A-clit en Dertigste Jaargang.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag.
Buiténlandsche Berichten.
fi^BONKEMKNTarftU», [Ier kwartaal
r'j&wtö per post, door het geheele Kijk
.i Vi/zoBderlijke .nointners
1.85.
- 2.50.
- 0.10.
WKKA II: ÏÏA.»kl4r«, K, 131.
Advertentieprijs: vin 1—10 gewon* regels met
inbegrip van eene Courantf i.itj
Iedere gewone regel meer - 0.10.
Driemaal plaatsing wordt tegen tweemaal berekend.
JOI
De Burgemeester van Schiedam,
Brengt ter kennis, dat, voor. het leggen
vao een Zinker, ten dienste der Waterleiding,
by da Bultcnsluls aan het einde van de
Buitenhaven, de vaart aldaar gcliecl <SE-
gXBEMD zal zyn van Vrijdag, 19 Sep
tember e. tr„ *s avonds 6 uur, tot
piaandag, 2li September d. a. v.,
'g morgens O uur.
Schiedam, den 15 September 1884
- De Burgemeester van Schiedam
i P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE.
Schiedam, 16 Sept. 1884.
Op den 13en September 1884, zjjnzeven-
ligsten verjaardag kon Nicolaas Beets het
Kederlandseho volk de vijftiende, met zorg
"herziene druk van de CameraObseuraaan-
I' bieden. Een heerlyke gave voor dat volk,
i een iu Nederland zeldzaam geluk, aan een
j/ JJederlnndsch schrijver.tea deel gevallen!
'tls vijf en veertig jaren geleden, de schrij
ver was maar even 25 jareu oud, toen het
boek voorfhet eerst verscheen. 'tVereerthet
volk, dat binnen een half jaar 'een herdruk
aoodig was. Toen scheen het zoo wat opdeu
'achtergrond te geraken; want.er verliepen
elf jaren, eer zich de behoefte aan een nieuwen
druk deed gevoelen. Toen deze in 1851 ver-
jeheen was de inhoud bijna verdubbeld. De
belangstelling steeg in buitengewone mate;
Wint het volgende jaar was er alweer be
hoefte aan een herdruk, en sedert dien tijd
jagen we editie» van allerlei aard: kostbare
geïllustreerde, minder kostbai'e, goedkóope en
alle waren welkom. De invoering van de Wet
op het Middelbaar Onderwijs is zeker niet
loader invloed 'gebleven op het verbazend
'débiet van het werk, het lievelingsboek van
«Ié Hoogere Burgers. Gedeelteu er van zyn
•Overgebracht in het Engelsch en het Hoog-
duitsch; zelfs bestaat er een volledige Fran-
sche uitgave, die het sterkste bewijs levert
voor de moéielijkheid, die er in gelegen is, de
eigenaardigheden van de eene taal in een
-r andere weer te geveo. Genoeg, om de belang
stelling te doen zien, waarmede dit werk ge;
durende ongeveer een halve eeuw binnen en
'over de grenzen van ons land is begroet.
Buskèn Huet schrijft naar aanleiding van
den auteur der jCamera Obseura": Niemand
Onder onze novellisten van hel jongere geslacht
beeft onze volks- of onze tussclien-klasse,
-.yn.
ome stedelingen of onze buitenlieden, zoo op
bet leven betrapt. Allerminst zjj, die hunne
litteratuur dienstbaar hebben zoeken te maken
aan eene maatschappelijke of kerkelijke richting.
./jjAlé vérzaraeliiig genre-schilderijtjes uit de
>Hollaudsche School heeft de Camera O bscura"
jj In onze letterkunde hare wedergade niet. Een
.'/auteur die buiten en behalve de vele fraaie
verzen, wien hij liet aanzyn schonk, ook nog
een zoo aanmerkelijk stuk nationaal leven
of klinkt deze uitdrukking niet Nederlandsch
genoeg? uit het alledaagsche heeft weten
over te zetten in kunst, is een dier schrijvers,
daar houd ik mij aan, met wie men overal
in de wereld openlyk voorden dag kan komen."
Voor de Nederlandsche jeugd zal Beets'
werk een brou blijven van onverdeeld genot.
Is het waar, dat niet juist de grammatica
den rijkdom eener taal aan het licht breDgt,
maar dat die eerst uitblinkt bij de beoefening
van de voortbrengselen harer letterkunde,
welk boek zou men dan kiezen boven de
Camera Obseura?
