lë.
Een schoon Gelaat.
I'-'"
Maandag 21 Juli.
Eerste Blad
Kennisgev ing.
Feuilleton.
NATHE-
Acht ©n Dertig-ste J aar<>a n g.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag.
10, H.8&
f'h 0
S?
13 Won d-
«nuie jaien
TKIt van
POPI', te
lauwendde
lie Mond»
alsmede
log overal
ktijk, dik-
dit middel
f
t, M. P.
■MiMos.
MALTHA
im bij J, F,
BIN Co.,
3NABILIE,
.ondensche
VAN DEB
LEIJSIEB;
IELENte
f, tc 'sGra-
Apotli.te
ula by L.
i ARTOC.S;
Dortl) echt
fr r-.«'H >i
.ui
.eukourts,
stem en
urend en
e plaatsen
*r daarbij
dddel te
deren het
mén veel
even van
nadeelige
vees span-
inaktde
t somtijds
en ruste-
augedane
00 nauw-
gevoehg-
uderdaad
■s, omdat
1 door de
franco
de beetle
ichwdam
tinkers, us
mbosohm
alsmeda
JjOTi ileal'
tarn.
Sivr-v;-
rt*
Vj
it'
p
a it -
Tm^iuh'T*^
efl&ajiua
JllJjNhKMKNrsi'lwJt, per kwaiuvil
franco per post, dour het geheeie Ki)k
jtfzoiiderlijUe nummers
1.8b.
- 2.50.
- 0.10.
R K Ï5 55 A Bs H&BKT, IS, 1 3»
smarms^xs-.s.raasmm*mvcmMSMSÊVrsmsu)Sjmesi.
Advertentieprijs: va.i 1—10 gewone regels mei
inbegrip van eens Courantf l.lt.
Iedere gewone regel meer 0.1®.
Driemaal plaatsing woidt tegen tweemaal berekend.
Inrlgüngen welke gevaarschade of
liindcr kunnen veroorzaken.
Gelet op Ait. 8 der Wet van den 2den Junij
1875 Staatsblad no. 95)
Geven kennis aan de ingezetenen, dat aan
de Firma VAN DEVENTER Co, on hare
regtverkriigenden vergunring is verleend tot
opfigUng van een glasblazerij aan de Gui-
tenimvenwejr, kadaster sectie G. No. 817.
Schiedam, 18 Julij 1884
Burgemeester en Wethouders van Schiedam
P. J. VAN DIJK. VAN MATENESSK.
.De Secretaris,
S. A. VERNflDE, L. S.
Schiedam, 19 Juh 1884.
Het nationale leest te IJanjs den 44en
ikter gevierd, is ontwijd dooi het verschéuien
van een paar Duitsche vlapgen met andere
uit het Hótel Continental gehangen. De Fran-
iche regeeriog heeft zich gehaast aan die van
Duitschland haar leed we/en over het gebeurde
t8 betumen, en de demonstiatie der onnaden
kends knapen zal wel geen ernstige gevolgen
hebben. Men leert echter uit het gebeurde,
welken geest een groot deel van de Fransche
natie noe bezielt, en dat de tijd waarin
wrede" als de waie toestand kan aangeduid
worden, nog ver te toeken is. Verstandige
Fransche» keuren het gehemde echter ten
iterkte af, en de Temps vraagt, welke vader
landsliefde er in steekt, om op een feestdag
gelyk die van 14 Juli, in het midden der
Stad Pat ijs, aan een lap katoen zijn wrokte
koelen, en aan zijn land verlegenheid of eeae
varnedeiing te berokkenen? Bij smart, zegt
het blad, bij smait, verdriet, past waardigheid,
18 de waardigheid vau Frankrijk heeft door
dit bespottelijke voorval weikelijk geleden,
liet blad eindigt met de vi aagGesteld dat
Bismarck kwade voornemens tegen ons had,
ziet ge dan niet met hoeveel erkentelijkheid
hij de diensten zou aannemen van hen, die
zich tot zijn helpets zouden maken, terwijl
zy gelooven zyn vijanden te zyn.
Nog een ander feit is kenmerkend voor
den afkger, dien de Frauschen van de Duit
schei s hebben. Toen te Toulon de gevreesde
cholera uitbrak, begaf zich Professor Koeli,
op wien gansch üuitschland roem draagt,
unar deze stad, IItj had te Alexandnë en in
Ioiiiè de ziekte bestudeeid, en was tot de
ontdekkinggekomen, dat microscopisch kleine,
ongekleurde, kromme zwammen, waaraan hij
den naam van Cholera-lacillus heeft gegeven,
de oorzaak der ziekte waren. Hij wilde na
ook den aard der ziekte te Toulon onder
zoekeu, maar heeft er een alles behalve vrien
delijk onthaal gevondenbovendien worden
zyn uitspraken verdacht gemaakt; de mid
delen, die hij aangeeft, tot beteugeling of
- genezing aan een geduchte kritiek onder
worpen.
