Steielljl Kiem t Z eetijiiiieei Marktprijs uu fetmienm. K e r 11 i e i s. Iets over harde winters. Marktprijzen aan uk kkur.ntksoiuedam. Beursbericht nan Amsterdam. Ïtoy; r» <7* rr. n Wnnneer. ooit liet spreekwoord uLest heugt 't best" waarheid bevatte, dan doet het dat zeker waar men spreekt over harde winters. Wanneer de wintervorst zijn scepter zwaait, de aarde zich in hermelijn kleedt o\a dien wcreldbeheerscher bij zijne komst behoorlijk te ontvangenmensch en dier zich door de scherpe koude gedwongen ziet, zich voor hem te krommendan gevoelt men wol dra niets moer dan den zwaren druk van zijn ijzeren arm. Doch wanneer weldra de lieve lente zon, als de voorbode van den zomer, met al zijn lief en heerlijkheid zich weder aan de kimman vertoont, hoe spoedig is men dan a! dat leed weder vergetenHet gevolg hiervan is, dat men al eens spoedig genegen is tot verkeordo beoordeeiingen te komen, wonneer men in vergelijkingen wil treden tusschen geleden wordende en goleden smart. ,Dc geschiedschrijver alleen moet zorg dragen dat hij zich niet in dien maa'strootn laat mede slepen. Hij moet, zijn eigen leed vergetende, slechts oog en oor hebben voor datgeno, wat hij rondom zich ziet en nauwkeuiige aanteekemngen moeten liet middel zijndat hem bij het maken van ver gelijkingen a'léón ten dienste staat. Dit beginsel vertrouwen we dan ook dat op den voorgrond heeft gestaan bij hen, die zich geroepen geacht hebben, door druk of geschrift, de herinnering aan de barre koude, waarvan tal van vroegere winters liet toonbeeld waren, te bewaren. Bij liet doorbladeren der oude kronieken trof het onze opmerkzaamheid dat de eerste strenge winter hier te lande, waarvan we vinden melding gemaakt, 'plaats had in het jaar 290 onzer jaar telling, toen de Rijn zoo vast bevroren .was, dat de uit ons land gebannen Franken een inval over het ijs waagden. Het lijdt geen twijfel of' reeds vroeger hadden de Batavieren evenzeer des winters strenge koude te verduren, doch aan den andoren kant is het ook waarschijnlijk dat onze vooroudors, een sterk en vastgespierd volk als zij warenvan ddr jeugd af tegen alle soorten van ongemakken en dus ook tegen de strenge koude gehard, zich naar de tijdsomstandigheden schikten, zonder dat zij daarin iets buitengewoons zagen dat waardig was om door mondelingo verhalen voer de overle vering bewaard te -worden. Ware het niet dat de geschiedkundige bijzonderheden aanleiding gaven van den winter van 29G te spreken, wellicht ware deze en nog zoovele latere, die om dezelfde rede nen in de oude geschiedbookon vermeld staan, evenmin aanr' do vergetelheid ontrukt gewordon. Eenig bepaald verhaal van harde winters vindt men dan ook niet in onze geschiedenissen dan van af het laatst der 14o eeuw. Van andere, vóór deze, vindt men alleen hier cn daar losse aantee kemngen. In 554 moet o. a. de winter zop streng geweest zijndat liet gevogelto dood uit de lucht viel. Maar niettemin werd hij als een zegen .be schouwd, omdat hij bijbracht tot het ophouden der pest, welke dit jaar geheel Europa teisterde. De winter van 070 was zoo koud dat honderde menschen om liet leven kwamen en ook onder het vee eon groote sterfte voorkwam, tengevo'ge waar van in den daaropvolgendcn zomer groote schanrschte aan melk, boter en kaas hecrschte. De winter van het jaar 717 werd reeds in de maand October door zware sneeuwbuien aange kondigd, zoodat deze op sommige plaatsen 20 voet hoog lag; harde vorst volgde, doch duurde slechts korten tijd. Groote verwoostingen richtten echter do daarop volgende overstroomingen aan. Van dien in het jaar 824 vinden we melding gemaakt, dat hij eveneens in October aanving en daarbij duurde tot in liet begin van Mei van hot volgende jaar. f Dergelijke losse nanteekeningen, alleen door de overlevering tot ons gekomen, vonden we ook omtrent do winters in de jaren 881, 913, 922, 992, 994, 1022, 1120, 1*149 en aantal, uit de dertiende eeuw, tot we eindelijk het jaar 13öi naderenvan welken tijd af men meer vertrouw bare berichten omtrent de koude jaargetijdon van verschillende jaren heeft, en toch kon men op de waarnemingen van