Tijdens de behandeling herinnerde de heer
De Casembroot, dat de eerste voorsteller te
Hasselt en Leuven de eer der Nederlandsche
vlag heeft helpen ophouden en knoopte daar
aan vast een herinnering aan het nationale
feest, heden te Amsterdam gevierd.
De wet tot onteigening voor den tramweg
's Gravenhage-Scheveningen werd aange
nomen.
De overeenkomst met de maatschappij de
Schalde te Vlissingen, betreffende de haven
exploitatie aldaar, werd eenparig goedgekeurd.
Door de heeren Schaepman, De Savornin
Lohmau en A. Mackay werd krachtig te velde
getrokke^ tegen het suppletoire wetje tot ver
hooging o. a. van de sctioolsubsidiën san ge
meenten, en verzochten zij den Minister tegen
die opdrijving te waken.
De Minister verdedigde zijn gevoelen, dat
deze noodzakelijke subsidiën moeten verleend
■worden. De wet is gebiedend en de Regeering
gaat bjj subsidie-toekenning met groote zorg
te werk. Morgen voortzetting.
DEN HAAG, 1 December 1882.
De Grootmeester Nationaal der Nederl.
■vrijmetselaarsorde, Z. K. II. Prins Alexander
der Nederlanden, heeft gisteravond aan de
Rotterdamsche loge3 een bezeek gebracht en
is ten 11 uur per extratrein naar de residentie
teruggekeerd.
SCHIEDAM, 1 December 1882.
Heden nacht teu 12!/3 uur ontmoette de agent
van politie eerste klasse H. Siekmao en een
agent der derde klasse aau den Rottenlamscheu
Dijk twee personen waarvan door de eene
een zak werd gedragen. Op de vraag van
den agent wat in den zak was werd deze
weggeworpen en zette die persoon het op
een loopen, terwijl de andere onmiddellijk
door Siekmao werd gevat en aan den agent
derde klasse ter bewaring o vergegeven. Siek
mao zette den vluchteling na, doch geraakte
door den zwaren mist zijn spoor kwjjt, waarna
deandere persoon in verzekerde bewaring werd
gebracht. In den zak bleek te zyu een groote
hoeveelheid koperwerk uit een branderij. De
aaogehoudea persoon bekende dat dit koper
werk uit een branderij alhier was gestolen eu
hy wees die van den heer A.Trouwborst, aan de
Korte Haven alhier, als bestolen branderij aan.
Zij waren met het doel om den diefstal te
plegen gisteravond ten 11 uur uit Rotterdam
alhier gekomen. De ontvluchte persoon is
vermoedelijk iemand die vroeger in geooe "ïde
branderij heeft gewerkt en de politie is hem
op het spoor. Zij hebben zich over een muurtje
door een luik loegaDg tot de braadery ver
schaft. De aangehouden persoon die reeds 3
vonnissen ter zake van diefstal tot zjjn last
heeft wordt naar de gevangenis te Rotter
dam overgebracht.
Aan de Kamer van Koophandeiect Fabrieken
alhier is gezonden «en exemplaar van het
bericht omtrent den handel en de scheepvaart
in het Britsche Koninkrijk over da maand
October 1882.
De Staatscourant van heden bevat de
aankondiging van de beschrijving en afbeel
ding van handels- en fabrieksmerken, van
welker inzending ter griffie van dearrondis-
sements-rechtbanken aanteekening is gehou
den, krachtens de wet van 25 Mei 18SO
Staatsblad no. 85), waaronder ook voorkomen
de merken in gebruik bjj de firma A. Houtman
Co. te Schiedam.
De Fransche Regeering heeft volgens de
Koln, Zeit. aan de Nederlandsche Regeering
medegedeeld, dat zjj eerst dan bereid was de
onderhandelingen over een handelstraktaat
weder op te vatten, wanneer de Staten-
Generaat zich had verklaard ten aanzien der
beginselen en hoofdbepalingen van zoodanige
overeenkomst.
Naar wjj vernemen, zullen de retourbiljetten
tusscheu stations van dea Staatsspoorwegen
van dea Hollandscheo spoorweg, welke tot
dusver tegen zeer verlaagde prijzen werden
uitgegeven, na den maatregel van den Rijn
spoorweg om door restitutie van het verschil
de vrachten over hare Ijjo aan die lagere
pryzen gel ijk te maken, worden ingetrokken.