Drie der Fransche Ministers hebben inde
afgeloopen week de beide zwaar geteisterde
steden Toulon en Marseille bezocht. Ook de
radicale afgevaardigde Ungues heeft op zijD
beurt de hospitalen willen bezoekeu, doch
hij werd afgewezen. Thans is er de hertog
van Chart! es heeugegaan, wel geen kroon
pretendent, maar de broeder vau den graaf
van Parijs. Hy was de bi enger van zestig
duizend francs, door de Orleansen bijeenge
bracht om den graoteu nood te lenigen. De
hertog vaa Chartres heelt bij zich deagiaaf
d'IIaussonville, die op het gebied der welda
digheid een goeden naam heeft.
Menschen, die een extra orgaan hebben tot
beoordeeling vrd de daden van anderen,
biengen de reis van den hei tog van Chartres
aanstonds met de politiek ia verband.
De president Grévy, zeggen ze, is niet naar de
besmette plaatsen gegaan. Maar een der Or
leansen vei schijnt er in persoon, en hij brengt
geld mede, dnt kan de gemoederen gunstig
stemmen voor dat stamhuis j men kan nooit
weten. Het geld evenwel zal, om welke redenen
ook gegeveD, welkom zyn; want de nood is
groot; te Marseille staat de handel stil;
meei dan zestig duizend personen hebben de
stad veriaten, zeker niet de onbemiddelden
de ai beid rust; hoe zulk eea staat van zaken
op de teeds zoo oatruste gemoederen moet
werken, laat zich gemakkelyk gevoelen.
Zal er werkelijk oorlog met China komen?
Eergisteren scheen uiets zoo zeker, als dat de
Franschen de Chineezen met het zwaard tot
het nakomen hunner verplichtingen zouden
dwingen; gisteren kwam er weer t'yding, dat
Prins Li-IIong-Chang, de voorstander van
den vrede, de overwinning op zijn tegen
standers had behaald en dat waarschijnlijk
de vrede zal bewaard blijven, 'tgeen in de
tegenwoordige omstandigheden voor alle par
tijen wel het beste zon zyn.
Het Engelsche Hoogerhuis heeft het kwaad
te verantwoorden. De refornvbill is verworpen
en naar oud-Engelsche manier heeft men te
Clerkenweilgreen op een bijeenkomst van meer
dan 20000 petsonen de beeltenis van lord
Salisbury, den voornaamsten tegenstander van
de bill verbiand. Te Birmingham werd op een
groote vergadermg de handelwijze van de
Loids ten strengste gegispt en een voorstel
aangeaomeo, waarbij weid verklaard, dat het
Hoogerhuis niet langer de macht mocht be
houden, die het tot dusver bezit. Nu is er
nog een extra, een monsterbyeenkomst ge
organiseerd waarop de heereo van het
Hoogerhuis zeker ook harde woorden zullen
hooren. Het is, wei beschouwd, een moeilijk
vraagstuk; het Hoogerhuis is een wettig
lichaam, mat bevoegdheden. Het heeft van
een bevoegdheid gebruik gemaakt: mag het
daarom zoo aangevallen worden, dat men het
zijn bevoegdheid kan ontnemen? Zal men b, v.
ook in Nederland de opheffing van de Eerste
Earner gaan eischen, omdat ze geloond heeft
niet mede te willen gaan met zekere bekende
party
Gladstone heeft intusschen een bemidde
lingsvoorstel ter tafel gebracht. Nemen de
heeren lords dit aan, dan zal de opgewonden
heid wel spoedig bedarenverwerpeu ze ook
dit, dan zal het een oorlogwoiden, dien het'
Huis tegen zich in het leven roept, een oorlog,
zooals het in den loop der tijden nog niet te
voeren had,
Met Nederland is Engeland het thans eens
over de gedragslya, door beide Staten in da
jVfsero-quaestie te volgen. Wit de beluchte
Radjah van Tenom de bemanning der Nisero
binnen een bepaalden tyd uitleverendan
worden zijn havens geopend voor den handel
en ontvangt hij een som geld. Zoo niet, dan
zullen Nederland en Engeland hem gezamenlijk
straffen.
