V' \m I^V'? Binnenlandsche Berichten. If'.".*- l®röt n» ft J j-i I ."p- de jyü'tig duizend menschen woonden openingsplechtigheid te New-Orleans bij. Df tentoonstelling is nog niet geheel gereed waar zij is reeds zeer belangrijk en belooft .^schitterender te zullen worden dan eenige ^andere Amerikasnsche tentoonstelling. Vooral de afdeelingen voor land- en tuinbouw en katoen, de afzonderlijke nyverheidsteutooo- stelling van de negens, als ook de electrische afdeeling zyn belangrijk. In het midden van het terrein iseencoa- 1 certzaal, die *12000 menschen kan bevatten. Het reusachtige stoomschip Great Eastern doet op de Missisippi dienst als hótel. De tentoonstelling geniet 1.300.000 dollars subsidie van het congres en de zuidelijke Staten brachten onder elkander een millioen dollars er voor bijeen. TWEEDE KAMER DERSTATEN-GENERAAL. Avondsitting van 17 December 1884. In deze zitting is het algemeen debat over de Indische begrootiog afgeloopen.Deheeien de Bruyn Kops en van Gennep repliceerden en bleven het financieel stelsel van den Minister afkeuren, zonder wantrouwen tegen dezen of den Gouverneur-Generaal uit te spreken. De heer Mees sloot zich by hen aan, doch zou voor de begroeting stemmen, zonder daar door eenige sanctie te hechten aan het stelsel des Ministers. De heer Keuchenius bleef de proclamatie aan de Atjehsche hoofden bestrijden en ver weet de liberalen bij den verkiezingsstrijd leugen en laster te hebben verkondigd. De heer Gleichman noemde zijnerzijds lasterlijk de verkondiging der anti-revolutio nairen bij de verkiezingen, dat de liberalen vjjandig aan God en Godsdienst zouden zyn eu hjj laakte nogmaals het misbruiken van Gods naam in den verkiezingsstrijd, met beroep op dr. Bronsveld. De beer de Savornin Lohman kwam op S tegen bet het stellen van den heer Keuchenius tegenover de anti-revolutionaire partij, ver zekerde ook de proclamatie af te keuren, Verdedigde het gebruik van Gods naam door anti-revolutionairen hij verkiezingen, daar zy spraken tot hun volk, dat zich een aodere voorstelling van God maakt dan de liberalen en ontkende dat dr. Bronsveld een autoriteit voor de anti-revolutionairen was. Zitting van 18 December 1884. In deze zitting is de behandeling der In dische begrooting en wel over de onderdeelen voortgezet. De heer Keuchenius hoopte, dat de verminderingen in deze begrootiog van blyvenden aard zouden zyn en meende, dat de belastingplannen niet kalm en bedaard waren overwogen. De heer van Gennep wenschte eene inrichting van den Raad van Indie meer onafhankelijk van het oppergezag en met meer tegenwicht over dea Gouverneur-generaal. De Minister van Koloniën verwacht van de'verminderingen besparingen verzekerde, dat de belastingplannen gebruikelijker wijze tij in ernst boos. «Hoor eens, Henri",-' iéi' jfrederike, «meneer van Bergen", is een hoogst jiet en fatsoenlijk man, en 't verschil van leef tijd tusschen hem en mij is zóo groot, dat het be spottelijk is, onzen omgang aan iets anders dan vriendschap te willen toeschrijven Doe j ij mij ten minste 't genoegen, van niet te luisteren naar de flauwe sociétcitspraatjes, uitgestrooid door een soort van heoren, die in van Bergens schaduw niet kunnen staan "Voor mijn gevoel van heimelijken afgunst waren zulke verklaringen uit Frederike's mond te pijn lijker, omdat ik araeneer van Bergen'' nooit heb ontmoet, of hij maakte, wat houding, gesprekken en manieren betreft, een aangenamen indruk, niet op mij alleen, maar zeer in 't oog vallend pp allen, die met hem in gezelschap