A°. 1881). Vrijdag 5 November. .M 5050 TerstlijDt iaplijta, «ilfistiÉri DlusJai. Kennisgeving. Kennisgeving. a I>:SESS5sÖ5,;<fl. ""5g COURANT. i e r «ii i" l i as t e J a ti r g- tt n y. IflONMtWISNTt.l'KlJapoï I .N.'l. Franco per post, iloui tiet gelieeie Kijk. - -2.5u. Afzonderlijke iioiniiieri>- 0.iü. BUUKAIIi M A SI 14 T, K, 124. Aan liet Conimispai iaat van politie zijn als op stiaat gevonden aangegeven een gouden kruisje en 12 linnen herenzakken ge- Bieikt V. I». "ff. IV. Zwel. Inrlgtlngen welkegevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken. Burgemeester en Wethouders van Schiedam; Gelet op Art. 8 der Wet van den 2en Junij 1875 Staatsllad no 95) Geven kennis aan de ingezetenen dat op heden aan C. L. ROKEURAND en zijne rechtver krijgenden vergunning is verleend tntoprigting eener mouterijop het perceel open grond aan de West-^rankelandsche Laan, kadaster sectie E, no. 1797. Schiedam, 4 November 4880. Burgemeester en Wethouders voornoemd, P. .1. VAN DIJK VAN MATENESSE. De Secretaris, A, W. MULDER. Xnrlgtlngen welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken. Burgemeester en Wethouders vpn Schiedam; Gezien de ingekomen verzoeken van 4. R. A. IlAPPEL aldaar dd. 2 dezer, om verguuning lot oprigting eener^ slagtplaats en rooberlj van vleesch en. spek in het pand op het perceel slaande aan de Frankelandsche Laan kadaster sectie E, no. 4742. 2. J. T. HE1LKER aldaar dd. 2 dezer, om ■vergunning tot oprigting eener broodbakker in het in aanbouw zijnde pand, mede staande op het perceel aan de Frankelandsche Laan kadaster sectie E, no. 4742. Gelet op de artt. 6 en 7 der wet van den 2den Junij 4875 Staatsblad no. 95); Doen te weten Dat voormelde verzoeken met de bylagen op de -Secretarie der Gemeente zijn tei visie gelegd; dat op ttondcrdag den IS November n. s., des middags ten 12 ure, ten Raad huize gele genheid zal worden gegeven om bezwaren tegen het toestaan van de verzoeken in te brengen en die mondeling of schriftelijk toe te lichten; en dat gedureude drie dagen vó<5r het tijdstip hierboven genoemd, op de Secretarie der ge- •meente, van de schrifturen, die ter zake mogten •*yn ingekomen, kennis kan worden genomen. En is, hiervan afkondiging geschied, waar het 'behooi t, den 4 November 4880. Burgemeester en Wethouders voornoemd, P. J. VAN DIJK VAN MATENbSSE. De Secretaris, A. W. MULDER. Schiedam, -^November 4880. Daar liggen ze weer voor ons, de laatst uitge komen afleveringen van 'Gids, Tijdspiegel Vragen des Tij da, om vat andere, zich binnen meer bepeikten kring bewegende periodieke geschiiften niet te gewagen, 'tls jammer, dat het volk, de groote massa, aan een gedeelte dezer periodieke lectuur weinig heeft. En toch, elk blad, plaatselijk of gewestelijk veronderstelt in zijn buitenlaudscti of binnenlandseh oveizicht by zijn lezeis een tamelijk groote dosis kennis van de beginselen, die f de wereld beroeren, óf de weield in rust houden, eu die in onze peiiodieUe lectuur onophoudelijk behandeld worden. Ja; het volk leest; de gemengde berichten het eerst; dan het stedelijk nieuws; in de derde plaats de advertentiën, die van Hoiloway en de teerpillen incluis, om ten slotte, na veel overgeslagen te hebben, by Bismarck, Rizza- pacha, Gambetta, enz. enz. terecht te komen, en eindelijk de courant te, sluiten met een veel- beteekeneud: alk heb e&,het_rnijne uit!" Al de personen, die we daar noemden, zweven voor de ongeu der menigte als schaduwbeelden voorbij, zonder ziel, zonderjeven. Men kent hun naam, maar hun 'pldnts in dc lijst van hun tijd wordt door een groot deel van het lezend pu bliek moeilijk onderscheiden. Laat ons zien, of ■wij uit bedoelde tijdschriften niet het een en ander kunnen opdelven, dat legrepen kan •worden, en beginnen we met ons eigen land. sOnderwoehr' noemt Mr. Veegens zijn artikel in de Viagen des Tijds", waaraan hij tot motto gaf de woorden van den grooten Thorbecke: ïMet eene grondwet, waaraan niemand gelooft, regevrt men niet". Men wete nu, dat de heer Veegans behoort tot hen, die het algemeen stemrecht voorstaan, en wat hij met de bijvoeging onderwoeld bestempelt, is voornamelijk ons kiesstelsel. »De dyk van