Het L. D. deelt mede, dat het van de
directie der Ned. Rhynspoorwegmaatschappy
geen aankondigingen meer ontving na zijne
weigering om berichten enz., welke niet gun
stig voor die Maatschappij waren, niet meer
te plaatsen.
Onder de particuliere telegrammen in de
2V". li. Ot. van heden lezen wjj het yolgende
Uit Koastantinopel worden bijzonderheden
gemeld nopens een zoogenaamde samenzwe
ring tegen den Sultan, waarin behalve Fuad
Pacha ook de adjudant van den Sultan,
Hasret, de ex-Ministers Kramil Pacha en
Namyk Pacba de hoofdeunuch Behramagha.
en zeifs de ex-Miuister van Buitenlandsche
Zaken, Said Pacha, betrokken heeten. Op
Woensdag der vorige week noodigde Fuad
Pacha eemge gasten aan zjjn tafel, en daar
onder hooggeplaatste militairen. Fuad Pacha
verklaarde aan het dessert dat krachtdadige
maatregelen onvermijdelijk zijn om den val
van het rijk te verhoeden; despreker beschreef
het lijden des volks ais vreesetjjk, terwijl de
wanordelijkheden allerwege toenemen en
Turkije geruïneerd wordt, slechte raadgevers
dea Sultan omringen. Fuad betoogde de
noodzakelijkheid om den Sultan de oogen
te openendaartoe stelde hij een Muzel-
mansche deputatie naar den Sultan voor, die
den staat van zaken uiteenzetten, het ont
slag zjjner tegenwoordige raadgevers en het
herstel der constitutie verzoeken zal, Fuad
Pacha zeide ten slotte: indien dit advies
niet aangenomen wordt, dan moet onze
collectieve^ aanvraag om ontslag volgen
dewijl wjj onwillig zjjn tot den ondergang
van het rjjk mede te werken. De gasten
schenen Fuads voorste) goed te keuren, maar
één verried hem bjj den Mioister van Oorlog,
Osman Pacha, die Fuad en de anderen ter
stond liet arresteeren. Men verzekert dat het
complot beoogde den Sultan te arresteeren,
terwijl hjj naar de Moskee zou gaan, waarna
de onttroning en de troonsverheffing van
den broeder van den Sultan zou volgen,
Raschid Pacha, Minister van Justitie, leidt
het onderzoek in het paleis; vele Circassiërs
en anderen zijn gearresteerd, terwijl het
regiment Dagestan, hetwelk ten paleize de
wacht houdt, ontbonden is en de soldaten
verbannen zjjn. De Times verneemt uit Koa
stantinopel dat nog verdere wijzigingen in
het Ministerie te wachten zijn.
Gisteren is in bet licht verschenen het
verslag aan den Koning van het onderzoek
naar de vermoedelijke oorzaken waaraan de
zeeramp van Zr. Ms. rammonitor Adder moet
worden tosgeschreven, uitgebracht door de
commissie, benoemd bjj 's Kouiugs besluit
van 21 Juli '1882, no. 1. Dat rapport is met
's Konings machtiging, op last van den
Minister gedrukt De commissie stelt op den
voorgrond dat zij heeft overwogen of zij met
het uitbrengen van het rapport moest wachten
totdat of de Adder was gelicht, óf de zeker
heid was verkregen dat de monitor met
gelicht kon worden. Zij heeft gemeend dia
vraag ontkennend te moeten beautwoorden,
ook al is er geen zekerheid dat de Adder
«immer zal gelicht worden, de waarschijn
lijkheid daarvan naar het eenparig gevoelen
van deskundigen, gering schijnt te zijn. De
commissie was oveituigd dat het uit te
brengen rapport den Koning onbevredigd
moest laten. Moge toch al het vergaan van
den rammonitor door enkele personen op
tameljjk grooten afstand zijn waargenomen,
geea hunner was in staat de wijze aan te
geven waarop dat heeft plaats gehad. Alle
positieve wetenschap dienaangaande ontbreekt
•n bet rapport kan daarom onmogelijk op
stellige feiten zjjn gebaseerd, maar moet
zich uit den aard der zaak, waar het de
oorzaken van de ramp geldt, op het gebied
der hypothese bewegen.