waren." In zijn bijzijn werd Frederike's naam zelden waren behandeld en verdedigde de tegenwoor dige samenstelling van den Raad van Indie met het oog op de behoeften der Indische bevolking. Bij eene gedacbtenwisseliDg over het al of niet wenschelyke van overbrenging der algemeene secretarie Van Batavia naar Buitenzorg, .zeide de Minister, dat een plan tot geheele overbrenging der bureaux hem tot dusver ,niet bekend is. Aan den heer Van Kerkwyk beloofde de Minister, in het belang van den scheepsbouw en de gegadigden, tydige aanbesteding voor de pakketvaart in Indië. De Minister verde digde zyn eenvoudiger regeÜDg van het In- landsch onderwys tegen de verwijten der heeren Lieftinck en Van Gennep, dat hy het onderwys slechts uit bezuinigingswoede aan tastte. De Minister verwacht van vereenvou diging betere vruchten. In antwoord op de aanvraag om spoedige beslissing in zake de Bilüton Myn-Exploitatie, hoopte de Minister afdoening dezer zaak in de eerste helft van 4885. SCHIEDAM, 10 December 188-1. t Aan de Kamer vbu Koophandel en Fabrieken alhier is gezonden het bericht omtrent den handel en de scheepvaart in het Britsche Koninkryk over de maand November 1884 De commissie te Middelburg voor het examen als apothekersbediende heeft de akte van bevoegdheid uitgereikt aao den heer A. Gouka, geboren te Schiedam. De Minister van Binnenlandsche Zaken vraagt een crediet aan van f8000 om Neder land te doen vertegenwoordigen op de tentoon stelling van schooue kunsten, die te Antwerpen te gëlyk met de internationale tentoonstelling zal worden gehouden. Het voornemen is daartoe eene weinig talrijke commissie te beuoemea. De heer G. A. Vorsterman van Oyen, hoofdredacteur van het weekblad Vooruit, vreest dat dé Maatschappij tot Nut yan 't Algemeen op den duur te veel in 't belang der gegoeden zal werken. Daarom heeft hjj een open brief aan het hoofd- en de depar- tements-besturen gericht, welke aldps eindigt «Ons volk leert wel lezen, waar 't leest niet, bjj gebrek aan lectuur waarin het belang stelt, of het leest boaken, die beter ongelezen bleveo. Zou .de Maatschappij tot Nut van 't Alge meen geen volksblaadjes kunnen uitgeven over allerlei maatschappelijke belangen: kort, degelyk en in verstaanbare taal geschreven? Zouden die blaadjes, wier prjjs niet veel hooger moet zijn dan 1 of 4Vs cent, niet in zeker aantal onder 't volk verspreid kunnen worden, op de wjjze der Unie blaadjes, om dat volk aangaande zyn wezenljjke belangen in te lichten? Zou daardoor het proote doel der Maat schappij z Volksverlichting" niet beter bereikt wordeD, dan door de vereeoigiogen met dames, waarin men een of ander zeer gewaardeerd spreker en schrijver laat optreden om ons te vergasten op een kernachtige, degelijke rede, k S' J f eene bijdrage over Leasings «Nathan" of Loogfellows «Evangeline?" Zie daar, mijne heeren, een denkbeeld, dat bij de lezing van zoovele verslagen over het honderdjarig jubilé bjj mij opkwam, en dat ik meende onder uw aandacht te moeten brengen. Er hangt een zwangere toekomst boven Nederland. De reactie heeft aan de eene zjjde een invloed herwonnen, dien men voor een tiental jaren onmogelijk zou geoordeeld hebben. Het socialisme aan de andere zijde neemt voorgelicht door mannen die de gevaren met bennen of niet willen kennen van 't vuur waarmede zy spelen, dagelijks toe, en de gedrukte tjjden voor handel, landbouw en nijverheid welke wjj beleven, zullen zijn krachten binnen een Diet ver verwijderd tijd perk tot een reuzen macht doen aangroeien. Zou de