DE EEDGËNOÖTËN
Maandag 20 November.
5577.
Kennisgeving.
euiileton.
Zes en Dertigste Jaargang
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag.
iOOSMüiKNl'si'RiJS, pei kwartaal
fffitco per pust, door het geheele Rijk
.Vftoiideihjke nommers
ggi ,111111 iii11 in m11ii i >in11ui'nminrTrwin miii^n
iy deze Courant behoort een Bijvoegsel.
j 1.85.
- 2.50.
- 0.10.
BVK£AVi MAllMT, E, ISA.
Advertentieprijs: van 110 gewone regels met
inbegrip van eeno Courantf i.io/
iedere gewone regel meer0.10,
Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal berekend.
Burgemeester en "Wethouders
lïn'SoH i ed am
In aanmerking nemende dat zich dezer
het feit heeft voorgedaan, dat in eene
brander'^ niet is nageleefd het bepaalde bij
art. 19 der verordening op de biandweer voor
gemeente; ten gevolge waarvan onver-
iielijk brand zou zijn ontstaan, wanneer dit
niet door tijdige ontdekking der politie en het
nemen van spoedige en afdoende, maatregelen
iot btaching, was voorkomen
.Brengen bij deze, aan ieder dien zulks mogt
ïagaaii, in herinnering den inhoud van art.
19 der verordening op de brandweer luidende:
}Dê,togt- en aschgaten der eesten en de
laschgatea in branderijen, distilleerderijen en
ialié andere fabrieken, waarin mét vuur ge
werkt wordt, zuilen niet anders dan door
imiddel vau ijzeren schuiven of deuren ge-
nlolee mogen worden."
iDe asch van de vuurwerken der voor
schreven fabrieken zal des avonds behoorlijk
iaat gemaakt in de aschgaten moeten blijven
diggen en niet vóór den volgenden morgen
lalvoress het vuur weder is aangelegd, in
'de aschtonnen gebragt mogen worden."
iBij overtreding is de eigenaar of bruiker
ivan zoodanige fabriek strafbaar."
Da overtreding van voormeld artikel wordt
|Mtraft met een geldboete van tien gulden
Schiedam, '18 November 1882.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
P. h VAN DIJK VAN MATEN ESSE.
De Secretaris,
A. W. MULDER.
Schiedam, 18 November 1882.
Sedert eenige dagen komen uit Ween'ea
berichten van onlusten oodér de werklieden.
Dat was men uit de Oostenrijksche hoofdstad
niet meer gewoon te hooren. De dagen van
48 zyn zoo langzamerhand in het vergeetboek
geraakt, en in de uiterst moeielijke tijden,
welke sedert genoemde dagen voor land en
volk zijn' aangebroken, was de houdiug van
het laatste wezenlijk bewonderenswaardig.
Aan de socialisten worden de troebelen dei-
laatste dageu toegeschreven. De vergadering
eener schoenmakers vereeniging was op bevel
der politie gesloten, en de ontevreden stem
ming, welke van zoo iets altijd het gevolg
is, werd, gevoegd bij de slechte tijdsomstan
digheden vnor de heereo socialisteu het middel,
om het volk op te zetten, dat overal en altyd,
wanneer er slechts een buitengewone prikkel
werkt, gemakkelijk op te vinden is. Door de
raddraaiers spoedig achter slot en grendel te
bergen, ea tevens te zorgen, dat elke gevaar
lijke demonstratie in deu aanvang kon worden
verstikt, is Weenen voor het tegenwoordige
voor betreurenswaardige tooneelen bewaard
gebleven.
Keizer Frans Jozef beeft zich in de zaak
van het Joden-proces op uitstekende wijze
gedragen, en aan zijn gansche volk getoond,
dat hij Keizer over allen is, ea recht voor
allen begeert.
Uit geen enkel gegeven schijnt de schuld
der Joden aan den moord op Esther Solyinossy
te blijken. De advocaat der beschuldig Jen, de
bekwame Kail Eotvös heeft zelfs geëischt,
dat hot lijk zou worden opgegraven, opdat
het bewezen worde, dat haar dood aan ver
drinken, niet aan ontvangen messteken moet
worden geweten.