In het derde gedeelte van haar verslag
wordt o, a. de vraag gesteldzwaaraan moet
het vergaan van den rammonitor Adder wor
den toegeschreven." Het antwoordt luidt:
ïOok na een gedurende geruimen tjjd ernstig
voortgezet ondeizoek, is het uwe commissie
niet gegeven die vraag volledig te beant
woorden. Wel is bjj haar de overtuiging
gevestigd, dat verschillende oorzaken ziju te
zamen geloopen om eerst gevaar, daarna nood
voor den monitor te doen ontstaan, en is het
haar niet moeieljjk die ooizaken aan te
wjjzen. Maar. evenzeer is by haar deoyef-
tuiging algemeen, dat er te circa 9 uur iets
aan boord van den monitor moet zijn ge
beurd, dat haar onbekend is gebleken, omdat
er «el getuigen zyu die den ondergang van
de Adder hebben waargenomen, maar ge«n
hunner de reden daarvan heeft veiklaard."
Er wordt verder gezegd, dat de Adder de
reis onder een samenloop van ongunstige
omstandigheden «naakte. Kommandant, étafc-
major, bemanning, zij waren geen van allen
vertrouwd met den monitor, die nver zee
moest worden gevoerd. Diep ontmoedigend
is het zeker, dat op betrekkelijk korten
afstand van bet zoo druk bezochte duin
van Scheveningen op een zomer avond
65 man in zee kunnen omkomenniet
omdat het vergaan van het vaartuig
niet i§ waargenomen, maar omdat zjj, die
het wel hebben waargenomen, geene pogin
gen hebben aangewend om hulp te verleenen,
Het onderstaande, voorkomende in het
Maandblad der llollanclscke Maatschappij van
Landbouwwerd ons ter opname toegezonden.
Internationale Landbouwtentoon
stelling 1881, Amsterdam.
De Heer Mr. C. J. Sickesz Voorzitter van
het Uitvoerend Comité schreef in zjjne circu
laire, die ook wij in No. 9 van dit blad opnamen:
sNederlandersOok de eer van ons volk is
bij het houden dier tentoonstelling betrokken.
Ik vraag het U, zou liet geen schande wezen
als het landbouwende Nederland, niet zooveel
geld kon bijeenbrengen dat althans eindelijk
ook eens in ons eigen land gebeure, watwy
telken jure bij onzenabuien op zoo uitnemende
wijze zien tot stand komeD? Zou het Neder
landsche volk aan bet Comité zjjn bijdragen
onthouden 1"
Dat groote belangstelling in het tot staud
komen der internationale tentoonstelling in ons
Vaderland bestaat, blijkt hst Uitvoerend
Comité, dat veler medewerking ontving; waar
door reeds een aanmerkelijk kapitaal is bijeen
gebracht.
Doch zal de tentoonstelling doorgaan, zal
de verwachting van den Heer Sickesz niet
beschaamd worden, dan moeten nog vele
bijdragen inkomen, dan moeten zjj die tot
heden achterbleven ook hunne bijdragen offeren,
Het is toch bekend dat met Januari 1883
het besluit moet worden genomen af de
tentoonstelling zal doorgaan.
Herhaaldelijk is er reeds op gewezen, dat
niet alleen groote bjjdragen worden gevraagd,
Het Comité vraagt aller medewerking en zoo
de deelname algemeen is, behoeven de giften
waarljjk niet gioot te zijn. Al zjjn de tijden
voor den landbouwer niet zoo gunstig, toch
zal wel geen enkele beweren, dat hij voor
een onderneming, waarop zoo zij werkelijk
tot staud komt, zooals men zich voorstelt,
Nederland trotsch zal mogen ziju, geen f2.50
of fl kan missen
pit
on
va
De
tei
nc
de
in
m
w
dt
vt
la
st
F'
B
ri
IT
V
n
8
b
li
8
b
d
haar gemis werd eenigszins gelenigd door de over
tuiging, dat hij goed zou handelen. De vriendschap,
dia hij voor Lubowsky gevoolde, zou hij door
daden bewijzen. Reeds wenschte iiij dat Maria
werkelijk in gevaar mocht komen, opdat hij zoo
doende ais haar redder kon optreden.
