Rechtszaken.
llfc
-
I "5
V<'
Eergisteren is te Eg mond aan Zee de nieuwe
vleugel van da Prins Hendrik-stichting voor
oude zeelieden ia gebruik genomen. Te half
twee werd de nieuwe aanbouw plechtig inge
wijd met een toespraak vao den President
der commissie, Ds. Van Laer, die in zyn rede
er op wees, dat het verlangen vau Prins
Hendrik was de stichting open te stellen voor
alle zeelieden.
Na afloop van de plechtigheid vereenigde
men zich aan een déjeuner.
De gemeente toonde door het uitsteken
van vlaggen hare belangstelling in de gebeur
tenis.
Amsterdam. Nauwelijks hadden de werk
lieden, die gistermorgen, als naar gewoonte,
te 5 uren op 's Rijks Marinewerf kwamen,
er een kwartier gearbeid, toen in de eerste
der twee grootste loodsen, tot den bouw van
Ijzeren schepen bestemd, brand werd ontdekt,
en wel op de helling, die het bijna voltooide
stoomschip Dogget slank droeg, dat misschien
over twee maanden van stapel zou hebben
kunnen loopen.
De helling, die op het meest verheven
punt ongeveer de hoogte van twee volwassen
personen heeft, is door het langdurig gebruik
geheel doortrokken van vet, teer en andere
brandbare stoffen. Geen wonder dus, dat zij
in een oogenblik iu lichterlaaie stond.
Al spoedig deelden de vlammen zich aan Het
schip mede, en weldra grepen zij ook de
gedeeltelijk houten, gedeeltelijk ijzeren wanden
der twee loodsen en het aangrenzende ijzer-
'paagazyn aan.
Het was een ontzettend schouwspel toen
het vuur over zulk een uitgestrektheid in zyn
volle kracht woedde. Maar een huivering
voer alle toeschouwers door de leden, toen te
half negen de ijzeicn wagen, bestemd om
zware platen, balken, enz, in het in aanbouw
zijnde schip te lichten, met de ijzeien brug,
waarover hy loopt, van boven uit de kap der
loods in de brandende Doggerslank viel.
De schok hiervan was 7.00 hevig, dat het
zware ijzeren gevaai te, dat zyn houten zijstutten
natuurlijk reeds lang verloren had, sidderde,
trilde en eensklaps roet een donderend geweld
op zijde stortte. In zijn val nam het den eenen
Zywand der loods mede, terwijl de andere
wand weldra volgde, de groote ijzeren kap der
loods medeslepende, die beide op het schip
neerkwamen.
Daar ligt het nu, te midden van de opstij
gende rookwolkenals een overweldigde
Leviathaneen bedwongen zeemonster
ongevoelig voor de stralen der stoomspuit, die,
hoe krachtig ook, onbeduidend zijn bij de
watervlakte, die eenmaal zijn element zou
wezen. Daar ligt het, te midden van een
Ordelooze hoop machines, ijzeren balken, die
als riethalmen btakeu, ijzeren platen, die
omkrulden als gebrand papier, en muurbrokken
én steeueo waarmede het ijzermagazyn het
bestookte.
Want ook dit uitgestrekte gebouw, dat in
de _Kat ten burgerstraat uitkomt, was binnen
éenige oogenblikken aangetast. Slechts koit
woedden hier de vlammen rond, toen pen
zymuur en het dak bezweken en degansche
voorraad ijzeien balken, welke hier geborgen
stonden, tegen den zymuur in de Kalten-
bürgerstraat aandrong.
Hier viel een nok neer, de vlammen sloegen
over de muren heen, en ware de winti niet
Oostelijk geweest, zeker zouden eenige hier
Staande huizen in de ramp gedeeld hebben.
De bewoners vluchtten van alle verdiepin
gen, want reeds brandden enkele gevels. Maar
de mannen der brandweer zorgden er voor
den muur te stutten enhetgevaaral te wenden.
Zy hadden in deze geen lichte taak. Bij
hunne komst op de werf vonden ?y alles
reeds in vuur en een aanhoudende inspanning
was noodig om den brand te beperken. Met
6 stoomspuiten 2 drijvende en 2 voor het
Jand 2 handspuiten en een hydrant
(brandliraan) hebben zij' gewerkt, terwijl het
marinepersoneel met 1 drijvende .en 2 land-
stoomspuiten hulp verleende.