Maatschappij «tot Nut van 't Alge meen" niet geroepen zyn om dien stroo mingen een veilige bedding te bereiden. My dunkt ja Mij dunkt, dat, door dien weg io te slaan, de Maatschappij «tot Nut van 't Algemeen" na een honderdjarig bestaan wederom een schoone toekomst te gecnoet zal gaan." i De Haagsche correspondent van deZutph. Ot. schryft in zyn jongsten brief omtrent het laatst iDgcdiende financieeie plan der Regee ring: «Het laatste plan komt hierop Deer, dat het Rjjk 1/5 van het personeel weder aan de ge meenten zal ontnemen, zonder eenig ander equivalent dan dat de gemeenten bevoegd zullen zjjn meer opcenten te heffen op de be lasting van gebouwde en ongebouwde eigen dommen. Nu luim een jaar geleden werd datzelfde plannetje ook bjj de Kamer inge diend, maar het vond toen zóo weinig bjjval, dat de Regeering zelf verzocht het maar buiten behandeling te laten. Is er nu eenige reden om te deuken, dat men thans wel genegen zal zyn den voorgestelden roof aan de ge meentekassen te plegen? Ik kan het met geloot en. Hoe kan toch een staatsman, al3 de Minister Heemskerk, er in ernst aan denken tot de gemeentebesturen te zeggen: Om in het tekort op ons Ryksbudget te voorzien, zullen wy twee millioen van uwe inkomsten tot ons neme», en dan moet gjj in het daai door ontstane tekort op uwe eigen begrootmgen maar voorzien door de grondbelasting wat op te drjjven 1 Zou voor een dergelijke dekking van het tekoit op de staatsbegrooting het woord «root" inderdaad wel te kras zyn? Tegen elke belastingverboogiug zyn zeker bezwaren in te brengen, maar voor het thans aanhangige plan is zelfs geen enkel argument aan te voeren. Vooral in dezen tjjd van malaise zou de maatregel dubbel oubillyk werken; waut bet gaat wel geraakkelyk tot de ge meentebesturen te zeggengjj raoogt de grond belasting verhoogen, maar het is voor die besturen minder gemakkelyk er toe over te gaan in een tjjd, dat de inkomsten uit den grond van jaar tot jaar verminderen. Door iy* f 'uyiv v ,'ic allen wordt erkendf|dat1 in Nederlanden! kapitaal in portefeuille eenniet 'gewe^tligl privilege geniet en in verhouding 4tof|' i grond te weinig is belast, po du zou/ma® in dezen voor den landbouw zoo slechten tjï juist het 'grootste deel van het tekort-wel op den grond trachten te vindenDe'Regel ring kan zelf niet gelooven, dat de meerderheid al is zy overigens ook nog zoo volgzaam, zou een maatregel zal goedkeuren. Ook de Memorie vap Toelichting geeft geefl oplossing van het raadsel, waarom men mi dit veroordeelde plannetje opnieuw bjj Kamer komt. Het heeft allen schijn een nooV schot te zjjn. Een inkomstenbelasting heel inet niet gewild de indiening van, eel effecten belasting durft de Regeering nie aanwelnu, dan zal zy het nog maar een op deze manier probeeren!" Da deelneming van aandeelhouders io 2Vs millioen-5 pets. Obligatiën der Koloniai Bank, volgons de laatste opgaaf f 1,407,000 is sedert slechts met f56,000 vermeerderd Het bestuur wanhoopt echter nog'niet aa de byeenbrengiog van het kapitaal, dat da crediteuren, van wie de overige 2Vs millioj worden verwapht, ten bewijze moet strekke| dat de aandeelhouders iu de eerste plnatsi de toekomst der instelling het vertrouwd stellen, dat ook van de crediteuren word verwacht. Het centraal bestuur van het algemei Nedeilaodsch Weiklieden-Verbond heeft èe adres aan de Tweede Kamer der Stater Generaal gencht, uaar aanleiding van hj debat over de interpellatie van den hej Bahlmann. Het bestuur verklaart evenals meerderheid der Kamer geen heil te wacht! van