Verschijnt Saplijls, eitsanW ffiKiai. Biitenlandselie Berichten,-"" A0. 1880. Zaterdag 13 Maart, 4883. Kenn sgeving. Kennisgeving. iiÉ'X? ft ~E" -f5 Vier om 1 e r t, i s l e 41 IN >4«t'-1' „O J ft a r «*- a 11 g-, ABONNJCMKNTïl'RlJa, (J«r kwitilaiil f 1.85. Franco pet post, door het geheels Bijk. - 2.50. Afzitiderlijke nommers- 0.10. BVRKAVi Dl A HUT, E, 124. Advertentieprijsi vau 110 gewone regels met inbegrip van eene Courant1.10, Iedere gewone regel meer- 0,10. Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal berekend. Aan het Commissariaat van Politie te Schiedam 2yn ais gevonden op straat aangebracht een 2WArt zijden Schort en een Portemonnale met /0.53V2. De Buroemeester en "Wethou ders van Schiedam; Doen te weten Dat het Kohier voor de Plaatselijke Directe Belas ting dezer Gemeente, wijken A, JB, C, D en JE, voor het Dienstjaar 1880, alsmede het 3e suppletoir-kohier dier belasting, voor het Dienstjaar 1879, voorloopig zyn vastgestelden ingevolge het bepaalde bij art. 264 der Gemeentewet, gedurende veertien dagenvoor een ieder ter lezing op de Secretarie der Gemeente zyn nedei gelegd. En is hiei van af kondigmg geschied, waar het behoort, den 12 Maart 1880. Burgemeester en Wethouders voornoemd, P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE. Be Secretarie, A. W. MULDER. larigtlngen welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken. Burgemeester en Wethouders van Schiedam; Gezien het ingekomen verzoek van de Erven J, IIOMS ttltla.tr, dd. 3 Maait ji., om vergun ning tot oprigting eöner Grof- en Hoef smederij aan de Bmteiihavenwegwijk B, no. 3, kadaster sectie G, 110. 2212. Gelet op de aitt. 6 en 7 der Wet vau den ■2den Junij 1875 Staatsblad no. 95); Doen te weten Dat voormeld verzonk met de bijlagen1 op ■de Secretarie der Gemeente is ter visie gelegd dat op Honderdag den 25 Paart a. des middags ten 12 ureten Raadhuize gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen het toestaan van het verzoek in te brengen en die mondeling of schriftelijk toe te 'lichten; en dat gedurende drie dagen vóór het tijdstip hierboven genoemdop de Secretarie der ge meente, van 'de schrifturen, die ter zake mog- ten zyn ingekomen, kennis kan worden ge nomen. En 'is hiervan afkondiging geschied, waar •het behoort, den 11 Maart 1880. 1 Burgemeester sri Wethouders voornoemd, P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE. ii 11, 2)„ Secretaris X. W.' MULDER.1 "v- t, ,E"R A I K 11 IJ K. ""'.Het Journal des Bèbats blijft heel bedaard '>aa bet besluit van den Senaat over, art. .7. Te 'nauwernood zelfskan.- men uit' het blad.op- Araaken, .dat het';gestrcden heeftXvoor- de aan- neming vau ait. 7. welks gewicht, zegt het, door voor- en tegenstanders overdieven was voorgesteld. De uitslag der stemming is, naar de Bèbats meent, grootendeels loe^ te schrijven aan de rede van den heer Dufaure. Wij hebben dan -veldslag verloren, zegt de mini.i "^el-gezinde XIX, Siècle. Wij zullen niet in ..utelykheden vervallen. Wat baten die tegen de feiten? 't Is niet voor de eeiste maal, dat wij overwonnen werden. Wij werden over wonnen bij de verkiezingen van 1871, en op 24 Mei 1873 (val van Thiers) evenzeer; wij werden overwonnen in 1876, bij de voorge stelde herziening der wet op de vrijheid van hooger onderwijs, en den 26stea Mei 4876. Maar wij hebben na elk dezer nederlagen eene schitterende revanche genomen, en die hadden <wy te danken aan onze discipline, aan onze geestkracht, aan onze bedachtzaamheid. Bewaren wij die discipline en geestkracht, bewaren wij vooral onze bedachtzaamheid, en nemen we ons in acht voor vervoprkig, al mocht men ons •nog zoozeer taiten. Wij kunnen onzen tegen standers geen grooter pleizier doen dan door het begaan eener fout. De XIX Sièele zal onverzwakt blijven in de verdediging der iechten van de moderne maatschappij, van dat wereldlijke Fiankrijk, hetwelk, wat men ook zeggen moge, het ware Frankiijk is Nooit zal dit land zich tot den slippendrager van den Syllabus, tot hot gewillig werktuig van de Sociëteit van Jezus laten vernedeien. Wij zijn hier niet iu een tweede Paraguay, Men