Bij deze gedachten schitterden zijn oogen, on
fiér richtte hij zich op.
ïLubowsky brengt een zwaar offer, door Maria
thans te verlatendoch als ik nu voor hiar waak,
is dan mijn offer ook niet even groot?" dacht hij.
Tegen den middag reed hij naar Sz. Daar
men hier aan het hof der hertogin het tooneelstuk
door Lubowsky begonnen, verder zou voortzetten,
en er niemand gemist kon worden, vond Her
man hierin een geldige reden, om de tijding van
Lubowsky's vertrek aan te kondigen, omdat ook
hij een der hoofdpersonen was.
De gravin kwam hem reeds van verre tege
moet met. haar rol in de hand.
ïGij komt als geroepen," riep zij, «nu kunnen
we het geheele stuk opvoeren."
iZonder Lubowky?" vroeg hij verbaasd.
»We! zeker," was het antwoord, »die is in
den geest bij ons, terwijl zijn persoon op reis is
doch dit zult gij wel weten."
»Zoo pas heeft hij afscheid van mij genomen
doch hoe kunt ge zonder hem het stuk behoorlijk
spelen?"
sO, dat is geen bezwaar," sprak de Gravin;
ïde jonge Lomsky kent zijn rol reeds zeer goed
van buiten."
Herman trad in het salon, en nu nam het stuk
een aanvang.
Ook graaf Mortschalsky was er tegenwoordig.
Hij had zwarte, diepliggende oogen, die onbe
stemd her- en derwaarts zwierven. Nu en dan
zag Herman hem onderzoekend aan.
ïDeze man heeft iets in zijn uiterlijk, dat mij
niet bevalt," dacht hij. »Me dunkt, hij kan ern
stig en beslist optreden, doch ook kan hij tot
slechte daden in staat zijn."
Herman gevoelde ook, dat des graven blik door
dringend op hem gevestigd was, vooral toen hij
met Maria speelde.
Den volgenden morgen was het slot der herto
gin ichitterend verlicht, en vulden de zalen zich
spoedig met een groot aantal gasten.
De hertogin was een schoone, levenslustige
vrouw, wien het niet aan bewonderaars ontbrak.
De graaf Mortschalsky had naast haar plaats
genomen, doch hij was heden avond niet zoo
vroolijk cn welbespraakt als anders.
ïntusschen was men aan de laatste scène gena
derd, waarin Jozefs en Lomsky moesten optreden.
Dit oogenbiik nam Herman te baat, om Maria
toe te fluisterensik breng u den afscheidsgroet
van Jirzy Lubowsky. »'t Deed hem leed, geen af
scheid van u genomen te hebben."
Maria zweeg.
Na een kleine pauze voer Herman voort
Gij weet wat hij voor u gevoelt en Lubowsky
heeft een trouw hart."
sWaarom zegt ge mij dit?" sprak Maria, ter
wijl ze zich van hem afwendde.
«Omdat hij mij dit verzocht," was het een
voudig antwoord. »Toen hij van mij afscheid
nam, was het hem, alsof u ee» gevaar boven
'het hoofd hing."
Zij zag hem trotsch aan. «Ik sta niet alleen»
sprak ze, iwant ik bezit een zuster en een
zwager, Doch 'k zou niet weten, wat gevaar mf
kon bedreigen." 1
»Maar wanneer uit toch eensliet geval waic,'
fluisterde Herman, reken dan op mij, op Dl-
bowsky's vriend."
»Ik heb geen recht op de vrienden van den
heer Lubowsky," sprak zij koel.
ïO, niet alleen om zijnentwil, niets zou WC
zelfs gelukkiger maken, dan u een dienst va kun
nen bewijzen," sprak Herman snel en op cc»
hartstochteiijken toon. i'k Zou gaarne uw vriend
schap willen verdienen," vervolgde hij veel kal* -
mer.
Thans werd Hij geroepen. Maria zag hemi»
met een teederen blik. Toen richtte zij zich trotsch
op, en sprak in zich zelve:
»Ik ben een zottin." Doch deze woorden wer
den op een trcurigen toon gesproken, en pastei»
in het geheel niet bij hare fiere houding.
(Wordt vervolgd)
f"