mmm m m wmmmm rü Maandag 21 iJanuari m Eerste Blad. 13 Éi-,— Rennisgeving. Feuilleton. DONNA ANNA. *§!il Mf| xif-itim A. c h t n H) e r t i g s t J a a r g a n g. M 5sS li Êh mi :m'èdëjp ndetüM 3|1| .-.ill ,r8d:i| IS •u> -M ifèi it|pf Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag. B VR'E A Vt 'HAkST,"eViVa. spfrn Ir!,1r:' Ir'VA-Tc.'-^'x-T«/»v.;^:^r*.H:-ï►^•«v•<^•s.'•A^^•<•/r^;^.l^>^!X^:•:H^c^^ .eerensjss V-'^X&h i atenim 'i .-j-ii." j vb; -) .-.,-r.i i t 'i ESM avolen' BSW'-'mi *»«V ;y SoNsbmentsi-bijs, per kwBrtaal ffiwcó"' per post; door het geheele Rijk - l' lïïfioiiilerlijke nommers■-. gyAv-j h,v •'■■•i- - :■•-'•■ 2.50. - 0.10, Advertentieprijs: kan 1—16 gewone regels met inbegrip van eeno Courant. V'; s'. v f l.lfc ^..,...r.j .Iédere gewone regel meer0.10. Drieham. 'plaatsing wordt tegen tweemaal .berekend. 1S -iKlts 3^.,V.Tr": -• 1", HERIJK. <i BURGEMEESTER en WETHOUDERS van •80UIEDAM, '-. ||'èe|et op het-Besluit van Heeren Gedeputeerde Staten dezer Provincie van 18 December 1883, Nol 24, (Prov. Blad No. 72) Ifi Brengen ter" kennis van de ingezetenen dezer ^Géméente, dat bet-goedkeuringsmerk gedurende |i'8,t:jaa.rr d8841 bij den IJk en Herijk van Maten fWsGe>vigten ;te bezigen zalzijn dé letter T Énv'dén "gewonendrukvorm-schuingesteld en jaarjijksche HERIJK van de Inhoudsmaten Jjwoiï tlroogc: en katte waren,- SlrïjkclsLengte- ^fïtëjij'cn y.GewicJdcfi. '-voordeze .gemeente zal "rplaaïs. bebbén iri het géwpné Uklokaal 'aan 'de langeHiouwstraat alhier van 25 Februarij; tot jS|April a. s., op' eiken werkdag,: van .des voor- ,|ntiddags 10 tot.:des,.namitldags_4uuri jij^öórts dat; voor/den geregolden gang van den' Iflérijk aandé buizén' der IjkpÜchtigen wijksge-] |S?jzë': oriefjös zulléri bezorgd 'worden,1 houfdende lópgaaf van^ -dcn^idag' en'. hót uur waarop: zij 'hunne maten en;, géwichten zullen kunnen aan- .terwijl zij., die, onvoprviiens zoodanig niet inogten' ontvangen zich tot liet ïbokbmen "daarvan op bovengenoemde .dagen' en' furenaaiihet gewone 'IJklokaal aan de- Lange '^Nieuwstraat .kunnen vervoogen. Wordende bun; voorts herinnerd dat zij verplicht' zijn hunne 'niatén èii 'ge- l'ïïichten goed schoon en droog ten'Herijk aan j (erbiedon..In '00% dat na het eindigen :van .dcn termijn ..van pèrijk, ,4 .October, het gebruiken of voorhanden f hebben van maten en gewichtenniet 'van de ?|éréischto'stémpelmêrkénvoorzien, verboden en ^strafbaar is- ks |¥|,c.-;.;dai zij die van- bovengenoemdezittingen téor den Herijk in deze gemeente geen gebruik £ieméakt liebbenhunne Maten én "Géwichten |rinnén*''döén Herijken aan het IJkkantoor te fitótterdam op eiken Dinsdag en Vrijdag, van voormiddags 9 tot des.namiddag 1 uur. Wordende.mitsdien iederwien zulks mogt aangaan, aangemaand, om zich ter'voork'éÉaing van kosten en bekeuringendéhiervoren ver meide tijdstippen ion nutte te maken. 1 :-l En ,,is hiervan afkondiging geschiedvyaar het behoort, den 19 Januari 1884. V: V'/ Burgemeester en-Wethouders voornoemd, P. J. VAN DIJK .VAN MATENESSE.' Be Secretaris,. A. W. MULDER. De Burgkmeester van;Schiedam, ;i~ GezienArt'30'der Wet op de Nationale Militie van dc-n 19 Augustus. 1861, (SteuUthJad no, 72.) Brengt bij deze ter kennis, van de daarbij belang hebbenden, dat het Insctarijvings-Register van 1883, 'voor' dé ligting 'van 18847en de: daaruit opgemaakte Alpiiabétis'chéNaamiijsV van heden af, gedurende acht -ydagen; 'op' de 'Gémeénté-Sécretarie' tér lezing zullen liggen.- ,-^>En••■i»' biervan»:afkon(liging-'-geschiéd1'-.waar het behoort, den 19 Januarjji!884.