TerscMjit flaplijïs, aiteoitol Mat. A°. 1B80. Maandag 5 April. JTo. 4898. Ken nis geving. a a r {T a 11 sr. ABOHNEMBNTSl'HUa, per kwaiuta!ƒ1.85. Franco per post, door het geheele Rijk- 2.50.' Afzonderlijke unmmers- 0.10. ItUUËAIJ: 81 Alt .V, K, ISA, Advkhtentikprhs: -van 110 gewone regels met inbegrip van eene Courant1.10. Iedere gewone regel meer- 0.10. Driemaal, plaatsing wordt tegen tweehaai, berekend. By deze Courant hehoort een Bijvoegsel, Aan het Commissariaat van politie te Schie dam zijn al gevonden aangegeven, een stuk van een gouden broche en een groen geverfde -vuilnisbak gemerkt L. Y. li. V. Ter terugbekoming vaii de navolgende fusten, die reeds eecigen tijd geleden onbeheerd op «traat zijn gevonden, vervoege men zich aan hst Commissariaat van Politie, als: Een wynfust, gemerkt Mestrezat, Bordeaux met een anker 's Bosch 1. Een dito, gemerkt met een anker 2. Een dito, gemerkt met een anker 3. Een dito, ongemerkt. Zes fusten, gemerkt The. A. J. Z. 8, 10, 3, .t 42 7. Twee dilo, gemerkt G. J. B. 26, 53, Twee dito, gemerkt G. J. B. en Co., 51, 53. Twee dito, gemerkt P, X M. 27, 40. Een dito, gemerkt A. D. Een dito, gemerkt I. G. in cirkels, 27. Een dito, gemerkt W. B. M. 16. Een dito, gemerkt J. V. B. 4, Een dito, ongemerkt,. Een dito, gemerkt Wy, 24. Een dito, gemerkt wed. A. v, d. E. 1397. De Buboemeester en Wethoü- Bebs van Schiedam; Doen te weten Dat het Kohier No. 2 voor de Plaatselijke Directe Belasting dezer Gemeente, wijken JPen en Buitenwijken, voor liet Dienstjaai 1880, vooiioopig is vastgesteld, en ingevolge het bepaalde bij art. 2Qi der Gemeentewet, gedurende veertien dagen, voor een ieder ter lezing op de Secretaiio der Gemeente is uedergelegd. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 2 April 1880. Burgemeester en Wethouders voornoemd, P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE. 10 c Secretaris A. W. MULDKli. Schiedam, 3 April 1880. Wij gaan spreken over een Ilaagschen lap pendag"Slel u niet voor, waarde lezer, dat we met u een der groote manufactuurwinkels zullen binnentreden, waar aan de zuinige huis moeders eens of tweemaal per jaar de gelegen heid wordt geschonken, zich tegen verminderden prjjs van noodzakelijke artikelen te voorzien; we moeten u eigens andets heengeleidenen u verzoeken ons door een der klassieke poorten van het Binnenhof te volgen naar de zaal waar de zittingen vau liet kantongerecht wor den gehouden. De zaken, ten dage van ons bezoek op de rolle voorkomendezijn van hoog ernstigen aard; want tal vnn in- en omwoners van de Vorstelijke residentie zijn voor den rechter gedaagd wegens het feit, dat zij zich in lcenne- l'yken staat van dronkenschap in het openbaar hebben vertoond. Begrijpt ge nu deu naam lappendag, die zoo geëigend schijnt een glim lach op het gelaat te brengen, maar die inder daad tot de droevigste beschouwingen aan duiding geeft. Be Haagache gemeenteraad heeft voor enkele jaren, als middel tegen e der afschuwelijkste volkszonden, een politieve||rdening in het leven geroepen, waarbij de dronkaard, die zich in het openbaar vertoont, to^ geldboete of subsi diair tot gevangenisstraf wordt veroordeeld. Vandaar, dat meuigs d lappendag" wordt ge houden en dat men daarop geregeld enkele personen ontmoet, aangeklaagd vau overtreding van bovengenoemde verordening. ïVooj" de vijf tigste, voor de zestigste maal veroordeeld wegens dronkenschap'', kunt ge dan ia de bladen der resideutie lezen, en in zulke gevallen worden de namen van de onverbeterlijken voluit ge schreven, terwijl die anders, kieschheidshalve, enkel door de voorlettersf'worden aangeduid. Een treurige statistiek voorwaarI Moeten we by deze gelegenheid op ai het afschuwelijke der dronkenschap wijzen? ï't Wordt ons in al zijn naaktheid door de slaven van den drank dagelijks gepredikt, en door de bestrijders van het kwaad met de gloeiendsle kleuren geschil- tierd, tot-vervelens toe geschilderd, zou zelfs,-dat - men de philippica's tegen het misbruik van sterken drank, als men ze in een of ander blad ontmoet, eenvoudig ongelezen laat. Dit is niet aangenaam voor den schrijver van dergelijke artikelen, en zoo zouden wij het ook zeer betreuren, indien do moeite aan het bewerken van dit opstel besteed, vergeefsch