Do dreigbrief door, den sergeant Musquetier
uit Amsterdam ontvangen, is door hem aan den
procureur-generaal overgelegd, daar Z. M. de Koning
den wensch heeft te kennen gogeven om dien brief
te lezen.
Een verblijdend contrast met dezen dreigbrief is
het feit, dat de lieer Musquetier op dit oogenblik
reeds in het bezit is van een 50tal brieven en brief
kaarten, welke getuigen geven van appreciatie van
zijn houding, Het aantal naamkaartjes is bijna
niet te tollen. (D,)
"Van den sergeant Musquetier -wordt het volgend
schrijven medegedeeld
»0p dit oogenblik zijn verscheidene geruchten
in omloop omtrent de beslissing, die ik nomen zal
over het al of niet aannemen der uitgeloofde premie.
Ten einde nu alle verkeerde beoordeeling daarom
trent te voorkomen, heb ik de eer UEd. te berich
ten, dat ik voor mij zeiven er niets van verlang
te behouden, doch daarover op een wijze zal beschik
ken, dat verschillende liefdadige inrichtingen daar
door gebaat kunnen worden."
De sergeant Musquetier heeft gisteren op uit-
noodiging van den heer Bogaardt ten zijnen huize
een bezoek afgelegd. In 't bijzijn van de gcheele
familie betuigde de zwaarbeproefde vader zijn
innigen dank aan den man, die den sluier had
opgeheven, ovet de gruweldaad van den 23n
September gespreid. Niet alleen had hij daardoor
de justitie een uitstekenden dienst bewezen, maar
bovenal aan alle gissingen en geruchten een einde
gemaakt en den heer Bogaardt en diens huisgezin
verlost uit de pijnlijkste onzekerheid, ,die hun
diepe smait over het onherstelbaar verlies slechts
vergrootte. Tijdens dit bezoek ontving de heer
Bogaardt van een vriendenhand een levensgroot
portret van den sergeant Musquetier ten geschenke.
Heeft de familie Bogaardt in de treurige dagen,
die zij thans beleeft, veel leed gehad door het
onvoorzichtig verdacht maker van sommigen, zij
heeft ook veel deelneming ondervonden. Velen, die
.met het treurig lot der ouders, die hun eenigen
zoon op zoo verschrikkelijke wijze moesten ver
liezen, begaan waren, hebben op ongekunstelde
wijze hun deelnemend gevoel getoond. "Vooral bij
debegrafenis van den armen Marius. Die deel
neming was den ouders zeker een troost.
Thans openbaart zich bij sommigen de wensch
om hun deelneming te toonen door het oprichten
van een gedenkteekenhetzij op de plaats waar
de arme Marius het leven verloor, hetzij op het
kerkhof, wnar zijn stoffelijk overschot is neergdlegd.
"Verscheiden ingezonden stukken, die wij eergisteren
pn gisteren ontvingen, spreken dien wénsch uit.
"Wij kunnen ze niet alle opnemen, doch maken er
toch melding van om te toonen, dat de hartelijke
deelneming in het lot der zwaar beproefde ouders
niet alleen bij vrienden en bekenden, maar ook
bij talloozen buiten dien kring gevonden wordt.
(-Ykd.)
De Jongh's gehuwde zuster is nog niet overleden,
zooals eergisteravond algemeen werd verteldtoch
is haar toestand zeer bedenkelijk; de dokter vreest
dat zij krankzinnig zal woidcn.
Van het misdrijf, dat haar zwak zenuwgestel
nog meer van streek heeft gebracht, weet ze het
ergste niet, rrl. dat haar broeder de dader is.
Haar zuster, gezelschapsjuffrouw bij mevr. v. W.
v. K.. is, in gezelschap der moeder, bij de treurige
ontmoeting in de gevangenis'tegenwoordig geweest.
JC -
i
i-f.
