politie
Maandag 11 April.
AS 5160.
Verscbijnt öapüjis, uitgezonderd Dinsdag.
Bil tee Conrant Meuren ÏT1E Kjrogls
Kennisgeving.
V" ij en T> e r t i s t e .T a. a. r
gr m g.
met inbegrip van aeue Courantf 1.10.
leilere gewone regel meer- 0.10.
On I em aai. plaatsing wordt tegen tweemaal berekend.
Naar aanleiding van tut feit, dat de vrouwen
3 5tK W 1 -f'KU**, WCt S.WH1 Ot4t| 1,85»
Franco per post, door het jjeheele Rijk - *0,50»
A.fior.de\'tuke nommers0.10#
w it H K A If 31 A KUT, B 1 j<(.
Aiivkm Kntikpkij-van 1.10 gewone toge)*»
DeBurgemeester on Wethoüijers van Schiedam,
Doen te weten:
Dat bet Kohier No, 2 der Plnntsolijke Directe
Belasting dezer Gemeente, voor liet Dicnstpnr 1881,
bevattende do wijken F en G. en de buitenwijken
A en Bdoor den Gemeenteraad op den 8 April jl.
vastgesteld, ingevolge het bepaalde bij art. 205 der
Gemeenteivet, gedurende acht dagenvoor een ieder
ter lezing op de Secretarie der Gemeente is nedergelegd.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort,
den 9 April 1881.
Burgemeester en Ti-Wethouders voornoemd,
P. 3. VAN DIJK VAN MATENESSE.
Be Secretaris,
A. XV. MULDER.
Aan het Commissariaat van Politie is als op
straat gevonden aangebracht, een groene
zak, bevattende verschillende nmnskleedlng-
stuklccn.
Schiedam, 9 April 1881.
De vorstelijke personen, uit verschillende
deelen van Europa naar St. Petersburg opge
gaan. tot bijwoning van de begrafenisplechtigheid
van Keizer Alexander II, zün huiswaarts ge
keerd. Eerst de Pruisische Kroonprins, later de
Prins van Wales en zijn brneder, de hertog
van Ed'tnburg. Hij is nu alleen achter gebleven,
de machtige Czaar der Moscovieten, op wiens
schouders op het onverwachts een last is ge
legd, waarvan hij de zwaarte misschien wel
gevoelt, maar die hij mogelijk onvermogend
tal zijn te torsen. De erfopvolging heeft soms
uitstekend gewerkt, maar ze heeft ook de treu
rigste tooneelen te aanschouwen gegeven. Aan
geestkracht schijnt het den jongen beheerscher
van Rusland niet te ontbreken. Zijn oom de
grootvorst Constantijn, mag men de ioopende
geruchten gelooven, geen sieraad van het huis
RomanolT heeft voor goed uitgediend en
schijnt het plan te hebben Rusland te ver
laten. Diens zoon, een jeugdige lichtmis en ver
kwister, wegens ergerlijke daden naar Orenburg
op de Aziatische grenzen verbannen, heeft van
den nieuwen heer het bericht ontvangen, dat
hy hem nimmer onder de oogen wil hebben.
Goed gezien, van Keizer Alexander III. De
Keizerlijke familie moet in alles een goed voor
beeld geven aan het volk; dat is een eerste eisch
voor verbetering van den ongelukkige» toestand
daar te lande. In de volgende dagen zal de
aandacht in Rusland wel allereerst gevestigd
z|jn op het proces tegen de vijf aangeklaagden,
beschuldigd den moord op Keizer Alexander II
■te hebben voorbereid en te helpen uitvoeren.
Daze personen zijn volgens de acte vati beschul
diging aangeklaagd deel te hebben uitgemaakt
van een geheim genootschap, ten doel hebbende
-den wettigen staat van zaken omver te willen
werpen en van medeplichtigheid aan den moord
op Keizer Alexanrbr II gepleegd. Vooral is de
nieuwsgierigheid gaande omtrent de beschul
digde fieule Porowskaja, wier honge geboorte,
maatschappelijke stand en beschaafde opvoeding
het buitengewone van hare positie slechts ver-
hoogen. Deze dame is de dochter van een
gewezen gouverneur eer.er Russische provincie,
en de nicht van een officier, die een zeer
hoogen rang in het leger bekleedt. Volgens de
bekentenissen dezer dame en van den beschul
digde JeliabolT, droegen zij beiden, en zij beiden
alleen kennis van het plan tot den moord
aanslag en van het oogen blik, voor de uit
voering daarvan gekozen. De nihilisten te Londen
en elders wisten slechts, dat een nieuwe aan
slag zou worden beproefd, manr droegen geen
kennis van de plaats, ea van den tijd daartoe uit
gekozen. Russakoff, de peisoon, die de eerste
bom heeft geworpen, schijnt slechts dien dag
zelf verwittigd te /jjndat hij was uitgekozen
om den moe 1 te plegen, Jelaboff, de voor
naamste ontwerper van den aanslag, was eeuige
dagen voor deu 13den Maait gevangen ge
nomen. Daarop nam freule Perowskaja de
leiding der zaak op zich, en zij heeft dan ook
Russakolï met zijn verschrikkelijke zending be
last. Deze laatste, hoewel hij geen dep! genomen
schijnt te hebben aan de organisatie van de
samenzwering, was door zijn toetreden ver
bonden aan hooger bevel te gehoorzamen.
