KUNSTNIEUWS. 1 1 2,1 J wegens het ministerieels voorschrift aan de Nederlandsche spoorwegmaatschappijen, om den-. Westinghouse-Remtoeste! in gebruik te stellen, minder juist. De aanschrijving, van wege den Minister van Waterstaat enz. aan de'spoorweg- maatschappyen gericht, bepaalt zich hiertoe, dat aan die maatschappij tijd wordt gelaten om vóór het einde van dit jaar een opgave te doen, welk stelsel van doorloopende zelfwer kende remmen zij wenschen in toepassing te brengen en daarvan, zoo het niet tot een der bekende stelsels behoort, een beschrijving met de noodige teekeningen over te leggen. De Regeering wenscht, dat de te kieren remtoestel voldoen zal aan de'twee volgende voorwaarden 1° moet deze den trein snel tot stilstand kunnen brengen en daartoe, zonder tijdverlies, zoowel door den machinist ais door de conducteurs kunnen in werking gebracht worden, en 2° be hoort hy, by treinscheiding, of het onklaar worden van eenig onderdeel van den trein, oogenbiikkelyk zelfwerkend te zijn. In de Rijkspostspaarbank is van 21 tot SI October jl, meer ingelegd dan terugbetaald ruim f 17,430 over de geheele maand October ruim f 66,714. Sedert de invoering met 1 April jl. ruim f695.292. De Heraut, het tweede orgaan van Dr. Kuyper, en het Wag. Weekblad, het orgaan der irenische antirevolutionairen, voeren een feilen strjjd over elkanders monstering der wederzydsche scharen. De Heraut is van meening, dat er nmaar weinig van 's Heeren volk zijn, die thans nog met de irenischen gaan". Het Wag. Weekblad meent, dat hierdoor aan de talrykheid van zijn geestverwanten wordt tekort gedaan, en is erg boos over die opvatting. 5Wij moeten ons geweld aandoen schryft het om zulk een insinuatie niet naar eisch te brandmerkeo. Laat de Heraut zwijgen over de massa en voortaan niet meer op dit aambeeld slaan, opdat we er niet toe komen dingen en personen te bespreken, die eigenlijk het dag licht niet kunnen zien, die het echte Christen dom by hen, die buiten zijn, stinkende zouden maken I" Als de tweespalt onder de broeders, die 's Heeren volk zooals zij hun geestverwanten en volgelingen by voorkeur noemen leiden, reeds thans zoo groot is, hoe zou het dan wel zjjn, als zjj eens te zamen geroepen werden met de ultramontaansche vrienden te regeeren Toen Zie Standaard onlangs in allen ernst verklaarde, dat er van de zyde der antirevolu tionairen geen strjjd meer zou worden gevoerd» wanneer »bevriende" bladen van Standaard of Heraut in meening mochten verschillen» waagden wij het aan de volvoering van het voornemen te twyfelen. Het blijkt thans, dat men, zelfs niet twee maanden heeft kunnen doorleven, zonder elkaar met nbroederderlijke" vinnigheid in het haar te vliegen. Vad Men zal zich herinneren, dat indertijd door de uitgeveis-redacteurs van het te Leeu warden verschijnende Frieich Volksblad, de heeren O. Stellingwerf en Waling Djjkstrn, gelden werden bjjeenverzameld, om de kosten te betalen van de verdediging in hooger beroep bij het gerechtshof te Leeuwarden, van den koetsier Agema, door de arrond.-rechtbank te Leeuwarden veroordeeld wegens bedreiging enz. tegen den heer J. Bieruma Oosting te Oranje woud. De heer Mr. S. Katz te Amsterdam, tot verdediger gekozen, deed echter afstand niet alleen van alle honorarium, maar ook van alle vergoeding wegens door hem gemaakte kosten. Agema werd, gelijk men weet, vrjjgesproken. Nu te meer werd behoefte gevoeld, den onbaat- zuchtigen verdediger een blyk van waardeering en herinnering aan te bieden en dit te betalen uit de ontvangen gelden. Dientengevolge hebben genoemde uitgevers-redacteurs een zilveren schenkblad laten .vervaardigen, met gedreven rand en lofwerk rondom twee inscripties in de Friescbe taal, waarboven het"wapen van Fries land, is geplaatst. Die inscripties luid-en in