te een sliert c rob li. 5527. A". 1882. Maandag 11 September. e u i I e t o n. X ertigste Jaargang. Zes ii Versch nt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag. t>' v 11 AboNNKMENTSI'iihs, por kwartaal franco per post, door het gelieele Rijk Afzonderlijke noinmeis 1.85. - 2.50. - 0.10. BVREAVt MARKT, ISA. Auvebtentieprijs: van 110 gewone regels met inbegrip van eene Courantf 1.10,' Iedere gewone regel meer- 0.10, Dp.iemaai. plaatsing wordt tegen tweemaal berekend. B(J deze Courant liciioori By voegsel C- Schiedam, 9 September 1882, Het nieuws van het ooi logstooncel blijft gcbaarsch, en generaal Woheley, die een tnuand tijds genoeg rekende om den man, die volgens den Turkschen Sultan een rebel verdiende te beeten, tot zijn plicht te brengen, ziet den fatalen termijn, 15 September nade ren, zonder nog iets van beteekenis venicht te hebben. Door schade en schande wordt men wijs, en waarschijnlijk zal Engeland dezen onaan- genamen weg ook moeten bewandelen, om genezen te worden van de zucht tot krijgs zuchtige ondernemingen tegen kleine volken. Voor anderhalf jaar zou de Tiansvaa! ook zoo op eeus ten onder worden gebracht; en de afloop was, dat de Engelschen blijde waren, met goed fatsoen te kunuen terugtrekken. Thans blijkt de rebel ook geen gemakkelijk te verpletteren tegenstander te zijn. Hij vecht niet uitsluitend met fatsoenlijke wapenen; maar hij vecht tochh\j sluit de drinkwaler- kannien af, en die, welke bij niet kan beletten te stroomen, bedelf- hij, door er lijken in te laten werpen, die bij een Egyptische tem peratuur, spoedig lucht en water beide verpesten. Reeds wordt sterk geklaagd over buikloop bij de tioepen. Een telegram zelfs meldde, dat Aiabi-paehn aan deze doode- lijke kwaal lijdende zou zijn, en het zal te bezien slaan, of ook niet de cholera door de uit Indië overgebrachte Hoepen, zal worden ovetgebiacht, De Fiansche bladen spotten met de Engelschende Yigaro, wiens scherp heid bekend is, laat zich aldus uit: De Lontlensche bladen geven vier, vijf, soms zes edities daags, al naar de behoeften. De ochtend-editie behelst onveranderlijk een overwinning, welke geëiudigd is met de aan gename medcdeeling, dat een dozijn kanonnen zjjn genomen. Van de zijde der Engelschen 5. Toen 't meisje, dat de giften inzamelde, bij mijnheer d'Emmerich kwam, ontdekte hij dat hij zijn poi temonnaio vei goten bad; zonder de minste verlegenheid evenwel, en met dio gemak kelijkheid, dat voorname air, welke hem in hoogte mate eigen waren, wendde hij zich tot zijn doch ter en fluisterde haar eenige woorden in 't oor. Margai etho luisterde glimlachend, maakte 't gou den kruis, dat zij aan een lint om don hals droeg, los, en gaf 't aan hot meisje over, en op zulk zijn in deu regel slechts een paar paarden gedood en een trompetter licht gewond. De tweede editie geeft meer bijzonderheden om trent het gevecht, vermeldt de Ijjst van ge kwetsten enz. De lijst der doodeu komt eerst in de derde uitgave. De vierde einde lijk meldt, tot verbazing van deu lezer, dat de veroverde kanonuen op shnksche wjjze door de Bedouioea, die rechte bai baren zyD, werden weggekaapt. Scherp vooi zeker, maar niet aardig, vooral wanneer men van de buitengewone moeie- Ujkheden hoort, die het Engelsche leger te trotseeren heeft: >Het wandelen door het zand, zoo schryft een correspondent, wordt niet gemakkelijker gemaakt door de vliegen en muggen. Welk een Egyptische plaag zijn deze vervloekte insecten, deze gruweldieieo, uit Nijlmodder en stilstaand water geboren! Duizenden zwerven oreral en zoo men geen