3
MA". 1883.
Zatérdag 20t anuarS
5620i
Feuilleton.
VERLOREN.
teven ©n Dertig-st© Jaargang.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag.
ats.
Buitenlandsche Berichten.
V
i f'i
-i ii. t;; r.n r
1 W l
j Ahonnïmkntsprijs, pei kwartaal
Jfranco per post, door hot geheele Rijk
Afzonderlijke nommers
J 1.85.
- 2.50.
- 0.10.
BUKJEAUi JIAKKT, 134.
Advertentieprijs: van 110 gewone regels met
inbegrip van eono Courantf l.lu.
Iedere gewone regel meer 0.1 ft.
Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal berekend.
I
F BANK It IJ K.
In de Kamer heeft rle heer Cunéo d' Ornano
da regeenng geviaagd te interpelleeren over
het recht van aanplakken. De Minister van
Justitie Devès antwoordde, dat alleen de
rechterlijke macht hieromtrent heeft te be
slissen, maar dat hij overigens bereid is alle
gewPrtsclite ophelderingen te geven. De inter
pellatie is op Maandag bepaald.
Lockroy heeft aangekondigd Zaterdag een
interpellatie tot den Minister van Oorlog,
Generaal Billot, te richten om hem te viagen,
of hij meent de Prinsen van Orleans m hunne
comnmndementen te laten.
Ib de Kamer van afgevaardigden heeft
de Minister van Binuenlandsche Zaken ver
zocht, de afileehngen, die Zaterdag hijeen
zouden komen tei benoeming van de commissie
belüst met het ondeizoek van het bekende
wetsvooistel des hoeren Floquet, eerst Dins
dag te doeu bijeenkomen,, daai de regeering
een sooitgelijk voorstel wilde indienen. Aan
dat verzoek is door de Kamer voldaan.
De mioisteriaad heeft gistermoi gen de
bepalingen vastgesteld van het ontwerp, waarbij
aan de tpgeeimg het lecht wordt toegekend
tot uitzetting van pietendenten dm dp open
bare oi de vim-toren, eu wijzigingen behelzende
der drukpeiswet, met het doel het aanplakken
vaa oproerige plakkaten te keet en.
Er is eergisteren ministeiiuad gehouden
om te overwegen, wat de houding der re-
geeikig zal ziju ten aauzieu van Floquet* s
voorstel Men wil weten dat de ïegeeriug
besloten heelt zelve met ecu vooistel in de
Kamer te komenwaarbij de positie der
Prinsen, wier famihëa vroeger ovei Frankrijk
geregeeid hebben, geregeld zal worden.
De Parijsche coi respondent van de Times
■rt
schrijft dat Piïns Napoleon het manifest ge
heel met eigen hand geschreven heeft, en
's daags na het overlijden van Gambettahad
hij het gereed gemaakt. In het diepste geheim
liet hij er 18,000 exemplaren vbd drukken,
en hij had schikkingen getroffen om ze te
laten aanplakken, zoodra hij den tijd gekomen
zou achten. Maandagavond ten elf uur stelde
hg aan een viiend, vroeger prefect onder de
republiek en onder het bestuur van 16 Mei,
een exemplaar tet hand om het naar het
bui eau van Figaro te biengeo. De Pi ins ver
klaarde aan dien vriend, dat hij rechtsgeleerden
had geiaadpleegd, eu deze hadden hein gezegd,
dat hy het manifest veilig in de wereld kon
zenden.
Verder schrijft de heer v. Blowitz, dat
iemand hem veiteld heeft, dat de Prins hem
voor een qcht of tien dagen gezegd had, dat
hg" voornemens was een manifest openbaar
te maken. Monseigneur", antwoordde de
peisoon, salseen man een manifest uitvaardigt,
moet hij gei eed staan een paard te bestijgen
eu in den zadel te bly'ven totdat hg zegevierL."
DÜat gaat niet aan bij mij", hernam de Prins,
ïik heb paaid noch zadel; maar dit zal mij
niet lmideieu mijn manifest openbaar te
maken."
De aanhangers van 'Piins Napoleon
zochten eergmtet morgen een manifestatie
voor zijn huis aan den dag te leggenmaar
de politie joeg ze uiteen, nadat eenigen hunner
in verzekerde bewaung waien genomen.
