■:k'I
Zaterdag I-Juli
.,31
van
V Lien 3i is ge. ving.
ï':S
.'■éls
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag
Buiten landsche Berichten.
-.'•4^:1
t nn
Tl'.
loo onbaatz
den beilriegc
Verborgen, 01
Mi maar nu
Ppigranuuen
Ï-ABONSKMENTSKJSUS, (lei- kwiU-tiinl
'Ifranco per post, floor liet geheele liijk
yjkfióiidcrlijké noininers
BUK J3 A MARK .15', 1 2 4.
Advertentieprijs: van 1—10 gewone regels met
inbegrip van eena Courant1.10,
Iedere gewone regel meer. - 0.10.
Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal berekend.
De Burgkjieesteh van Schiedam,
Brengt bij deze ter kennis van. dé Ingezetenen:
Dat het Kohier van liet Patcntrcgt Nb. 2 dezer
Gemeente over' liet Dienstjaar 1882/3, door den
^■ileer Provincialen Inspecteur der Directe Belastingen
Rotterdam, op den 28 .liinij 1882 executoir ver-
jtlaard eii op lieden, aap den Ontvanger der Directe
Belastingen, ter invordering is overgemaakt.
Voorts wordt bij deze herinnerd, dat een iodèr
yérpligt is zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden
.yóèt, te voldoen; alsmede, dat, van lieden af, de
termijn van drie maanden ingaat, binnen welkende
reclames tegen dozen aanslag behaoren te worden
ingediend. j
En is hiervan afkondiging geschied, waar liet be
hoort,'den 30 Jimij 1882,
J)e Burgemeester voornoemd
P. J. VAN DIJK .VAN MATENESSE.
Schiedam, 30 Juni 1882.
;jy Andree én Peschel geven in hun physisch-
«tatistieké'atlas de volgende cyfers aangaande
;het aantal Joden in verschillende landen
'gevestigd. Zij schatten hel geheeld aafital op 6
8 7 millioen, waarvan er 5 rnillioen in Europa
.jjjngevestigd. Engeland en Frnnkrijktelleh er
-tik. zes eb veertig duizend'; Italië zes en'dertig
iduizend; Spanje zes duizend; Denemarken
zend Zwitserlandzéven duizend
Griekenland vijf duizend; Nederland negen
en zestigduizend, en Duitschland vijf honderd
elf duizend. Dan volgen tie landen met sltivisch
gebied, welke.met hun Jüodschè bevolking
in de nabijheid, van Duitschland gelegen zijn.
Oostem ijk -Hongarije" niet een millioen rliie-
honderd '/.es en zeventig duizend JtideiiRus-
Unfl-Piilen rnet twéé millioen een honderd
tjvee eii-zestig duizend; (een getalwaar-
schijnlijk te laag genOmen); verder af Rtunenië
ÏBiet honderd vijftig duizend,en Turkije met
honderd duizend J oden, lu Dutischlnnd telt
Pruisen alleen driehonderd vijf en twintig
duizend,loden, wèlké schier zónder uitzonde; ing'
tot de Oostelijke,éPoolsche Joden bëhooren.
•Deze - onderscheiding, dient volgens dén
schrijver van sRusland uwl die Juden" wel zeer
iri het 'oog gëhoudén te worden," Naast de
Póolsche Joden toch onderscheidt hij die,
welke sedert de groote Spaansche Joden
vervolging in -14-92 over West-Europa zijn
verspreid. Deze Spaansche Joden zijn door
een eeuwenlange geschiedenis gescheiden
van de Poolsche, Hun geschiedenis heeft,
in weerwil van menige vervolging, een ander
volk van hen gemaakt, als dat, hetwelk thans
in Oostelijk-Europa is gevestigd. De eerstge-
noeinden hebben,in Spanje hun dichters en
wijsgeereii als dienaren eener algemeene-be
schaving gehad, en de deelneming aau dezen
arbeid des geestes heeft, zooals altijd, ver
edelend op het volk teruggewerkt. Toen een
lichtvaardige regeering alles uit-Spanje ver
dreef, wat aan dat land geestelijke grootheid,
kracht en waarde, gaf, moesten ook de Joden
het land ruimen. Hun schatten van weten
schap en kunst brachten zij meestal over naar
gewesten, wélke dé beteekenis daarvan wis
ten te .waartleereij." Te Antwerpen,Lötidön(r
Amsterdam, Napels, Venetië, Marseille, Genua
en Rome verschenen deze lieden, niet alleen
als goede geldmannen, maar ook als ken
ners van meuige wetenschap en kurist. 'Zij-
werden- opgenomen in den maatschappe
lijke!! kring, de beschaving van Jodeu en
uiet-Joilen werkte wedei keerig; de afscheiding
werd hoe langer hoe minder scherp; kortom
de Joodsche bevolking vau'West-Eur.opa is
een gohéel andere dan die van het Oosten
van dit -Werelddeel. Daarum' kan 'eu mag het
Jodendom in Engeland, Frankrijk en audero
westelijke landen ook niet met dezelfde maat
gemeteu worden als in Duitschland en het
verdere Oosten, waar de Poolsch-Joodsche
stam gevestigd is.
