A°. 1880,
Maandag 161 Augustu/s.
M 4992.
Kennisgeving.
taclpt flaplijts, ipzoËeri Dinsdag.
Blueilodscle BericMeo.
v--
kt x
Vi
er- en
Abonnementsprijs, per kwartaal1,85,
Franco per post, door het geheele Rijk. - 2.50.
Afzonderlijke nommers- 0.10.
By deze Courant behoort een Bijvoegsel.
De Burgeheester en Wethouders van Schiedam,
Gelet op, art. 203 der Wet van den 29sten Junij
1851 {Staatsblad no. 85), regelende de zamenstolling,
inrichtingen bevoegdheid der Gemeentebesturen;
Boen te ivoten
Dot de tegrooting van de inkomsten en uitgaven
dezer Gemeentevoor het dienstjaar 1881op den
18den Augustus jl. aan den Haad aangeboden, op de
Secretarie der Gemeente, voor een ieder ter lezmg is
nedorgelegden tegen betaling der kosten, in afschrift
aldaar verkrijgbaar gesteld.
Dn is hiervan afkondiging geschiedt, waar het behoort,
den 14 Augustus 1880.
Burgemeester en Wethouderi voornoemd,
P. J. VAN DIJK VAN MATENESSJS.
De Secretaris,
A. W. MULDER.
Schiedam, 14 Augustus 1880.
Door de uitvaardiging van het Koninklijk
besluit, -waarbij de invoering der wet op het
lager onderwijs van,47 Augustus 1878bepaald
wordt op 1 November 1880, is de laatste stap
gedaan, die dit veelbesproken ontwerp op wet
gevend terrein te doorloopen had. We behoeven
niet in herinnering te brengen, welke bestrijding
dit ontwerp heeft ontmoet. De kerkelijk-poli-
tieke partyen hebben tot op het laatste oogen-
blik de invoering trachten tégen te houden,
en de geavanceerden onder de liberalen spreken
1 van een omzwerving in de woestijn, zonder
dat het Beloofde Land op het gebied van het
lager onderwijs nog aan de kimmen opdoemt.
Met hoeveel aandacht men ook van dergelijke
"-y,uitingen kennis neemt, meer belang heeft op
idit oogenblik de wet zelf, die binnen eenige
weken verbindend zal worden. Om het groote
gewicht der zaak kan het van belang z'yn,
onzen lezers de voornaamste veranderingen en
wyzigingen, door deze wet in het leven ge
roepen, te herinneren. Immers er liggen meer dan
- twee jaren tusschen de dagen, toen zij iD de
Tweede Kamer werd besproken in de Eerste
Kamer, zal men zich herinneren, werd door de
verschillende partijen van het debat afgezienen
dien, waarbij haar invoering wordt bepaald, en in
.twee jaren leert men veel, maar vergeet men
niet minder.
Onder de wet van 1857 telde de kweekcling
- mede als onderwijzer. De wet van '78 heeft
i met dit stelsel gebroken, kweeklingen mogen
in de school worden toegelaten en behulpzaam
- zyn, mits zij ïhun vijftiende jaar ingetreden en
hun negentiendeniet hebben volbracht". Als
zelfstandige personen mogen zij echter niet
optreden; wat zij in de school op het gebied
J van de praktjjk van het onderwijs verrichten,
moet plaats hebben ''onder het rechtstreeksch
toezicht van, een ;be voegde. De overgangsbepa
lingen .veroorloven een tijdvak van zes jaren,
om van het,oude kweekelingenstelsel tot den
j'1 tègenwoordigén toestand» te geraken..
a a r gf a n g.
ir~
BCK.EA.If: HIABKV, E, 12«.
Advertentieprijs: van 1—-10 gewone regels
met inbegrip van eena Gourant1.10»
Iedere gewone regel meer- 0,10.
Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal berekend.
"Voor zooveel doenlijk wordt aan hen, die het
gewoon schoolonderwijs gegoten hebben gelegen-
heid gegeven tot het genieten van herhalings-
onderwijs.
't Is zeer te hopen, daf de gemeentebesturen
dit artikel in gezonden^; zin zullen opvatten,
en het misbruik den kpp zullen indrukken,
dat de leerlingen vaak ojfzeer jeugdigen leeftijd
van de school doet nerneb, onder de leus, dat
de avond- of herhalingfchool hen wel op de
hoogte zal brengen.
De regeling der schooltijden, der vacantien,
het ontwerpen van een leerplan geschiedt voort
aan door de hoofden der scholenonder
goedkeuring van burgemiester en wethouders
en den districts-schoolopz\euer. By de regeling
der schooltijden wordt door het vrijgeven van
uitdrukkelijk in de regeling genoemde uren
gezorgd, dat de schoolgaande kinderen van de
godsdienstleeraren godsdienstonderwijs kunnen
ontvangen. De .schoolloc|lendesnoods ver
warmd en verlicht, worden voor dit godsdienst
onderwijs beschikbaar geïreüld.":-^ -
Een gewichtige verandering wordt door ar
tikel 24 in het leven geroepen, dat de sterkte
van liet onderwijzend personeel bepaald. »Het
hoofd der school wordt bijgestaan door minstens
één onderwijzer, als het aantal schoolgaande
kinderen meer dan dertig, door minstens twee
onderwijzers, als het meer dan zeventig, door
minstens drie, als het meer dan honderd en
twintig en door minstens vier, als het meer
dan honderd en zeventig bedraagt. Telt een
school meer dan tweehonderd leerlingen, zoo
moet minstens een onderwijzer op elk veertigtal
kinderen aan de school verbonden zyn en
daarenboven nog één meerzoodra het getal
schoolgaande kinderen een zuiver veelvoud van
veertig met meer dan vier en twintig overtreft.