Veertien peisoueu, die het manifest hebben
aaugeplakt, zijn nog in de gevangenis,
liet heet dat ook Figaro vertolgd zal worden,
niet wegens het openbaar maken van het
manifest, maar wegens het aitikel VImprêvu,
dat eindigt met de woorden»De monaichie
is klaar."
De Gazette de Franca, 'net oudste legiti-
mistiscjie blad, ziet in het manifest een nieuw
bswgs, dat sedert Gambetta's dood de erfenis
der republiek opengevallen is. Verder wordt
spottend gezegd, dat niemand beter dan Prins
Napoleon in staat was, den ornvang van het
verlies, door dat overlijden ontstaan, te beoor-
deeleo, aangezien de Prins onder bescherm
heerschap van Gambetta zich in de staatkunde
heeft trachten te oefenen. Onder de hoede
van Gambetta heeft da Prins, als een der 363,
zich voor de Kamer candidaat gesteld op
Corsica. Wilden de kiezers toen ook niet
verder van hem gediend wezen, zijn verant
woordelijkheid was er niets te minder om.
Hij is het die weikzaara is geweest om de
republiek der 363 te doen zegevieren.
Het lydt geen twyfel, dat ook de graaf
van Chambord een manifest dacht bekend te
maken, maar wegens hetgeen er is voorge
vallen, is het door de legimisteu sinds ge-
uirnen tijd met reikhalzend verlangen tegemoet
geziene stuk vooreerst aan kant gedaan.'
De Oiteaoistische Soleil, sprekende van
Floquet's voorstel, schrijft: ïWij zijn weer
tei uggeworpen in de ergste tijden van de
Conventie, in die der misdaden, die tot 18
Brumaire geleid hebben, eu men beeldt zich
in, dat het conservatieve, liberale, katholieke
Frankrijk zich, zonder verzet, zal laten teno-
riseeren door de waanzinnige demociatie,
wier hoofd door vrees op hol geraakt is. Neen,
het land zal opkomen legen het bespottelijke
voorstel van Floquet, en de Senaat zal ver
standig genoeg zijn het te verwerpenten
einde de tegenstanders der republiek niet m
't gelijk te stellen."
li S I A S.
Aan de Ntue Frsie Fretse worden omtrent
den brand van den circus te Berditscheff
eenige nadere bijzonderheden gameid. Daaruit
biykt dat de cucus op deu noodiottigen avond
door veel meer menschen bezocht was dan
tot dusver was opgegeven. Er waren namelijk
een 1200 personen b'geen. Het was (Russisch)
Nieuwjaarsavond, en vandaar dat de toevloed
bij de voorstelling zoo büitengewoon groot
was. De oorzaak van den brand vinden wjj
in een bericht uit Berditscheff aan genoemd
blad aldus opgegeven: een bediende, beiast
met ontsteken van licht in den stal, waa
bezig met het vullen van een olielamp; hjj
brandde zich de hand, en in den schrik of
tengevolge der pijn, alle tegenwoordigheid
van geest verliezende, wierp hij de lamp in
het stroo, niet ver van een vat petroleum,
van zich af. De vlammen grepen nu dadelijk
met een ontzettende snelheid om zich heen.
De Lemberger correspondent van de Neus
Freie Fresse meldt daarentegen, dat de brand
aldus is ontstaan; Een paardrgderes besteeg
gedurende de voorstelling in den stal een
paard, dat als, hoofdtooisel eea banier droeg
met het opschrift: Januari ,1883Bgheti
galoppeeren naar de manége naderde zg eea
met petroleum gevuld vat, in wier nabijheid
een brandende lamp hing. Onder het galop-'
peeren viel de banier van het hoofd vaa
het paard en sleepte de brandende lamp met
zich voort, en zoo kwam de lamp ra aan-
laking met het vat petroleum. lu een oogea-
blik als het ware stond de geheele circus
in lichterlaaie.
Allen drongen naar één uitgauger was
wel een reserve-deur, doch deze was dichtge
spijkerd, eu in de verbijstering die allen had
aangegrepen dacht niemand er aan deteaerj
\edeur open te slaan.
Was het aantal bezoekers van den circus
veel aanzienlijker dat eerst werd opgegeven,'
het blijkt, helaas, dan ook het aantal slacht
offers veel grqoter was. In het ééno bericht
vinden wij vermeld, dat er ruirn 6Q0, in het
II.