sluier voor het aangezicht diaagt, maken ze het leven een last. Na de vliegen zijn de muggen het ergste.. Den gebeden nacht trompetteren ze, des morgeus is men over dekt met blaten en roode vleeschheuveleu, doch de vliegen zyn toch nog het ergste. Het stof en de hitte zyn meer dan hinder lijk. De stijgbeugels, door de zon verhit, verschroeien de zolen der laarzen. Dit is niet oveidreveu, maar geheel juist. Het water is onsmakelijk en lauw, het eten onvoldoende. De oudste ludische officieien hebben nooit zulke ontbeiing doorgestaan. Ieder verdraagt moedig en zonder klageD wat geleden moet worden, maar o hoe snakt menigeen reeds naar de kale groene lanen en de giasvlakte ouder de hagen van laurieren vau Engeland Bovendien ia te Alexandria een samen zwering outdekt om onder de Chustenen eeu algerneene slachting aan te lichten, Hetschnim van al wat het Oosten menschelijks bevat, moet dat kostelijke plan beraamd hebben. De Euiopeanen zien dan ook met de grootste ongerustheid de Engelsche troepen naar het tooneel vun den oorlog vertrekken. Ziehier in eenige trekken de volstrekt niet rooskleurige toestand in de landpalen van den Khedive. Ui andere landen van ons werelddeel komt schier geen politiek nieuws. In Rusland is men steeds bezig toebereidselen te maken voor dé kroning des Keizers. De naam nihilist wordt weinig vernomen. Nu en dan echter verneemt men feiten, die doen ver moeden dat er in het duister door deze lieden steeds voortgewerkt wordt. Eerst waren het de paarden voor het kroningsfeest, die vergiftigd zouden zijn; voor eenige dagen sprong bij de militaire evolution een torpedo, taeytülig dicht bij de plaats, waar de Keizer zich met zijn staf bevond. Zyn broederde Grootvorst Michael, werd gewond. By. zóo'n ongeluk mag men in Rusland aan geen toe vallige omstandigheid denken. Verder heet hef, dat bij gelegenheid var de kroning hervormingen 'Wilen ^-worden-ingevoerd.Van welken aard die zullen zijnblijft nog een raadsel, rnaar dat de Israëlieten weinig kaus op lotsve» betering hebbeo, is vrij zeker. Frankrijk is getuige van enkele vechtpar tijen eu duels, tusschen licht opgewonden redacteurs vau Gambettistische, Rochefartscha eu Bonapartistische bladen. Terwijl eenige heet hoofden hun best doen, den haat tegen de Duitscliers aan te vuren, heeft de viering der Sedan feesten, die nu voor de elfde maal plaats had, weinig aantrekkelijks meer voor de Duit- schers; deze feesten beginnen al duchtig aan de teung te lijden; misschien moet dit niet enkel aan vei slapping van de nationale gevoelens bij onze naburen geweteu worden; maar de algerneene ontevredenheid, die by de ver schillende partyen heerscht, en de teleurstelling, die men na de groote verwachtingen, door den oorlog opgewekt, ondervond, mogen wel degelijk by de beoordeelisg van dit feit in rekening worden gebracht. De heer Van Schlöszerde bemiddelaar tusschen Duitschland en den II. Stoel is weer naar Rome vertrokken, 't Heet, dat hg nu de laatste poging gaat wagen. Slaagt hjj niet in zyn pogingen, dan zal de strijd tus schen den Duitschen Staat eu de Kerk op nieuw ontbranden, ten minste, als Bismarck weer geen wending maakt, waardoor dö gedragslijn wordt gewijzigd. Duitschland heeft ons aan verrassingen gewend. In ons vaderland leeft men in verwach ting. Over tien dagen komen de Kameri elkander. De kennismaking met het Minis' zal dan worden vernieuwd. 