heelt den oorlog gewild; welnu, men zal dien hebben. Wij zullen hem voeren ten einde toe, met geduld en met moed. Over de uitkomst zyn wij niet ongerust. Maar het zij heiliaald: inèt de volharding ook de be dachtzaamheid bewaard. Ieder zij van de nood zakelijkheid hiervan dooidrougen. Niets zij ab irato, niets onvoorzichtig gedaan. Wy hebben tijd van beiaad, en onze slagen zuilen te wisser treffen, naarmate wij met beleid te wei k gaan. De Parijsche correspondent van de Times, die van den beginne een beslist tegenstander is geweest van art. 7, herhaalt thans wat hij reeds veel vioeger beeft gezegd orntieut de wyze, hoe het artikel in de wereld gekomen is. 't Is op gezag van een der toenmalige Ministers, dat hij het weet mede te deelen. Op het einde van een Kabioetsiaad, toen al de Ministets, met hunne portefeuilles onder den arm, over koetjes eu kalfjes praatten, kwam Jules Ferry met het artikel voor den dag, en zoo werd het bij de Kamer ingediend vóórdat het Kabinet in du gelegenheid was er over te beraadslagen. i Heeft Jules Ferry topn de gevolgen er van overdacht? Dat is onmogelijk te zeggen. Maar 'zeker is het, dat van het oogenbiik, dat er over gediscussieerd is, hij geen middel "tot opwinding en tot het zaaien .van verdeeldheid T< ongebruikt heeft gelaten ten behoeve van het .artikel.En .by de thans gesloten/ discussiën -\ Si! 1 heeft hy niet opgehouden een beroep te doen op gevaarlijke hartstochten. Blijkbaar rekende hij meer op deze dan op het goed recht zijner zaak. Met den heer Freycinet is het geval gansch anders. In het Kabinet-Waddington heeft hij nooit een woord gesproken over art. 7. Als Minister van openbare werken be hoefde hy zich niet te mengen in staatkundige aangelegenheden. Toen hij Minister-president wei d, vond h'y art. 7 bij de wetgevende macht aanhangig en kon h'y het niet wraken. Het was echter eene zorgwekkende nalatenschap voor een zoo bezadigd staatsman eu hy heeft het nimmer kunnen goedkeuren, al kon h'y ook met weigeien te verdedigen, wat hy had aan genomen in zijne mede-veiantwooidelykheid vau het voiige Kabinet. De aankomst der dezer dagen te Brest ontscheepte ageamnestieerde Communards" be lichtende, heeft de Citoyon hen volgenderwys welkom geheeteu: nParijs, de gioote repuhhkeinsche stad, zal u waardiglijk ontvangen, want Parys herinnert zich, dat gij uw leven veil hebt gehad voor de verdediging der Republiek, dat gy als iecht- schapen lieden gestieden hebt. Parijs weet, dat gij kloekmoedig, vele jaren lang de droefenis, de hitte! heid, de smaiten der deportatie en van het bagno gediagen hebt. Parijs heugt dat alles en Parijs is het hart van Frankrijk." ENGELAND. Het Lageihuis nam het suppletoir krediet van 4,425,000 pd. st. van den Zoeloe-oorlog aan. Noithcote deelde mede, dat het tekort op de begiooling vau het loopecd jaar wordt geraamd op 3,340,000 pd. st., en de uitgaven voor het volgend jaar 7 ijn geiaamd op 81,486,000 pd. st. eu de inkomsten op 81,560,000, zoodat er een overschot zou zijn van 74,000 pd. st., waai bij komt een som van 7000,000 pd. st., vooitspruiiend uit de wijziging op de nalaten schappen, zoodat een overschot venvacht woidt vati 774 000 pd. st. "Van het be drag van 8,000,000 pd. st. aan vooiloopige schatkistbiljetten is 6,000,000 pd. st. gedekt door op7egbate annuïteiten. De uitgaven stygen tot 82,075,000 pd. st., en liet oveischot blijft dus 184,000 pd. st. In een adres van sir S. Northcote a«n de kiezers - van North-Devonshire wordt ver klaard, dat da buitenlandsche, koloniale en binnenlandsche politiek van Je Regeeiing steeds bezield is geweest door het besluit oin de grootheid, de integriteit en de constitutie van het Britsche rijk te handhaven. Aan het slot wordt de wensch geuit dat er aan dit tijdperk van spanning een eind kome, en dat het vol gende Parlement al zyn krachten kunne wijden aan het werk van binnenlandsche en maat schappelijke verbeteringen. f Uit Kaboel wordt aan de Daily .News gemeld, dat Mohammed Jan nog steeds de zuidelyke wegen geblokkeerd houdt. De winter

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1880 | | pagina 1