zijn Ingekomen stukken, waaronder rapporten der Commissie van Fabricage op de adressen van G. Van Erpecum en J. Scheurkogel, om rooiing van hoornen en van P. A. Tempelaars, om demping van een gedeelte sloot; welke stukken zijn ter visie gelegd, ten einde te worden behandeld. Te behandelenbenoeming leeraar in geschiedenis en aardrijkskunde bij het middelbaar onderwijs: herstemming over het voorstel van het raadslid, den heer P. Melchers, waarover in de vorige veigadering de "stemmen hebben gestaakt en casn quo be handeling der aanhangige voorstellen betreffende de jaarwedden van de brugwachtersadres directie scheepstimmerwerf» De Nijverheid", om restitutie van betaalde grondbelastingadres van C.4 Van Ameijrlen, om afstand van grond Hen rapport Commissie van Fabricageadres G. Van Erpecum en J, Scheurkogel, om rooiiug van hoornen aan de Hoofdstraat, en rapport als boven adres P, A. Tempelaars om ver gunning tot demping van een gedeelte sloot aan de Frankelandsche Laan en rapport als bovenvoortzetting behandeling strafverorde ningen. En verdere voorstellen en mede- deeliugen. Aan de Kamer van Koophandel en Fa- brieken alhier is gezonden een exemplaar van het bericht van den handel en de scheepvaart in het Britsche Koninkrijk in de rnaand Octo ber 1880. In de zitting der Arrondissements-Recht- bank te Rotterdam van gisteren werden o. a. veroordeeld P. v. W., werkman, wonemie te Overschie, beklaagd van diefstal van hout ten nadeele der gemeente Rotterdam, tot 4 weken celstraf G. v. B., oud '10 jaar, wonende te Schiedam beklaagd van diefstal van geld, tot opvoeding in een verbeterhuis tot zijn 20e jaar. 3. .1. P. M., werkman te Schiedam, beklaagd van beteediging vo,n een bedienend beambte, tot f 10 boete of 3 dagen gevangenisstraf. Vervolgens stond terecht: N. V., sjouwer te Schiedam, beklaagd van verwonding. Eisch 7 dagen celstraf. Bij kon. besluit is Dr. S. J. Ilaibertsma, arts te Rotterdam, aangewezen als plaatsver vanger van ilim geneeskundige voor Rotterdam, belast met bet gezondheidsonderzoek van zee schepen. In de jl. Zateidag gehouden vergadering van hoofdingelanden eti hoofdingeland-plaats-^ vervangers van Delfland, is na verwerping met 10 tegen 12 stemmen van het voorstel, zich als college tot de Tweede Kamer der Stateu-Gene- raal te wenden, ten einde, daar de benoemde hoogheemiaad niet vooikomt op de door de vergadering van hoofdingelanden gedane voor- dincht, de intrekking der benoeming te ver krijgen, met 17 tegen 5 stemmen aangenomen het voorstel van den heer De Constant Rebecque van dezen inhoud: »De veigadering van hoofdingelanden van Delfland wensclit een adies in te dienen aan de Staten-Gecerual ten einde eene interpellatie van den Minister van Waterstaat uit te lokken over de benoeming van een Hoogheemraad van Delfland buiten de volgens het reglement van dat college gedane voordracht." De redactie van dat adres is opgedragen aan de heeren De Constant Rebecque, J. ,1, Duynstee en C. D, Vroede. De Minister van Financiën heeft een onderzoek doen instellen naar de wijze waarop de Staatsloterij, zonder de belangen van een groot aantal personen, «lie bij die instelling eene broodwinning vinden, al te veel te benadeelen, te eenigcr tijd zou kunnen worden opgeheven. Dit onderzoek is nog niet afgeloopen. Het heeft echter reeds aan het licht gebracht, dat men hier met Z'*er ingewikkelde toestanden te doen .heelt, waarin volgens den Minister geen forsche greep mag worden gedaan. Naar hel heidsch Dagblad verneemtis de Koninklijke goedkeuring verleend op het regle ment der Nedeclandsche vereeniging van ge meente-ambtenaren (voorzitter de heer P. Kraan, gemeenteontvanger