den gemaakt, doch dat de bedoeling is om de vraag naar de noodzakelykheid van grond wetsherziening eerst te onderzoeken, wanneer het kieswet-ontwerp behandeld en goedgekeurd cal zijn. Het ontwerp-adres is met algemeens stem men ongewijzigd aangenomen en zal aan den Koning worden aangeboden door de commissie, •van redactie met toevoeging der heeren De Baadt en Blussé. .De Kamer is daarna gescheiden. SCHIEDAM, 22 September 1882. De Kamer van Koophandel te Leeuwarden heeft aan een commissie opgedragen te onder zoeken, wat zou kunnen worden gedaan om den invoer van levend vee in Engeland weder te doen toestaan. Zy had daarby inzonderheid het oog op het onlangs aan den Minister van Binnenlandsche Zaken gedaan verzoek, om in het xg. spoeling-district het stelsel van inenting tegen de longziekte te verlaten en ook daar eindelijk over te gaan tot toepas sing van afmaking, niet alleen van het aan getaste, maar ook van het verdachte rundvee, om' alzoo die ziekte hier te lande waarschijn lijk geheel uit te roeien. De Kamer van Koophandel te Leeuwarden schijnt slecht op de hoogte te zyn van het onderwerp door haar behandeld, anders zou zy hebben kunnen weten, dat in het spoeling- district afmaking niet alleen van het aange taste maar ook van het vei (lachte rundvee reeds sedert een paar jaren wordt toegepast. De resultaten van dezen maatregel zyn echter zoo onbeduidenddat de personeD, op wier advies hij werd in toepassing gebracht, er zeker maar liever over hebben gezwegen. Als afmaken het eenig afdoende middel ware geweest om de longziekte in het spoeling district uit te roeien, dan voorzeker zou deze ziekte hier tot het verledene behooren. Nu het afmaken onvoldoende is gebleken zou men mogen verwachten dat men aan een andere omstandigheid dacht, waardoor de longziekte naar 't schijnt onuitroeibaar in het spoeling-district met vrucht zou kunnen bestreden worden. Gistermiddag te 12 uur werden by vrouw Van Rhijn aan den Overschieschen weg alhier, een paar stoffen schoenen ontvreemd door een onbekend vrouwspersoon'. Het mocht den brigadier der ryksveldwachtJ. H. Bax hedennacht ten 12 uur gelukken de daderes, zekere Pietertje Boelete Rotterdam te ar resteeren en de schoenen in beslag te nemen. Volgens de Franfaiv heeft Z. IC H. de Prins van Oranje, wegens den slechten staat zijner gezondheid, zich op raad zjjner geuees- heeren over Parijs naar het zuiden van Frank- ryk begeven. De St. Gt. no. 222 bevat een Kon. besluit van 6 Sept. 1882, houdende nadere bepalingen omtrent het vervoer van vee langs spoorwegen en de ontsmetting 'va'a veewagens. Blykens mededeeling van Zr. Ms. minister resident te Madrid, zyn de schepen, komende van Japan, Manilla, Jolo (Ilo-Ilo) Tarnboanga en de havens der Roode Zee, bij aankomst in Spanje, aan quarantaine onderworpen. De overeenkomst lusschen de erfgenamen vau Prins Hendrik en de maatschappij Zeeland is goedgekeurd. Als blyk van tevredenheid heeft ZM. de Koning benoemd In de orde vau de Eikenkroon: tot Grootkruis: Mr. F. Alting Mees, lid van en vertegenwoordiger des Konings bij de commissie van beheer der nalatenschap van Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden; tot Grootofficier: N. Trakraaeu, president vau de Nederl. Handelmaatschappij tot Kommandeur: Mr. J. P. R. Tak van Poortvliet, president van de Stoomvaartmaat schappij Zeeland tot officier: Mr. J. G. Rochussen, lid van en vertegenwoordiger des Konings bij de commissie van beheer der nalatenschap van Z. K. H. Prins Headrik der Nederlanden en B. Heldring, directeur van de Nedeil. Handelmaatschappij. In de orde van den Gouden Leeuw van Nassau tot ridder 3de klasse (kommaodeur), M. Insinger, commissaris bij de Stoomvaartmaat schappij Zeeland tot ridder 4de klasse (officier), Vau Hall, president-commissaris der Banque de Paris et des Pays-Bas. Het plotselinge opduiken van plannen tot Grondwetsherziening bij het ministerie-Van Lynden heeft natuuriijk algemeen verbaziug gewekt. Vanwaar die onverwachte frontverandering vraagt iedereen. Als naaste aanleiding hebben wy 'o. a. Iiooren aanvoeren, dat de regeering een verandering wenscht te breugeu in de bepalingen der Grondwet omtrent de troonsopvolgingin dien zin, dat de kroon overgaat op Prinses Wilhelmina, ingeval de Kroonpiins ongehuwd eu kinderloos mocht blijveu. Deze bewering rust op een misverstand. Immers