Kr, H
Vf J-y i -
ffi r if J* S 'j
ip S#W-
De Jongh is, na de bekentenis, een weinig be
ginnen te eten. Hij ziet er echter ellendig uit
Gisterenmorgen is roej, Muns, handelaarster in
garen en bandop den Dennenweg in verhoor
geweest.
De Jongh zat stil voor zich op den grond te
staren.
Vr. Hebt ge dat koord hij deze juffrouw gekocht?
Antw. Ja. (Zwak).
Yr. Hoeveel heb je er voor betaald?
Antw. 48 centen.
(Tegen de juffr.) Is dat waar
Ja. Hij betaalde mij een kwartje en kreeg
7 centen terug.
Hoeveel el heb je gekocht?
- Eerst vroeg ik 4 en toen 6 el.
(Dit is historisch. Uit den mond der juffr. zelve).
De dnih. Ot. bevat het volgende inge.
zonden stuk, dat wij om het groote belang der
,'zaak in zijn geheel overnemen:
Be Waterweg van Rotterdam.
In 4869 en *1871 werd in ons blad de uit-
i:; komst voorspeld; die te verwachten was als met j
geweld, door de afdamming van het Scheur,
door den Hoek van Holland een"" nieuw zeegat
aan de Maas werd gegeven. Wat toen voorspejd
en niet geloofd werd is thans bewaarheid,
want droog is 't voor den nieuwen mond,
waar vroeger acht el water stond.
Da drooge bult van de West ligt op de plaats
vóór het gat, waar in 1868 80 dM. water by
laagwater gevonden werd. t
Het eerste bedrijf der geweldoefening is afge
speeld en wij staan, zooals voorspeld^ werd, voor
den aanvang van het tweede bedrijf, waarin de
Oostpunt van Rosenburg' aan IJselmonde zal
worden verbonden om de Botlek af te dammen.
Het werd voorzien, als men door het afdam
men van het Scheur niet slaagde, men dan nog
iets meer zou willen afdammen, en als ook dat
niet helpt, dan nog maar meer, tot er niets meer
af te dammen is, wanneer men gedwongen zou
zyn, als alles, ook het nieuwe zeegat, digt is,
te erkennen dat men gedwaald heeft.
Dezelfde schrijver, die tien jaren geleden eene
zoo treurige uitkomst voorspelde, heeft ons zijn
oordeel medegedeeld over de twee lijvige boek
doelen, waarin de voorstellen der Staatscom
missie vervat en toegelicht zyn tot verbetering
van de Maas van Krimpen, volgens hem niet
tot IN, maar tot aan zee.
Die boekdeelen worden zeker niet veel gelezen,
en zouden ter wederlegging een boekdeel vor
deren, dat wellicht in het geheel niet gelezen
zou worden.
Vóór dat het tweede bedryf aanvangt,wil
hy in weinige woorden zyn waarschuwende
stem andermaal doen hooren.
Als het mogelyk is om het zand dat op den
zeebodem van 1868 geschuurd werd, door
middel van krachtige baggerwerktuigen met
stoomschouwen op te ruimen, dan gelooft hij
dat men voor veel geld tot onderhoud een
bruikbaar zeegat voor schepen van 65 dM.
diepgang zal kunnen verkrijgen. Van het baggeren
van een geul in den zeebodem van 1868 is
natuurlijk geen .sprake.
Wij kunnen het niet beoordeelen, maar geven
gaarne eene plaats aan z'yne zienswijze in ons blad.
Over bet bezwaar, dat de vorm aanvankeljjk
bij ons maakte, meenden wij ter wille van de
zaak te moeten heenstappen. Redactie.
Tot roem van onzen Waterstaat,
Die zand als water stroomen laat, (1)
Werd eens een eerezuil gesticht,
Die nu in zand bedolven ligt.