het Nederlandsch als volgt: De Friezen aan Mr. S. Katz. De verdrukte onschuld vrij te maken, wanneer zij zwaar wordt belaagd, dat is het ware doel van het pleiten, en hot volk, nis het gevoelt, wat dat boteekent, eert hem, die, zonder aanzien des persoons, liet gelijk recht verdedigt. W. D. De stem van het volk. zij was Gods stem. toen Frieslmtd ilnclitvliet recht wordt geschonden en de arme bloedt hier voor den ryke," en riep; «Gelijk reclit voor heer en knecht." Gij, Katzl hebt toen in het duister licht en de aangerande onschuld vrijheid gebracht. O. S. Aandenken aan 10 Juli 1881. Ten opzichte vnn de teelt der verschil lende koolsoorten wordt aan de L. Ct. gemeld, dat de meeste bloemkool van het veld is geruimd voor den inmaak, die geëindigd is. Wat er nog van bloemkool staat is klein gebleven of heeft van de vorst geleden. De roode kool is, met de savoye en witte, slecht gegroeid en niet vast geworden, want het weer was al lang veel te nat voor zulke veldviucht. Daarbij heeft de roode kool veel van de vorst geleden en is de andere kool bij den hevigen storm van den wortel getaakt. Het teveld staande is tenge volge daarvan meer dan de helft in waarde verminderd. Koolrapen en knollen zjjn ook ruim, ook oiodat zij klein zijn gebleven. Het laat zich aanzien dat van moesgroenten dezen winter voor de keuken weinig zal voorhouden zyn. Audjjvie is er ook niet meer, of bevroren. Veur heeft in de voiige maand mooie partijen andijvie afgeleverd. Echtscheiding door 'looverij 11 - - Eergisteren heeft de Arrondissement-Rechtbank te Assen, op de vordeiing van de vrouw, een huwelijk l door echtscheiding ontbonden op grond van kwaadwillige verlating. De man, die anders niets tegen zjjn vrouw had, beschuldigde haar van te kunnen tooveren, en te behuuren tot eeD familie, die reeds lang deze kunst verstond. Hy schieef daaraan toe, dat zij een koe hadden verloren en hij eenigen tijd ziek was geweest. Hij wilde daarom niet langer met zyn vrouw samenwonen, bij wie hy een kind bad verwekt, verliet de gemeenschappelijke woning en wei gerde aan de hei haalde aanzoeken, namens de vrouw aan hem gedaan, om tot haar terug te keeren, tenzij de vrouw hem plechtig wilde belooven, dat hij nooit weer ziek zou worden Wie had kunnen^deuken, dat zoo iets in het jaar onzes heeren 1800 een en tachtig zou hebben kunnen gebeuren? Vlaardingon, Vnn de hnringvi«seherij zijn vier schepen binnen gekomeu met 77 last pekel haring. Zevenhuizen. Een zeer treurig voorval had jl. Zondag in de voormiddag-godsdienst oefening der Hervormde gemeente alhier plaats. Nadat de predikant ds. P. Cremer den dienst eenigen tijd geleid had, gevoelde hij zich niet wel en verzocht da gemeente te zingen, doch onder het voorlezen van het gezaug zakte hij in een, viel met het hóófd op den trap van den preekstoel, en blies kort daarna, tot groole ver slagenheid iler gemeente, den laatsten adem uit. Algemeen is de deelneming in het veiiies van den geachten en beminden man. Arnhem. Zondag overleed te dezer stede, in den ouderdom van ruim 72 jaren, mevrouw de weduwe Christina Elisabeth van Ollefen, geboren Da Silva. Te Amsterdam waar de overledene geboien werd, ontving zjj mede hare opleiding in het Genootschap van Uiterlijke Welsprekendheid. Na voltooiing harer» studiën, betrad zjj het tooneel en werd spoedig een ster aan den kunstenaarshemel genoemd, en terecht. Ais tragédienne vervulde zy jat en in den schouwburg te Amsterdam de hoofdrollen, en de veto bewijzen van hoogachting en vereering als" kunstenares;- die haar ten deel vielen, waren steeds de on- dubbelzinnigste bewijzen hoezeer zij als pries teres der kunst hoog gewaardeerd werd. Maar niet alleen als actrice, ook in het decla- meeren had mevrouw van Ollefen ziclt verre boven hare tiidgenooten verheven. Getuige