< De Burgemeester van Schiedam, P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE. Schiedam, 19 Januari 1884. Het nieuwe jaar bracht ons reeds oen nieuw boek. Op. izich zelf beschouwd is dit een meuwstyding.il dje niet veel te beteekenea heeft, want het verschijnen vau nieuwe boeken herhaalt zich.Schier eiken dag van het jaar, en als we den titelnoemen,van het door ons bedoelde - boek, zal menigeen den neus optrek- ken voor ;den echt prozaüchen titel, en piet de I minste opgewektheid gevoelen met den „^inhoud kennis te maken. uNederland als Polderland"niet waar, de titel schijnt niet veeL nieuws-aan te kondigen, aan ons, die "jpolders zien ónderlöo'peti eii'fweér droog wor den,1'die'droogmakergen'kunnen waardeereD, |éh die over waterafvoer 6d watervérversching dagelijks in grootè en kleines bladen;alles schgnen te vernemen, wat er belangrijks aan verboödëh- is.r"D'e'schryver vah' i'Nederlaud ;'als'Polderland"idé- heer A. A. Beekman oor-- dèelt;;er anders'over,en.zegt in ;de inleiding :l tottzgri werk"Wie hecht aan zgn nationali- - teUen in onze dagen is er, - zoo wg - om ons zien, reden te over om daaraan te hech- i ièn'V moet .vooral*.ft# eigenaardige van den. getoortegrdnd' Kennen, ineeré houdener "partg van trékken, éi' o'p 'steunen". Maar vréémd noemt hij het vervolgens, dat bjj het onderwijs" in de aardrgkskunde zoo weinig gelet wordt óp dé verbrèidihg van kennis van den bodem van hét^voornaainsté deel des lénds; dat :vah èeh? 'gëèteldhèidl'isr':'én'éea voorhoméh "heeft 'als bergëns tér wereld aan éèai' fandstrèék éigën' zghi^ Iminlérs: wórdt' in 'onie lèerBóekëh veel1 të'weihig gesp'rokëh van -onzek Hydrografie, 'vah: onzé 'poldersén dröog- makerüèni''; hun vruchtbaarheid, hun wAter- bezwaar, hun waterafvoer, vanJ de-weinige punten waarvan ons verdrinken of niet ver drinken afhangt en zooveel meer. »Door de^verbeterde communicatiemiddelen, enz. vestigen de vólken in onzen tijd hunne 'biiküen niet" meer zoo "uitsluitend óp hun eigen geboortegrond. Dit is ÓDgetwgfeld in ,vele opzichten zeer gelukkig. Maar dut mag er niet toe leiden, dat men de .eigenaardig-' heden,, die elementen zyn van onze nationali- telt, die een groot gedeelte van onzen rijk dom vormen, die in tijden van gevaar .ons bestaan mede waarborgen, gaat vergeten of niet waardeert. Wij mogen om de trekschuit gaan glimlachen, maar niet om da kracht die in den vorm van. onzen bodera en in onze ligging schuilt en die schuilt - er gewis ■tj\i i 'A.ffj;. r i\ i t *1.. i* nog in even groote mate .als in 1672, toen de aanwending 'dier kracht gebrekkig f was en slécht was yóóórbérëidi Het exc^p- tioneéle van ónzen tóéstand móeten wij blyven gevóelen en daartoe is voorzeker een krachtig middel, dat men der jeugd en onzen aan komenden mannén op de scholen réëds" liet beeld dés lands klaar yoór'óó'gen stelle."" ;.l Bovendien is hét önbétwistbaar waar j hetgeen de schryver. verdér aanvoert, dat'de geschiedenis van "onze worsteling tegen- de wateren én hét veroveren van zoovéél vrucht* barén grond op dat water, iets hééft dat treft,, dit kan men dikwyis opmerken. Even •waar is héb ook, dat hg,die'tracht dégèlgké- kennis aangaande dik onderwérp té ver* 'spreiden, eéh werk 'verricht, dat liem by den landgenoot recht geeft ojp erkéntelgke waar* deering. 'K. In ongeveer .500 bladzydèh geeft de héér|; Béekmah,dè vruchtenvan zün studiën op .'X ilr.Jü t" .rivieren en de vorming; Sit| tëï^éibV7Pyoruóijzë',riyIeren 'en de vórming van" ónzenbodem gaan belangrijke beschou* - wlhgën''yoprafl|;(iie^ juisterbe*" L"'1grlppe'h"zhlleh^dó'én óhtètaan, dan dié we ef oh* tót heden van vórmden; Dah wordt het land der kunstmatige afwatering,'flerpoldèra, dér afgéslotèn ea stilétaabdé wateren;1 be* sproken, en' op elke bladzjjdë krggen 'we gelegenheid ónze kenh3s!U véïmëèrderen; 'die, wé moéten het bekennen, omtrent belangrijke aangelegenheden hoogst oppervlakkig is. We hóóren' in den herfst en ih' den winter b|j höogen waterstand gewag maken van de werking v&xf overlaten, als de Baardwyksche èn de Bergsche. Waarin bestaat die'Wèrkinb? Dé meesten halen de schouders opr't wAtér zal zoker zéér hóóg staan, dat is alles. We hooren 'van den'toestand der L'ekdykuu; en";, doen ér het zwggeh toé; want we zijn met den toestand "in dén régel volkomen onbe*. Roman van ROSENTHAL—Bonin. 