n i I TsrsMjit taplijls, titienM Binsdag. Si! '4 A°. 1.879. Maandag 8 December. M 4817.; 1 m Kennisgeving. iii Ml Drie eu 1> e r t i si l, e *1 a a r g a ti g-. I ijl MS K 1 ui i lij m\ f. Art JUJONNEMUNTSPRIJS, pui kwastilal 185. Franco per post, door het geheele Rijk. - 2.50. Afzonderlijke nommers- 0.10. BUREAU: 9IA.KKT, K, 124. Advertentieprijs: van 1—-10 gewone regels met inbegrip van eene Couranti 10, Iedere gewone regel meer- 0.10. DmckUAi. plaatsing woult tegen twksma.m. betake- d. Bij deze Courant behoort een Bijvoegsel. De Burgemeester en Wethouders van Schiedam, Doen te weten: Dat door den Baad dier Gemeente, in zijne openbare Vergadeiing tan den 24 October 1879, zijn lastgesteid de volgende Verordeningen: VERORDENING, regelende, de heffing van Schoolgelden voor de leerlingen van het Gymnasium te Schiedam. Artikel 1. Er zal, te rekenen van 1 September 1879, ter tegemoetkoming in de kosten van het Gymnasium te Schiedam, voo iederen leeiling, naar art. 24 der wet van 28 April 1876 'Staatsblad no. 102), onder de benaming van Schoolgeld, eene bijdrage gevorderd worden. Art. 2. Die bijdrage beloont voor iederen leerling van liet Gymnasium zeventig Gulden voor eanen jaar cursus. Betaald schoolgeld wordt in geen geval teruggegeven. Aldus vastgesteld ter openbaie Vergadering van den Gemeenteraad van Schiedamden 24 October 1879. De Burgemeester, V. J. VAN DIJK VAN MATENESSE. De Secretaris, A. W. MULDER. Behoort bij het Koninklijk besluit van den 20 Novem ber 1879, no. 15. Mij hekend, De Minister van Dinnenlaridsc/te Zaken, Voor den .Minister, De Secretaris-Generaal (get.) HUBRECI1T. Overeenkomstig het oorspionkelijke, De Secretaris-Generaal (get.) HUISRECHT. Voor eensluidend afschrift, De Griffier der Frovinoiale Staten van Zaul-Molland, E, TA VENRAAT. VERORDENING regelende de invordering der Schoolgelden op het Gymnasium te Schiedam. Artikel 1. Het Schoolgeld op het Gymnasium moot vooruit worden betaald, tegen kwitantie van den ge meente-ontvanger. De betaling geschiedt in vier gelijke termijnen, en wel in het begin van de maanden September, December, Maart en Jutiij. Art. 2. Bij gebieke van voldoening geschiedt de invordering overeenkomstig do bepalingen der Aitt. 258 ïot en met 2G2 der wet van 29 .lunij 1851 (Staats blad no. 85 Aldus vastgesteld ie openbare Vergadering vandeu v Gemeenteraad van Schiedam, den 24 October 1879. De Burgemeester, P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE. De Secretaris, A. W, MUI.DER. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort i Jen G December 1879. Burgemeester en Wethouders van Schiedam, P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE. De Secretaris, A. W. MULDER. Schiedam, 6 December 1879. In drie parlementen van ons werelddeel werd in de -argeloopen week van gedachten gewisseld, in het Nededaudsche, het Belgische en het Fransche. Het Nededandsche onder scheidde zich. van jaren herwaarts steeds duor bescheiden toon, degelijk argumenteeren, en waardeering ook bij verschil van meening. Zoo au en dan is er in den laatsten tijd iets Bel- ■V gisch in .den toon van het debat gekomen,, iets grofs nu en dan, iets ongemanierdsvan een a ander werd gedurende de beraadslagingen over de Staatsbegrootiug een merkwaardige proeve geleverd door den afgevaardigde uit Gorincheui, den heer Keuchenius. Deze afge vaardigde die in 1866 door de indiening van een nlotie, welke aaugeuomeo werd. de eerste Kamerontbinding uitlokte, hield in de afgeloopen week weder een rede, bij gelegenheid der alge- meene beraadslagingen. De hoofdinhoud daar van was de aankondiging van een motie, en de verkondiging van een grofheid. De motie was van dezen inhoud, dat de Kamer zou ver klaren, dat de invoeting van de wet op het lager onderwijs voorafgegaan diende te worden door de herziening van liet v kiesrecht. De grofheid was deze, De heeren Moens en De Meijier hadden aangedrongen op de spoe dige invoering der wet op het lager onderwijs. -Hierdoor werd do heer Keuchenius warm; hij verwonderde zich hoe mannen, die eenmaal het evangelie van Christus "hadden verkondigd de opvoeding van kindereu tuevertiouwd wenschten te zien aan mannen, wier beginselen o vereenk wanten met die' van fortuinzoekende landgemioten, die iu Amerika veiligheid