A0. >881.
Maandag 7 November.
M 5309.
TmcUlit Sanelijks, nitponW Diasöaj.
Bij te Courant I Am TWEE Bij «pis
BiauenlaudscliB Berickten.
"Vijl e u Dertigste Jaargan
dienen
COURANT.
"ÜlONriKnKMT»i*itija, per kvnucuii f t»6;
frtuco per post, door het geheele Ryk- 2.50.
laondeilijko noinioers- 0.10.
B U K K A U» HARKT, E, 114.
Advertemtispiiis: van I—10 gewone regelt
met inbegrip ven eene Courant f i.l#
Iedere gewone regel meer- 0.10,
OntEBkkt. plaatsing wordt tegen tweekaju.berekend.
Schiedam, 5 November 1881.
Voor onzen Minister van Justitie, zegt de
heer Farncombe Sanders is het doel van den
eed, zoowel van den getuigeneed als van den
ambtseed het verkrijgen van een tvaarlorg
en 't ware zeker moeielijk met den geest van
ons staatsrecht overéén te brengen, indien hg
nog dienst moest doen als middel om iemand,
hetzij langs een omweg te dwingen zijn gods
dienstige gevoelens te openbaren, hetzij hem
bjj gelegenheid van die openbaring te straffen,
hetzij hemter zake van die gevoelensvan
ambten en bedieningen uit te sluiten. In dit
opzicht was de Minister dus zeer correct, als
moge er ruimte overbtjjven voor de vraag of
onze wetgeving omtrent den eed dan toch niet
onvermgdelyk ten gevolge heeft, dat menigmaal
juist datgene te weeg gebracht wordt wat men
- niet bedoelt. -■
Maar al bedoelt de eed volgens den Minister
■deze dingen niet, er ligt voor hem toch nog
iets anders in dan een waarborg. Door den eed
onder zijn rechtsinstellingen op te nemen ver-
.klaart de Staat dat hjj aan een zekere boven
natuurlijke orde van zaken gelooft, waarin God
de hoogste macht is.
Hier begeeft zich de Minister, dunkt mij, op
■een zeer gevaarlijk terrein.
Déél gelaten toch of zoodanige onbestemde
belijdenis, die zoowel den God van Abraham,
Isaak en Jakob als dien van den Vicaire Sa
voyard omvat; die niet kiest tusschen den
drieëenigen God van zoovele Christenen en den
God voor wien Faust geen rechten naam wist
>te vinden in den tuin van vrouw Martha, een
God die, wéibezien, misschien niet veel ver
schilt van die bracht, die de Minister zoo ver
■wegwierp tegenover den heer Gratama; daar-
gelaten, of die belijdenis in 't oog van, de
.«meesten wel éénige beteekenis hebben zal
■zie/ men een 'ander punt niet voorbij. Indien
Staat, door den eed te eischen, zich in
'«enige'nog zoo geringe mate vereenzelvigt met
het geloof, dat aan dien eed ten grondslag ligt,
■dan doet hjj dit ook voor al de eeden
die krachtens zijne wetten en onder toezicht
(tan zijne ambtenaren worden gezworen in
indië;, dap verklaart hy een rgemeenschappe-
Ijjken bodem te erkennen voor monotheïsme,
polytheïsme, pantheïsme, en zelfs misschien
ivoor atheïsme. Of zou de 'Minister tnceneu, dat
'ook i in deze allerhoogste spheren 1 een zeker
tdnalisme mogeljjk. is, geljjk het op lager gebied
-is verkondigd? Zou naast het: hier liberaal,
iconservatief in Indie, nog moeten geplaatst
.worden: hier theosophiseh, f»tiehutischin Indie?
en voor eenheid alleen plaats wezen op het meer
iprozaïsch (gebied van guldens, dubbeltjes en
.-«Dten?
.Wil men ,den eed op die wyzete gelijk voor
gevaar dat hy, even gelgk zoo vele werktuigen
a detta fins, volmaakt goed zal wezen noch voor
het één noch voor het anderen het denkbeeld
van waarborg, dat de Minister vooropstelde, sluit
zelfs elk ander doel ten eenenmaai uit In dat
begrip is het de vraag niet wat de staat deukt
of gelooft, en óók niet wat hij die zweert
misschien zou behooren te denken of te gelooven
het eenige' waarop het aankomt is, wdt voor
die persoon bindend is op het oogenbhk dat
hy toevallig zweert.
