teWjil iaplijb, litmsnuH Dlnsdai. Blaiienlandsclfe Bgriclilsii Mathdag 14 Maart. M 5140. POLITIE. il LI If "V ij i e u a a r g a it g. iBONNiCMHNTal-HIjs, pBr kwai taal 1.85, franco per post, door het geheel e Rijk. - 2.5(3. Afcondei lijke mimmei's0.10. r C 0 OR BOHljAUt flAKKT, B, 13.. By deze Courantbelioorteen Bijvoegsel. Aan het Commissariaat van politie zijn als op straat gevonden aangebiacht een bril la halsje en een zakmesje met wit been deren beft. Schiedam, 12 Maart 1881. De predikant van SloteD wou aan Engeland een ultimatum stellen van veertien dagereu als binnen dien tijd aan onze stamgenooten in de Transvaal geen recht wrs geschied, dan ja, dan moest de oorlogsverklaring volgen. Men heeft den man om'zijn inval uitgelachen eu hem bespot; altemaai zeer goedkoops argu menten maar men heeft de gevoelens niet gewaardeerdwaardoor hij tot het doen van het overigens dwaze voorstel is gekomen. Wij kunnen het ons best begrijpen hoe een licht ontvlambaar gemoed, terugblikkend op de roem rijke dagen van weleer, tot dergelijke uitingen komt. Maar wy kunnen er gerust op zyn, dat •het by dergeiijke uitingen zal .blyven, en,dat die geenerlei gevolgen zullen hebbenen dat is gelukkig ook. Overigens, zoo'n krachtig zij het ook onbesuisd woord, is nog zoo kwaad .niet, vooral niet, als men het geluk heeft geboren te zijti en te leven in een land, waar van Potgieter, die, leefde by nog, zeker nu ook niet zwijgen zou, waarvan Potgieter verzuchtend uitriep; »Een der kleiuste volken van Europa handhaafde twee malen in ééne eeuw de belangen der menschheid tegen de magtigste staten van dat werelddeel, tegen Spanje, dat bovendien de beide Iudiën beheer- schen niogt; tegen Frankrykdat geene heugenis bewaarde, hoe zijne hervormde bond- genooten het tegen Philips II hadden bevei ligd. En hij had er bij kunnen voegenneen land, dat zijn onafhankelijkheid en zijn recht 'herhaaldelijk tegenover Engeland durfde ver dedigen, en den Brit in zijn eigen land dorst aanvallen. Maar, hij dacht er misschien aan, dat die roemrijke tijd ook zijn puikdichters .haden dat Vondels vede.' den stryd met Engeland in »De Zeeleeu op den Teems" on volprezen en onovei treffelijk had geschetst. .Zoo heet het aldaar: Hierop bruist de vloot der Staeten Naer den Teems, duer Urittcnlant Trots zijne ysie ketens spant: Maer wat kan een keten baeten, Als de l.eeu van llullaut brult, Eu de zee met doolschrick vult? Hy ruckt stael als ragli aan flarden Sloopl. kasteelen langs het strant, Steeckt met zijn gezicht den 5rant ,Tn de schepen; NVie kan 't barden? 'Voor het vier van 't Leeuweuoogh Vliegt het magazijn omhoog!), s.Karei 1), die de trotsche schepen Zaeght verbranden in uw nest, En uw zeeslat, 's nabuurs pest, Met een klauw naar Tessel sleepen, Zeghme, scherpe waterroèi Hoe was toen uw hart te moê? •Toen de Zeeleeu uwen stnndert Streeck, en zender schrick en schroom U braveerde op uwen stroom, En Breda 2), van toon verandert - Leerde zwichten voor does kans Van onstcrfelijken glans? Riddert vry met koussebanden; Ruiter, Gent, en Ruwaert Witt Toonen u het rechte pit Van 's I.nnts adel, die de tanden Den verwaanden hoogmoet biet, Die noch Godt noch mensch ontziet." Met zuk een geschiedenis achter zich, mag de Nederlander toch nog wel eens een ener giek woerd laten hooren, en maakt dit een veel vertly dender indruk, dan de waarschu wingen mi aanmaningen tot voorzichtigheid, die we lezer dagea van meer dan een zijde vernemen Zoo was het verlof tot de interpellatie va.: den heer Lenting in de Tweede Kamer onvoorzichtige daad, als zijnde het bewijs, dik zalls laien mee te dezer openbaart. Eu dan, dagbladen- Engelsche over het onze Volksvertegenwoordigers zich Iepen door de animositeit, die zich ake meer en meer bij ons Volk Advertentieprijs: van 1—10 gewone regels met inbegrip van eena Courant f 1.10« Iedere gewone regel meer- 0.10. Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal berekend. wordt er verder gezegd Zelfs groote ontzien zich niet tegenover het volk niet alleen, maar zelfs tegen- Engelsche gouvernement een toon aan te slagu, die in de gegeven omstandigheden prikkelend] is. En verder wordt er op gewezen, dat, nu juist een iuw geleden, wij in oorlog geraakten met Engeland, om de sympathie aau de toen in opstand zijnde Amerikanen verleend. De beitje eerste argumenten zijn flauw. Bij de interpellatie van den heer Lenting is niets onwelvoeglijks tegenover Engeland geuit, en de toon der greote bladen, die getuigt van sympathie voor de Boeren, doch dat hebben die bladen dan met een aantal andere in gansch Europa, ja zelfs in Engeland gemeen. Moesten onze bladen uit vrees voor Engelands toorn liever totaal over de zaak zwijgen En wat nu den oorlog met Engeland in 1780 aangaat, toen verdienden we waarlijk niet beter. Een oud verdrag legde ons toen den plicht op Engeland te ondersteunen, we hielpen echter, wel niet officieel, maar toch zooveel in ons vermogen