ware geweest. Integendeel, we stelleu er prijs op, gelezen te worden, en daarom zullen we in den vorm ons eenige afvvykiug veioorioven. Immeis, al is onze goede gemeente de stad der branderijen, duizenden en nog eens duizenden haren inwo ners zullen het misbruik vau sterke dranken, en de jenever, hier gefabriceerd, is daar- ouder lang de eenige niet veroordeeien met al de kracht, die iu hen is. In een tijd als de onze, die het heugelijk verschijnsel oplevert, dat de gemeentebesturen deu dronkaard van den publieken weg trachten te verwijderen, de Multapaliorsboud hetdiank- •«'erbruik tracht te temperen, de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen bij de Regeering op maatregelen aandringt ter beteugeling van deze volkszonde, en de Regeering zelve toezegging heeft gedaan, dat zij zich met de zuak onledig houdt, is het niet zouder belang te vernemen, hoe men er vroeger over dacht, wat men er tegen deed, en dergelijke bijzonderheden meer. TeD allen tijde is de dronkenschap bestreden, tot in liet grijs verleden toe. Een der merkwaardigste uitspraken omtrent deze volkszonde, is te vinden bij Montaigne 1), als hij zegt: ïDe dronkenschap schijnt inij een grove en beestachtige zonde; erzyn ondeugden, waaraan de geest meer deel heelt, en die iets grootmoedigs hebben, als men dus mag spreken. Er zijn er, waaronder kennis, naarstigheid, dapperheid, voorzichtigheid, behendigheid en loosheid 'zich mengen; maar de dronkenschap is een geheel lichamelijke, anrdsche ondeugd. Derhalve is de grofsteplompste en ruwste 1) Montaigne, Essais, lib JI, chap 2. aller natiën wel diegene, welke de dronkenschap in achting houdt. Mijn smaak en myn geheelen zijn, zijn nog meer vijanden van deze ondeugd, dan mya redevoering zulks is. Ik kan niet begrijpen, hoe men het vermaak van te drinken verder dan den dorst uitstrekt en verlengt, en zich kracht en geweld aandoet om een begeerte te scheppendoor kunst en tegen de natuur verwekt. En een1 ander schrijver voegt hier naar waar heid bijWat is schandelijker, dan dat de beesten meestal de wetten der natuur beter onderhouden dan de mensehen? Maar genoeg: zien wij, aan de hand der geschiedenis, wat reeds voor eeuwen her in dezen gedaan is. Da Synode van Mainz, op last van Keizer Karei den Groote te Mainz gehouden, beveelt, dat dezonievan dronkenschap, waaruit alle zonden voortkomen, zal geschuwd worden in alle manieren. En zoo iemand-zich daarvoor niet wachten toil, dienr willen wij, zegt de vergaderingdat van de kerk verbannen zij, ter tijd en wijle behoorlijke beter schap bewezen worde. liet concilie van 1215, onder Paus Innocen- tius te Rome gehouden, zegt daarvan in de 45de canon: Voor gulzigheid en dronkenschap zulleu alle geestelijke personen zich ernstig wachten. Der halve zullen zij den wijn voor zichzelf en zichzel f voor den wijn matigen. Niemand zal tot diiuken aangezet worden, naardien de dronkenschap het verstand doet dwalen en den mensch tot ontucht ontsteekt. Wij willen geheel en in den grond vernietigd hebben het misbruik in sommige gewesten, waardoor de dronkaards op hun wijze elkander verbinden om gelijke dronken te doen, en in hun drinkgelagen dengotie het meest roemen,, die daar de meesten dionken maakt, en de grootste glazen nitzuipt, Mahomed zegt in den KoranWacht u wel voor den wijn, en speelt niet op het bordspel; want dat is verboden en een vond des duivels, om twist en gekijf te stichten onder menschen, en dezen af te houden van het goede en te bewegen tot het kwade. In Denemarken en Noorwegen was bepaald, dat geen bisschop of geestelijke zich aan den drank mocht overgeven, of toelaten, dat men hem te veel schonk. Die dit gebod'overtrad, werd van zijn ambt ontzet. De overheden van den Areopagus te Athene ontzegden den toegang tot den tempel van Mars aan hem, die in een kroeg het middagmaal had gehouden. De Spartanen hadden deze korte wet: nniemand drinke zouder dorst". In Rome was aan de vrouwen het gebruik vau wijn op doodstraf verboden. Metelius, die zijn vrouw met een stok doodgeslagen had omekt ze wijn voor 't vat gedronken had, werd door Romulus vrijgesproken, en beliep dus voor den beganen moord geen straf;

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1880 | | pagina 1