VsrscMjit flaplijfe, litpzraiM Dinsdac. A0. 1880. Maandaa: 15 November. ik/ I <5 o n l>erti«fste J a a r g;, a n gp. COBB ANT. ABOüNEüBNTsprus, per kwartaaly 1,85» Franco per post, door het geheele Rijk. - 2.50. Wonderlijke nomineis- 0.10. BtBBABi HAEhT, E, 124. ADvertentiepriis: van 110 gewone regels met inbegrip van eene Courantf 1.10, Iedere gewone regel meer- 0.10. Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal berekend. Academische Senaatkameri daartoe vergaderd. Zij plaatsen zichtegenover hunnein wa pendos gekieede, leerlingen. De heeren studen ten, die niet uittogen, hadden zich ook in de Akademie bijeenverzameld iom hunne broeders nog eens de hand der vriendschap en vereeni- ging tc drukken. Zij wat^n allen, deftig, in het zwart gekleed. Toenf- zij, in optocht, in liet koor der kerke kwamen, vervoegden zij zich achter hunne gewapende Akademie-mak- l.ers. De Rector MagnitlBmde hoogleeraar Van Assen, begaf zich tegen over den hoofd man en zijne j age is. Een plechtige stilte volgde. Aller aandacht was gestemd. Op aller gelaat was aandoening te lezen'en nu begon de zoo rijk begaafde man: »Gy hebt aan onzeu wensch voldaanbur gers der Leidsche hoogeschoolgeliefde leer lingen van uwe toegeuegene leeraars! Het was behoefte voor ou3 hartu uilenop deze plaats vereenigd te zienen u vaarwel te zeggen,jufcAgij henen gaaswaar eer en pljc^t B(j deze Courant behoort ccn Bijvoegsel, j pedellen. Zij waien ieéds, vooiaf, op de Schiedam, 13 November 1880. Heden vóór vijftig jaren, op Zaterdag den lSden November 1830, leverde de stad Leijden een eigenaardig treilend toonee! op. De roepstem van Koning Willem I, tot zijn getrouwe onderdanen gericht, om tegen de opge stane Zuid-Nedeilandeis het zwaard aau te golden, had bij de studeeiende jongelingschap aan Nederlands oudste hoogeschool weerklank gevonden. Aan den morgen van den 13 No vember 1830 stond een uit het Leidsche Stu dentenkorps gevormde viij willige jagercompagnie gereed, den tocht naar de grenzen te aan vaarden. Onder hen bevond zich onze geachte stad genoot, Mr. K. A. Poortman, die den rang van korporaal bij het Corps bekleedde. "SVtj meenden het niet ongepast, wanneer we den geschiedschrijver dier dagen, op dezen vadmlandscheu gedenkdag liet woord geven, om ons den uittocht van het genoemde Corps nog eens.reclit levendig voor den geest te stellen. Op den morgen van den 13 November werd ten huize van den baron Coilot d'Escury, curator der Hoogeschool, door diens dochter aan het Corps een eerevaandel uitgeieikt, onder een hartelijke toespraak. Nadat deze aanspraak geëindigd en de ver- eischte plichtpleging volbracht was, werd het ontvangeh Vaandel, onder het aanheffen van echt vadei landsch krijgsmuziek, naar het schoone Corps, hetgeen naar het eeregeschenk reikhalsde, overgebiacht en, na met toejuiching ontvangen te zyn, met de eerewacht door den Vaandia- ger ia het midden van het Corps gedragen. Hoe bereid, en hoe moedig de H. H. Studen ten waren, er toefde hun nog eene aandoene- lyke plechtigheidhet afscheid van hunne waardige en hooggeachte leermeesters. Daartoe was het koor van de St. Pieterskerk bestemd. Derwaarts zouden zij optrekken. Maar vooial moest het der deelneming treffen, dat er twee uitgelezene afdeelingen der Schutterij, uit vrij willigers beslaande, gereed waren, om, benevens een detachement Kurassiers, hen, als voor- en achterhoede, niet alleen «aar den tempel, aan God gewijd, te leiden, maar ook hen weder van daar naar het Stadhuis en tot buiten de pooit te vergezelleu, tot dat zij hun, bij het Wegreizen naar de plaats hunner bestemming, nog het laatst: vaartwelkonden toejuichen. Ook hier bewees het genoemde koor van toon kunstenaars des zelfs verplichtenden dienst. Zoo trok de krijgstocht naar het huis des Heerenen trad dezelveonder het toepasse lijk - spelen - van het orgel, binnen. Eeüe tal- tjjke menigte vergezelde dien. Da orde was echter voortreffelijk. Da hoofdman schaarde zjjne jeugdige, manschappen iin eenen kring '«ondom' de hoeken van het koor, tegen over liet hek; Toen iverschenen de hoogleeraren, dn derzelw plechtgewaad, voorafgegaan door de u roepen. Daarom is geheel de achtbare Senaat, in plechtstatigen optocht, in uw midden verschenen. Zijne tegenwooidigheid zij het be wijs der genegenheid, die wij u toedragen: zy drukke