Van dézen lamste wordt door den scbryver
van ïRuslaud und die Juden" een schets
gegeven, vvaaraau men geneigd zou zijn, alje
geloofwaardigheid te ontzeggen,' indien zé niet
'met - allerlei bewijzen -gestaafd ware; Hg
schetst daartoe het leven en streven der
;v.
Joden« in Rusland,waar zü, volgens de wet
-slechts in-15 gouvernementen leven mogen;
een betrekkelijk klein deel van de oppervlakte
van het gróote Russische gebied, en wel dat,
waarvan Rusland zich in den loop dés tijds
door véroverihg meestér heeft gemaakt: Kur-
land, Polen, de oude Litthausche landstreken,
Bessarabië eu de Krim. In het overige ge
deelte van het ryk mógen'zij zich niet duur--
ïaarfi vestigen, met'uitzondering van eenige
geprivilegiëérden, die op verschillende tijd-'
stippen- en onder afwisselende voorwaarden
als artsen, geleerden, kunstenaars, kooplieden
•van den-eersten rang, enz. werden toegelaten.
Zoo is dus volgens de wet de vermenging met de
Joden,eu de eigenlijke Russen bevolking ver-,
boden. Niettemin drongen zij tot verschillende
plaatsen door, en vestigden zich in verschil-'
lende plaatsen in steden en dorpen Joodsche
fainitiën. In Odessa, Moskou, Petersburg, in
de meestè gouvernementssteden van Midden
in Zuid-Rusland ontstonden Joodsche gemeen
ten, die," bijvoorbeeld in de beide genoemde
resiilentiëu tot veertig duizend hoofden aan
groeiden. Een groot gedeelte de/er personen
leefde in de gekozen woonplaatsen tegen de
wet, en moest zich, waar dit plaats had, door
allerlei middelen zich iii zyu verblijf trach
ten te handhaven.
De spreekwoordelijk geworden verdorven
heid der Ilusvische ambtenaren maakte het
dtizeu lieden echter niet lastig, als maar de
begeerige hauden worden gevuld; ea behalve
dit middel, zagen de ambtenaren deze meerea-
deels welvarende lieden gaarne in hun midden.
Immers Imd een politiebeambte geld noodig,
hij dreigde den Israëliet met uitzetting, als
!.em het benoodigde niet werd verschaft.
Is het té verwonderen, dal bij zulk een
onzekerheid, zulk een voortdurend gevaar, de
Jood zoo snel mogelyk geid trachtte te winnen.
In de streken, waar de Joden vrijheid
hadden zich te vestigen, mochtenzij geeft
grondbezitters zijn. Voor1861 waren dé
grondbezitters tegelijk eigenaars 'der op di®
gronden gevestigde Dzielen"; de wet had deö
Jood echter ook van dit zielenbezit-uitgesloten.
Toen echter de vryniaking der lijfeigenen door
Keizer Alexander II was geproclameerd, geraak
ten vele landbezitters in verlegenheid,1 daarzy
noch kennis, noch kapitaal bezaten, menigmaal:
over geen arbeidskrachten te beschikken had-
den, om hun goederen zonder lijfeigenen te
bewerken. Een gedeelte van den adel in Klein*
zoowel als in Groot-Rusland geraakte daardoor
in schalden. Dat hier nu eén ruim arbeidsveld
voor den Jood bloot lag is duidelijk. Trage
en weinig zorgdragende boeren, grondbezitters
zonder kapitaal, moesten wel tot de-.nyverèj
altijd werkzame Joden de toevlucht nemen»
en waar de Russische grondbezitter bankroet
ging, wist de Jood den boer aau het werk
te hauden, niet het minst door hem aan den
brandewijn te helpen, waardoor Ity de zaken
aan den gang hield enmet winst dreef.
