A0. ."rïjdag 9 Januari. M 4837. Kennisgeving. nni sgeving na r <r a m ar. i D«RANT. AbONNKMKNTSI'RIJS, [ici kwartaal Franco per post, dooi het geheele Kijk. Afzonderlijke nntniners 1.85 - 2,50. - 0.10. H u It to A U M A K Et TK 13 4, Advertentieprijs van 110 gewone regels met inbegrip van eene Courantf 1.10. Iedere gewone regel meer- 0,10» Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal berekend. SCHIEDAMJanuari 1SSO. Aan het bureau tan den burgerlijken stand •alhier, zijn gedurende heLjaar 1879 aangegeven: Gclieren. Mannelijk509 j Vrouwelijk442 jTotaa1951- Hieronder '10 tweeling geboorten- waarvan levend geboren '11 Mann. 7 Vrouw, en levenloos aanzeseven '1 1 n f Mannelijk 12 Onecht Vrouwelijk 11 otaal ~3' Levenloos aangegeven, f Mannelijk 22 1 Wettig vrouwelijk 15 j Totaal d7* f Mannelijk -1 1 - 0nRcht Vrouwelijk 1 Totaal 2' Dverlcden. Mannelijk364* 1 Vrouwelijk352 Totaal 16. Mannelijk 258 1 Ongehuwde» j V|.ouwp!yk a51 J Totaal 509. f Mannelijk 74 1 Gehuwden j .n Totaal 127- vrouwelijk 53 J Weduwenaars32 1 Weduwen48 Totaal 80* Huwelijken: 1C5 paren. Jongman? en .Tongedochters139. Jongmans en Weduwen6. Weduwenaar? en .Tongedochters 14. Wedutvenaars en Weduwen 6. ^Echtscheiding: 1. Woonplaats-veranderingen. Getal personen die zich in de gemeente •gevestigd hebben Mannelijk564 1 Vrouwelijk529 totaal 10 JJ Getal personen die de gemeente verlaten hebben Mannelijk 527 Vrouwelijk 507 totaal'1034 Landvcrliiilzingcn naar Noord-Amerika. 2 Vrouwen-naar St. Louis, bij de Kansas. 4 Man naar Kansas, Bevolking op 31 December 1870, 22908. Hieronder 2 Burgerlijke Staat onbekend. Inrigtingen welke gei r, schade of hinder i kunnen veroorzaken.' De BuaoEtinnsTER en Wethouders van Schiedam, Doen te vreten Dat liet tweede suppletoir Kohier voor de Plaatselijke Directe Belasting dezer Gemeente voor het dienstjnar 1879, voorloopig is vastgesteld, en ingevolge het bepaalde by art. 204 der Gemeentewet, gedurende veertien dagen, voor een ieder ter lezing op de Secretarie der Gemeente •is nedergelegd. En is hiervan afkondiging geschied, waar het be hoort, den 8 Januarij 1880. Burgmeester en Wethouders voornoemd, IV J. VAN DIJK VAN MATENESSE. De Secretaris, A. W. MULDER. Januarij jl., om 'bereiding, in het »t, wijk O, no. 46, Burgemeester en Wethouders van Schiedam; j Gezien de ingekomen verzoeken van 1. A. HOFMEESTER aldaar, jdd. 17 Decem ber jl,om vergunniug tot oprigling eetter Blikslagerij, in het pand staande in het Doelenhofje, wijk D, rio. 35. kadaster sectieB, no. 1985, en 2. L. KOK aldaar, dd. 7 verguuning tot inrigting eener Vetsmelterij, ten dienste zijner olie- en loo pand staande aau de Iloogstra kadaster sectie B, no, '1150. Gelet op (ie artt. 0 en 7 der Wet van den 2den Junij 1875 (Staatsblad no. 95); Doen te weten Dat voormelde verzoeken met de bijlagen op de Secretarie der Gemeente zij?' ter visiê gelégd dat op Donderdag den 32 Januarij a. s., des middags ten 12 ureten Raadhuize gelegenheid -zal worden gegeven om bezwaren tegen het toestaan van de verzoeken in te brengen on die mondeling of schriftelijk toe te lichten; en dat gedurende drie dagen vóór het tijdstip hierboven genoemdop de Secretarie der ge meente, van de scluifturen, die ter zake mog- ten zijn ingekomen, kennis kan worden ge nomen. