YmcUnt Jaislijb, nitinnieri EMai, "Tiittiilaituiic Berichten. Bimuiilanihche Berichten. A0. Woensdag 22 September. 5018. Aan het Commissariaat van politie zijn op straat gevonden aangebiachteen blauw steencn halssieraadeen serveteen vit klr^erkousje, een blauw en rood ■;estrcepte kouseen groote sleutel twee bossen hoepels opgevischt uit de Nieuwe Haven en twee gelten een donkere eo een witte. F K A Jü K R IJ K. Het Journal Officiel behelst eene nota mel dende dat de Minister-President De Freycinet zijn ontslag heeft genomen. De andere leden van het kabinet hebben eveneens hun ontslag ingediend, maar blijven met de afdoening der Iqopende'zaken belast. Het is waarschijnlijk dat de heeren Ferry, GonstansCazotTirard, Farre, Magnin en Oocherij allen hunne portefeuille zullen bebou wden en dat drie nieuwe Ministers zullen optre den. Zoo zou de heer Noailles het Ministerie van Buitenlandsche Zaken en Sadi Carnot dat Vin openbare werken aanvaarden. Met het Ministerie van Marine zal ad interim een der andere Ministers worden belast. De president Grévy heeft een schrijven ge richt aan den Minister-President üe Freycine hetwelk in het Journal Officiel is opgenomen, en waarin eerstgenoemde zegtIk betreur, dat gij volhardt in uw verzoek om ontslag. Ik zal de diensten niet vergeten, die gij aan het gouvernement bewezen hebt; gy behoudt mijne volle toegenegenheid." Een later beticht uit Parijs meldt: Er is nog niets bepaald omtrent de nieuwe ministerieele combinatie. Er worden vele namen genoemd: zoo o. a.Jules Feriy voor buitenlandsche zaken, Ghallemel-Lacour of-Paul Bert voor ondeiwijs, Sadi-Carnot voor openbare werken en admiraal Dupré voor marine. Een nota van Jlava zegtWij zijn in staat te verzekeren: dat de ministeiieele crisis uitsluitend ontstaan is door verschil van mee- ning in den boezem van den Ministerraad met betrekking tot deuitvoeiing der Maai tdecreten. Over den vredelievender! geest van Fiankrijks buitenlandsche politiekwaarin niemand ook maar denkt veiandering te brengen, weid in het debut zelfs niet gesproken. De onthulling van het standbeeld voor Thiers te Saint-Gerrnain-eu-Laye heeft eergis teren plaats gehad. De heer Jules Simon her- ioneide in zijne daarbij gehouden redevoering Mn het door Thiers gesproken woordjDe Republiek zal conservatief zijn of zij zal niet kunnen bestaan", en lichtte die wooiden toe. Na zijne rede stond de heer Olivier Pain de redacteur van het dagblad 1' Intransigeant op en protesteerde krachtig tegen de oprichting van dit standbeeld. Een gendarme moest hem i«3i* e n 1> e r t i s t e Jaar na die woorden in hechtenis nemenom hem aan de verontwaardigde menigte te onttrekken, BELGIE. Verschrikkelijke stormen hebben te Namen (Belgie) en in omstreken aanzienlijke schade veroorzaakt. Het gehucht Fresnes, nabij Lustim is bijna geheel vernield. Te Andenne en te Anteualle beloopt het verlies meer dan 40,000 fr. De schade te Samsoo en te Goyet door de regens aangericht wordt geschat op ongeveer 250,000 fr.; drie bruggen zijn aldaar door het water medegesleept. B U M E 2i I E. Riza pacha zal uiet antwoorden op het ulti matum van admit aal Seymour. Dulcigno zal niet zonder stryd wol den afgestaan. De Monte- negrijnen z'yn zeer verbitterd. Zij hopen dat de mogendheden, gedurende; de vloot-demon- stratie, hun zullen toestaan zich te Dulcigno te ontschepen uit de Russische vaartuigen, iui i~é: De Vesuvius dreigt weêr snet een uitbarsting. Er vloeien sedert den 4den dezer breede lava- stroomen -langs de noordoostelijke helling van den beig. De IJzertouwspoorweg ligt aan den andeten kaut; daarvoor is dus geen gevaar te vreezen. VEREENIGDE ZITTING DER BEIDE KAMERS VAN DE STATEN GENERAAL. op Zaterdag 18 September '1880, tot sluiting van de gewone vergadering der Staten-Generaal. (Geopend te 2 uren.) De Heer Van