Loting- ]NT at o li ii 1 e lli lit ie. Bukgemcustcr fx Wethouders van Scihedak, e u i 11 e t o n. Maandag 5 Februari, 5631. POUT LE. VERLOREN. even en Dertigsle Jaargang Verschat dagelijks, uitgezonderd Dinsdag. K E N l S G K V S N G. *t£ jUONNESiENTSi'iiiJS, per kwartaal franca per post, ïloor liet gelieele Rijk iftouderlijke nomrnevs J 1.85. - 2.50. - 0.10. SVllËAV: 91 AR UT, 134. Advertentieprijs: mui 1—10 gewone regels met inbegrip van eene Couraatf 1.10; Iedere gewone regel meer.-." v - 0,10.' Driemaal plaatsing wordt tegen tv.'eehaal berekend. sa leze Courant behoort een Bijvoegsel. VOOR DE Geven bij deze kennis, dat de LOTING der inhet tonse jaar ooor de Militie ingeschrevenendoor den Heer Commissaris des Koniugs in deze Provincie, bij besluit tan den 10 Jamiarij 1883, A, no. 126, (2de Afd.). JProv. Blad no. 4, is bepaald op ZATURDAG DEN' 17 KEBRUARU 1S83, ties L'oormüh/ags ten 0 ure. De belanghebbenden worden mitsdien opgeroepen, om op gemoiden dog te verschijnen in liet gebouw Musis Sacrum, aan de l.nngo Haven alhier, alwaar de Loting zal worden gehouden. Geduimde vijf dagen, te rekenen van den dag waarop de Loting beeft plaats gehad, kunnen, tegen de - wijze, waarop zij is geschied, bij Godeputeeide Staten bezvvaicii weiden ingobmgt door belanghebbende Lotolingen, of door Iron vader of voogd, bij vei /oek- iclnift op ongeregeld papier, oudorteekend door hem diode bezweten inbiengt; welk vei zoekselirift rnoet worden bezoigd bij den Rurgemeestor dezer Gemeente. Yooits woidt tei kennis van de Lotclingen gebragt, dat op Vrijdag den 23 en op Zaturdag den 24 Februarij 1683, telkens dos vaormuldags van 10 tot 2 ure, ten Itaad hui ze der Gemeente zitting zal worden gehouden tot het opmaken van de getuigschriften bedoeld bij al. 2 cn 3 van ait. 53 der AVet op de Nationale Militie van den 19 Augustus 18GI Staatsblad no. 72), en we! tot liet opmaken van de Getuigschriften ter Intoming van vrijstelling wegens broederdienst op tirsigemddeu dag en voor het opmaken van die ter bekoming van vrijstelling als eenige wettige zoon, op laatstgemeiden dag. De betrokken Leidingen zullen tot dat einde moe ten vei schijnen met twee ter goedernaam en faam taande meerderjarige Ingezetenen dezer Gemeente, die de vetêischte getuigenis kunnen afleggen en het aldaar op te maken getuigschrift kunnen oudortee- kenen. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 3 Februarij 1883. Burgemeester en Wethouders voornoemd, P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE. De Secretaris, A. W. MULDER. Aan het Commissariaat van Politie ziju als op straat gevonden aangebracht een paar bruine klndcrvrantjes, een stinken kap van een schoolsteen, een stak gemerkt P. J.B. en een sleutel. Schiedam, 3 Febiuati 1883. Het jaar -1882 ging niet heen zonder ons land en ons volk, voor zooverre het degelijke boekeu lezen kan, verrijkt te hebben met een gedeelte van een wetk, dat hoewel nog maar ter lielfte voltooid, de bewondering van alle beschaafden heeft verworven. We bedoelen: »Het land van Rembrand, studiën over de Noord-Nedeilundsche beschaving in de zeven tiende eeuw, door Cd. BuskenIJuet." Ditcerste deel bevat hetgeen de schrijver voor zijn oog merk over de eeuwen, die in Nederland de 17de voorafgegaan zijn, te zeggen had. De 13de en volgende eeuwen worden ons doordeu schrijver aanschouwelijk gemaakt op eeu wijze, die het moeilijk maakt zijn boek, eenmaal opgenomen, ter zijde te leggen. Waarlijk, als men in 1882 bij het lezen van zooveel Handelingen, Ver slagen, Twistschriften