YerscMjat flajslijls, nitpzorisrJ Ciasias. ■A0. 1881. Aü 5337. Kennisgeving. ~V ij f e n a r g a u C 0 D B A N T. MOHNEMEKTitPRlls, per kwartaal1,85» franco par post, door hot gsheeie Rjjk, - 2.50. Afcondei lyke unminers- 0.10. BUHKAlIi HARKV, B, 1*4. Advertentieprijs *au I10 gewmie rogela met inbegrip ?au oene Courant "'t f 1.1 f Iedere gewone regel meer- 0.10, OtlUttL plaatsing wordt tegea tweemaal berekend. larlgttngen welke gevaar, schade of binder kannen veroorzaken. Burqeueester en Wethouders vin Schiedam; Gezien de ingekomen verzoeken van 1. M. VAN DER MOEZEL aldaar, dd. 15 dezer, om vergunning tot opi igting eener Brood- en BeschutIbnkkcrU sn de Konjjnenbuurt, «wyk B, no. 120, kadaster seetie F no. 1212; en l. P. VAN DEN DOBBELSTEEN aldaar, 4d.'10 dezer, om vei gunning tot opiigting eener bewaarplaats van lompen en beenderen 'op di» oppn grond aan de Groenlaan, wyk G, no. 451, kadaster sectie E, no. 1053. Gelet op de artt. 6 en 7 der wet van den 2den Junij 1875 Staatsblad no. 95) Doen te weten: Dat voormelde verzoeken met de bijlagen op 4e Secretarie der Gemeente zijn ter visie gelegd; dat op Donderdag den 29 Decembera. des middags ten 12 ure, ten Raadhuize gele genheid zal worden gegeven om bezwaren legen bet toestaan van de verzoeken in te brengen en di« niomleling of *clirlftelijk~toe'.te lichten; jen dat gedurende drie dagen vóór het tijdstip /hierboven genoemd, op de Secretarie der ge noten te, van de schriftmen, die ter zake mogtets 'zijn ingekomen, kennis kan worden genomen. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, deu 15 December 1881. Burgemeetter en Wethouder* voornoemd, P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE. De Seeretari A. W. MULDER. V f Schiedam, 15 December 1881. Onze Tweede Kamer heeft Maandag haar ■werkzaamheden hervat en de zaak van den eedna langdurige debattenen de indiening van een stortvloed van motién, vooi'loopig van de baan geschovendoor de aanneming der volgende motie van den heer Schaepman welk door den Minister van Justitie als aan- aainel\jk werè beschouwd: »De Kamer, ver trouwende op de verklaring der bereidvaardig heid vau de Regeering om den eedsvorm tot een minimum te beperken en van oordeel dat een herziening der wetgeving nopens den eed noodzakelijk is, gaat over tot de oide van den dag." De regeering zette zich nu ten spoedigste aan den arbeid, opdat menig burger, door bezwaren tegen het afleggen van een eed, niet van de uitoefening van menig burgerrecht ver stoken bljjve. De aanneming dezer motie met een meerderheid van 62 tegen een minderheid van 16 stemmen, karakteiiseert de stemming der Tweede Kamer. Daarna zijn we tri uggekeerd tot de eigenlijke behandeling der begrooting van Binnenlandsche -Zaken. Tot heden gaan de - beraadslagingen tamelijk kalm vooruit; van krasse aanvallen geen sprake; zullen die mis schien bij de- behandeling van de /niderafdeeling .„.lager onderwjjs ter sprake komen? De bur- gemeestersbenoerhingen werden., weder te bei de gebracht. Moesten volgens onze gemeentewet de .e hebben zich het en toevertrouwd? burgemeesterseeuergemeeutein den regel niet uit de inwoners der gemeente zelf worden gekozen, en behooren zulke benoemingen in werkelijk heid haast niet tot de uitzonderingen? Worden niet dikwijls personen benoemd, die op elk ander terrein bjjna mislukt zijn ,J en die. na een wemigje routine verkregen bestuur eener gemeente Wel zeker, dat is gebeurd, én menige gemeente zou kunnen getuigen en bewijzen leveren, welke wonderlijke heerun voor korter of langer tijd aan het hoofd van het bestuur hebben gestaau. Maar zoo'n echt landelyke Voorstelling van een plattelandsgemeente, bestuurd door een eigen ingezeteoe, dien men van der jeugd af aan heeft gekend, en om wien het gansche dorp zich groepeert, als schapen, om den herder; ze moge fraai zijn die voorstelling; zelden woidt zij verwezenlijkt. .Geef aan alle ge meenten vau een onzer 'Nederlandsehe ge meenten een burgemeester, gekozen uit de ingezetenen, en de Commissaris des Konings in dat gewest zal met een vloed .van klachten "bestormd ^worden,' dief 'tt^vérahcpig;kann«s) -> maken. Het is goed, dat by deze gelegenheid in de Kamer geen conciete gevallen zjjn ge noemd maar de Minister zal wel doen, aan de keuzen van burgemeesters een groot ge wicht te blyven hechten. Dan hebben wjj het verder gehad over de vaccinatie