het zegel onzer goedkeuring op uw rechtschapen gedrag. ïllet is, inderdaad, een schouwspel, dat my treft en outroett: eene zoo uitgebreide schare van jongelingen, die de studiën des viedes beoefenen, in Volle wapenrusting uitgedost, om mij henen te zien. Stoutmoedigen! wie wekte die geestdrift in u op? Wat bepaalde uw besluit tot zoo koen eene daad? ïWas het des Konings hoog bevel? Maar Gij had reeds beslist, eer nog de Koning U riep. Was hat ijverzuchtige navolging, en het voorbeeld van anderen Maar gij volgdet niet naGij gaaft veeleer het voorbeeld aan anderen. Of was het misschien op onze bede en aan sporing, dat Gij U bewegen liet? Neen I voorwaar niet. De taal der overreding is ongepast, waar de hooger stem van plicht alleen moet spreken. Jal zij was het, de stem des plichts, die, als eene Godheid, in U sprak! Zij verhief u de borst: zij wapende uw' arm: zij onderwierp U aau krijgstucht: zy leerde u vaardig den ougewonen dienst. Gy hoordet den noodkreet; Help Nederland en zijn' KoningDe trouwlooze Belgiër is opgestaanHij verbroedei t zich met Fransche rooverbenden I Gij hoordet, en dóór staat gij met de wapenen in de hand, om Nederland en zijn' Koning te helpen, waar gy kunt. ïGij, waardige Hoofdman en Geleider dezer uitgelezen Jongelingschapdie door uwe min zaamheid aller harten hebt gewonnen; door uwe ervarenheid aan allen ontzag hebt inge boezemd, ontvang, als onschatbare pandeD, die wij u betrouwen, deze onze geliefde leerlingen. Neem hen aan in uwe gunste. Behandel hen met zachtmoedigheid, maar bewaar hen tevens bij orde en tucht, opdat hunne zeden rein blijven bij verleiding: opdat hunne gezondheid bloeie onder vermoeienissen. Onvergetelijk zal dan onze dank; groot zal uwe zelfvoldoening zijn. Wy kennen hen; wij durven hetUwaar borgen wanneer de eervergeten Belgiër_ de grenzen aanvalt, wnar uwe Keurbende staat; wanneer der Jagers schelle hoorn klinkt over de velden, en uw bevel hen opdaagt ten stryde, dan zullen deze voedsterlingen der Muzen U toonen, hoe zij van Haar leerdenEdel en schoon is het te sterven voor het Vaderland sBurgers van Vader willems Hoogeschool 1 Gij hebt de getuigenis gehoord, die wij van u durven geven. Bij God, Dien Gij aanbidtbij den Koning, dien Gij eert; by het Vaderland, dat Gy Hef hebt, owij smeeken het U, stelt onze hope niet te leur. nWeet gij wel, waarom w|j U juist op deze plaats het liefst vereenigd zagen? Jongelingen! Dit Huis is aan God gewyd. In dit kerkge bouw wordt Zijn naam verheerlijkt. Onder _deze koorgewelven rusten dooden, wier nage dachtenis onsterfelijk is. Hier in de nabijheid is het graf van Kemper. Hoort niet meer naar mjjne woorden, hoort des Hemels en der gezaligden heilige bevelen; zy zeggen U: Be waart in uwe harteD God en Zyn gebod: Hebt elkander als broederen lief: Weèst vroom en weest demoedig; Ghiisteljjke demoad is de sterkste prikkel tot waren heldenmoed; en die zóó zyn leven wil veriiezen, die zal het be houden. nGaat henen, geliefde vrienden! gaat henen onder bet geleide des Allerhoogsten, onder de zegeningen uwer ouders, onder de heilbeden uwer leeraars, onder, het gejuich van allen, die het Vaderland en Oranje getrouw zyn! Vaartwel Onder het uitspreken van dit aandoenlijk af scheid, met ai de kracht eener deftige en ti effende welsprekendheid, met al het zuiver gevoel van vaderlijke toegenegenheid uifgeboezemd, was elk getroffen. De tranen vau liefde voor hunne dier bare leermeesters glinsterden, bij dit treffend: Vaartwel! de moedige jongelingen in de oogen, en zij zagen op hen met de teedersle toege negenheid neder. De aandoeningen vau alle de Toehoorders, waaronder zeer vele mannen vau geleerdheid en aanzien, waren geheel levendig. Geen kon dezelve verbergen. Zulk een teeder afscheid was nooit gehoordzoodanig was nooit, in zulk een aandoenelijk oogenblik, gesproken. Edele Van Assen! uwe toespraak zal in het geheugen der jongelingen,- .onvergetelijk, zijn- opgeschreven. Zy biijve, in dit gedenkschrift,' voor alt'gd geboekt. In de nabijheid van het> graf van den onsterfeiyken Kemper spraakt- gij. Zoo sprak hytoen .de leerlingen .van, zynen tijd ten'heiligen stryde itegen gebeld,ens overheersching uittoogen. Omzweefde zyu geest u? o dat die geest u beziele, als .ome jonge-.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1880 | | pagina 1