Heteene goéd na het andere, werd zoo
door de..half geruïneerde eigenaars aan de
Joden verpacht; het gevolg was dat' de half -
geruïneerde bezitters langzamerhand lot totaal
geruïneérden werden herleid, en dat dé Jood
sche pachter evea geleidelijk eigenaar werd.
Eigenaar in den eigenlijken zin niet, omdat
de wet den Jood grondbezit ontzegt; 'maai1-,
bezitter rout het recht van eigendomdoor
aankoop op vreemde namen, enz. enz.
Slot Volgt.)
i"r*"T-• - aa>
ENG E L A N 1).
De agent Blake en de administrateur Keanë
van lord Cianricarde zijn bij het terugkeeren
uit Naas (Ierland) vermoord. Niemand is
gevangen genomen. N
In het Lagerhuis zeide Gladstone dat
bewerlrt naar t Uuitnch van Ad. Staiir,
door J.\V. v. d. L.
(Slot.)
Wat moet och ter Lessing ervaren hebben, de
rechtschapen man, er. juist in geldzaken
onbaatzuchtig,bij zijn vortalingswork voor
.1 Hij hield de zaak later grootmoedig
omdat hij bij Voltaire in dienst gedaan
maar men heeft, jaren daarna, onder Lessing's
een versje gevon-Jén'f
En wilt gij,' kort en goed, nu weten,
Waarom, bij deze vuile list,,
V Vrind ilirsch zicli deerlijk heeft vergist
V"" was, geloof mij vrij,- j i-.
Hem voor de baas in schelmerij..' -
Toch gaf'de grootore schelm" Lessing'nog'
éèri ander proefje van laagheid. De dichter had,
èenigen tijd daarnaf zijn Siècle de Louis XIV"
voleindigd. Richier, zijn secretaris, leende, onder
stellige geheimhouding, hot manuscript aan Les
sing; Doch de schrijver bemerkt het, Richter bekent
schuld, en hij moot 't geleende ijlings terughalen.
Lessing cchtor heeft Berlijn reods verlaten cn
het handschrift onachtzaam meegenomen. Nu
wordt Voltaire woedend. Hij beschuldigt Richier,
dat hij 't werk willatpn vortaloh of drukken,
-dicteert een; brief vol kwaadaardige verwijtingon
aan Lessing, zendt hem daarna oen tweeden,
aller vriéndelijkston, en wijst Richier uit zijn
dienst. Lessing, die alloon uit nieuwsgierigheid
'gehandeld had, beantwoordt Voltaire in 't Latijn,
maar zóó dat hij den brief niet voor de ramon
zou zotten." Toch deed het voorval den verdachte
veel kwaad.1Het publiek, grootendeels aan de
zijde van dén ge vierden man. verbreidde, bevestig
de; vergrootte het gebeurde, zóó zelfs, dat men
het de eenige réden noemde, waaróm Lessing
Borlijn verlaten had.
IV.
Dóch waarom had hij Berlijn verlaten 1 Niet
slechts omdat de journalistiek hem weinig voor
deel gaf, maar bovenal omdat hij eindelijk zijn
titel als Méd. Stud.-.tegen dien van-«doctor in
dc vrije kunsten" wilde inruilen-,
Ilij trok dus naar Wittenberg en vond daar,
behalve zijn broeder, ook oen oud schoolkameraad
uit Meiszon, Schwartz geheeten, door wien hij
steeds toegang kreeg tot de bibliotheek/Dut kwam
Lessing ten goedo! »Er was weldra haast geen
boek, dat hij niet in handen genomen had." En
do ijver, waarmee hij zich opnieuw aan de let*'
teren toewijdde, stolde ham tc eer in staat een
■zeer roemrijken strijd te aanvaarden.
Pastor Langë, te Laublingén.bij Hallo, een
man, die' den naam kreeg van »Do Duitsche
Horatius," had een slechte vertaling uitgegeven
van den oorspronkelijken Iloratius. Toch Was
haar opdracht door den Koning- van Pruisen
vgoedgunstig aangenomen" en hot werk zélf door
den gvooten dichter liagodont, vdc eerste smaak
volle vertaling van Horatius" genoemd. Trouwens,
Pastor Lange had er negen jaren aan gewerkt,
en hij was zelf, naar 't schijnt,' inet de vrucht
van zijn arbeid niet weinig ingenomen. Lessing
kon die ingenomenheid volstrekt'niet dooienin-
tegp»-deel, hij beschouwde do vertaling nis een,
jammerlijk schoolwerk en schroomde niet, dit
openlijk uit te spreken. Lange trachtte' zich to
verdedigen Lossing weerlegde homLange bo«