Vernipt iatelijta, ntifziieri Dinsiai A0- ïrijds" 1: October. •M 5Ö25. Kennisgeving. Kennisgeving, Bij dit nommer behoort als bij voegsel een photoiithographische afdruk van den eersten brief van den moordenaar aan den heer Bogaardi; ie r e u 1> e r t i g- sit e J a a r fj- a n g. De Burgemeester van Schiedam, ■}-£ii IB0N!"*>"£NTsi'K«JS| (km kvmiutn!1.85. franco pel post, door het geheele tïyk- 2.50. Iftauderhjke unmmeis- 0. !0. KURKAVi WlU T, E, 121. Advertentieprijs: van 110 gewone regels met inbegrip van eena Courantf 1.10. Iedere gewone regel meer- 0.10 Diuemaal plaatsing wordt tegen tweemaal berekend. Aan hfet Commissariaat van politie zijn als op straat gevonden aangebracht, een vfll en tea witte kip. Brengt by deze ter kennis van de Ingezetenen: Dat het Kohier van het Patentiegt dezei Gemeente over het Dienstjuat 1880/81dooi den Heer Provin cialen Inspecteur dor Du ecte belastingen te Itottei dam, op den 20 September 1880 eieouioir verklaard en op Iglen aan den Ontvanger der Dneete Belastingen, ter ihvordering is overgemaakt. 'Voorts wordt bij deze heiinneid, dat een ieder terphgt is zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden voet, te voldoenalsmede, dat, van heden af, de termyu pa drie maanden ingaat, binnen welken de leolames "gen dezen aanslag behoofen te worden ingediend. En ïsiueivan afkondiging geschied, waar het behooit den 80 Septembei 1880. Be Burgemeester voornoemd P. J. VAN DIJK VAN MATHNliSSE. Iorigtlugen welke gevaar, schade of hinder kunncit veroorzaken. HaiiocsicESTER en Wethouders wn Schiedam; Gezien het ingekomen vei zoek van: I. S. Figee alhier dd. heden jam vergunning tot het opiigten eenor broodbakker^ m het paud aan de Hoofdstraat wijk G, no. 115, (adaster sectie 1), no. 112. Gelet op de aitt. 6 en 7 der wet van den 2den Juny 1875 Staatsblad no. 95); Doen te weten Dat voonneld verzoek met de bijlagen op de Seeietaiie dei Gemeente is tei visie gelegd; dat op Donderdag den IA October a. s., des middags ten 12 ure, ten itaadhuize gele genheid zal woiden gegeven om bozvvaieu tegen hst toestaan van het verzoek in te diengenen die mondeling of schriftulyk toe te lichten; en dat geduieude drie dagen vóór het tijdstip hieiboven genoemd, op da Secietane dar ge meente, van de schnftuien, die ter zake mogten zyn ingekomenkeuuis kan worden genomen. En is hieivan afkondiging geschied, waar het behoort, deu 30 September 1880. Burgemeester en Wethouders voornoemd, P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE. DeSecretaris, A. W. MULDER. Schiedam, 30 September 1880. Gelijk het gesprek met een liefhebber van fedeneeren, een verkondiger Van holle of mas sieve theoriëo, soms de grilligste wendingen neemt, zich van hoogten naar laagten wendt, t,s3ich van het Oosten in sen ommezien tjjds naar het Westen verplaatst,' zoo geven ook de parlementaire debatten onzer Tweede Kamer bij gelegenheid van de beantwoording van het adres van antwoord 'op de troonrede alleilei oratorische en andere uitwijkingen te aanschouwen. De Koning heeft een woord gesproken, hem door zijn verantwoordelijke |raadsheden in den mond gelegd, en die verantwoordelijke raads lieden hooren bij genoemde gelegenheid dat woord hei halen en uitpluizen, volgen de ont leding daarvanmoeten zich hooreu oordeelen eu veroordeelon, n dat alles in een toespraak tot mijnheer de President", die altijd op zijn hoede, gereed staat ieder binnen de perken te houden, die de vormen van het parlementaire samenzijn ook maar in het minst mocht trach ten te violeeren. De heer Dullert, de tegen woordige voorzitter, bezit J—j zijn herhaalde herkiezing als zoodanig bevvijst het al de vereischten voor zijn hooge betrekking; trou-, wens, zij wordt hem doorde.Jeden»,onzer Tweede .Kamer-niet* m'Q'eilijkf'gemkakt:*Nim'mer behoeft hij zich te dekken; 't gebruikelijk signaal in het Fransche Parlement, als'dei zaken zoo in de war zijn, dat de orde piet te herstellen is, en de zitting opgeheven, - moet worden. Zelden klinkt de waarschuwende tpon .der schel; wij Hollandeis, kennen het geheim, onze scherpste aanmerkingen in nette vormen te hullen en in onze uitingen te blijven binnen de peiken der wellevendheidook al wordt die indeidaad uit het oog