en dergelijke ongeduldig werd en zich voornam, van de gansche ge schiedenis geen syllabe meer onder de oogeu te willen nemen, is het in datzelfde jaar een genot, het boek van Huetop te vatten en to ge nieten van wat deze uit den schat van 2ijn belezenheid en wetenschap uverNederlandscho personen en toeslaudeu zoo kwistig meedeelt. Proeven daarvan vindt men op elke bladzijde. Voor ous doel, dat is: onder de ontwikkelden lust voor de lezing en herlezing van hetschoone boek te bevorderen, kiezen we heteen en ander uit zijn beschouwing over Eiasmus. Diens beeld Isenue we; een flauwe anecdote over zijn eerst laat verkregen kennis van het Ie2en even eens maar daartoe bepaalt zich veler kennis van dezen Rotterdarnschen Heiligezooals Vondel hein noemt. Ziehier, wat Iluet aan gaande zijn geboorte mededeelt: ïLilterarische en theologische vyanden heb ben, de eenen bij zijn leven, de andereu hoil na ziju dood, door uit te brengen dat Erasmus de zoon was vau een Zuid-Hollaudsch dorpspastoor, in strijd met kerkgeloilen bij eenc Noord-Brabantsche dienstbode of huis houdster gewonnen, een smet op zijn geboorte raceneti te werpen. Uit een maatschappelijk oogpunt terecht, uit een algemeeuer en edel moediger ten onrechte. Het strekt den Neder- laudveheu dienstbodestand en den lageren Nederlandschen kleius der '15de- eeuw tot eer, zulk eeu buitengewoon kind het aanzijn gegeven te hebben. Noem het eerie speling der natuur; noein het eene waarschuwing der Voorzienigheid aan den ouwetunden oud- Nedèrlandcchen adel; eene les aan den etendeu en drinkenden oud Nederlandschen burger stand niemand zal beweren dat er termen waren aan de wetenschappelijke toekomst vau een volk te tw'yfelen, uit welks ondeiste lagen, iu de ongunstigste omstandigheden, Erasinus kon vooitkomen. Het verwekken van dit kind was uietde eerste dergelijke fout des vadets. Dezelfde huishoudster had hem reeds vroeger een zoputje geschonken; en naar het schijnt legde de keikelijke overheid, tot stral van den recidivist, hem een bedevaai t naar Rome op. Zoo verdween hij voor eene poos uitdeom- stieken van Gouda, en de huishoudster ging bij zyne Rotterdamsche bloedverwanten har« bevalling verbeiden. Van Eiasmus Senior weet men weinig méér dan dat hij, al spoedig in Nederland en op zijne standplaats teruggekomen, er overleden is toen zijn jongste zoon twaalf of dertien jaren telde. De moeder stierf een weinig vroeger, te Deventer, waar zy met den genialen knaap zich heenbegeven had om voor zijne gezondheid te waken, terwijl hjj er de lessen van den aantrekkelijken en onver» mydelijken Ilegius volgde. Zjj schijnt eene zorgvuldige verpleegster geweest' te zyn. Wellicht paarde zij, dochter van een chirurg uit Zevenbergeo, aan haar liefhebbend moe derlijk instinkt sommige technische bekwaam heden. Eene boosaardige Deventersche epidemie nam haar in den bloei des levens weg. De Nederlandscbe dorpspastoors der 15de eeuw waien geen suikerlords; en toen vader en moeder het tijdelijke gezegend hadden, vonden fle jonge Erasmus en zyn broeder een sobere nalatenschap te deelen. De Zeven- bei'gsche heelmeester, grootvader van moeders zijde, ongetwijfeld tevens baardscheerder van beroep, kan evenmin een man vau vermogen geweest /ijn. De Rotterdamsche familie van vaderskant, ouders van tien kinderen, deden om het openhouden van al die monden (vèdr de kleine woniug bevond zich een loofhut) niet onmogelijk een bier- of wijnhuis. Eer. voogd, te Gouda, was schoolmeester, vva- plakmajonr, en wist de twee jonge weezen, nadat te vergeefs