Dit zal den Radjah, eigenlijk een vuigen
zeeroover, zeker tot nadenken brengen. Uit
alle stukken bljjkt, dat hy speculeerde op een
gespannen verhouding tusschen Engeland eu
Nederland. In de hoop, dat de zaken dien
loop zouden nemen, deed hy de meest onzin
nige eischen. Hij vroeg o, a. 300000 dollars
schadevergoeding voor verliezeu, die hy te
Boeboen had geleden, bji gelegenheid dat
deze plaats wegens verraderl'yke handelingen
door de Nederlanders was getuchtigd. VolgeDS
zijn eigen opgave bedroeg die schade niet
meer dan 23000 dollars.
Toch besluit inen, den Radjah een geldsom
aan te biedenwant het geldt hier het leven
van eemge Europeanen, Maar als deze zaak
geschikt isdieueu Engeland en Nederland,
ook op giond vau huu in 1824 gesloten
tiaclaat, waarbij zy zich verbonden krachtig
j Naar het Engelsch bewerkt
dooh
MAX van WEISZENTHURN.
4.
|n gedachten verdiept reed Khrel Gascogno
a „verder, en wilde juist den grooten weg, die
l*niar Minkland voerde, inslaan, toen zich een
r.idtouwspel voor zijne oogen opdeed, dat hem
5 na schrik fdeed verstijven.
Het schoona paard der amazone, die zoozeer
'door hem bewonderd was, stond daar als vast-
tem doch de zadel was ledig; bleek, schijn-
karjlevenloos lag zijne berijdster op den grond.
Oogenblikkolijk sprong Karei van zijn paard,
en zette zich naast het jonge meisje neder.
«Ben schoon gelaat," fluisterde de jonge man
terwijl hij voorzichtig het hoofd van 'tjonge
meisje opbeurde. «Wat moet ik toch mot haar
aanvangen? Ik hoop toch, dat het arme kind
niet gekwetst is!"
Bij deze woorden wierp hij ean blik rondom
zicli, of cr misschien iemand mocht zijn, die ook
hulp kon bieden, doch niemand was er to be
speuren.
»Ik geloof niet, dat zij gekwetst is," sprak
hij bij zich zeiven; «het paard heeft haar af
geworpen, zij is licht als een veer, en het gras
is week. Ah, mijn veldflosch, misschien vind
ik daarin nog eenige droppels 1"
Gelukkig was er nog eenig vocht in aanwezig,
cn Karei besproeide cr voorzichtig haro lippen
mede.
Eindelijk, goddank, kwam er een zenuwachtige
trek op haar gelaat te voorschijn. Langzaam
sloeg zy de oogen op, en toen zij Kareis ang
stig gezicht gewaar word, vroeg zo verw onderd
«Wat is er geschied, en waar ben ik?"
«Go zyt denkelijk uit don zadel geworpen,"
antwoordde Karei rustig, sen ik passeerde juist
dezen weg, doch ik hoop dat go niet gekwetst
zijt?"
Eon oogenblik zag het moisje hem in de oogen,
en sprak toen:
sla, jn, nu herinner ik mij alles, het was de
donder en bliksem, en ik bon zoo bevreesd voor
een on weder! Ik werd niet uit den zadel go-
worpen, doch toen ik don zijweg beieikt had,
bliksemde het zoo fel, dat ik me bowustoloos
van het paard liet glijden. Het is zeer kinder
achtig van mij," voegde ze er verontschuldigend
bij, «doch ik ben zoo bevreesd voor een onweer 1"
»'t Doet me genoegen, dat gij niet gekwetst
jijtik schrikte geweldig toen ik u hier zag en
ik vroesde waarlijk het ergste. Hoe gevoelt ga
u echter thans?"
«Zeer wel," antwoordde zij lachend, «doch
mijn reehteraum is niet zooals hij behoort t®
zijn; misschien ben ik cr op gevallen1."
Deelnemend boog Karei zich tot haar over.
«Ik vrees, dat ge toch gekwetst zijt," sprak
hij, en vatte haro hand, doch reeds dit ont»
lokte haar een pijnlijken kreet.
«Och, 't beteekent niets," was hot antwoord, «ik
kan bost opstaan, indien ge me oven wilt bijstaan."
Karei voldeed aan haar verlangen, doch hij
zag, dat zij zeer bleek was, en herlmaidemalau
pijnlijk haar gelaat vertrok.
«Ik geloof, dat ge niet in staat zijt, ook slechts
het kortste pad te rijden," sprak hij op mede-
lijdenden toon, «en behalve dit moet uw arm
bepaald onderzocht worden. Laat mij u naar dat
gindsche huisje geleiden, opdat u daar een arts
kan bezoeken."