Jeüaboil' en freule Perowskaja bekennendat
het hun doel was, in Rusland het schrikbewind
in te voerenhet gansche regeeringssysteem
omver te werpenen vervolgens te beproeven
een sociale republiek, naar het model van die
der Parijsche commune in liet lever, te loepen,
Russakoff van zijn kant verklaart, dat hij
wenschte eeu grooten slag te slaan, ten einde
aan socialisten en nihilisten beiden te doen zien,
dat de mooi dop eeo Keizer gepleegdniets
zou verandeien, en aan iiet gouvernement,
dat de maatregelen der politie en al haar
gestiengheid geeu vat op de nihilisten hebben.
Hij houdt vol, dat zijn zending er zich toe
bepaalde, gegeven bevelen uit te voeren, en
niet die op te hemelen. Volgens hem, is het
onwaar, dat de nihilisipu in het bezit zijn van
groote sommen geld. Onder hen bestaat een
groot verschil vati meening, hetgeen, "ware de
aanslag mislukt, misschien wel tot liet uiteen
spatten van hun bondgenootschap zijn hebben
geleid. De twee overige beschuldigden blijven
volharden ia hun betuigingeu van onschuld.
Ziedaar in enkele trekken bijzonderheden
medegedeeld omtrent hen, die aan het bloedig
drama te Petersburg deelnamen, en omtrent
wier lot, dat niet twijfelachtig is, weldra zal
wordeu beslist.
Hoe meer men zich in den maalstroom der
gebeurtenissen verdiept, hoe meer stof tot
nadenken men vindt.
Eeu merkwaardig artikel uit de Nouvelle Revue,
in.de Wetenschappelijke Bladen overgenomen,
werpt op sommige punten een eigenaardig licht.
Het artikel is getiteld vrouw in Rusland,"
maar geeft behalve dat onderwerp nog behar
tigenswaardige wenken. O, a. zegt de schrijver,
zekere heer Svétoff:
Nu die dichte sluier van vooroordeel en
dwaling, die het eigenlijke Rusland tot dusver
aan aller oog onttrok, eenmaal vaneen gescheurd
is, heeft men zicli van twee zaken kunnen
overtuigen; vooreerst, dat de beschaving van
Rusland ondanks de vertraciug. welke zij in
vergelijking met die van het "Westen ondervond,
in wezen en einddoel niet van de/e verschilt;
ten andere, dat de bijzondere omstandigheden,
onder vvplke zij zich in den loop der geschie
denis ontwikkeld heeft, haar een eigenaardig,
niet te mi«kennen karakter hebben gegeven. De
overeenkomst, die een vergelijking van beidprlei
beschaving aan 't licht bracht, ging gepaard
met niet minder in 't oog springende ver
scheidenheid en de een zoowel als de andere
bewijst, dat, al maakt Rusland deel uit van de
groote indo-Europeesche familie en jaagt het
hetzelfde doel na als de overige leden dier
familie, het toch niet alt'yd den wear bewandelt,
dien zijn voorgangers gebaand hebben, maar
er zelfs nu en dan merkbaar van afwijkt.
Dit is trouwens heel natuurlijk. Elke natie
heeft haar eigenaardig karakter, en als nu
dat van Rusland meer 111 't oog springt dan
dat van zijn naburen, met andere woorden,
als het kenmerkend onderscheid tusschen Rus
land en de andere Europeesche volken scherper
uitkomt dan dat. tusschen die volken onderling,
dan moeten wij de verklaring van dit ver
schijnsel in historische oorzaken zoeken. Reeds
vroegtijdig is de geschiedenis van ons land
afgeleid van den stroom, dien Europa volgde,
en het spreekt van zelf dat zijn beschaving
daaronder geleden heeft. "Wij hebben noch het
leenstelsel, noch de kruistochten, noch de
ridderschap, noch de godsdienstoorlogen gekend
terwijl het Westen zich onder den invloed
van deze staatkundige gebeurtenissen ontwik
kelde en zijn instellingen vormde, zuchtte
Rusland onder het ondragelijk juk der Tartaren
en putte zich uit in binnenlandsehe oorlogen
tusschen de kleine vorsten, die het grondge
bied onder elkander verdeelden. -Tengevolge
van zijn onderwerping aan barbaarsche horden,
geheel vau Europa afgesloten, verloor het
gedurende meer dan drie eeuwen den droad
der algemeene Europeesche beschaving. Om
dien draad later weder te kunnen opvatten,
moest bet wondergroote sprongen wagen,
die nooit zonder gevaar zijn, hoe geniaal
de persoon ook moge zijn, die daarbjj voorgaat.
Niet ongestraft verstoort men; den geregelden
loop van den vooruitgang, en by dergelijke
sprongen laat men gewoonlijk kloven achter
zich, die schier onmogelijk te demper, zyn,
omdat daardoor belangen worden gekwetst, die,
zich vroeg of laat trachten te wreken,