te Waddingsveen). Deze vereeniging, opgericht den 4rlen Juli 1SS0, en wier zetel aldaar is gevestigd, telt reeds ongeveer 000 leden, order welke burgemeesters uit de hoofdsteden, de namen van heu die zich als lid aanmelden, worden in de Gemeentestem opge nomen. Zooafe bekend is, bestaat het hoofddoel der vereeniging in het oprichten vaneen pensi oen-, weduwen- en weezenfonds, uitsluitend voor gemeenteambtenaren, van de hoogste lot de laagste rangen. Voor eenige dagen deelden wij mede, dat bij den Rand van State een wetsontwerp tot verbetering van de Keulsche vaart aanhangig is. Thans vernemen wij nader, dat het plan van verb .«tering op zeer1 groote schaal zal worden ondernomen, dat tai van bochten zullen worden afgesneden, en dat de stad Utrecht, die thans door dtï Keulsche vaart wordt doorsneden, -op vrij grooten afstand van den Nieuwen Water weg z.il kornet). Het project van de Regeering moet door verscheiden hoofdingenieurs zijn goedgekeurd. For/). Volgens het Vaderland is eergisteren bij het Departement van Koloniën een telegram ontvangen, met het bericht dat in Atjeh zware overstroomingen hebben plaats gehad. Ver scheidene tnenscheu 'zijn daarbij omgekomen, terwijl belangrijke materieels ^clmr'.e is ver oorzaakt, Eene commissie te De!rt stelt pogingen in het werk om het huis laatst bewoond door den heer Mr. A. J. Hoekwater door tie gemeente te doen aanknopen om ingericht te worden tot een museum van oudheden. In aansluiting aan een vorig bericht, kan worden meegedeelddat de schetsen in olieverf van de fieseomuur-'clii li leringen, waar mede de zaal in den gedenktoren van Prins Willem Ito Dillenburg bij voldoende deelneming zal woi'den versierd, hier en elders zullen worden tentoongesteld. Naderlandsche belangstellenden in deze zaak zullen dus in de gelegenheid ge steld worden met de planpen der Commissie kennis te maken, opdat men opgewekt moge worden om gaven af te zonderen voor dit bij uitstek Nederland«eh werk: tie voltooiing van het sclioone gedenktceken voor den stamvader onzer dynastie en den grondlegger onzer onaf hankelijkheid en vriihedon. De Standaard bevat een zeer uitvoerig artikel van den heer Savornin Lobman tot verdediging van de houding der anti revo lutionaire Kamerleden bij de behandeling van het strafwetboek. Ernstig teekent hij pro test aan o. a. tegen do bewering dat het strafwethoek zou zijn seen voortdurende ver loochening van dn Christelijke beginselen". De Standaard wordt gesommeerd om uit de artikelen het goed recht dier bewering aan te toonen, maar rnaakt er zich in een korte noot met enkele phrasen af. Zij is dan ook door den heer Lohman volkomen «chaakmat gezet Vad Wanneer men citeert, is een eerste eisch dat men juist citeert; oneerlijk is het de waren van anderen verminkt te verspreiden. Aan die handeling heeft de Standaard zich schuldig gemankt en daardoor hen, die liet Oosten niet lezen, op een dwaalspoor gebracht. Over de klokkenspelers sprekende, zegt de heer van 't Linilenhout in laatstgenoemd blad »Over het algemeen hebben wij vernomen dal hun spel zeer veel genoegen heeft gegeven. Op de meeste plaatsen was men opgetogpn over de schoone muziek, die zij door hunne klokken wisten te voorschijn te brengen. Hunne komische zangen hadden wij liever bij hun schoone muziek niet gehoord. De klokkenspelers echter gebruiken deze zangen ir: Engeland meest bij kinderfeesten en vol lts vergaderingen, die vooral ten doel heb ben jonge menschen te trekken, cu van ver keerde plaatsen af te houden. Ook is liet zeer' noodzakelijk voor hun spel, dat zij nu en dan zingen, daar het onmogelijk is, om bij tie be handeling der