A0. 1880.
Vrijdag 19 Maart.
Versefiijnt Japtijls, nitpionflerfl Dinsdag.
Kennisgeving.
Kennisgeving.
4887.
iet* I I- ti»- s';ï Jaargang
QURAN
AbONNKHkntsfrijs, per kwartaalƒ1.85,
ft an co per post, door het geheele Rijk - 2.50,
Afzonderlijke immmers- 0.10.
UUKBAII: M A IS. ft T, K, 134.
Advertentieprijs: van 110 gewone regels
met inbegrip van eene Courant110,
Iedere gewone regel meer- 0.10.
Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal berekend.
Inrlgtlngen welke gevaar, schade of
hinder kunnen veroorzaken.
\i
Bubgemeester en Wethouders
van Schiedam;
Gezien de ingekomen verzoeken van J.
VAN GELDEREN aldaardd. 12 Maart jl.
om vergunning tot oprigting eener bewaarplaats
van Lompen en Beenderen in het pand
aan den Langen Achter,weg, wijk C, no. 198,
kadaster sectie B, no. 1098 en in dat wijk C>
no. 299 en 300kadaster sectie Bno. 1019
en 1020;
J. GRUDELBACU aldaar, dd. 16 Maait jl.,
om vergunning tot oprigting eener werkplaats
voor Machlnerlün in het pand aan de Lange
Haven, wyk C, no. 32; kadaster sectie C, no. 879;
J. H. PERSOON aldaar, dd. 17 Maart jl.
om vergunning tot uitbreiding -/ij oer Branderij
in de St. Anna-Zusterstraat, wijk D, no. 197,
kadaster sectie A, tin. 108, ter vervanging van
lijH vroeger aan ïI.H. Gedeputeerde Staten
ingediend verzoeken
G. A. OTTO aldaar, dd. 18 Maart jl., om
vergunning tot oprigting eener vetsmeltczïj
ten dienste zijner olie- en loog bereiding in
liet pand aan den Achteisingelwijk A, no.
69, kadaster sectie G, no. 2072, ter vervanging
van zijn vroeger ingediend verzoek.
Gelet op de aitt. 6 en 7 der Wet van den
2den Junij 1875 Staatsblad no. 95);
Doen te weten
Dat voormelde verzoeken niet de bijlagen op
de Secretarie der Gemeente zijn ter visie gelegd;
dat op Bondcrdag den 1 April a, s.
des middags ten 13 ureten Raadhuize
gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren
tegen liet toestaan van die verzoeken ia te
brengen en die mondeling of schriftelijk toe te
lichtenen
dat gedurende drie dagen vóór liet tjjdstip
Merboven genoemd, op de Secretarie der ge
meente van de schrifturen, die ter zake mog-
ten zijn ingekomen, keunis kan worden'ge
nomen.
En is hiervan afkondiging geschiedwaar
het behoort, den 18 Maart 1880,
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
P. J. VAN DIJK VAN MATE NESSE.
De Secretaris
A. W. MULDER.
S
'Inrlgtingen welke gevaar, schade of
hinder kunnen veroorzaken.
Burgemeester en Wethouders
van Schiedam;
Gelet op Art. 8 der Wet van den 2en Junij
•1875 Staatsblad no 95)
Geven kennis aan de ingezetenen, dat op
heden de volgende vergunningen zijn verleend:
'1. Aan de firma GABULUS en VERDOES
en hare regtverkrijgendeu tot oprigting eener
Halkblusscherlj, in het pand aan de Lange
Haven, wijk C, no. 66, kadaster sectie C. no.
587. j
2. J. J. LEVI, en zijne regtverkrijgenden
tot oprigting eener bewaarplaats van been
deren, lorren, enz. in het pand aan tie St.
Anna Zusterstraat, wijk no. 1, kadaster
sectie A, nó. 496. 'f
3. P. F. ALBERS Hz. en zijne regtverkrij
genden tot oprigting eener en kagchcl-
sinedcrjl, in het pand aan! de Frankelandsche
Laan, wijk G, no. 242, kadaster sectie E,
no. 1297.
4. J. P. MEIJER Jz. en zijne regtverkrijgen
den tot oprigting eeuer louterij, aan het
Groenweegjo, op de perceelen wijk D, no. 189,
kadaster sectie A, no. 932 én 1163.
Schiedam, den 18 Maart 1880.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
P. J. VAN DIJK VAN MATEN ESSE.
Be Secretaris
A. W. MULDER.
Schiedam, 18 Maart 1880.
De tweede lezing van de bekende wet vau
Jules Ferry op het hooger onderwijs heeft in
den Fianschen Senaat denzelfden afloop gehad
als de eerste; de wet is wel aaugenomen, maar
met vernieuwde verwerping van artikel 7.