Als madame Favrot om meor dan een reden
de toekomst dus wel eens met zorg inzag, en de
onvermijclolijko gevolgen van baar menschlievende
tusschenkornst. haar wel eens bezwaarden, ver
dreef Marcolle. zonder het zelve to weten, door
hsar vroolijkhcid en lieftalligheid de donkere
wolken die bij madame Favrot opkwamen. Maar
op zekeren nieuwjaarsdag eindelijk, toen zij haar
boek over 't afgeloopon jaar opmaakte, bemerkte
zij dat haar balans inet cenigo honderden francs
deficit sloot. Dat was nu zoo heel erg niet, on
;de griep, de koorts en andere voorjaarsziekten
zouden door 'l gebruik van IJslnndsclie mos, van
koortskruiden, van borstmiddeltjes enz. het kleine
deficit wel weder goedmakenmaar met ech
ten koopmansgeest wijdde madame Favrot ter
stond al haar aandacht aan do oorzaak van bet
tekort. Dit toch was van meer belang dan het
tekort op zichzelf.
In 't afgeloopen jaar had zij Marcelle bijna
geheel nieuw in de kleeren moeten steken, want
zoowel die welke 'tkind bij haar komst aan 't
lijf bad, als de nalatenschap van Céline, waren
to klein geworden of geheel versleten. Dat had
eenige niet onbelangrijke uitgaven gevorderd.
Maar daar bleef 't niet bij. Madame Favrot sloeg
een ander blaadje op en daaruit bleek, dat ook
de kosten van haar huishouding aanzienlijk waien
toegenomen met het opgroeien van 't pleegdoch
tertje; en dan... de rubriek, schoentjes! die
scliriK van allo huismoeders. Neen maar, wat
Marcello daaraan noodig had gehad was haast
ongcloofelijk!
De slotsom was voor iemand, die :oo vlug
uit het hoofd kon rekenen als tnadame Favrot,
spoedig gemaakt. Wat zij te kort kwam was 't
geen zij aan Marcelie had ten koste gelegd Zij
had, zonder die bezwarende posten, met haar
dochter Louise alleen »de eindjes nog best aan
elkaar kunnen knoopen." En tocli,'t zij tot haar
eer gezegd, wat zij gedaan had berouwde haar
niet en zij zag er Marcelle niet donker of wre
velig op aan.
Arm kind! zoidc zij met een zucht, die
waarlijk uit den gtond van haar hart kwam
Arm kindterwijl zij haar boeken dicht
deed: Enfin, 'tisnietanders,hethannietanders,
ik zal maar wat meer werken en zoo zuinig
mogelijk wezen. Moer dan mijn bast doen kan
ik niet.
Doch zij vergat, dat goede wil »om meer te
werken" haar nog nog niet smeer weik" gaf.
Een winkelierster moet afwachten, en kan geen
klanten scheppen of naar haar toonbank drijven.
Het ging er dat jaar dus niet beter omde ont
vangsten namen niet' toe terwijl de uilgaven
voor Marcelle wel vermeerderden, en 't cijfer
waarmee hot onderhoud van 't pleegkind baai-
budget bezwaarde, maakte madame Favrot in
slapelepze nachten menigmaal angstig.
Dat jaar vorderde ook de eerste communie van
Louise vrij aanzienlijke, buitengewone uitgaven.
Toen liet meisje daarop naar de kostschool ver
trokken was, gevoelde madame Favrot zich achter
hoagst gelukkig nu Marcelle bij zich te hebben,
en wellicht had zij het gezelschap van 'tkind
nooit zoo gewaardeerd, Daarbij kwam, dal haar
Marcello al verwonderlijk handig in vele zaken
was, en den winkel keurig in orde hielp houden,
hoewel zij beter met de plumeau dan met den
jangen stoffer kon omgaan, die haar nog boven
't hoofd uitstak.
Er was maar een artikel in den win
kel, waarvan zij een onoverwinlijken afkeer
bad: de bloedzuiger 1 in een groote wijdmondsi
slopftesch met water geborgen. Zij schrikte
als or klanten kwamen, die et naar vroegen
en met een rilling wendde zij 't hoofd af, als
madame Favrot dan voorzichtig aan 't uitvis-
schen ging. 't Aanzien van die leelijke, zwarte