 gewone regels
mét ikbegrip van eene Courant1.10.
Iedere gewone regel meer 0.10.
Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal berekend.
«/f
W
ijf