Eysinga, vooizitter der Eerste Kamer, bekleedt den voorzitterstoel. De Voorzitter laat door den griffier der Eerste Kamer vooi lezen een besluit des Konings, vau den 4den September 1880, No. 2, waarbij aan den Miuister van Binnenlaudsche Zaken wordt opgedragen de taak om zich heden, des namid dags te 2 uren, te begeven naar de vergadering der Staten-Generaal, en aldaar uit naam des Konings de tegenwuordige zitting der Staten- Generaal te sluiten. De Voorzitter benoemt eene commissie samengesteld uit leden der beide Kameis, om den heer Minister vau Bimienlandsche Zaken in- en uitgeleide te doen. Koit daarna wordt de Minister van Bionen- lanilsche Zaken, die zich op de gewone state lijke wijze naar de vergadering der Staten. Generaal heeft hegeven, de zaal binnengeleid. De heer Six, Minister van Binnenlaudsche Zaken, plaatst zich voor den tioon en houdt de volgende aanspraak: Mijne heeren! De Koning heeit mij belast met het sluiten van Uwe tegenwoordige zitting. Een terugblik op hare werkzaamheden laat niet onbevredigd. Konden belangrijke overeenkomstenmet België en Luxemburg gesloten, door Uwe mede werking worden bekrachtigd, vele maatregelen van wetgeving kwamen tot stand. Inzonderheid mag worden gewezen op de herziening van het strafstelsel der crimineels wetboeken voor het krijgsvolk te water en te lande; de gemeente lijke indeeling der Westerschelde; de verzeke ring van den aanleg van water wegen in de Noordelijke provinciën en van hun verbinding met Pruisen; de instelling eener Rijks-post spaarbank; de wijziging zoowel van de algemeeaè voorschriften omtrent de heffing van invoer rechten en accijnsen als van de regeling van den suikeraccijns. Ik mag niet onvermeld laten den waarborg, aan handels- en fabrieksmerken geschonken; de bescherming, ten bate van landbouw en hout teelt aan nuttige dieten verleend; de bepalingen omtrent de openbare middelen \an vervoer; noch ook de nieuwe regelen voor de opleiding en bevordering van het personeel van "den geneeskundigen dienst bij de landmacht ver ordend. Tot ontwikkeling der bronnen van welvaart in Nederlaudsch-lndië door spoorwegen, in "West-Indië door aanvoer van vrije arbeiders, werd Uwe hulp niet te vergeefs ingeroepen. De arbeid, bovendien door U besteed aan de voorbereiding van gewichtige aangelegen heden, zal, naar men vertrouwen mag, een volgend jaar vruchten dragen. Ik heb de eer, Mijne Heeren, U's Konings dank te betuigen voor Uwe toewijding aan 'stands belang en in Zijnen naam deze verga dering der Staten-Generaal te sluiten. Den Minister van Binnenlandscha Zaken wordt, na het uitspreken dezer sluitingsrede, door de commissie uitgeleide gedaan, waarna^ de vereenigde zitting door den Voorzitter wordt gesloten. VEREENIGDE ZITTING DER BEIDE KAMERS VAN DE STATEN-GENERAAL. Opening van de gewone sitting der Staten- Generaal, 18801881, op Maandag den 20 September 1880. De openiug van de gewone zitting der Staten- Generaal heeft jl. Maandag op de gebruikelijke wijze plaats gehad, z'y'nde de rede, bij die ge legenheid door Z M. den Koning uitgesproken, door ons denzelfden dag, in een buitengewoon nonimer, aan onze geaboneerden in de, stad ea omstreken medegedeeld. DEN HAAG, 21 September 1880. Zr K. II. Prins Frederik zal heden weder naar Duitschlaud vertrekken. Heden vergaderen beide Kamers; de Eerste ter installatie van den President, de Tweede tot het opmaken van eene uoininatié voor den Voorzitterszetei. ABONtUCHiSNTSi'KU», |)CI Kwhi taal 1.85. franco per post, dour hei gelieele Rgk- 2.5U. iftonderlgke iinnimeis- 0.10. BtlluAlIf HARKT, K, 184. Advertentieprijs: van l10 gawuue iegols met inbegrip van eene Courantf 1.10, Iedere gewone regel meer- 0.10 Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal berekei d.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1880 | | pagina 1