en de crematie, de ïnëriting en de lijkverbianding. De lieer Keuchenius trad in volle wapen rusting op tegen de eerste, maar werd dapper bestieden door doktor Rombach.'ijie met kennis van zaken over dit onderwerp kon spreken, en zulks ook deed. Bij den Minister van Bin- neulambche Zaken vond *de heer Keuchenius evenmin tioost; dat de wet op de besmettelyke ziekten zou hei zien woiden, kon de Minister tenminste aan den Gorkumschen afgevaardigde niet toegeven. En dan de lykvei branding, Het genoot schap tot bevordeiing daatvan hier te lande beoogt volstiekt niet op iemand eemgen dwang uit te oefenenhet vraagt alleenaie lijkver branding verlangd wordt, dat dande wet zulks niet vei bïede. De Minister Sïx voud er beden king in pen zoodanige vrijheid te verleenen. Is een !yk veibiand, dan kan zoo inoeielijk uit de asch de tegenwoordigheid van vergif worden aangewezen, aldus de Ministei. Mag dit argument niet eenigszius gezocht genoemd worden? b. Andere menscheti, andere argumenten. Hooren we den heei Fabius, afgevaardigde van Delft. lu theologische beschouwingen zou hij met tieden, immets de natuurlijke mensuh verstaat niet wat des geestes God is. Mocht de lijkverbranding facultatief worden gesteld, vrij gelaten wordendan zou hiermede een eerste stap worden gedaan om het geloof aan de opstanding des vleesches te doen verloten gaan. Dei halve, als we 'twel begrijpenwordt men verbrand, dan is de opstanding des vleesches onmogelijklaat daarentegen het lichaam lang zaam door ontbinding hetzelfde chemische proces endergaan, dan bestaat tegen die opstanding geen bezwaar. De natuurlyke mensch echter begrijpt niethet zij zoo. Maar de afgevaardigde uit Gorkum; de heer Seret, de wapenbioeder van den heer Fabius begreep echter welen constateerde dat hy het schenken van de bedoelde vryheid ook zeer, zeer gevaarljjk vond. De Gorinchemsche kiezers zullen den heer Seret voor zjjn bondig advies dank weten. De Fi iesche afgevaardigde Lieftinck, gewezen predikant, kon op des heeren Fabius' betoog niet zwjjgen. Ook hjj constateerde, maar jet* anders dau de heer Seret had gedaan- Hij dan constateerde, dat hjj in den heer Fabius teekenen van ongeloof had ontdekt, als hjj nog nobif In zijn leven had waargenomen. Wanneer dé besef Fabius beweert, dat alleen bjj veriotting, niet bij verbranding de opstanding des vleesches mogeljjk is, dan kan in hem, Fabius, hef ge loof aan de Almacht Gods niet huisvesten, aan i - de<Almacht, die, zeer klein zou zjjn als.zy uit beide vormen van roenscEeljjk overschot dn opstanding des vleeches niet kon bewerken. De heer Keuchenius stood daarna weer op. Was het om den Frieschen afgevaardigde te beantwoorden? Toch niet; de heer Keuchenius zou, aldus heette het, niet antwoorden, op het geen door den voormaligen bedienaar van. het Evangelie, let well was aangevoeld. Zoujie heer Keuchenius zelf niet oveituigd zijn gelest, dat er een logica is, waartegen met té pleiten valt? Genoeg, hy zeide nog iets over de vaccina tie, en ging toen weer zitten, om plaats te maken voor den heer Fabius, dié toch iets moest autwooiden, maar dit zeer flauw deed, en toen kwam er nog een stuk geschiedenis, geschiede nis namelijk van begiaven en verbrauden in ver vei vlogen eeuwen, en toen gelooven we, was iedeieea blij, want de uatuur ,van een mensch verloochent zich nooit, vooral niet als hij zich verveelt, dat de bmnenlèndscha zaken weer aan de orde kwamen. Hooger, middelbaar en lager onderwijs kpmen nu aau de beurt. Het eerste is nog .nipt afge handeld. We kunnen geen drie akademiën onder houden, zegt de heer Vermeulen, één is genoeg. Ja, er zijn in Nedeilaud reeds meer akademiën begraven; Nijmegen had er een, Harderwijk had er een; die van Fraueker kunnen we ons nog heiinneren. Welke zullen thans worden opgeoffeid, die te Groningen, waar vele zonen, stoeie zonen heeten ze muner. uit het Noorden, worden opgevoed; of die te Utrecht, na een pas gevierd lustrum van twee en een' halve eeuw. Of die te Leiden, vader Willemsstichting in dagen van benauwdheid en uitredding. Och koml.de wateren van den Ryn zullen nog lang 'de groeten der Muzenzonen van het Sticht aas- die van het Leidsch Atlieen kunnen ovei brengen daarvan zjj Dr. Vermeulen verzekerd., Ons volk is taai. Eiudeljjk had de heer Djjcktiieestei eea -

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1881 | | pagina 1