verloren. Ziet eeushier. Iu dit driedaagsche debat werd onder anderen dit woord geworpen: sSpinoza en Biussel, dat teekent de Regeering,.die thans als 's Konings verantwoordelijk gouvernement het roer in handen heeft, volkomen. Wat de arme teringlijder Spinoza, die op zijn nederig kamertje op de Paviljoensgracht sn-den Haag niemand kwaad deed, met het adres van antwoord op de troomede te maken heeft, is misschien velen duister. Maar, een licht gaat op, als men weet, dat voor enkele dagen het standbeeld van Spinoza werd onthuld en dat de Minister van Biunenlandsche Zaken bij die'een voudige plechtigheid tegenwoordig was. Ach, nu weten we, wat die uitroep beteekent: we willen den zin er van niet ontvouwen, maar kunnen toch niet nalaten op te merken, dat de Minister van Binnenlandsche Zaken der 19de eeuw van den kloeken denker der 47de menige nuttige les zal kunnen aannemen, als daar b. v. *Ün: - i »Voor zoo verre de menschen, door nijd of esuigen hatelyken hartstocht, tegen elkander gedreven worden, zjjn zij elkander vyandig, en dus zooveel te meer te vreezen, als zij meer vermogen dan de andere voortbrengselen der natuur. De gemoederen worden echter niet door krijgswapenen, maar door liefde en edelmoe- digheid verwonnen. En verder: Eendracht wordt bewerkt door al wat recht, billijkheid en heuschheid raakt. De menschen verdragen namelijk zoo min 'tgeen onheusch is, of's lands wijs en zeden kwetst, als 't geen onrechtvaardig en onbillijk is. Om liefde te winnen, is dat bovenal uoodig wat op godsdienst en rechtschapenheid betrek king heeft." En van de zeden tot de staats leer overgaande, heeft Spinoza zoodanig geleer- aard, dat elk Minister van welke zaken dan ook, zich vrijelijk aan zyn voeten kan-nederzetten, s Opstand, oorlog, verraad en schennis der wet_ zyn, zegt hij, minder aan de boosheid der onderdanen dan aan den slechten staat van 't bestuur te wijten. De menschen toch worden niet als burgers geboren, maar tot burgers gevormd. Hunne hartstochten zijn van nature overal dezelfde, en indien dus in den eenen staat het kwaad meer regeert dan in dén anderen, dan spruit'dit daaruit voort, dat zulk een staat niet voldoende ,voor zijn eensgezind- heid zorg-droeg, zyn wétten niet,schrander genoeg' stelde, en dus geenvoldingende staats- -■"''maclff'ti scheppen wist Een staat' toch,- die de oorzaken van den opstand niet'wegneemt of voorkomt, n dus op den duur voor een toestand, van! oorlog en herhaalde walsscheiini: 1 te vreezéh 'heeft, verscheelt" weinig of niet van den zoogenaamden natuurstaat, waarin ieder naar z.jn eigen willekeur,'maar niet groot levens gevaar leeft. Een staat, waarin de door vrees bedwongen buigers de wapenen niet ter hand nemen, moet eerder gezegd worden zonder oorlog dan in vrede te leven. Vrede toch is geen loutei gemis van oorlog,maar een uit kloekheid van zin geboren deugd; hét is ïde standvastige wil om datgene te eilau'gen, wat naar de algemeene staatswet geschieden moet. Die staat daarenboven, welks vrede alleen van de Laag heid der onderdanen afhangt, die zich als vee slechts tot dienstbaaiheid lateu leiden, mag eor een woestenij dan een staat genremd worden. ïWauaeer ik daasom", zegt Spinoza, ndien staatsvorm den besten noem, die de menschen het eendrachtigst leven doet, dau bedoel ik een inderdaad menschelijk leven, dat niet door den omloop van het bloed en andeie ojk aan 't vee eigene,, dingen, maar door de rede, de ware kiacht en 't leven van dén geest, be paald woidt." w 1 i u We konden zoo tal van lessen voor den staats man uit Spinoza's staatsleer opdelven; m<iar»we moeten naar Brusselook daan heeft de Regeering zich gebrandmerkt; want onze gezant is op een der "feesten'-verschenen 1 Onze gezant heeft echter beweren de diplomaten 'juist blijken gegeven van veel gezond'verstand en staatsmanswijsheid. Hij is verschenen op ,den dag, toen het vooral gold hulde te brengen aan den.tegenwoordigen Koning van België en heeft zich verder op een afstand gehouden. "Waarlijk, als onze nationale fierheid daardoor in de waagschaal is gesteld, dan heeft ze luttel te 'oeteekenen. Maar onze -zuidelijke naburen weten wel beter, en zijner

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1880 | | pagina 1