toen met niet zoovee! zeker heid staat maken als op die welke door de uit vinding van den thermometer, thans de onkundigste zelfs kan doen. De beroemde Fahrenheit heeft eerst in de jaren 1708 en 1709 zijn kwikthermo meter uitgevonden, terwijl liet nog een aantal jaren duurde, alvorens z^.ie vinding de vereischte vol komenheid bereikt had. De waarnemingen van dien tijd berustten dan ook meest op bevinding en overeenstemmende berichten. In do lijstjes welke tot ver in de 18e eeuw omtrent de luchtgesteld heid, koude en vorst wprden gepubliceerd, werd dan ook alleen gesproken van gevroren." „hard gevroren," „redelijk gevroren," „feller kond" en dergelijke algemeene termen. Thans, wordt daaren tegen de hoeveelheid koude en de mate van vorst met de 'grootste nauwkeurigheid in graden aan- gegeven. Wel kwamen ons lijstjes in handen van waar nemingen met den thermometer doorden- be roemden Boerliaave in den Academietuin to Leiden gedaan in den winter van 1709 en latere jaren, maar tevens vonden wc ook vormeld, dat deze toen door hem weinig volmaakt bevonden werd. Latei- zijn nog aanmerkelijke verbeteringen aangebracht en eerst met den winter van 1740 schijnt de thermometer geregeld geraadpleegd te zijn, zoodat men van dien tijd at' met groote zekerheid ver gelijkingen kan maken tusschen de harde winters welke sedert gevolgd zijn. Op den 9on, lOen on Hen Januari van het jaar 1740 was het zoo on gemeen koud zoo vinden wc vermeld dat men zich bij een groot vuur nauwelijks kon ver wannen, terwijl omtrent weinige winters zoovele treurige bijzonderheden vermeld worden dan omtrent deze. Wellicht dat men juist daardoor ook in dezen winter meer dan in vroegere den thermometer nauwkeuriger is gaan raadplegen. Vooral de winter van het jaar 1770 moet ook zeer koud geweest zijn. Het vroor" in die dagen zóó streng, dat oen persooh liet o. a. nuttig oor deelde in de lloHenltimsehe Courant van die dagen een middel aan de hand te doen, 0111, voor liet govul brand mocht uitbreken, de bluschwerktuigen naar behooren te kunnen gebruiken. We laten dit bericht om der curiositeit wille hier volgen «Naardien het in zulk een strenge vorst als men tegenwoordig heeft, te vi'eezmi is, dat du brandspuiten 'ingeval van brand schielijk toevriezen, on dus van get,:. nut zijn kunnen, heeft een wol- meenend voorstander van het algemeen welzijn, dienstig geoordeeld, als een bekwaam middel, daartegen op to geien, dan men niet den zuiger, dertig of veertig slagen, zoo schielijk als mogelijk is, doen moet, eer men het mandje of onderste eindo van de pijp in het water werpt, of er water in giet, ten eindo de huizen wann te maken, hetwelk men met do hand of vinger genoegzaam voelen kan, ondertusschen dat men, om er de warmte in te houden, onafgebroken moet blijven voortpompen, zoodra de pijp in hot water is." Of de omstandigheden vereischt hebben om van dat voorstel gebruik te maken on of men het toen van nut bevonden heeft, hebben wij niet kunnen opsporen. Sedert dien wordt van harde winters melding gemaakt in de jaren 1784, 1788, 1795, 1809, 1816. 1819, 1839, 1841, 1847, 1855, 1859, 1801, 1871 enz. Wat er van den winter, wolken wij thans beleven, worden zal, weten wij niet. Dat zij vrij vroeg begonnen is, is zeker, doch het is wei meer geschied, dat op zulk een vroege koude een kwak-, kelende winter, zooals men dat noemt, gevolgd is. liet doorbladeren der oude papieren geeft ons echter aanleiding een opmerking te maken aan hen die jlen winter uit een optimistisch oogpunt beschouwen. Door hen is, alleen denkende aan de genoegens welke het ijsvermaak biedt, we) eens de klacht geuit: „men heeft tegenwoordig de winters van vroeger niet meer!" liet gaat hiermede nis met liet zuchten over „den ouden, goeden tijd." Zoomin de eerste als de laatste verzuchting zou men doen hooren, wanneer men zich een weinig op de hoogte stelde van den workelijken toestand in de dagen, die men tot den goeden ouden tijd gelieft te rekenen. Ook toen was alles niet „couleur de rose" en wie weet of onze stamvader Adam niet reeds, na den zondeval, de uitvinder van die verzuchting is geweest, bij het terugdenken aan den tijd toen hij in liet Paradijs was. Evenzoo is het gesteld met lietuog op do winters van voorheen en thans Van vele harde winters wordt in de gesehiedboeken melding gemaakt, maar zij volgden elkander evenmin geregeld op als thans. Er ginger., voorheen ook wol somtijds tien of twin tig jaren voorbij, dat or bijna aan geen ijsvermaak gedacht kon worden. Ook de bewering welke we dezer dagen in de bladen lazen, dat er om de 20 jaren een stienge winter zou komen gaat niot op. De strenge winters zijn elkander alle eeuwen door op de onregehna- tigste wijze opgevolgd.