ons kiesstelsel, zegt h y aan het slot van ziju artikel, loopt gevaar door het onvermogen der parlementaire meer derheid, om naar de beginselen onzer grondwet te regeeren, door het onvoorzichtig voornemen van haar gewezen aanvoerder, om aan die heginselen te raken, door het ongeloof harer leden aan de voortreffelijkheid der giondwettige vooischriften. Hoe zai men dc wassende golveu keereu, wanneer niet alle man met onvermoei- baien ijver aan het werk blijft om den bedreigden dyk te houden, maar een deel der djjkgastea weigert te arbeiden, de rest weifelt ,en niet meer dan halve kracht gelieft aan te wenden? Zie, daar beneden, ter hoogte waar de glooiing schiei onmerkbaar wordt, vloeien enkele di op- pelen. Is dat water over den dyk geslagen of is het er door heeugedrongen Gewichtige viaag, waarvan het lot der waterkeeringafhangt. De kleine wel is ras beteugeld; maar indien zij zich achter den opgewoi pen aardhoopopuieuw mocht vei tonnen, weet ieder dat het met de veidedigiig van den dijk gedaan is." De sein ijver neemt iu ziju merkwaaidig artikel Auvkrtbntikimiusvan 1—10 gewone regels met inbegrip van eene Courant f t.10, leilere gewone regel meer- (1.10. Dhikmaai. plaatsing woidt tegen twkkmaai, berekend, ons kiesstelsel ongerijmd, en zegt, dat de weinige waardeering, die onze natie voor onze Tweede Kamer over heeft, haar oorzaak vindt in de fouten, door haar sedei t 4868 gepleegden is de voorstelling, die men zich van haar maakt in menig opzicht onjuist, ibovenal door het hals starrig vasthouden der Kamer aan een ongerijmd kiesstelsel, (is die) tot een betreurenswaardige, maar onwrikbare, volksovertuiging geworden". Onze Kamer beweei t de S kan geen goed doen. »Zy vindt lofredenaais in haar eigen midden, omdat die daar buiten ontbreken. Zeker, ook binnen de wanden harer vergaderzaal wordt niet enkel lof vernomen. De heer Van Houten herinnert haar, hoe het Nederlandsch werk liedenverbond haar van verregaande onwetend heid omtrent het Nederlandsch industrieel leven beschuldigt, en voegt er aan toe: »Het feit staat niet op zichzelf, Wie kan tegenover de duizende oneerbiedige uitingen jegens haar by de openbare persvan welke richting oolc een blijk, eene uiting van vertrouwen in deze vergadering noemen?" De beer Van der Hoop van Slacht*ren doet haar deze waarheid hooren ïMen moge de eene wet voor, de andere na maken en het vau het hoogste belang achten dat die wetten door een wijzen wetgever zijn samengesteld, eene andere zaak van niet miuder belang is het, dat die wetten steunen op hetgeen leeft als volksovertuiging en niet alleen worden gemaakt door de wetgevende macht, maar ook worden uitgevoerd door mede werking van de volksgenooten. Dit is onmoge lijk met de wijze waarop tegenwoordig de volksveitegenwoordiging wordt gekozen." Bijzonder overweging verdient verder, wat de schrijver vervolgens aanvoert. In het staatkundig leven van ons volk achter de kiezers is' tweeërlei strooming waar te nemen. Honderdduizenden laten zich leiden door geestelijken van rechtzinnig-Protestautsche en Roomsch-Katholieke belijdeois, die de toe lating van den Bijbel op de volksschool als doelwit van hun stieven hebben gesteld Men vraagt wellicht; van welken Bijbel? Die vraag bewijst, dat het gemeenschappelijk doel zoo even onjuist is geformuleerd; Katholieken en Gereformeerden kunnen niet verder samengaan dan tot den ietwat onbepaalden eiseh dat de school aau de godsdienstige opvoeding der jeugd worde dienstbaar gemaakt. Doch wie sedert het volks-petitionnement van 4878 nog loochenen wilde, dat deze eisch bij de bevol- kiug krachtigen steuu vindt, zou geen antwoord hebben op het verwijt, dat hij de taktiek \an den struisvogel volgde, Minst genomen bij iedere gepaste gelegenheid, doen de stemmen der ker kelijke richtingen zich in het Parlement luide vei nemen. Het laatst in het onverkwikkelijk debat, over de invoering der nieuwe schoolwet in de maand Juli van dit jaar gevoerd. Men geloove niet, dat deze oppositie eenige behoefte gevoelt aan den bewijsgrond, haar door den heer Insmger aan de hand gedaan, om haar

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1880 | | pagina 1