klokken, waarvan sommigen zeer zsvaar zijn, altijd te blijven doorspelen; hun rust is de zang. Verschillend is het oordeel over deze mannen, doch dit kunnen wij onzen vrienden tot geruststelling rrrededeelen, dat hoe meer wij deze Engeischo vrienden loerden ken nen, hoe meer vertrouwen zij ons iiebbea in geboezemd." Dit klinkt geheel anders dan wat de Standaard zegt, dat broeder van 't Lindeniiout openlijk verklaarde van die «koddige zangers liever niet te zijn gediend." AnihOi.) Dr. Bernard Ter Haar, wiens overlijden wij gisteren mededeelden, werd geboren te Am sterdam, 13 Juni 1800, ontving zijne weten- sehappelijke opleiding aan het gymnasium en atheneum aldaar, en werd later honoris causa, te Leiden tot Dr. in de godgeleerdheid bevorderd. Den 23 Mei 1830 aanvaardde hij het herder en ieeraarambt te Eemnes binnen, vanwaar hij in '1833 naar Viaardingen, in 1835 naar Arnhem, in 1838 uaar Leiden en in '1843 naar Amsterdam werd geroepen. Ter laatstgenoemde plaats bad hij als voorzitter van den kerkeraad der Nederd. llerv. gemeente de eer, in April '1853 het bekend adres van ettelijke duizende protestanten ter gelegenheid der Aprilbeweging aan Zcjne Majesteit aan te bieden en zag hij tevens aan zijne voortreffelijke verhandeling over de geschiedenis der Hervor ming namens het Haagsehe genootschap tot verdediging van den Christel ijken godsdienst het gouden eermetaal toegekend. In 1854 als opvolger van prof*. Roijaards tot hoogleer aar in de godge leerdheid te Utrecht geroepen, bleefliij die betrek king tol op hel einde van 1874 met eer e belriee- den, toen redenen van gezondheid hein noodzaak ten eene eervolle rust te begeeren, dm hij, in den schoot der Geldersche natuurop zijn geliefkoosd Refuijiuin te Yelp tot fret einde van zijn levrm inricht vinden. Als mensclr was Ter Haar om zijne grooto humaniteit zijn vrede he vend karakter bij allen, die hem konden geacht en bemind Als dichter heeft h'y door zijne 'iehdijke zangen zich een blijvende ecreplaats in drf «esehiedenis outer letterkunde verworven. Als begaafd prediker werd hij, vooral in zijne beste jaren, door velen boog gewaardeerd. Als godgele"!de word hij gewoonlijk geiekend tot do dusgenaamde mid denpartij, afkeeng van uitersten, en altijd geneigd de waarheid te betiachten in liefde. Als historicus heeft hij zich inzonderheid v.r- diensteiijk gemaakt door zijne «Hisloriographie der kerkgeschiedenis" in diie stukken van 1870 tot '1873 bij de uitgevers Van der Post in Utrecht versclieneD. Over «Utrecht in 1G72" gaf hij eene historische voorlezing uit, en ook als mederedac teur der «kerkgeschiedenis in tafereelen," te Amsterdam 1852 en verv. verschonen, leveule hij tot dezen gemeenschappelijke!) arbeid vele belangrijke bijdragen. Als ambtgenoot, vriend, en lid van den Akadernischen Senaat laat hij in ruimen kring eene liefelijke nagedachtenis achter. Aan den gepensioneerden opperstuurman, der Kon. Ned. Marine te Vlissiugon J. llobein, ridder der Militaire Willemsorde en Broeder vau den Nederl. Leeuw, is vanwege den Prins van Oranje een fraai portret geschonken. In 1830 was Hobein jong matroos op een der kanonneerbootenbestemd om den Belgi schen vissclieravaartuigen te beletten, op ous grondgebied door te varen. De bemanning dier kanonneerboot werd door 's vijands overmacht genoodzaakt, haar vaartuig te verlaten, en over de Schorren in een nab'yliggeude kanonneer boot opgenomen. Men bemerkte echter, dat in de verlaten boot een Neilerlaudsche vlag was blijven liggen, en nu kon Hobein do gedachte niet verdragen, dat dit dierbaar pand den

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1880 | | pagina 2