Van het stoomschip 1lortenaer, dat in de
loods op de helling stond, waren nog slechts
3 ijzeren spanten gelegd. Toen ook hier de
eene zijwand iu brand geraakte en de helling
aantastte, kromden de vlammen deze ijzeren
scheepsribben alsof het kiuderwerk was. De
geheelo zymuur. is hier verbrand, en men
vreest voor het vallen van de kap, waaiia
nog de ijzeren brug met wagen voor hoe
lang echter? hangen bleef.
Om een denkbeeld van de hevigheid der
rookkolommen te geven, zij het voldoende la
vermelden, dat te zes uren voor hen die op
de werf eu in den omtrek waren, de zon als
verduisterd was. Brandende stukken hout
werden door de lucht geslingerd en o. a. op
de Prinsengracht by de Leliegracht gevouwen.
Op verschillende in het Dok liggende schépen
moesten de matrozen in het want klimmen om
de zeilen te bergen, die groot gevaar liepen.
Wat in het stoomschip Doggerslank ver-
loreu wordt, kan men het best zien m de
Van Speijh, die vooraan op de werf ligt en
in alle opzichten, ook wat grootte betreft, met
het nu vernielde schip gelyk staat.
Persoonlijke ongelukken heeft mui: niet te
betreuren. Toen de Doggerslank omviel, ge
raakten aan den voorsteven 6 man te water,
die echter spoedig gered werden. Meer gevaar
liep een vieita! brand wachts by het instorten
van deu muur van het ijzermagazyn; bijna
waren zij er onder verpletterd.
Een vreemd gezicht was het, toen de stoom
spuit van het Wecsperplein, in de Katten
burgergracht aangekomen, met stoom op door
de Marinekazerne heen naar de werf werd
veivoerd.
De schade wordt op ongeveer drie millioen
begioot, Een stoomschip alleen vertegen
woordigt reeds een waarde van één millioen,
terwijl hier loodsen, gebouwen en voorraad
bovendien verwoest zijn. Het gereedschap van
twee a driehonderd werklieden moet mede
door den biaud zijn vernield.
Van de Prins-Hendi ikkade, bij den Sc'oreiers-
•toren, kau men het schip onder ijzeren platen
en balken bedolven, zien liggen.
Tiel. Van de ontelbare oneerlijke midde
len, alhier aaugewend door de aanhangeis
van den heer Beelaerts Van Blokland, wil ik
u er dén meedeelen,- om te doen zien, op
welke loyale wijze genoemde heer lid der
Tweede Kamer werd, voor het district Tiel.
Tot aanbeveling van het aftredend lid, deu
heer Mr. W. H. De Beaufort, werd een strooi
biljet verspreid, geteekend door ongeveer 60
kiezers.
Maandag II Juni, marktdag te Tiel, weiden
een aantal dier biljetten in de koffiehuizen
door diverse peisonen aan de boeren ter hand
gesteld, met deze kleine verandering slechts,
dat over den naain van Mr, De Beaufort was
geplakt de naam van Mr. Beelaerts Van
Blokland.
De heer Beelaerts Van Blokland werd ge
kozen en zijn aanhangers jubelen en danken
Wij zyn met Gods hulp vooi uitgekomen.
De dader dezer ergelyke kiesmanoeuvre, is
onbekend, maar in het Hullaodsche Koffiehuis
waieo de biljetten in-handen van eeu bekend
lid der Christelijk Gereformeerde gemeente te
Tie! en van een zyner Christelijke zoons,
ArnhOt.)
De behandeling van de zaak van Jaantje
Stiuik is Dinsdagmiddag na de pauze voort
gezet met bet huoren van Isaak Biamiel, een
neef van deu voiigeu getuige en aangehuwde
neef van Consenheim. Hy verklaait een be
zoek te hebben ontvangen van Jools, die zeide,
dat er juweelen te koop waren. Getuige heeft
met CoDsenheim over de zaak gesproken,
zeggende dat er ook voor hem wat te ver
dienen viel. Dat het gestolen goed was weet
get. niet, hij heelt het ook niet gevraagd van
waar de juweelen afkomstig waren. Op Vrij
dag 22 December heeft get. hem aan het
Rijnspoor afgehaald, nadat by hein geteiegra-
feeid had te moeten komen. Getuige weet
niet wat gespioken is op weg van het spoor
naar het huis van getuige.