Ofschoon' het zand niet heeft gestroomd
Zoo als de Waterstaat 't zich droomt,
De Staatscommissie nu verklaart
Het haar volstrekt geen zorgen baart
Men grave en baggere eerst het zand
En breng' 't met schouwen ver van land,
Waar men 't in 't water zinken doet.
In hoofdzaak was het plan dus goed. (2)
En zeker komt het werk tot stand
Voert de rivier noch slib, noch zand
En «iets dan water naar haar mond,
Dan is er voor een baar geen grond (3)
Doet daarom zoo als ik u zeg;
>Men grave en baggere alles weg,
sNormalisere er 't stroombed mee
»Yan Krimpen af tot aan de .zee."
't Oorspronkelijk plan' blijft ongedeerd,
Men werp' slechts 't zand, daaruit geweerd,
In 't oog der Staten-Generaal,
Als oorzaak der geheele kwaal. (4)
De Wet beveelt-Normaliseert
Heeft zand en stroom geïgnoreerd
De Waterstaat, die wist dat wel,
Want hij verkreeg daardoor vrij spel.
Stelde Natuur hem zeer te leur,
Hij dwong toen met den dam in 't Scheur
En schuurde 't zand naar hartelust.
Van uit het strandvlak voor da kust.
De Staatscommissie wil 't niet doen,
Keurt 't af, en vraagt Dertig millioen,
De helft voor graaf- en baggenverk,.
De rest voor dwang toch even sterk. (5)
Maar* als 't door baggeren geschiedt,
Waarom alleen door baggren niet?
Waarom nog dammen eerst gelegd?
Bleef binnendams de geul niet regt?
Waar zij voor zand is heengegaan
Bleef daar haar steile'-kant niet staan? - j
Neem 't zand dat vóór die vaargeul ligt 1
Eerst weg, dan krijgt men daar welligt -
V n
De diepte weêr, die men er had - "M
Vóór 't zand gespuide werd in het gat
Waarom ook dammen uitgebracht?
Omdat men Noordwaarts heil verwacht, (g)
't Normaliseren moet het doen
Met dwang voor driemaal vijf millioen.
Zoo krijgt dan eindlijk Rotteróam
-1 Zijn vaarweg klaartot kop van dam
Daar buiten zet zich weêr een baar r
Door stroomen loodrecht op elkaêr, (7)
Al blijft 't gat breed, of maakt men 't smal,
Weest zeker dat die komen zal,
Zoolang de vee nog daalt en zwelt
En zich tot waterpas herstelt.
Een bed voor vloedGOLF? 't is te dwaas!
Er komt geen vloedgolf in de Maas, (8)
Reeds schuurt Natuur een deel der baar
In 't Wester zeegat, helpt haar daar; (9)
Dat kost u minder tijd en geld
Dan al dat plegen van geweld;
Want binnendams daar zijt ge sterk,
Daar buiten doet Natuur het werk.
Zij lacht met 's mensehen ijdelheid
En met de kracht waarmeê ge strijdt.
.Weet ge eerst het zeegat daargesteld
Wat 't jaarlijks koste aan baggergeld,
Normaliseer dan de rivier
Aan 't zeegat zelf doet dat geen zier, (40)
Laat stil de Botlek maar bestaan
En langs dien weg wat water gaan,
Al geeft 't geen voordeel, 't hindert niet
Als 't werk door baggeren geschiedt.
Want als die arm niet meer bestaat
En 't werk niet slaagt, dan wordt to laat
Alom de jammerkreet gehoord,
Die eerst nog hoopvol werd gesmoord
ïAcii was die krib voor IJsselmond
«Maar niet gelegd, dan zeker vond
dMen nog wel water bij Gof.ree n
ïOf kon men langs den Briel naar zee." (11
Denk dat uw roem te gronde gaat
O nooit volprezen Waterstaat.
(1) Zie Nieuwe Spectator van 1871, no, 46.
(2) De hoofdzaak was, dat meer dan twintig milUoêB
M3. zand als water naar zee zouden stroomen zonder
baar te vormen; daarom werd in de Wet alleen van
normaliseeren gesproken.