De Regeering heeft de zaak met de meeste
openbaarheid willen behandelen, opdat het
blijken zou, dat de beschuldiging teneenenmale
bezyden de waarheid is.
f
Het Eagelsphe Lagerhuis houdt thans weder
zittingen. Het behandelt het nieuwe regle
ment van orde, waarbij men vooral op het
oog heeft, den kostelijken tijd minder met,
praten, dan met het nemen van besluiten
door te breDgen, en het schijnt, dat dit
reglement veel kans heeft, zij het ook met
eenige wijziging te worden aangenomen.
Gladstone - beeft medegedeelddat de
toestand in Ierland verbeterde. Dit woord
verbetering kan evenwel slechts in betrek-
kelyken zin worden opgevat. Er kon toch niet
worde» verzwegen, dat inde afgeloopen maand
op het Groene eiland, nog 411 zoogenoemde
agrarische misdrijven zijn gepleegd. Zeventien
maal stegen de vlammen uit landhoeven op
éen moord werd er gepleegd, een drietal po
gingen tot doodslag werden ondernomen,
.eu acht. malen moest het vee in de weiden het
ontgelden. Voorzeker bij de hooge cijfers
van het vorige jaar en de eerste maanden
van het thans loopeude, zyn deze cijfers niet
ongunstig. Maar Wat blijkt nu weder uit deze
zoo hoogst droevige zaak Dat men aan
alles gewent, dat zelfs moorden en geruchten
van moorden hun tint van nieuwheid ver
liezen, en tegelijk dat het gevoel van afschuw
bij dei gelijke tijdingen in den aanvang opge
wekt, laugzamerhand afstompt. De kwaal
echter blijft bestaan in de bevrediging van
het Iersche volk, waaraau wel de verzachting
der zeden zal dienen vooraf te gaan, is nog
ver van ophanden te zijn.
Van Egypte zwygt men nagenoeg* De
Engulsche gezant te Constantinopellord
Duflerio, Ier van afkomst, is thans in Egypte
zelf werkzaam. Na misscliieu evenveel recht
op dankbaarheid ie hebben verworven als
sir Garnett Wolseley en lord Seymour, door
dé uitstekende wyze waarop hy met den Sultan
en diens sluwe raadgevers heeft geageerd
is hij thans aan de boorden van den Njjl
bezig, om zich op de hoogte te stellen
van den geldelyken en den staatkundigen
toestand van het rijk van den onderkoning.'
Daarby schijnt hy met den onderkoning zelf
zoo weinig mogelyk in aanraking te komen.1
Voor de Egyptische fondsenhouders is de
tyding ver .van bemoedigend, dat in plaats
van een ovenschot op den dienst van het
loopende. jaar,''"éen tekort te wachten is. Een
overschot1 zou ook, in de omstandigheden die
Egypt dit jaar heeft doorleefd, wel een won
der' zyn. Lord Dufferin heeft niet geaarzeld
zich persoonlijk'bp'de hoogte te stellen van
de aangelegenheden van Egypte, dit is in"
elk geval een bemoedigend teeken en geeft
grond tot de verwachting, dat er afdoende
z maatregelen in het belang van het land éa
zijn schuldeischers beide zullen genomen
worden.
In da Fransche Kamer van Afgevaardigden
gaat het er dezer dagen heftig op ios. Nadat d«
begrooting van eeredienst aanleiding had ge
geven tot harde woorden, kou het anders
in een aangelegenheidbij welke radicaal
en clsricaal zoo lijnrecht tegenover elkander
staan? kwam de overigens vrij onbedui
dende som vau 25000 francs ter sprake, die -
door het vorige Ministerie ten behoeve der
geestelijkheid in Tuuis was verstrekt, zeer
zeker om die' tot geestelijke doeleinden aar;
te wenden. Dit was niet gebeurd, meende de
heer Clémenceauze waren voor staatkun
dige zakeo gebruikt, en daarom stelde de
heer Roche voor, een interpellatie tot het
kabinet te richten. Veel vrucht kan daarvan,
niet worden verwacht. De tegenwoordige Minis
ters kunnen de handen in onschuld wasschen,
't is een zaak, die hun voorgangers aangaat,
i,
Het.was een lustig, avontuurlijk carnaval, dat
3en iin den winter van het jaar -1768 in de
rensdorpon on stadjes van het Opper-Poolschc
De melancholische stilte der duistere pijn-
oonnwouden werd alleen dan vei broken, als de
n naar de markt, of ter korke gingen,
nw. paarden bij die gelegenheid met schel-
ede belletjes versierden. Deze werden voor
ten slede gespannen, niet slechts dooi
en, maar ook de edelen in den omtrek
an deze eenvoudige vervoermiddelen
"Jïk, In don winter echter van bovengenoemd
het geen zeldzaamheid, dat er zich een
tan twintig tot dertig elegante sleden
1 ooiiile, allen mot gemaskerden gevuld, wier
bonte kleedij vreemd afstak bij de glinsterende
sneeuwvlakten en de donkergroene pijnboomen.