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 8 January '1880. Burgemeester en Wethouders voornoemd, P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE. De Secretaris, A. W. MULDER. Schiedam, 8 Januari '1880. De Engelsche gezant te Konstantinopel zou zijn passec vragen. Een Turksch geestelijke had een geschrift opgesteld ten nadeele van den godsdienst van Mahomed en zekere heer Kóller, een Duitseher was met hem gevangen genomen. De Turk zon de doodstraf ondergaan, heette het. Daar tieedt Lord Layard op, de Engelsche gezant, en eischt niet alleen de invrijheidstelling der gevangenen, maar tevens een bestraffing van den ambtenaar,' die liet bevel tot inhechtenisneming had gegeven. Zeker, een menschenleven is heel wat waard, en dat een gezant van een machtig rijk voor de vryheul van geweten in de bres spiingt, is een hoogst loffelijke daad. Maar die hooge toon van Lord Layard tegen den Sultan en zijn raadslieden, dat verbazend hoog opnemen van deze zaak, gaf al spoedig stof tot denken. De Turksche Regeering gaf pp de meest stellige vvyze ten antwoord, dat er nooit een schyn van voornemen had bestaan, den gevangen priester te dooden, en wat den Duitseher Küller aangaat, meende zij, dat de Engelsche Regeering zich de zaak van dezen Duitschen onderdaan niet behoefde aau te tiekken. Voor het overige gaf zij te kennen, dat naar haar meening de minister van politie zijn plicht had gedaan en er volstrekt geen redenen aanwezig waren, om hem af te zetten. De Engelsche gezant geraakte op dit ant woord buiten zichzelf van kwaadheid, en de Turksche minister van politie Hafiz-pacha, die de oorzaak niet wilde zijn van een ernstig con flict, bood den Sultan zijn ontslag aan, dat deze, en de man had ditmaal eens gelijk volstrekt weigerde. Zoo stonden de zaken, toen de Duitsche gezant van zijn regeering den loSt ontving den Engelsche» minister een handje te helpen en diens vorderingen te ondersteunen. De Turksche bewindslieden mochten de gezanten tot gematigdheid aanmanen, niets hielp; toegeven of de Engelsche vloot komt naar de Turksche wateren. Zoo was de stand van zaken, bij het einde des jaars. Dreigend genoeg dus; den 5den dezer s de kwestie opgelost DifSultaïi heeft "dé papieren van Dr. Köller eigenhandig aan -lurd Layard overgegeven en bij die gelegenheid ver klaard, dat hij de vrij heid van godsdienst in zijn rijk kiachtdadig zou handhaven. Ook de priester is ontslagen, maar iu zijn eigen belang zal hij naar een eiland op de Aziatische kust worden gezonden. De Turken zijn zoo dom niet, als ze wel eens worden afgeschilderd, en in de geschiedenis, die we boven verhaalden zien i'\j meer dan een oppervlakkig beschouwer er in- zou vinden. Die eenstemmigheid van Engeland met Duitschland, en tevens met Oostenrijk komt hen verdacht voor. Engeland, aldus redeneeren zij, heeft zich van de medewerking van beide mogendheden verzekerd, om Turkije ou ier voog dijschap te stellen, of om opnieuw de voor waarden van bestaan van het Rijk tegeno%er Europa te herzien. Hebben de Turken on^ehik met aldus te denken? Of beteekeut bet ook iets, dat de Maatschappij der sp >o: wegen in Roumelië, die. een Fransche maatschappij was, op 1 Januari jl. een Oostenrijk^ch-Hmigaarsche is geworden. Wie weet, of de Oosteisehe kwestie door een en ander niet een bjlangcyke schrede nader aan haar voltooiing is gekomen. Daarvoor heeft het Berlijnsch \eidrag openin gen genoeg gelaten in zyn bepalingen. Het Turksche gouvernement verdient eigenlyk ook geen zachte behandeling. De ondei hande lingen met Griekenland vorderen niets, en de ongeduldige "Vorst van Montenegro, wien te Berlijn ook een brok van Turkije is toegekend, heeft het plan, nu de zaken niet genoeg op schieten, zich zelf maar recht te verschaften. En wat de geldmiddelen aangaat, deze zyn in het rijk der verheven Porte nog steeds in bitter elleudigen toestand. F.en tal van houders van Turksche schuldbrieven, waarvan de rente niet wordt betaald, begaf zich tot lord Salisbury, den Eugelsclicn Minister -van lTuitenlandsche

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1880 | | pagina 1