- Wed. Herv. Kerk. Beroepen: te Rmnsdorp en Sehellingwoude, W. Mulder, te West-Graftdijk.- Koudukeika/d, Rijn, G, Nijhuis, te Bergsehenlioek. Bedankt: voor Hoevelaken, N. Osti, te Warmond. Stainjdaarbuiten, J.II. Beekman, teChaain. Haarlem, Schrodei, pred. bij de I.utliuiselic gemeente te Zwolle. Aangenomen: naar Drachten, Van Doorn, te Ohio en Nijcberkoop. Deventer, J. E. Moitzer, te Drachten. H'ói nsterzwaag c. a., toez. van beroep, R. De Hans, te Knijpe. Sehalsuin, D. W. I.. Otfuiliaus, te Oostei wiermii. Licndeu, J. E. Van 'fuurenriibergcu, te Nieuwe Totige. Een commissie uit oi thodoxe en moderne predikanten bestaande, heeft aan den lieer G. A. Eijnvamlrasi, predikant te Beest, bij de beideiikiug van zijn 25jai ig predikantschap, namens een 20tal leden van de classis, een pmehtwei k aangeboden als bewijs nui waai doering I en vriendschap. B IIG E Li L IJ K E STAN D. fieboren: 18 December. Jaapje Henrlrina, j dochtervan G. "Verhoog en L. Achterberg, Laan. Adriana Cornelia, dochter van P. r van Haasteren en C. M. WiegmanHotter- damsche Dijk. 19. Catharina Petronelia, j docjiler van J. A. Smits en J. M. Baumhoër, j Singel. Overleden: 19 December. Johannes Roo- denrijs, oud 47 jaren en 7 maanden, Haga- straat. Levenloos aangegeven zoon van C. -j Heemskerk en M. van ITeijningen, Hrinstnsteeg. van 20 Decern bei. Kogge zonder handel, fierstper 1950 kilo Peru au f201 6Av. 'Iontwijn en Jenever geen prijs genoteerd. Spoelt»::: fl per ketel. Hu de Sniiieiiti-fiK-ue *-iu-p|jii.- Yereeniging f 1.30 per ketel. GROOTE BELT, 12 Doe. Gepasseerd, Agnote, k. Mótier, v. Wmdiut n. Schiedam. h Pr.u Tki.kor. pCt. B '19 Dcc. l20 Dcc. t'ieime teen. Rolïerd. 103 7» St:u. Weikl Schuld, 21/a 047/; 649/16 Idem 1878 4 10 U/o 101% Handel-M'iatsch.rese. Obl, Cent ra»l Sponrw. Spanje, Buinenl. 1 44%, 14% 2 Ditu, lluinml. 18(57 1 151/n 151/,} a 0 38 Portiioai., limtl,18(57 3 521/8 f,2 Riisi.and, NlCOl-Al 4 70 76V8 v 187.) gec. 5 80% t i. 1875 4% 7 6 Va 7011/16 o 1877. 897/, 901/8 5 Staats). 1864 5 143 a 1866 n 1401/h Gi. Hu--s. S|i.-Maats. 5 •129% -IniïTl- NR.,Obl.|iap.Mei 5 58% 58% K «vil v..lan. 5 593/8 591/2 Loten 1854. i 107 1800, 112 i 1864. ■142 Hung.1876. 00% Turkije, Old. 1865 5 79/ig 7.% Egypte 1876 50% t'ERU 1870 li 10% '->% V eheen.Staten 1861 0 !87l 0 101% S 9% i> 1801 S 9'/, Coi.uuiiia Erie-Spnnrw 1 3/lü tl.l.lNOIS 08 4tl.uMiss. Ohm 7 70% Omtrent de stemming der beurs up gisteren zegt de Amsterd. Courant: Er was ook lieden weinig omzet ter beuze; de stem- ming was algemeen vast in Europeesohe fondsen waai van enkele een fractie verbeteiing in de slot- koersen aanwijzen. Ook herstelden Egyptische zicli 1/» pet. Van biimenlnndsclte waarden zijn Aand. Kanaal maatschappij 11/4 pet. gestegenen waren Boxtel- Wezel-Obligntiën tot betere koeisen gevraagd. Aand. Stoomvaartmaatschappij a Zeeland" veiloren integen deel pet. De Aroerikaansche markt was over het algemeen stil. Van Aandeelen maakten Canada Southern echter eene uitzondering, met veel omzet liep de koers aan vankelijk 1 pet. terug om onveranderd bij gisteren te sluiten. Van obligatiën daalden Elisabellitown Paducah 1 pet., doch zijn Cleveland Mount Vernon en Columbus Extension ;1/t pet. gesteg-u. Gatd op prolongatie blijft voordurend ruim. Antwerpen, 19 December. M»rkt dalende. Geraflin. Amerikaansclie. l-ÖCO a betaald, fr. 22i/3 a verk. December x 221/» e X Januari s B n 21% X Februari 9 .21 x Maart 20-% x April B 1 201/2 x 1

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1879 | | pagina 7