het beschermend stelsel, maar zou toC§ gaarne zien, ,dat de Regeering het mogelijk deed om bij werken van grooten om vans wanneer het verschil in. ioscbrijvingspni gering is, toch de voorkeur te schenken aan de Nederlandsche industriëeleo. Voojü wordt de wensch uitgesproken, dat de Kar aandringe op bespoediging van de reeds voos genomen openbare werken en^ daarbij ntg te korte termijnen van oplevering en Die te lange termijnen van betaling wordengest@l< Het bestuur is volkomen oveituigd, datï Regeering het niet in haie hand heeft bestaande werkeloosheid te doen ophoude maar meent, dat men op deze wjjze altha iets zou doen om de hij zoovolen heerschea| ellende zoo dragelijk mogelijk te maken. William E. Bear schryft aan de ïïi onder het mottoDe voorgenomen inval Hollanders" dat zjj die uit Nederland Los, van melk willen voorzien, wel zullen d< de en-grot prijzen te bestudeeren. Zij gronc hunne berekening op het erlangen van d. per liter, die de Engelsche laodbou levert voor 1% d, in de lente en den zo! en voor 2 d, in herfst eu winter, vracht taald. De landbouwer maakt 7 d. tot 11 per gallon voor melk, vrij aan een station Londen geleverd, en volgens den heer B| is die melk beter dan van Hollandsche koel genoemd, en wanneer 't al eens gebeurde, zag hij den spreker of de spreekster op zulk eene wijze in de oogen, dat zij zich wel wachtten, iets onvoegzaams of minder eerbiedigs te zeggen. Volgens mijn plan begaf ik mij dien morgen na het .ontbijt op weg om, op goed geluk af, eenige uren^door velden en bosschen te dwalen. Ik bad .Heen tc zijn, alleen met het beeld van 'Ërederiko, dat-mijne ziel vervulde, en roet mijne plannen^en droomen voor de toekomst. Om de kans te ontgaan van andere logeergasten te ontmoeten, sloeg ik een geheel anderen weg in dan die mij gister als de drukste en meest gezochte was aangewezen. Zonder gedachte of be hoefte aan rusten, zette ik mijne wandeling voort, zelfs zonder veel aandacht te wijden aan de schoonheden der mij omringende natuur. 't Waren stoute plannen, die ik, al voortwan- delend, beraamde. Frederiko moest de mijne wor den, dit stond vast, maar hoe zou ik 't aanleg gen Geduldig wachten tot zij weduwe zou zijn en ikzelf in 't bezit eener eervolle maatschap pelijke positie Maar zou «meneer van Bergen mij niet vóór wezen Mijne ouders bewegen, om zich metterwoon van Amsterdam naar hier te begeven, en dan do rol van geheimen min naar spelen 1 Ik had mij, niet ver van een boerenwoning, in 't gras neergevleid, om nog éen bijzonder vermetel plan rijpelijk te over wegen, namelijk het plan om Frederike, zonder langer verwijleenvoudig te schakentoen ik een heer uit het boerenhuisje zag komen, in oen rijtuigje stijgen en heenrijden. Zag ik goed 1 Was dat «meneer van Bergen" Ik stond op, stapte de woning binnen, en vroeg aan de boerin een glas melk voor den dorst. Maar er was geen 51 melk do koe was ziekde veearts was er zg pas bij geweest. Ik moest de zieke koo zien. veearts is zulk een goed man", zei' de boen «Hij komt nog wel eens hier met zijne vrou een erg mooi, jong vrouwtje, meneer!" -f groette en wandelde langzaam terug. Eenige dagen later toen mij eene omstaml heid ter ooren kwam, die mij Frederika mg in hare ware gedaante leerde kennen, oir geen gunstigen indruk gaf omtrent haar karakijj verliet ik O. met de teleurstelling, die, zoe ik bij kalme overlegging erkennen moest onvermijdelijk gevolg moest zijn van mijn jeugd| onbezonnenheid.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1884 | | pagina 2