zochten. De openbaie onderwijzers van Nederlaud had den vroeger het vuonecht, in een blad der anti-revolutionairen beurden kroeg- on bordeel houders te worden geplaatst. Thans valt hun de hooge eer te beuit met Pincuils en con sorten op één lijn te woulea gesteld. "We schertsen nietals we spreken van éen liooge eer, die hun hierdoor tebeuit is gevallen.' Wanneer men hen toch met geen andere wapenen weet te bestrijden dan de heer Keuchenius aanwendt, is bun pleit gewonnen, onherroepelijk gewonnen. De heer Keuchenius was akelig flauwtoen hjj deze grofheid uit sprak. Hoe nu, moet het veitrouwen aau alle rechtziunige predikanten ontzegd woideu,' omdat een hunner, een man met groote talen ten, den vaderlandsciten bodem met dieu van Amerika vei wisselde ter zake van zekere feiten] die openbare onderwijzers kieschlicidshalve niet gewoon zijn in wooiden uit te drukken? Is het 'gansche episcopaat een veizameling van schurken, omdat een Amenkaansch bisschop een oplichter is, van gelijke beweging en eveu sterke speculatiezucht als Pincoffs. liet pleit voor ons stelsel van openbaar onderwijs, dat het met zulke wapenen moet be streden worden; we hopen daaiom van ganscher harte, dat de heer Keuchenius op die manier maar door zal gaanargumenten, als door hem worden aangevoerd, 'kunnen niet anders dan in het voerdeel van het openbaar ouderwijs werken. .De inotje van den heer Keuchenius is ver worpen, evenals die van den heer Il^ydenryck, diejde invoering der wet op het lager onderwijs door de oplossing der iinaucieeie vraagstukken vooraf wilde doen gaan. We zien de aanneming van het vyfde, hoofdstuk der Staatsbegrootiug eveneens met zekerheid te gemoet, maar alvorens van onse Parlement afscheid te nemén',Hvillen tot. t -1—jmgaÊ we toch de aandacht vestigen op de bekrompen wijze, waarop de strijd in zake onderwijs niet zelden gevoerd wordt. Men leze het volgende met aandacht en oordeele dan Een zeker blaadje, De Hollander genaamd, heeft onlangs verhaald hoe een onderwiizer aau de gemeentelijke kweekschool voor bewaar schoolonderwijzeressen te Leiden, zich bij de les spottend zou hebben uitgelaten over het eeuwige leven," Groot schandaal in de clericale, bladen. Gisteren is naar aanleiding dezer 2aak een rapport der plaatselijke commissie in de raads vergadering te Leiden voorgelezen. In dat rap port leèst men »Bij een grondig en volledig onderzoek is ons hel volgende gebleken: ïDe heer W. Haanstra, de eenige onderwijzer aan de kweekschool voor bewaarschoolhoude- ressen alhier, sprak bij een les in de Neder- lantlsche taal over de eigenlijke en figuurlijke beteekenis.van verschillende woorden. Na in het algemeeu over figuurlijke taal gesproken te hebben, deed hij o. a. de volgende vraag: 1 Bedenk verschillende uitdrukkingen, waar mede men te kennen geeft, dat iemand gestor ven is." Door de leerlingen wordeu de volgende ant woorden gegeven HIj is heengegaan." ïllij heeft zijn laatste woning." nllij is tot de vaderen verzameld," •allij heeft den Uraaienmarsch geblazen." iillij heeft het tijdelijke met het eeuwige verwisseld." Bij elke uitdrukking werd door den onder wijzer op het meer of minder figuurlijke gewezen. Tot de leerlinge, die de uitdrukking: »hjj heeft het tijdelijke met het eeuwige verwisseld" had opgegeven, richtte de onderwijzer de vraag;- sl s dat wel f i g u u r 1 ij k." Toen de leeilinge aarzelde, zeide de onder wijzer: sik geloof het niet. Het tjjdeljjke: het leven hier, het eeuwige: na den dood.Zoo zegt men ook: Aan dezen kant en aan den anderen kant van het graf." De eenvoudige vermelding der feiten, zooals zij werkelijk hebben plaats gehad, toont aan, dat het door sDe Hollander" verspreid bericht in alle opzichten ouwaar is. Het zal toch wel geen betoog vereischen, dat de woorden van den onderwijzer: Ik geloof het niet" alleea kunnen zijn een antwoord op de door hem gestelde vraag: sis die ui t-- d r u k k i u g \v e 1 f g u u r 1 jj lt Ook het Belgische Parlement behandelde deze week de begroeiing van Binnenlandsche Zaken. De heereu Woeste en De Lantsheere van de clericale partij waren ganschnietmalsch. en werden op dezelfde x door den Minister van Binnenlandsche Zaken eu die van Justitie 3 tl 1»

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1879 | | pagina 1