beproefd was den jongste smaak te doen vindeu in een Fraterhuis ta 's lleitogenbosch, geen beteren laadtegevan dan iu oen eigenlijk gezegd klooster den kost voor het eten te gaan zoeken. Gewone geesten zwichten voor zulke om standigheden, en onderwerpen zich. Buiten gewone, maar vau den tweeden rang, gaan de voori echten van rjjkdom en geboorte be- 18. Maar ik zou waarlijk overgelukkig zijn, zeide üadarrio Jalin, en Mnrcelle nergens lievor zien dan bij umaai- dan moest de zekerheid bestaan, dat zij, na uw dood, want wij zijn toch alle sterfelijk, niet weder in ellende verviel, en dat sou op verderen leeftijd nog vrij wat erger en gevaarlijker zij dan nu! Maar ik kan toch nu reeds haar toekomst niet verzekeren! hernam juffrouw Hormine droevig zonder nog tc Kunnen woten, wat or van liaar groeien zal icon, natuurlijk niet, maar zij moesteen beroep leeren 't mijne bijvoorbeeld. Ik zou haar zonder eenige de minste vergoeding goarne in alles willen onderrichten, dat verzeker ik u, en als dan eens de kwade dag voor haar kwam, zou zij niet op straat staan Dat. is goed bodacht 1 riep juffrouw Her- mine uit: Gij zult liaar in de perfectio leeren wasschen, strijken, plooien, en weet ik wat al meer! U\y vak in eon woorden ik zal zorgen dat zij goed school gaat, zoodat zij wel mettertijd examen kan doen! Als er dan eens wat onverhoeds gebeurde, maar ik hoop nog lang te leven, dan had zij twee koorden op haar boog. Zoo is 't goed! Afgcsprokon, dat blijft zoo, en wanneer komt ge mij haar nu voor goed brengen? Laat hooren! Wij zijn't nu glad eens. Morgen? Madame- Jalin stond versteld. Zulk een plot selinge, onverwijlde ontknooping had zij niet verwacht. Ik kan er u niets van zeggen, antwoordde zij aai zeiend: Als ik madame Favrot voor stel, liaar af te staan, znl zij een gat in de lucht slaan, en Marcolle zou 't slachtoffer wor den van uw zucht om wél te doen. 't Zou beter zijn als wij oen dag afwachtten dat zij eens heftig boos tegen 't kind is, en daar behoeven wij zooveel geduld niot voor te hebben! Louise komt de volgende week thuis, en ik wed dat zij binnen eenige dagen Marcello buiten de deur zet. Zij is geducht jaloersch op 'tkind. Afschuwelijk! Afgrijselijk! zei juffrouw de Beourenom, on vouwde do handen. Och, dat is best te verklaren en allerna tuurlijkst... Louise is zelfzuchtig, en 't ergert haar oen ander meisje in 'thuis van haar moeder te zien. Wat Marceile eet, wordt haar, het eigen kind, te kort gedaan, meent zijLaat mij veertien dagen den tijd, en ik geloof, dat ik u de kleino zonder slag of stoot hier breng. 'Veertien dagen? Kan't niet wat gauwer?.. Bedenk tochMaar, enfin, veertien dagen Doch dan ook niet langer. Marceile werd nu uit den tuin geroepen. Zij had een heerlijk uur doorgobracht, en met een innig vergenoegd gelaat, kwam zij met natuur lijke bevalligheid binnen, zonder bedeesdheid, maar tocli bescheiden. Luister eens, Marceile, zei madame Jalin, juffrouw De Beaurenom wil u gelukkig maken. Vooitnan is zij uw trouwe beschermster, uw ware vriendin. Gij moet van dit alles niets aan madame Favrot zeggen, want omdat zij u heeft opgenomen toen gij een verlaten kind waart, zou 't baar mogelijk loed doen; maar, onthoudt dit nu wél: zoodra men u verdriet aandoet, zook dan hier een toevlucht! Kan mevrouw mij helpen om vader weer te vinden zei Marceile cn zag haar beschermster vragond aan. Lieve engel! riep juffrouw Hermine uit, ik zal mijn best doen. Geef mij nu eens oen harte- lijkon kus.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1883 | | pagina 1