Op de kamer bij getuige is toen door
Jools aan Cousenheim een armband met
saffieren omzet, soortgelijke als de ter rechtbank
aanwezige steenen verkocht voor f300 door
tusschenkomst van Josef Brandei. Cousen
heim brak de steentjes er uit eu woog ze.
Jools is toen boven gekomen volgens ver
klaring van getuige toen de geheels koop
gesloten was (dit is in stryd met de verklaring
van den vorigen getuige), Toen Conseüheim
de goederen gekocht had gaf deze zyn geld
aan Josef Biamiel, (de vorige get. veikiaaide
aan Jsaak.) Getuige zegt er geen cent van
genoten te hebben,, alleen werd gel. door
Conseüheim voor zyne moeite f 100 beloofd
als de stukken verkocht waren. Later is ook
een briliant verkocht voor f300 aan Cousen
heim. Na het sluiten van den koop heeft getuige
op verzoek van zijn zwager geld gehaald en
aan Jools f75, f125, en f5, aan Cousenheim
gegevenverder heeft hij niets meer van
de zaak gehoord. Get, hoorde Zaterdag of Zon
dag Jat de juweelen van de millioenenjuiïiouw
konden zyu, hij is toen naar Consenheim
gereisd en heeft hem dit medegedeeld, zeg
gende: als het maar een zuivere zaak is,
Consenheim zeide toen: o God, spreekt niet
van den steen, anders maakt gij mij ongelukkig.
De President wees op het verschil tusschen
de verklaringen der beide laatste getuigen,
eu noetink het schandelijk dat een van beiden
de Rechtbank door leugens trachtte te mis
leiden.
De besch. Jools zegt geen armband in de
handen gehad te hebben. Hij heeft geen arm
band verkocht. Waarvoor hy echter f75 kieeg
weet hij met. Hij zegt eenvoudig nvoor niets.»
Get. Isaak Brandei verklaart, dat hy f 75
gekregen heeft uit den gemeenschappeljjken
vei koop.
Besch. Consenheim zegt den armband ge
broken te hebben na den koop. Toen Isaak
by hem kwam was hy zeer geschrokken en
had hij gezegd »geef me de steenen maar
mede,» dan had hij het gedaan.
De President merkt op, dat hij, in plaats
van dit te doen, de steenen buiteu zijn huis
bracht.
Besch. Consenheim beweert, dat hij den
steen alleen aan Van de Stempel heeft ge
geven om de waarde te laten bepalen.
De President wyst er op, dat hij de stee
nen toch uit ziju huis bracht, nadat hij wist
dat het gi.en zuivere zaak was, en vraagt
waarom hij ze dan niet liever aan den rech-
ter-cominissaris had gegeven.
Besch. Consenheim zegt, dat hy tweemaal
op het punt heeft gestaan ze terug te geven,
doch door een onbekende oorzaak "daartoe
niet is gekomen.
Zich tot deu get. richtende, merkt de Offi
cier van Jusitie op, dat het zeer womlerlyk
is dat men bij den koop van diamanteu niet
naar de afkomst informeert.
De Président vi oeg nog wie de kosten van
liet telegram en de reis naar Amsterdam van
get. heeft betaald.
Gel. zegt dte kosten zelf betaald te hebben.
De advocaat Melchers vraagt, of get. per
tinent kan verklaren dat Cousenheim geen
geld aun hem gegeven heeft.
Get. weet dat niet zeker.
De advocaat Vao Gigh merkt op, dat Isaak
in de instiuciie heeft verklaard, dat Jools
hern gesproken had vau juweelen van een
kapitein afkomstig, en hij daarop aan Consen
heim heeft getelegrapheerd.
Get. Isaak beweert dat het alleen in de
kamer kan gezegd zijn.
'■vt*
De adv. Van Gigh* zegt dat dit niet kan,
want dan had hy op''deze medëdeeling niet
kunnen telegrapheeren.
De Olfie. van just, viaagt, of Josef Bran
dei thans onder eede de verklaring intrekt,
dat hij zou gesproken hebben van een kapitein.
Get. verklaart thans pet tinent, dat er alleen
gesproken is vau de juweelen van de tnil-
lioenenjuffrouw.