de Grondwet, zooals zy thans luidt, bepaalt reeds hetzelfde iu de artt. 15 en 18. Alt. 15 luidt: Bij geheele ontstentenis van inaanelyk oir uit het Huis va:i Oianje- Nassau, gaat de kroon over op de dochters van den Koning, door recht van eerstge- booite." Ait. 18 luidt: »Wanoeer de Koning zouder nakomelingschap stei ft, en er geen mannelijk oir uit het Huis vau Oianje-Nassau oveng is, volgt hem zijn naaste bloedverwante, mus vau Koninklijken huize zyo de eu wordt mede, hij vooroverlijden door hare afstam melingen gerepresenteerd." klein eiland met prachtige bloemen. Albert had dat alles meer gezien on 't stond hem nog levendig ea friseh voor den geest. De onbeduidenste zaken blijven diep in het geheugen gegrift, wanneer zij met pijnlijke herinneringen in verband sjaan. Hij beschouwde e-c< dat borduurwerk wel in gadaciiten verzonken, maar zonder de minste verwondering. .Margaretha deed zeker hare in- koopen in dien winkel, en de teekening van dit borduurwerk was inderdaad fraai genoeg om haar behaagd te hebben. Maar toen hij het van naderbij beschouwde, bemerkte hij op den vleu gel van een der zwanen, een kleine groene vlek, die hij dadelijk herkende. Hij zelfs toch had er die vlek opgemaakt, en, geen twijfel dat bor duurwerk was wel deugdelijk hetzelfde dat hij in Margaretha's handen had gezienHij opende eensklaps de deur van v 't magazijn, en sprak de winkeljuffer aan: Ik zou wei een der borduursels willen koopen, die daar in de kast hangen dat, met dien zwaan m dat blauwe meer. meen ik. Dat vuurscherm 't Is allerliefst, met smaak gctcekend, en allerkeurigst bewerkt, antwoordde 't winkelmeisje, terwijl zij een groote karton nen doos opende. Wij hebben dan ook verschei dene van 't zelfde patroon. Ik zal ze u laten zien. Dat is niet noodig, juffrouw, ik blijf bij mijn eerste keus, zeide de officier, terwijl zijn oog onafgewend op 't groene viekje gevestigd bleef. Dat geloof ik wel, maar de vuurschermen die ik hier in de doos heb, zijn alle precies 't zelfde, als 't geen mijnheer bedoelt en gekozen heeft. Zie eens, en zij spreide een stuk of vijf op de toonbank uit waarop dezelfde teeke ning in dezelfde kleuren en op dezelfde wijze bewerkt, geborduurd was. Maar ik wildo nu juist bepaald dat hebben, daar uit de winkelkast, en geen ander, zei Albert ongeduldig. Zoo als mijnheer verkiest.'Maarik moet u opmerken, (lat het een klein gebrek, heefter is een vlekje op. Daarom wilde ik u een ander, Uit deze bepalingen volgt, dat Prinses Wilhelmina reeds thans, na den Prins van Oranje, de naaste is tot de Kroon. (D. Gt.) Onze landgenoot, de heer G. A. Quien, te Bordeaux gevestigd, is door onze Regeericg aangewezen als lid der jury, die de wijnen en likeuren zal beoordeelen ter tentoonstelling aldaar. Volgens de 18e lyst der Standaard vau de Unie-collecten was het totaal van 450 locale comités f 82,860,04. Groniogen met Haren gaf f1083.47, Soeterwoude f30. Uit Amsterdam meldt men, dat de Lord Mayor van Londen met de overige leden van het gezelschap het Raadhuis bezochten, waar de brandweer der hoofdstad eenige manoeuvres voor hen uitvoerde. Daarna brachten zij een bezoek aan het Trippenhuis, aan het museum Van der Hoop en eenige andere merkwaardigheden der stad. Na het diner ten huize van den burgemeester van Amsterdam keert de Lord Mayor met de dames en heeiendie hem vergezellen, hedenavond in de Residentie terug. De Gemeenteraad vau Amsterdam heeft benoemd tot klinisch hoogieeraar aan de stedelijke Universiteit aldaar Prof. RosensteiD te Leiden. Omtrent de vervulling van den leerstoel in de godgeleerdheid aan deze Universiteit ter vervangiug van Dr. van Oosterzee loopen allei lei geruchten, welke geen van allen grond hebben. De betrokken faculteit, welke allereerst haar advies moet geven omtrent de personen, welke zij meent dat in aanmei king dienen te komen, heeft tijdens de vacautie, daarover niet kun- vergaderen. Het meest geloof verdient nog het gerucht, dat velen iu de plaats vau Prof. van Oo.