Men droeg deze maskers evengoed voor be
schutting tegen de kou, als ter verhooging van
het nteresanto dor tochten. Meestal was hot doel
hunner sledevaarten de bereiking van een kasteel
en weiden ze hier gastvrij ontvangen, dan klonk
weldra de vroolijko dansmuziek hcindo en ver.
Dan verzamelden zich de hofknochten voor de
stallen hunner meesters en zeiden zij tot elkaar:
lieden zijn de Polen weer hier, docli nu zijn er
weer meer dan de eerste maal; wat dit toch
beteekenen mag?"
»"VVat of dit nog eenmaal werden zal," zoo
spraken ook de Duitsche grondeigenaars, die de
vreemde gasten met wantrouwen bejegenden.
De verwarringen in hun eigen land moede,
waarbij nog kwamen do willekeurige handelingen
van do Russische, soldaten, namen zij hot, be
sluit, naar het. naburige land te trekken, hopendo
liior gastvrij ontvangen te zullen worden. Ilad mon
hun gevraagd naar het eigenlijk doel hunner reizen,
waarschijnlijk had men van ioder een verschil
lend antwoord vernomen. Eén ding echter be
aamden allen ten volle, en dit was dat men den
Koning van Polen, Stanislaus Poniatowsky, haatte.
Door de genade van Keizerin Catharina van
Rusland tot Koning over Polen uitgeroepen, was
hij niets meer dan een blind werktuig in hare
hand. Men had nu een verbond gesloten, om
den Koning van den troon te stootenen nu
waren het deze bondgenooten, dié zich in den
omtrek van Opper-Polen hadden teruggetrokken.
De hei tog van IC....land had< zich ook bij ben
aangeslotenomdat hij hooptelange dezen
weg weer in het bezit van zijn hertogdom te
komen, dat do Koning hein eigenmachtig had
ontnomen, om liet oen anderen te schenken.
Gedurende dat de hertog in het leger was, bad
zijn gemalin hun kasteel betrokken, en daar ver
zamelde zich de hooge Poolschc adel otn haar.
De hortogin was een eerzuchtige vrouw, wier
doel hot was, zelf aan het bestuur te komen
indien hot gelukken mocht, Poniatowsky te doen
vallen. Doch in dit geval bestond nog een an
dere partij, die ook den val des Konings be
oogde, en zekeren Patocky tot haren Koning
begeerde. Men hield echter deze oogmerken voor
elkaar geheim, en werkte eendrachtig te zaraen»5-
om het ééne, gemeenschappelijke doel te berei
ken. Frankrijk werkte hiertoe krachtig mee, en
ondersteunde de verbondenen met geld on sol
daten.
"Waar deze viaemde gasten zich vertoonden,'
weerklonk spoedig muziek en dans. Deze vroo-
lijke leefwijze was geheol in overeenstemming
mot- het karakter der landedelen, en spoedig
maakte hot wantrouwen plaats voer een vrien
delijke gastvrijheid, die men den gasten bewees.
Onder dezen echter was er niemand die zoo
vroulijk, maar tocli ook bij tijdon zoo ernstig en
bcradon kon zijn, als een aanzienlijk jongeling
met name Jivrij van Lubowsky. Ofschoon het
den schijn had, dat hij zijn hoogste genot vond
in inuziok on dans, wist toch ieder der bondge
nooten, dat hij in het geheim onvcimocid voor
■ss