De volgende getuige is J. II. Randseu,
agent vau politie, die, in gezelschap van den
inspecteur J. F. Verschoor en zijn collega H.
Kuipers, op 23 December 1882 bij Vau Zutphen
op de Leuvehaven huiszoeking heeft gedaan,
In de voorkamer van Van Zutphen vonden
zy armbanden en ringen, op den zolder de
collier iu een stuk van een courant gewikkeld
en in de punt van een ouden schoen.
Tevoien was getuige metzijn collega lluipera
naar Apeldoorn geweest om Geirit Struik te
arresteereu, op last van den officier van
justitie. Het huis vau Gerrit zag er burgei lijk
uit; er waren 4 karneis. By de arrestatie
lag op de tafel eeu bankje van f 1000, twee
van f300, vier vaD f 100, twee muntjes van
f10 en eenig goud geld. Voorts werden er
nog diamanten, 0. a. eeu ring met diamant
gevonden, benevens een schuldbekentenis van
Jaantje aan Gerrit van f 24,000.
Besch. Jaantje herkende den ring, zij had
hem van Bosch gekocht en hem ook betaald,
Zij had hem aau Gei rit in bewaring gegeven,
Besch. Gerrit ei kende ook hem vau het
postkantoor te hebben afgehaald. Het geld
behoorde aau de vrouw van Gerrit.
De volgende getuige H, Kuipers, agent vau
politie, doet ook verslag vau de huiszoeking
in het huis vau Geuit U. Apeldoorn, nagenoeg
gelijkluidend aan dat van den vorige. Even
eens gaf hij gelijkluidend verslag vau de
huiszoeking op de Leuvehaven.
Besch. Jaantje wenscht, voor het geva!
de goedeien verkocht worden, het publiek
te waarschuwen, dat er ook «verblazen goed
bij is, 0. a. eeu doos met lepeltjes, die zij
zelf voor ongeveer f80 bij Bosch gekocht
heeft, en dit ook zelf als bedriegerij heeft
aangezien.
Getuige II. Kuipers noemt de inrichting'
van het huis van Gerrit nog al weeldeiig,
getuigende van overvloed.
Besch. Gerrit zegt, dat in het geheele huis
in de Saaiste jaren geen nieuwe meubels zijn
bijgekomen als een enkele kast en twee ledi
kanten.
Alsnu wordt gehoord de door deu veide-
diger Mr. Haas gedaagde getuige J. De Vries,
oud-bediende van Bosch en thans bediende
by v. d. Gant,
De verdediger wenscht van get. te weten
wat hy in deze tot opheldering kan bijbrengen.
Getuige verklaart, dat van de f 100, die
Bosch gekregen heeft voor zyn bedienden,
hy nooit zijn deel heeft gehad. Getuige heeft
allerlei kwaad van den jongenheer Bosch ge
hoord, doch kan niets bevestigen als met
eigen oogen gezien te hebben.
De President waarschuwt hem niets onder"
eede^te bevestigen wat hij niet weet.
Getuige verklaart, dat de tegeuwoordige
bediende van Bosch, Oosterorn, gezegd heeft
dat de jongenheer Bosch zelf onder eede ver- -
klaard zou hebben, dat Jaantje Struik de
groote briliant met f 50,000 betaald heeft.
De President deelt aan getuige mede, dat
Jaantje Struik zelf verklaard heeft den steen
niet betaald te hebben.
De getuige jongenheer Bosch legt een ano
nieme» brief aan de rechtbauk over, waarin
Bosch wordt aangeraden zyn bediende Oos- 4
terom met fooien en loonsverhooging te stop
pen, dat hy anders veel slechte dingen iu
deze zaak van hem zal vertellen.
Deze brief wordt aan getuige De Vries
vertoond, die dadelyk zegt dat het een vrou-
wen hand is.
De President noemt het een krachtige
mannenhand en noemt het opmerkeljjk, dak
g'
d<
ju
Ju
H<
de
vo
wr
bh
vo
vol
de
dal
dei
sail
de
op
var
bril
mei
f24
ten.
stee
well
hij
met
voor
vau
de v
diarr
zou
Gigh
woor
Dt
jeugt
het I
zij va
hebbi
inner
op 2(
gesmi
beslat
5 'rV 1 *A
v Jy