daarvan dat in 1860, Koning Leopold I van België, haar uitnoodigde om aldaar, bij gele genheid eener feestviering ten hove, enkele verzen in de Nederlandsche en Fransche taal voor te dragen, en haar later begiftigde met een groote gouden medaille, waarop aan de eene zijde het boistbeeld des Konings prjjkteen aan de keerzjjde hulde werd gebiacht aan de kunsteuares. Ook als mensch werd de overledene steeds hoog geschat. In tegenstelling met vele harer zusteren in de kunst stelde zij in ai haar doeu en laten een deugdzamen levenswandel op den voorgrond. De vele jaren dat zy onze stadgenoot? was, en met hare dochters samen woonde, deden «la ovei ledene van een voorzeker gunstige zijde kennen, Ylissingen. Het vermoeden, dat leeds se dert eenige dagen bestond, dat de bedrijver van den «noord te Veere zou aan te wijzen zijn, schjjut thans genoegzame zekeiheid beko men te hebben. Eeu jong mensch, zoon der wed. R. aldaar, zou de afschuwelijke misdaad gepleegd hebben. Op den dag van den moord is hij s' avonds uit Yeere vertrokken, en heeft iater niets meer van zich doen hooreu. De antecedenten van dit jonge rnensch moeten verre van gunstig zijn. Hij was suikerbakker vau beioep. Men zu! zich herinneren dat er vermoeden bestoud, dat de toegebiachte steken aan het slachtofler, door een vreemd soort mes, ia dit geval eeu suikerbakkeismes, zouden zijn toegebracht. De familie van het ellendige joBgmensch, die als algemeen geacht bekend staat, is radeloos en in diepe smart gedompeld» Zijn moeder en zuster zyn ernstig ongesteld. De justitie zal thans de verdere zaken aan het licht te biengen hebben. 1 1 >.t N1EÜWE ROTTEBIUMSCHE SCHOUWBURG. Directie: Willem van Zuijlen. 8 November 1881, De Sprookjes van Tante Wcljdemann, Blijspel in 4 bedrijven, van O, F. Gensichen's sMurchentante. Was het we! een blijspel, wat wij gisteravond in den kleinen schouwburg zagen vertoonen Mis schien lag het aan de eerste opvoering, dat hot, naar het ons scheen, niot in den vereischten tcon gespeeld werd. Verscheidene tooneelen sleepten en soms had de souffleur een zware taak. Daarbij liet zich de weinige ruimte op bet tooneel in het eerste en vierde bedrijf zeer sterk gevoelen. De kamer van Koert Bertram is een museum van opgezette dieren in het klein. In hot midden van de kamer een groote schrijfbureau met stoel, daarachter een schildersezel; togen den muur aan de andere zijde op don achtergrond een zeer groote kast. Aan denzelfden kant op den voorgrond eèn tafel, verder stoelen, enz. Daar tussclien door moesten" door niet minder dan acht personen verscheidene tooneelen gespeeld worden; geen wonder dus, dat, een en ander niot tot zijn recht kwam. Nog vermakelijker was het vierde bedrijf Een tuin met boschjes, een prieel, tafel, tuinstoelen, een tuinhuis met trappen er voor alles was heel aardig in elkaar gezet, maar de verhoudingen waren van dien aard, dat do tooneolspolers reuzen gele ken en dat ieder op zijn beurt met een lastige deurenverwarring te kampen had. llopen wij, «lat het gezelschap zich spoedig eens', kan laten zien op een tooneel, dat boter aan de eisclien van den tegenwoordigen tijd voldoet. Woelde zal het waarlijk niet zijn. De tooneelspelers zeil waren voor het overige zeer goed op hunne plaats. Tante YVeijdemann door mevrouw Van Offel-Kleij voorgesteld, was geheol en al die sympathieke romantische figuur, zooals de schrijvor zal hebben bedoeld. Hare grime en kleeding, maar bovenal hare sierlijke en slanke' gestalte droegen er toe bij om deze rol uitstekend verzorgd to zien. Het tooneel aan het heekje,van den haard in hot derde bedrijf was allerliefst en,. 1 v v t 1 c J e v e XI IE bi h< Zi YC W scl Dl Y0 Y0' TBI fffi lan sta Ho gre tel ovc 1 V f r J J 4

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1881 | | pagina 2