Scholen met meer dan vierhonderd kinderen
worden niet rneer toegelaten, dan wannee'r door
den Koning om bijzondere redenen daartoe
vergunning wordt verleend.
Een andere bepaling wil, dat in elke school
het onderwijs in de laagste klassen bij voorkeur
aan onderwijzeressen zal worden opgedragen.
De jaarwedde yan de hoofden der school
bedraagt voortaan minstens 700 gulden, die
van den onderwijzer met rang van hoofdonder
wijzer minstens 600 gulden, die van de andere
onderwijzers niet minder dan 400 gulden.
Voor elke provincie kan door den Koning,
Provinciale Staten gehoord, dit minimum worden
verhoogd.
Het vergelijkend examen blijft behouden voor
de betrekking van hoofd eener school. Dn wijze
waarop dit examen wordt afgenomen, wordt door
den Koning by besluit geregeld. De districts
schoolopziener neemt het af,»en zendt een
voordracht van minstens drie, hoogstens vyf
personen aan den gemeenteraad.in.
Dezelfde- schoolopziener kan ook een voor
dracht tot ontslag „vaiis een hoofd der school
aan den raad voordragen.
De opmerking werd in het voorloopig ver
slag gemaakt, "dat den districts-schoolopziener,
naar veler gevoelen, te veel macht werd toe
gekend. Ook burgemeester en wethouders
moeten de voordracht tot ontslag van het hoofd
oer school kunnen doen.
De Minister antwoordde hierop: »De klem
van hèt rijkstoezicht ligt in den invloed, dien
de districts-schoolopziener op de benoemingen
'het ontslag van het hoofd der school heeft.
Artikel 33 der nieuwe wet, is bijna gelijk aan
artikel 23 der oude, handelende over doelen strek»
king van het onderwijs. Eén alinea is er echter
bijgevoegd, bepalende dat een onderwijzer, die
iets leert, doet of toelaat, strijdig met den
eerbiedverschuldigd aan de godsdienstige
begrippen van andersdenkenden, voor hoogstens
een jaar, en bij herhaling der overtreding voor
onbepaalden tijd in zijn bevoegdheid tot het
'geven van onderwijs aan een openbare school
kan worden geschorst. V.st-&i
De Minister, met de uitvoering der^wet;,,
belast,^beslist -op- bezwaarschriften-itegé^llféi^Ss?-^
in de school gebruik maken van bepaald aan
gewezen leerboeken.
Hem, die een aldus afgekeurd leesboek ge
bruikt, wordt verboden hiermede voort te gaan.
By ongehoorzaamheid aan dit bevel volgt niet
eervol ontslag.
De kosten van het openbaar lager onderwijs
worden door de gemeente gedragendoch door
het rijk wordt over elk dienstjaar aan de ge
meente dertig ten honderd van het bedrag
dezer kosten vergoed.
Het gemeentebestuur bevordert zooveel mo
gelijk het schoolgaan der kinderen van bedeelden,'
onvermogeuden en minvermogenden.
Voor het afleggen van een examen als hoofd
onderwijzer wordt vereisckt het bezit eener
acte als hulponderwijzer, en tevens het bewjjs
van minstens tweejarige werkzaamheid als
onderwijzer aan een of meer openbare of
bijzondere scholen. Het examen loopt over de
vakken van lager onderwijs, benevens algemeens
geschiedenis, wiskunde en handteekenen.
Vreemd mag het heeten, dat de wet niet 1
bepaalt, dat de kandidaat-hoofdondei wijzer ook
in zyn eigenVyk hpofdvak, onderwijs- en opvoed
kunde moet geëxamineerd worden. Wel is by
het later verschenen programma voor bedoeld
examen dit vak opgenomen;" maar 'tzal de
viaag zyn, of uit dit verzuim geen rnoeielijlriiedeu
kunnen ontstaan. Wordt vervolgd,') -
SCHIEDAM14 Augustus 1880.
De gemeenteraad alhier hield gisteren,
des namiddags te 2 ure», eene vergadering,
die door 12 leden werd bijgewoond. Afwezig
waren de heeren Melchers en Van der Schalk
-rmet kennisgeving, én de heeren Loopuyt, J,L
B. Nolet en Vrijland."
t
fg N «-O.." 7 i i
(f/J Y
jó t. j j -c* t y** i A( x t
•J ff
CODBANT:
■<'>1
i
\J -ffc V
'--"s 2 t4
i v 'i j. i