Eerste Blad.
Maand agj3 Maart.
-K 5908.
Kennisgeving.
Nationale Militie.
Ke
nmsgeving.
7*
©n Dertig-ste Jaargang.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag.
1 a -i v V'*- ♦■fil L - 1 *,v i 1 w>v
■ia*
Tij
1*
»tOKNSMKMT8PKi;t!, per kvvamal
f franco per post, door het geheela Ryk
AfcoBderlijUe nammers
- 2.50
iMtflnrttflto*
IU RANT.
BUKEADi MARKT, B, 18#.
AdvestsntispRijs: reu 1-—10 gewone regels met
inbegrip van eens Courantf 1.10.
Iedere gewone regel meer0.10.
Driehaai, plaatsing wordt tegen ïwbeuau, berekend.
li
Burgemeester onWETiiOTJDEits van
Schiedam;
Doen te -weten;
Dat door den Raad in zijne Vergaderingen van
den 26 January en 27 Februarij 11. overeen
komstig hot bepaalde bij ait. 54 der Gemeentewet,
de na te melden vaste Commission zijner leden
gijn benoemd, als:
A. Tot het ontwerpen dor Verordeningen, tegen
trier overtreding straf wordt bedreigd, ter vol
doening aan art. i 77 der Gemeentewet en tor
vooiberoiding van hetgeen bij art. 178 dier Wet
Is bevolen, waarvan de Burgemeester als zoodanig
Voorzitter is;
-Bestaande deze Commissie uit:
Daileoron P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE
Burgemeester, Voorzitter.
LrW.TANSEN,
J. B. NOLET,
Mr. A. IC. J. VAN DER DRIFT, on
H. A. M. ROFLANTS.
W B. Tot het herzien van alle Plaatselijke Belas-
tingen, de regten, loonon en andere gelden, in
Art. 238 dor Gemeontowot bedoold, daaronder be
grepen
s Bestaande dezo Commissie uit:
De Hoeren J. B. NOLET, Voorzitter.
J. A. NOLET Wz.,
A. KNAPPERT Lz.,
J. LOOPUYT, en
C. J. LONCQ.
C. Tot bet opmaken en bijhouden van den staat
bij art. 220 en des gevorderd, ook van dien bij
art. 230 der Gemeentewet voorgeschreven;
Bestaande deze Commissie uit-
De Hoeren P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE,
t Burgomeostor, Voorzitter.
A. SCÜIEVEEN, en
J. DIJKMANS Gz.
D. Tot het geven van verslag en liet dienen
van raad nopens de begroeting en de rekening en
verantwoording dor plaatselijke inkomsten en uit-
gaven, ingevolge de artt. 203 en 219 der Gemeen
tewet, door Burgemeester en Wethouders aan den
•Band aangeboden, on ton aanzien van do begroo
tingen en rekeningen bij art. 148 dier Wet bedoeld;
^Bestaande dezo Commissie uit:
De lleoron L. W. JANSEN, Voorzitter.
A. RIJNBENDE, en
J. J. G. NOLET.
ETot het verrigten van al hetgeen bij de
k Wet op de Schutterijen aan het Plaatselijk Bestuur
l i jen nie^ bepaaldelijk aan het Hoofd daarvan is op-
gedragen;
\rBestaande deze Commissie uit:
Delleeren L. W, JANSEN, Voorzitter, en
W. A. BEUKF.RS.
En tot hunne plaatsveivangers:
igiDoHceren A. KNAPPERT L/„ en
G, VISSER Bz.
V,\
F. Tot Leden der Commissie van Contröle, inge
volge art. 35 der Verordening regolende de heffing
der Plaatselijke Directe Belasting binnen deze Ge
meente, waarin Burgemeester en Wethouders als
zoodanig zitting hebben:
Bestaande deze Commissie uit:
DeHeeren P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE,
Burgemeester, Voorzitter.
J. B. NOLET, Wethouder.
J. A. NOLET WzWethouder.
JE. ELZEVIER DOM. Wethouder.