(3) Men heeft te IJmuiden eene andere ervaring
opgedaan. Daar is geen rivier en er is meer zand uit
zee ut de havenkom bezonken naarmate de diepte er
toenam. In de kaart van 1868 ziet men aan den Hoek
van Holland het Z3nd tusschen de dammen Hggen, dat
er uit zee gebracht .werd.
(4) De Staten-Generaal hebben aldoor goed ver
trouwend millioenen voor het werk geioteerd, totdat
eindelijk het ongerijmde voorstel gedaan werd om de
doorgraving te verruimen tea einde ttroomverslerking ts
Herkrijgen. Dat was te erg. Door het amend. ment-Blussé
werd toen aan do geldverspilling een einde gemaakt,
(5) Zij stelt voor, de Botlek af te dammen en door
leidammen en verder uitbrengen der hoofden de uit
watering om de Noord te dwingen. Zij levert daardoor
het duidelijkst bewijs voor dit zuidelijk trekken der
rivier, dat door haar ontkend wordt.
Zij laat het afdammen van de Oude Maas voor een
later bedrijf.
(6) Door het wan-eb-ty, dat!rond den kop van den
Nootderdam naar binnen loopt, is daar het Schaar
ontstaan, waardoor de Waterstaat misleid en op den
verkeerden weg oin de Noord gebragt is.
(7) Men vindt overal waar dat het geval is bank-
vorming, want vloed- en ebstroom langs het kuststrand
voeren zand naar den' kop van den dam, waardoor elk
hunner gestuit wordt.
Men zie de kaart van 1868 vóór dat het strand door
gestoken werd, 1 i
(8) Waaischyniijk komt er een vloedGOLF in de
Scheldewaarin het verval van water naar binnen
toeneemt, maar er komt er geen in de Maashij loopt
voorbij het gat. Hier zijn eb en vloed niets anders
dan het herstellen van het waterpas-met den zeespiegel,
die beurtelings rijst en daalt.
Men .normaliseert de rivier, waarin geen vloeiiyo!/
komtten einde de voortplanting van de vloedgolf
daarin te bevorderen en gemakkelijk te maken, en
hoopt zoodoende meer water (dan het waterpas?) te
zullen verkrijgendat in de verruimde doorgraving
meer schuurkracht zal hebben dan wanneer het waterpas,
zich door een nauwe opening moest herstellen. Hoe
is het mogelijk 1
19) Als er slechts 30 geschikte dagen in het jaar
zijn, om naast den kop van den Zuiderdam te baggeren,
zal het op die weinige dagen kunnen geschieden en-;
op de overige meer naar binnen. In elk geval zal men,
de Natuur kunnen helpen en niet tegenwerken. -
Krachtige baggerwerktuigen met voldoende geschikter
stoomschouwen rijn daartoe noodzakelijk. 'I
(101 Dat de verruiming der doorgraving en het
normaliseeren der rivier, al wordt de afvoer van water,»
grooter, geen stroomversterking zal "te weeg brengetó
is door den kap.-luit. _N. MacLeod in Set Vaderla
van 10 October 1880 duidelijk aangetoond. '_J
De door hem voorgestelde ombuiging van het Naor- j
derhoofd verdient overweging,', nadat het'zeegat door Y.
baggering zal zijn verkregen, ofr bijna 'verkregenfj?
anders wordtvdp haar naar buiten geschuurd, me||
^weggenomen.- jIv,, t t
(11) Zie Arnhemsche Courant van 41, 43 en i°,
eait - - vc3|R
W
te
er
te
Di
ka
is
Pc
de
ba
Os
Va
tai
Pii
He
0.
zoc
Spi
t
van
Dij
en
Her
F.
The
stee
Joh:
en
fl
Hibl
Wei
4 in
O
Alet
Nov. 1871.
J u i
h
n* 1
j V-^