't Heeft alvast iets gedaan. Surina' al Huur- een nieuwen gouverneur bekomen' treden landvoogd liet in de zag heer De Jong een netelige kwest'iau* waarvan de vernieuwing niet gewi*r a m. De zaak van generaal Van der blijft aan de overweging van den nk Minister van Koloniën, De Brauw aanbev De hofstad heeft een nieuwen burgemees volgens de residentiebladen is het optred van den heer Patyn met genoegen vernomen. Van het nieuwbenoemde kamerlid voot Hilversum, den heer Mackay, heeft men zeker een geduchten aanval op het Middelbaar Onderwijs te verwachten. Te knappe leeraars,' stompe jongensDe knappe jongens komen er altijd! Ziedaar projectielen, die bij de uitbarsting daveien. Heeft de gemeente Winterswijk, bjj monde van een zeventigtal ÏDgezctenen, eeu waardig antwoord aan haar burgemeester op dezen uitval gegeven, 'tis te hopen, dat ook in de Tweede Kamer stemmen zullen opgaan, die op afdoende wijze het deugdelijke recht der burgers op goed, zij het op verbeterd Middelbaar Onderwijs durven bepleiten een eenvoudige, aandoenlijke wijze, dat Albert er tranen van in de oogen kreeg. Toen de plechtigheid afgeloopen was, wilde hij zijn vrienden gaan aanspreken: maar de candi- daat-afgevaardigdo was hem voor, naderde vader en dochter, en knoopte een levendig gesprek met hen aan. Albert meende dat hij zich ter zijde moest houden, tot dat dit onderhoud geëindigd zou zijnmaar eensklaps bood de aanstaande ge deputeerde Margaretha den arm aan. Zij vertrok ken samen; mijnheer d'Emmerich veigezelde hen, en voordat do onthutste kapitein van deze onaangename verrassing bekomen was, had het drietal plaats genomen in een eleganten landauer, die daarop terstond, in oon wolk van stof gehuld, den weg naar Montigny insloeg- Diur lebben wy dan nu zdieontvichtbare burchtvrouw" en de somhnramenscbenhater waar van mijn vriend Schinicu, tt rg geen twee uur ge leden, sprak. Hoe komt do goede, oude man dan toch aan zijn berichtenwaar haalt hij do praat jes vandaan dacht Albert bij zichzelven, terwijl hij den landauer naoogde. Hij was bleek, zenuwachtig, ontevreden op zich zelven en alle anderen. Hij had er spijt van, dat hij zoo bescheiden geweest was, en nam 't mijnheer d'Emmerich kwalijk hem niet gezien en herkend te hebben, of te willen hebben. Hij betreurdo zijn eigon linkschhoid en onhandigheiden dc onverschilligheid van hen die hem zoo dierbaar wmen. Na een oogenblik besluiteloos gestaan te bobben, keerde hij toch maar naar liet station teiug- Hij kon 'tniet van zich verkrijgen naar Montigny to gaan, nu hij zeker wist, dat hij er een vreemde zou vinden. Ik zai morgen terugkomen, zeido hij in zichzelven, en zotte 't op een loopen, alsof hij daardoor 't verdriet, dat hem kwelde, had kunnen ontgaan, Halverwege ontmoette hij zijn vriend. Welnu1?.... vroeg de oude man op blijmoedigen toon, 't schijnt dat gij 'tgoed getroffen hebt, want gij zijt mooi lang weg gebleven Ik begon haastte gelooven, dat gij van daag niet terug zoudt komen. Men heeft udus ontvangen, en u niet willen laten gaan ?'t Is verwonderlijk! En ik hield nog al vol dat men u aan de deur zou laten staan, en u ruimtijd geven de spijkers te tellenZeg mij nu toch eens, door welk: vSdmne ouvre-loi," gij die welgesloten deur op hare hengsels hebt doen draaien? Maar wat ziet ge er somber uit! En hoe bleek, hoe bleek!.. Wat is er gebouid?'tIs oi' go uit een graf kornt. Ik wil toch niet hopen, dat zij u in een ondcraardsche gevangenis gestopt hebben Albert deed zijn best om te glimlachen. Ik heb geen kasteel gezien, veelmin fceiv onderaardsche gevangenis; de woning van mijnheer d'Emmerich is niets dan een groot burgerhuis. Zijt ge er in geweest?

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1882 | | pagina 1