C. J. LONCQ, Wethouder.
P. MELCHERS,
A. SCHIEVEEN
J. VRIJLAND, en
J. DIJKMANS Gz.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 1 Maart 1884.
Burgemeester on Wethouders voornoemd,
P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE.
De Secretaris
A. W. MULDER.
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Schiedam;
Brengen ter kennis van de belanghebbenden, dat
de Militieraad in liet 2e district van Zuid-Holland,
voor deze Gemeente op Dinsdag den 18 Maart aan
staandedes voormiddag! ten 1ure, 7\jno Eerste Zitting
zal honden te Rotterdam, in het Oude Mannenhuis aan
de Hoogstraat aldaar.
Zij brengen wijders in herinnering Artt. 91 der
Wet op do Nationale Militie van den 19 Augustus
1861 Staatsblad no. 72), luidende
In de Eerste Zitti n g van den Mi li tie raad
wordt uitspraak gedaan omtrent:
De verschenen Vrijvvilligeis voor de Militie;
De Lotehngeu die redenen van vrijstelling hebben
ingediend;
De Lotelingen, in de Artt, 55 en 5G bedoeld;
Alte overige Lotelingen.
Dientengevolge roepert zij op de Lotelingen der
IAgting van 1884, om ten bepaalden dageure en
plaatse voor gemelden Militieraad te verschijnen.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het be
hoort, den 1 Maart 1884.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
P. J. VAN DIJIC VAN MATENESSE.
De Secretaris
A. W. MULDER.
Inrlgtlngen welke- gevaarschade of
hinder kunnen veroorzaken.
Burgemeester en Wethouders van
Schiedam;
Gelet op Art. 8 der "Wet van den 2den Junij
1875 (Staatsblad no. 95)
Geven kennis aan de ingezetenen dat, de
.navolgende vergunningen zyn verleend:
io. aan A. KROPMANS en zyne regtver-
krügeuden tot oprigting eener SlagterJJ, in
het pand aan de Broorsvest alhier, wyk D,
no. 43, kadaster sectie B, no. 383, en
2o. aan G. VAN DEN KERKHOF en
zijne regtver krijgen den tot oprichting eener
Grof- en KagchclsmederU, in het pand
aan de Hoogstraat alhier, wyk C, no. 76,
kadaster sectie C, no. 588.
En is hiervan afkondiging geschied, waar
het behoort, den 1 Maart 1884.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE.
JDe Secretaris,
A. W. MULDER.
Schiedam, 1 Maart 1884.
Wanneer Busken -Huet aan den eenen
kant groote vrijmoedigheid toont, als het er
op aankomt da gebreken van onzen landaard
aan te wijzeu, aan de andere zijde is zyn lof
in krachtige bewoordingen vervat, als hij
da groote daden der vaderen afmaalt. Een
voorbeeld daarvan levert zyn tafereel vau den
beroemden zeeslag bij Duinsdoor onzen
Maarten Harpertszoon Tromp in 1639 aan
de Spanjaarden geleverd.
Hij wijst er op, hoe zeer het in het belang
van onze Republiek was, met Spanje en de
met dit land verbonden Duinkerker kapers
voor goed af te rekenen. De laatsten hadden
in 1622 alleen ,van de stad Enkhuizen honderd
schepen geroofd. In de volgende jaren werden
zeshonderd Nederlaadsche bodems een prooi
dezer zeeschuimers, die zelfs de Nederlandsche
oorlogsbodems wel durfden aanranden, en er
een twaalftal van vermeesterden. Duinkei ken
en kaapvaart, deze namen zijn onafscheidelijk
aan elkander verbonden. Maar men vergete
niet, dat Vlissiugen, Veere en Middelburg
in het bezit waren van reederijen, die zich
eokel 'met het uitrusten van kaperschepen
bezig hieldende geoorloofde zeeroof was een
bloeiend middel van bestaau geworden, ook
voor Noord-Nederlauders.
Maar welk een middel van bestaanDe Duin-
kerkeuaren wierpen de Hollaudsche matrozen,
die hun op zee in handen vielen, over boord.