In de vijf en veertig jaren, die sedert de
eerste verschijning verloopen zjjn, is veel ver--
auderdsommige toestanden leven nog maar
in de herinneringen, en de veranderingen op
allerlei gebied hebben baar invloed ook op de
taal doen gevoelen. Een joug geslacht vindt
in de Camera Obseura tal van woorden en
uitdrukkingeozuiver Nederlandsch, maar
tbans buiten gebruik.
In 1804 schreef Beets in de voorréde voor
den zesden druk:
Het is deu schrijver eene streelende ge
dachte, dat aan zijn werk, in deze zesde uit
gave, het voorrecht ie beurt mag vallen in
handen te komen van een geslacht van tand-
genooten, nauwelijks of nog niet geboren,
toen hij het voor het eerst aan het licht
bracht; het volwassen, meerderjarig kroost,
van dat, waaronder hy zelf is opgegroeid,
waarvoor hjj schreef, en dat hij schetste;
maar niet minder treft het hem, zfcb daarbij
inderdaad te moeten afvragen, of niet dit
nieuw geslacht ruim zoo zeer. behoefte zou
hebben aan ophelderende aanteekéningen by
zyn werk gevoegd, als aan deze, min afmeer
historische voorrede. Of maakt niet het vierde
eener eeuw, en eener eeuw als de negentiende,
maakt niet het vierde eener eeuw een tijdperk
uit, lang genoeg om een bofek als het zijne
hier «u daar zouderliug te doen voorkomen
en op menige plaats onverstaanbaar te doen
worden
De mannen, die met den Schrijver het jaar
van den sVolksgeest" beleefd hebben, tot
welks eer wy nu in de hoofdstad.een gedenk-
teekoD zien pralen, dat eenig in zjjn soort
mag worden genoemd, herinnereu zich b. v.
zonder twijfel de loffelijke poging nog wel,
dëstjjds van diezelfde hoofdstad uitgegaan,
omf;ïii Nederland, tot schitterender triomf
over België, eene nationale kleederdracht te
improviseereo. Als zij hunue oogen sluiten,
zien zjj gewis nog weder voor.hun geest
opryzen die nationale lium'ca's", waarop de
eerste nommers van het nationale modeblad
de nationale oogen deden verlieven 1 Maar wat
stelt het tegenwoordig geslacht zich voor,
waaneer het den Schrjjver van inationale
hoeden" ziet gewagen Wat denkbeeld vormt
hét zich,1 in dit'jaar 1864, vein dameshoeden
met luifels, van Rapponische krachten, van
eën mathesisezamen in het Wijn, of van oenè
Vierde Klasse van het Koninklijk Nederlandsch
Instituut 1 Hoe ondenkbaar moet in. zyn oogen
een/Nederland «onder spoorwegen, hoe bui
tensporig een Si'ut-Nicol.aaskoëk met verguldsel
voorkomenhoe ongepast èea karakteristiek
dér'periodieke pérs, éls in ïGeruit Witse".
beproefd is 1 Wat wéét het van baleintjes om
lange pjjpén dodr te steken? van achten
twintigen van veete tegen de Belgen? wat,
van lantarenvulders Eb waar de namen van
een Sroallenburg, éen Macquelyn, een Don
Carlos genoemd wórden, waar van delndus-
trielles Van Bértólotto, :de Asondlodada
woestijn van het Koegras, gewaagd wordt,
zou daar vbbr zeer velen eene kleine aantee-
kenibg wel 'overbodig zjjn?
"'Met dat al'heeft de schrjjver nog niét kunnen
besluiten, bjj de tegenwoordige uitgave reeds
ih deze ^dringende behoefte" te voorzien.
Het blyve voor gehoopte latere drukken be-
wap.rd, als" dé behoefte nog dringender, de.
notennood nog hobgër gestegen zal zijn. Ook
mag de schrjjver zich afvragen, of het niet
al te onedelmoedig wezen zoude, door het
voorsbands nutteloos maken van hunnen
arbeid, aan de Oudheidkenners, Navorschers,
en Commentatoren van volgende tjjden een
bewijs van wantrouwen te geven, hetwelk
zij in geen opzicht hebben verdiend."