-terzee twee opvolgers zouden wen- scheu benoemd te zien één en voor de meer historische, een tweeden voor de wysgeerige vakken, door den overledene ouderwezen. (JET. Ct.) De vergadeiing, tegeu aaost. Zondag door de »Unie" te Amsterdam belegd van ile bestuieu van verschilleude vereenigingeti. ten einde gezamenlijk stappen te doen tot verkrij ging eener doeltieffeude kiesrechthervoiiniug, gaat niet door, omdat de meeste besturen, hoewel instemmende met het doel, zich wegens de kosten ol andere redenen bezwaard vonden aan de bijeenkomst deel te nemen. Het bestuur der ïUnie'" heeft nu de besturen uitgenoodigd zich aan te stuiten bij een adres aan den Koning, waarin spoedige iudieniug wordt verzocht van een voorstel tot wyziging van art. 76 der Grondwet, in dien zin, dat het vereischte van een census daaruit vervalle en het artikel aldus luide D De iedeu der Tweede Kamer worden recf«P-Hr streeks bij geheime stemmiug gekozen." sOrn kiezer te z'yn, moet men zijn meerder jarig ingezetene, Nederlander, in het volle genot der burgerlijke en burgerschapsrechten. j>Het kiesrecht en de uitoefening er van worden door de wet geregeld." Door den komrr.andant der marine te Wil' lemsoord is rechtsingang verleend tegen den bekeudeu officier van administratie H. H., beschuldigd van onzedelijke handelingen. Naar men meedeelt, is het tes's Hagege vestigde voorloopig comité voor algemeene landontginning bezig de punten voor een te houden algemeene bijeenkomst te behandelen en vast te stellen. Wij lezen in het N. v. d. D. het onder-- staande protest tegeu Professor Alberdingk- Thym's jongste dichtregelen. Ik ben van de «oude Burgerij" Der laog verstokte stad aan 't Y, Die, voor de volksviktorie In 't Hoofdkwartier van Kenmerland, Geen pek aan pekton heeft gebrand" Bij zeer betwistbre glorie. Amsterdammer van 17 September 1882, Ik ben van de «echte Burgerij" Der oude handelsstad aan 't Y, Die, voor de volksvictorie In 't hoofdkwartier van Kenmerland, Volgaarne een pekton had gebrand Verrukt door zóóveel glorie Waarom ik nu plaats voor mijn raam Een wapenkoning, die de faam Van Aikmaar's strijd trompettert? Waarom verhef ik 'slands banier? Waarom mijn wapenkoning, fier, rAlcmaria victrix" schettert? Waarom? omdat gij iettervorst! Gij, Alberdingk liet pogen dorst 's Lands glorie te doen tanen Nog wel op Itollandsch schrijfpapier Kiest pij, met aangeboren zwier, Partij voor Spanjaard's vanen Waarom treedt ge ongevraagd in 't perk 1 Waant go u zoo onverwinlijk sterk, Die smaalt op volksvictorie? Of dacht gij dat geen kampioen Zich meer voor Alkmaar op zou doen? Dat waar betwistbre glorio! God lof! nog zijn er in het land, Verbonden door een heilgen band Aan Holland's gloriekroone Nog door gelijken geest bezield, Dia Aikmaar's vest' onwinbaar hield; Despotenzin ten hoone! Dat vrij in uwen vriendenkring Aan Alkmaar men de kroon ontwring; Wij vliegen niet te wapen; Doch wie in 't open strijdperk treedt, Hij vindt er menigeen gereed, Den handschoen op te rapen. Amsterdam. C. L- Geigeb. dat geheel frisch is, verkoopen. Om dat vlekje hebben wij 't maar voor de ramen gehangen. Het trekt evengoed de-aandacht, en 't is ons nu onverschillig of 't(wat verschiet in de zon. 't Hangt daar nu bij wijze van monster. Maar allen die ik hier in de doos heb zijn precies het zelfde, en door dezelfde werkster geborduurd. Door dezelfde werkster? herhaalde hij verwonderd. Ja mijnheerzij heeft zoo zes dozijn voor ons gemaakt. - zes dozijn, Zooais ik zeg. hernam de winkeljuffer, met een glimlachje over de verbazing van den officier. Maar, zei Albert, dat is een ontzettende arbeid, en die.... werkster moet wel jaren noodig gehad hebben, om.... Och neen, mijnheer; door 't aanhoudend bewerken van dezelfde teekening, kent men het geheele -patroon uit het hoofd, en dan gaat het heel vlug van de hand.... en *t is ook, zooals mijnheer ziet, nog niet ingevuld. En stamelde hij, is dc borduurster, die dit werk voor 't magazijn gemaakt heeft, u ook persoonlijk bekendWij hebben er zoo velen, mijnheer! Een aanta! jonge meisjes wer ken voor ons huis en wij kennen allen, maar juist de borduurster van deze vuurschermen niet. Haar werk wordt ons gebracht door een geestc lijke zuster, mot wie wij dan afrekenen ook. Dus, 't is zeker een liefdewerk Ik weet liet niet, en dat is ons dan ook onverschillig. Wij zijn toyieden over onze werk', ster, en hebben haar nu ook weder een nieuwe bestelling gedaan, zonder te willen weten wat zij goed vindt voor ons verborgen te houden..» En welk van die vuurschermen zal mijnheer dan nif nemen? eindigde 't meisje vrij kort af Wordt vervolgd.) i v

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1882 | | pagina 2