Te Rotterdam eu elders hingen geheele risten
gevangen Duiukerkeuaren aan de galg. In
onmenschelykheid gaven beide partijen eikan
der niets toe,
Spanjes zeemacht en de daarmede verbon
den kapersvloot een ouherstelbaren slag toe
'te brengen, dat was de taak van Maarten-
Harpertz.. Tromp in September 1639.
zDe dorre notulen der Staten van Holland
en der Staten-Generaal gaan bloeyeo, wanneer
zy in de tweede helft van September 1639
boekstaven met welke gevoelens, in den Haag,
de tjjdiug ontvangen werd dat aan de Eogel-
sche kust, bij Duins, de Spaansche vloot door
Tromp in de engte was gedreven, die vloot
over wier uitrusting men sedert drie vieren
deel jaars bad hooren spreken, omtrent wier
bestemming men al dien tyd in het onzeker*
verkeerd had, wier zamenstel tevens de ge*
heele strijdmagt der Duinkerkenarenom
vatte, en die nu eindelyk zich was komeet
vertoonen in het Kanaal, waar zy door Tromp
was aangetast en hij bij helderen maneschijn
in den nacht van den 16 op den 17, nadat
bij het drinken van een beker de bemanning
zich verbonden had trouw haar pligt te zullen
doen, haar eene eerste nederlaag had toe-
gebragt.
In den avond van den 21sten, onmid
dellijk na het inkomen van dit berigt, werd
op voorstel der gedeputeerden van Holland
door de Staten-Generaal besloten Tromp alles
te zenden waar zyn boodschapper om vroeg
meer schepen, meer amumtie, meer matroze!»
en musketiers. Naar de verschillende admi
raliteiten werden daartoe personen afgevaarjj
digd. De militaire konvooijen voor issehers-
vloten, voor eene handelsvloot naar Noor
wegen, voor nog andere handelsvloten naaf
de Middellandsche en de Oostzee, zouden
uitgestelder zouden kruisers en koopvaarders
gehuurdaan de O-ost- en West-Indische
Compagnie zou geld geboden worden voor
schepen ter leen. Tevens werd goedgevondeu
Tromp te prjjzen som zyn manlijken moed,
en hem aan te manen tot verti ouwen dat
God, de Heer Almagtig, daarover zyn gena-
digen zegen zou geven. Hy moest, zoodra
mogelyk, de Spaansche vloot vernielen zonder,
eenige acht te slaan op de havens, reeden,
of baaijen, van de koningrijken waar zij te
achterhalen zou zijn. Achtte hij zich den
steikste, en meende hy voordeel te kunnen
behalen op de Spaansche of andere vijandelijk*
schepen, dan zou hy tot den aanval overgaan»
En in geval Franschen, Engelseben, Schotten,
Zweden, Deneo, Polen, of Oosterlingen, zulks
poogden te beletten, zou hy zich daardoor
niet van zyn goed vournemen laten terug
houden, maar met de wapenen zich tegeu
die natiën verdedigen.
Deze hutspot van even aangeduide nationa
liteiten had eene beteekenis, en getuigde \nn
eene scherpzinnigheid welke de Staten Gi-ue-
raal dier dagen, onder het aanroepen ran
God Almachtig, zeiden begaf. Geen haai op
het hoofd van Oosterlingen, Polen, Denen,
Zweden of Schotten, dacht er aan de Spaansche
armada te ondersteunen. De Franschea
juichten Tromp's onderneming hartelijk toe,',
en zouden hem eerlang met onderscheidingen
overladen. Alleen de Engelschen, onder Karei
I, waren niet te vertrouwen; en daar de
Staten noch openljjk Engeland voor het hoofd
wilden stootea en Engeland» Koning hua
vriend en bondgenoot heette, noch verko'zea
dat Tromp niet weten zou hoe te bandelen
ingeval by Duins de marine van Karei I de
Spaansche marine bijsprong, goochelden zjj
tusschen de niets zeggende naman van andere
volken, op welke hy indien het spande schieteh
Zif v
si a
<V z
t x
i'*?1 X-i •"--WCi