was, de Amerikanen met oorlogs behoeften. De Amsterdamsche koopman Bylandt, die groote zaken met de Amerikanen deed verklaarde, als er geld te verdienen was, door de hel te zullen varen, en njets om de Staten te geven. En de stad Amsterdam, toen vooial de hartader des lands, sloot eigenmachtig een verbond met de Amerikanen. Kon Engeland toen wel anders dan ons den oorlog vei klaren Duidelijk blijkt hieruit het groote verschil ^omstandigheden van toen en' nu," en blijft onze leus bij al wat er geschiedt: uNiettegen Eugeland, maar voor de Transvaal", dan loopt onze neutraliteit geeu gevaar. Zoo ellendig diep gezonken zijn we nog niet, dat zelfs de stem der waarheid niet meer bij ons gehoord zou mogen worden. Het door onzen Koning geregeerde groother togdom Luxemburg is sedert den tienden dezer maand zonder militie. Zij is bij de wet afge schaft; een andere wet, regelende het lageron- derwijs wacht nog slechts op de goedkeuring van den Groothei log, om ingevoerd te worden. Volgens het 23e artikel der Luxemburgsche grondwet heeft de Staat in het groothertogdom het monopolie van onderwijs. Bijzondere scholen worden wel niet geweerdmaar staanwat personeel en inrichting aangaat onder toezicht der Regeering. In het gansche groothertogdom is thans maar éen zoodanige school en wel in de hoofdstad, waar zy afkomstig is uit den tijd, toen de Pruisen de hoofdstad als bouds- vesling bezet hielden. Toestemming tot het oprichten van scholen, bestemd om het openbaar onderwijs afbreuk te doen, zou wel niet gegeven worden. Verder is de leerplicht ingevoerd voor den leeftyd van 6 tot 12 jaren. Het staat aan de gemeenten vrij, dien tot het 13e jaar te verlengen. Godsdienstoaderwys, wordt, voortaan buiten de gewone schooluren, maar in de schoollokalen gegeven. Den bisschop, die vroeger over het gebruik van leerboeken oordeelde, 'ea deze goed- of afkeurde, is dit recht ontnomen. Alleen waar het handboeken geldt voor het Godsdienstonderwijs, kan hy zich doen gelden. Eindelijk wordt nog uit het Groothertogdom, medegedeeld, dat de Jezuïeten het plan hebben in de hoofdstad een universiteit met. vier facul teiten op te richten. De vraag is reeds gerezen, of het gouvernement op grond van de consti tutie, zich tegen de vestiging dier universiteit Diet zal moeten verzetten. De voorzitter der Belgische Kamer van Afge vaardigden heeft zijn ontslag als zoodanig geno men. Aanleiding daartoe gaf oorspronkelijk do clericale afgevaardigde Woeste, die bij de behan deling der begrooting van oorlog, de uitdruk king bezigde, dat het leger de maatregelen vaa den Minister van Oorlog laakte. De voorzitter en de Minister vaa Buitenlandsche Zaken zagen daarin een aanranding van de krijgstucht, die geen llameeren van chefs door minderen kent, waarom de voorzitter den heer Woeste verzocht, de bedoelde uitdrukking in te trekken, -waaraan deze "'voldeed,'- hoewekzijn-'gevoelens, zeide hij, dezelfde bleven. De Minister van Buitenlaudsche Zaken, do lieer Frére Orban, eischte echter, dat de heer Woeste tot de orde zou geroepen worden, hetgeen door den Voorzitter, onder inroeping van liet reglement van orde en van zijn eigea gezag, werd geweigerd. Aldus in stryd met de meerderheid gekomen, nam de heei; Guillery nog slaande de zitting het besluit, het voor zitterschap neder te leggen, en sprak aau het einde der zitting, met een bewogeo stem, een woord van afscheid uit. Hoe eerbiedwaardig het gevoel van eigenwaarde ook moge zijn, waai door de Voorzittter, die drie jaren 'lang zijn taak met nauwgezetheid heeft vervuld, tot dit besluit werd gebracht, de gansche vergadering was er duor verslagen, en in de grootste agitatie ging zij uiteen. L) Karei II, Koning van Engeland. 2) Dat wil zeggen: En de Engelsche onderhandelaars aldaar. SCHIEDAM, 12 Maart 1881. Slechts langzaam herstelt zich ons tele- graafnet. van de verwoesting, die de-, storm en ijzel het hebben toegebracht. Nog, zegt men, is men er in onze steek vry wel afgekomen. In Duitschland heelt het veel meer geleden. Opmer kelijk is het, dat, terwijl de houten palen in menigte op den groad zijn geworpen, de ijzei en. o. a, op de spoorwegbrug over de Waal bij Nijmegen, door de kracht van den winti en het gewicht der met een ijskorst bedekte draden kromgebogen zijn. Het Hoofd-comité der Nederlaüdsche Vereeniging tot het verleenen van hulp aan zieke en gewonde krijgslieden iu tijd van oorlog, in aanmerking nemende de mogelykheid, dat uitzending van nog meer geneeskundigen noodzakelijk wordt geacht, verzoekt ongehuwde Nederlandsche geneeskundigen, tot het uitoe fenen der genees- en heelkunst bevoegd, die genegen zijn zich' belangeloos, voor rekening van liet Boode Bruis, beschikbaar te stellen tot het verleenen van hulp aan gekwetsten, en zieken der strydende partijen in Zuid-Afrika, zich schriftelijk aan te melden, met opgaaf van leeftyd en bevoegdheid.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1881 | | pagina 1