27. i'.CV,!- !?ïl®8;.o'phcldcringén, 'door "dénbeer 'Bloemhart jgegeyen, maakten op den kapitein zulk een indruk, ijeffiiii 'met ëèri'"starren blik voor zich zag; ®jh;wréégèrcn huurman slechts even een kouden- Manddihkigaf. Óh geen woord' tot' afscheid sprak. %^focn do.heei' Bloemhart door den' tuin ging,, ^imoetto hij Dósa. - v,--» ^É|Ahlii:zijt gij. daar" liove Rosal' hoó'gaat het ©i^jprak do hoer Bloomhart hear aan. »Zijt w|hpg, altljd do oude Rosa, of zijt ge al gohuwdï" ^>Nóg ongehuwd, mijnheer Bloemhart," ant- fJOH-.rS'-W wóofddè Rósa.'ïAch,'het 'zijn zeer sléchte tijden, een arm meisje kan inoeielijk' trouwen." 1 iln hetbijzonder als' het armé meisje een fijnen smaak hóéïtj" scliértst'e dè beambte.1 »0!" lachto Rosa, wat dat betrefti 'heb ik hém gehéél veranderd,zoodat hij hu 'wézenlijk ïi'eël goéd als" huishoér 'zal 'kunnenfungëereh." Wol zoo, dan hebt ge reeds iemand óm deze plaats in'te ricmóh,1 Rosa?" 'i: sMisschion wél, 'mijnheermaar dit zijn nu 'myne ambtsgehéimeh;"'' -' »Dio ik niet eens mag weten? Is hij dan een moordenaar of róéver?" vroeg da heerBloémhart. tO nèen, dat is liij niot,"'antwoordde1'Rosa lachende.Maar' ik mag het niet zeggen,'omdat 'ik in bétrekking beri," bDus mag de juffrouw het ook-niet1'wéten? Hoe gaat het met haar? Is zij altijd 'wal geweest?" 1 »Ach,'*zij is éven- goed "en'zacht alsaltijd, 1 maar toch in den laatstori tijd ;-; »Nu, ga voort, wat is or dan mot haar?" moedigde de lieer Bloomhart haar aan, toen zij- haperend zwéeg. J'ils zij'-geheeliveranderd; vaak bedroéfd, en dikwijls zóér afgetrokken, en - gaat als in ben droom daarheen." vWarineer is zij zoo geworden?" vroeg l;ij verder.- jSedert de jonge man haar den tweeden brie? geschreven' heeft." »\Velke jónge 'man,' Rosa?" 'ïHebt gij' 'daar niets van gehoord,'!sprak zij, diép zuchtend.ïHier is een vreemdeling geweest, die' bijna dood hier voor de deur neergevallen is.' De juffrouw liet hem ópnémen èn verplegen. Toen hij hersteldwas,' is hij -met- liet schip van onzen kapitein medegévaren, en heeft de1 juf frouw den eersten koer uit'Hamburg:gèschreven, wat basr- zeer 'opgeruimd- maaktedë?tweëde brief kwam, zooals ik op het adres zag, uit Osténde; en sedert dien tijd is zij geheel vor- anderd." -y .-'t Er voer den heer :Bloomhart bij deze woorden een1 scliok door de leden. nHoo 'is de naam van dat jongmensch vroeg hij uitvor8clieiid. ,»Ik goloof, Paul Sivers." »En keat gij zijn schrift?" »Zoo goed als mijn eigen, want hij scariji zeer. mooi.'' - éi Wanneer kwam .de brief?" »Op denzelfden dag toen do kapitein zondof zijn. schip van Hamburg terug kwam." i- »Gij weet zeker, dat de brief van Ostend# kwamKa', '..-I.nlMn. »Ja, want liet stond op het couvert,"- sllebt ge misschien het:couvert nog?" ïMéar. waarom i-yraagt ge. mij dit alles, mijn*. lieer Bloemhart?" lachte - .Rosa, .doch zij .werd óp eens angstig, toen het. haar te binnen schoot, - wie voor haar stond.«Neen, ik vond het iri; den tuin en!gaf het naderhand aan dojuffrouwV; terug," was haar antwoord, dat op zachten^tooiv gegovon- werd. i-.-■■■ .Do heer. Bloomhart dacht eenige oogenblik-' "ken.na. - »Is uwe juffrouw te huis Tl vroeg-hij, toen.: _»Ja, zij is in hare kamer;" - j. oMeld mij dan bij lmar aan. Ik verzoek haart

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1884 | | pagina 1