Neem den meest rechtzinnigen Staat, met den
strengsten staatsgodsdienst en de scherpste wetten
tegen ketterijzulk een staat kan er aan denken
u te verbranden omdat gij zekere zaken niet
gelooft; hij kan maatregelen beramen om uwe
kindereu van u af te nemen en zoodanig op te
voeden, dat ze aan die zaken zullen gelooven
maar als hij op heden den 18den October 1881
in deu eed een waarborg wil vjnden voor uwe
getuigenis, dan zal hij njets anders kunnen doen
dan u laten zweren bjj^wüt u op tlienzelfden
18deo October 1881 het heiligste is, misschien
zeer ten ourechte het heiligst, maar toch het
heiligst. De eenige vraag vooi hem kan dan
alleen deze zijn, of niet tnjsschien uw geloof
in zyn oog zoo verfoeilijk is, dat hy u daarop
geen eed afnemen wilmaar dat bezwaar zal
hein slechts in zeer enkele gevallen terughouden,
juist omdat hy, door mij deu eed op uw geloof
te laten doen, van dat geloof mets voor zijne
rekening neemt."
iBeschouwt men den eed, zooals de Minister
aanvankelijk zeer ie recht deedenkel als
waarborg, dau ligt liet voor de hand, dat hy
achterwege moet blijven waar hij geen waar
borg is; eu hy is geeu waarborg, zoodia degene,
die hem afleggen moet, veiklaait dat hij er
zich niet dooi gebonden rekent. Op het stand
punt van den Staat waie het daaiom zeker
zeer logisch als hy, eer de eed afgelegd wordt,
zich van de gevoelens van dengene die hem
afleggen zal trachtte te vergewissen; want
hecht deze niet aan den eed, dan vervalt de
geheele onderstelling waarin de staat zich van
deu eed bedient. Zulk een onderzoek, in Enge
land mogelijk, zou hier echter zeker afstuiten
op den algemeenen tegenstand van allen, die
meenen dat niemand rekenschap van zijn ge
loof schuldig is. Maar is dit nu een reden, om
den man, als hg uit eigen beweging verklaart
aan den eed niet ts hechten, dan toch tot een
plechtigheid te dwingen, die voor hém een
vertooning, en voor geloovige tegenstanders een
profanatie is? En waarom moet dan een ander,
die gemoedelijke bezwaren tegen den eed heeft,
van slechtere conditie wezen dan hy? En
•waarom beide tot het afleggen daarvan worden
gedwongen, door gijzeling, gevangenis, of verlies
van hun recht?"
Een. tweede bezwaar van den Minister lag
hierindat een gelóovigè ongeloof zou vóór-
wenden om zich aan den eed te onttrekken.
Toegegevenzegt de heer S. dat onder den,
schijn van valtcheljjk voorgewende gemoeds
bezwaren deze en gene zich aan den band
van den eed kan onttrekken, is het opleggen
van een vast formulier niet aan gelijksoortige
bezwaren onderhevig? Ligt er niet een contra
dictio in aijecto in de bepaling dat iemand
den eed aflegt naar de wyze zjjner godsdienstige
gezindheid en tevens naar een vast formulier?
Het is best mogelyk dat hij tegen dat for*
muiier geen bezwaar maakt, maar dat bewyst
nog niet, dat hy zich door dat formulier ge
bonden rekent. Misschien maakt hy geen bezwaar
juist omdat hy er zich niet door gebonden
rekentomdat het voor hem niet is seen ware
en behoorlijke eed." Een ieder die veel met
zekere min, ontwikkelde standen in aanraking
geweest is, zal opgemerkt hebben welk een
groote mate van averechtsche slimheid er bjj
sommige lieden gevonden wordt, welke zon
derlinge denkbeelden er onder verspreid züa
en hoe ver vele schijnbaar doodeenvoudigs
menschen het gebracht hebben in de casuïstiek-
Nog enkele bijzonderheden bljjven voor het
volgend nummer bespaard.
Tegenspraak in de bijvoeging.
SCHIEDAM5 November 1881.
Naar wij vernemen bestaat bij heeren
officieren van het Koninklijk Scherpschutters-
korps het voornemen weldra eene soirée te
organiseeren voor de oud-strijders, die gerech
tigd zijn tot het dragen van het Metalen Kruis.
Deze soirée zou vroeger hebben'plaats gehad
ware zulk niet verhinderd door het overlijden
van Z. K. H. Prins Frederik.
Naar wij vernemen, is heden door den
heer P. Van Dam kommissaris der loodsen en
ontvanger der loodsgelden alhier een bedrag
van f476.50 ter beschikking gesteld van den
heer Inspecteur over h«t Loodswezen enz. te
Hellevoetsluis, welk bedrag door den heer Vin
Dam en ..-c Loodspersoneel ter standplaats
alhier is ingezameld voor de nagelaten betrek
kingen der omgekomen opvarenden van de
Goereesche Loodskotters no. 3 en 8.
De tydingen omtrent den toestand van
den heer Lenting luiden zeer zorgwekkend.
De algemeene vergadering van het Ned.
Protestantenbond heeft met 64 tegen 5 stem
men aangenomen het voorstel van het Hoofd
bestuur, luidende:
iDe Vergadering spreke als haar gevoelen
uit, dat de thans bestaande Wettelijke bepalin-
omtrent den eed inbrd ik maken op de
gen
gewetensvrijheid der ingezetenen - en daardoor
een' belemmering zyn voor de vrye ontwikkeling
van'het godsdienstig'leven.
>Zy drags'het Hoofdbestuur bp,'zich namen*
den Bond'tot de'Hcoge'Regeeringte wenden