Ziellier dus de twee takkeu van de Fiansche
wetgevende macht in vollen tegenspraak. In de
Kamer" van Afgevaardigden is reeds verleden
Dinsdag de zaak ter sprake gebracht, en wel
bij monde van den heer Devis, den voorzitter
van een der groepen van republikeinen in de
Kamer. De Minister Freyciuet heeft kort en
boudig geantwoord. Het kabinet, zeide hij ia
hoofdzaak, heeft duidelijk zijn besluit te kennen
gegeven om de bestaande wetten toe te passeu.
liet vraagt u slechts Óen zaak, en wel deze:
»aan het kabinet volle vrijheid van handelen
te laten, met het recht van de zijde der Kamer
gestreng rekenschap te vragen van de wijze,
waarop van die vrijheid gebruik is gemaakt.
Vau clericale zijde werd daartegen door de
heeren de la Bassetière en Keiler gepi otcsteerd,
tersvyl de heer Madier "de Moutjau van de repu
blikeinen wilde, dat de Regeering tegen het
clericalisme uiterst gestrenge maatregeleu zou
nemen. Het slot van de debatten is geweest,
dat de Kamer een motie van vertrouwen in
de Regeering heeft aangenomen, met 338 tegen
117 stemmen.
De wet van Ferry, verminderd met artikel 7,
is daarop zonder beraadslaging door de Kamers
aangenomen, zooals zij door den Senaat is
teruggezonden.
Wat zal nu hel Frausche Gouvernement doen,
en hoe zal het aan het vertrouwen beantwoorden,
dat de Kamer met oveigroote meerderheid ge
toond heeft aan de bewindslieden te willen
schenken.
De Ministers hebben zich daarover niet ver
klaard, zooals door sommige leden der uiterste
linkerzijde wel was gewenscht; en de Kamer
heeft met dit stilzwijgen genoegen genomen,
om de vrijheid der Ministers niet te belemmeren
en hun verantwoordelijkheid niette verminderen.
Omtrent de besluiten vder Ministers kunnen dus
slechts gissingen worden gewaagd. De meest
aannemelijke daaronder is wel, dat het Kabinet
zal beginnen met de uitzetting der vreemde
Jezuïeten uit Frankrijk; en dat liet de in
richtingen der Fransche Jezuïeten zal sluiten,
die zich dan op den raad van onderwijs zullen
kunnen beroepen, en afzonderlijke leercursussen,
openen, een recht, hun door den Minister van
onderwijs toegekend en bovendien door de wet
gewaarborgd.
De laatste berichten dragen de duidelijkste
blijkendat de gemoederen al weer wat be
ginnen te. bedaren. De.duidelijke verklaringen
van den voorzitter van den Ministerraad hebben
vele afgevaardigden gerustgesteld, die vreesden
dat het Gouvernement zich ten aanzien der
clericale party niet krachtig genoeg zou betoonen.
Schijnt de daadwerkelijke woisteling met de
clericale partij in Frankrijk alzoo voor de deur
te staan, een aanmerkelijke wijziging iu dit
opzicht is thans in Pruisen waar te nemen.
De brief van Paus Leo XIII aan deu aartsbis
schop van Keulen is daarvan een merkwaardig
bewjjs. De inhoud van dezen brief is openbaar
gemaakt. Eeu zinsnede daarvan heeft te Ber
lijn zeer de aandacht getrokken en schjjnt daar
als een belangrijke schrede op deu weg der ver
zoening te worden beschouwd. De Paus ver
klaart daarin werkelyk, dat hij, om de herstelling
van den vrede te bevorderen er wel in zou
willen toestemmen, dat de namen der priesters,
door de bisschoppen tot de vervulling vau
kerkelijke bediening benoemd, voor hun ker
kelijke bevestiging aan het Gouvernement wer
den medegedeeld. Dit is voorzeker een belang
rijke concessie, dewijl het "Vaticaan tot hiertoe
had geweigerddit toe te slaan. Het blijft
echter nog de vraag of Prins Bismarck hier
mede genoegen zal nemen en of door hem nog
geen andere waarborgen zullen worden ver
langd. Het orgaan der Duitsche ultramontanen,
de Qermaniahaast zich wel een weinigje te
veel, met in het bovengenoemde feit heenwijzing
naar den aanstaanden kerkdijken vrede te
zien. Met vreugde deelt liet blad aan zijn lezers
inede, dat men aan het Ministerie van Eere-
dieust reeds bezig iseen ontwerp tot herzie
ning der Meiwetten, de oorzaken van den stryd
iu gereedheid te brengen. Deze mededeeling
behoeft echter nog bevestiging en de Qermania
weet dit zelf welwant zij voegt er bydat
indien het Gouvernement voor het eiude der
zitting niet een wetsontwerp in boveDgenoem-
den geest Heeft ingediend, deze verdaging door