Verleden jaar schreef hij. In den laatsten
tjjd echter, wordt hij mondeling en schriftelijk
door geleerden en ougeleerden, met zoovele
vragen bestormd, dat hjj in dit opzicht een
ander begrip begint te krijgen van zjjn plicht
en er ernstig aan begint te denken in de
meer en meer sdr'mgende behoefte" en
eenigszins in den een of anderen vorm te
gaan voorzien."
Welk een grooten dienst zou de schrijver
zjjnen laodgenooten bewijzen, indien een der
eerste vruchten van zijn eervollen rusttyd,
hun werd aangeboden in den vorm van
•ophelderende aanteekeningeu bij de >Camcra
Obseura."
I '1' A L I E.
Aan het bulletin van den 12den worden
de volgende cijfers omtrent de cholera-gevallen
ontleend: in de provincie Napels 839, waarvan
809 in de stad Napels, en.440 dooden, waarvan
430 in de stad, Oader laatstgenoemd cijfer
waren er 98 personen, die reeds vroeger aan
getast warenin de provincie Bergamo 12
gevallen en 40 dooden, in de provincie Cuneo
11 gevallen, waarvan 2 te Busca, en 9 dooden,
in de provincie Genua 49 gevallen, waarvan
32 ta Spezzia, en l£j dooden, waarvan 13 te
Spezzia,
Sedert de cholera te Napels verschenen is,
zjjn er tot den 12 dezer 's ochtends 200Ö
personen aan die ziekte overleden.
Verscheidene geneesheeren te Napels, alsook
de beide afgevaardigde Capo en Placido, ajjn
door de cholera aangetast.
De Keizer van Oostenrijk heeft aan Koning
Humbert een telegram gezonden, waarin hjj
zjjne bewondering betuigt voor Y Koning®
onbezweken moed bjj het, bezoeken dercho-
lera-lyders, en zjjne beste wenschen uit voor
het spoedig ophouden der plaag.
lp eene der gevangenissen te Napels is een
oproer ontstaan onder de veroordeelden. Zjj
wilden uit de gevangenis en schreeuwden dat
zjj er allen aan de cholera zouden sterven)
indien men hen er niet uithaalde. De soldaten
zyn toegeschoten om het oproer tegente;
gaan, hetgeen hunniet dan met groots
moeite gelukt is,
Turijn heeft20,000 lire naar Napels gezonden
ter ondersteuning van de behoeftige cholera»
l'yders en hunne familiën, Milaan 10,000,
Ancona 1500, en Verona 1000 lire. De héér
--Astor, gezant- van 'Noord-Amerika bij 'de
Italiaansche regeering, heeft 5000 lire .bjjge»
dragen. r,
De Minister-president Depretis, desyndi»
cus te Napels en eenige afgevaardigden hebben
den Koning dringend.verzocht zyn vertrek
uit Napels te verhaastenmaar het heeft niet
mogen baten. >Ik bljjf hier", heeft de-Koning
gezegd, >totdat de cholera afneeait." Hij gaat
met zyn broeder Amadeus schier onafgebroken
voort met het bezoeken der ziekenhuizen en
der particuliere woningen der lijders in de
armste wijken. Een der hem vergezellende
personen beval, hem behoedzaamheid aan.
sik doe niet meer dan de burgers van Napels,"
antwoordde de Koning. sHet was mjjn
plicht Uwe Majesteit te waarschuwen," hernam
de bedoelde persoon. »En het is mjjn/
plicht er geen acht op te slaan", was het
weder-antwoord des Konings,
Den 10 dezer zou hij het Fondaci, een
verzameling van de ellendigste en vuilste aller
sloppen te Napels, bezoeken. Veel was er ge
sproken om den Koning er van terug te
breDgen. Eindelijk zeide iemand, op meer be
slisten toon daa tot dusver geboord was, tot
HumbertLi we Majesteit heeft niet het recht
zelfmoord te plegGD, en zij heeft evenmin het
recht om velen van hen die Uwe Majesteit
zouden vergezellen in dat broeinest van pes
tilentie den dood op het Ijjf te jagen." Deza
taal heeft gewerkt» De Koning, die reeds uit
het rijtuig was gestapt, om de krotten binnen
té gaan, boog en ging weer in zijn rjjtuig.
Volgens een andere lezing hebben de over
heidspersonen die den Koning vergezellen allen
geweigerd hem in de wjjk Fondaci te volgea.
Zij verklaarden niet medeplichtig te wiileu
zyn ran eon zelfmoord.
De huurprjjzen der huizen in den omtrek
van Napels zjjn, wegens het uitwjjkea van