-'*■■■.-
yfahM per post .door het geheele Rijk
K
''«M^dsig'/12>°<ikhüa.ri. -6128."
m
m
Keniiis^eying.
4
0:
Feuilleton.
ïSii
ISttftÉSfiSiliE
Negen en De rt igste J aargan g.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag.
■'.'■■V;##
r?
WAARSCHUWING.
w<
M
m
mp-
mr
!#|P
ss;
f?'
-
ir'v-'.e AiR.L
«►tÜSÜlË'ii
1
ÏÏONyÉMuHTëFitMé, per kwHiiam
- -.. --v - -.
yKviv':''":'-
v'lfwnderlijke noinmer* :.'-
Sï.V-
VV..'|.
1 V:-;■ i™S
f L85,
- '2.50,
- 040.
BlHËADi MAR JOfys. K12 4.
i$:
A-Dvertbmtibprijs: tin 1~10 'gewone regels ine» '."ijto
inbegrip van eene Courant f 110.
Iedere gewóue regel meer 0.10. ;.|$Pv;
Driehaae plaatsing wordt tegen tweemaal berekend.
'.1 f - i^.V -t f
i - Ift
ptlirfclFTR VOOB BBBELASOTSfi
or »E iioin»M,
BeBURGEMEESTER en WETHOUDERS V(tn SCHIEDAM,
pBrëngen de Ingezetenen onder'deaandacht, dat
Ingevolge het bepaalde hij dcVerdrdening tol hejflng
«fair Belasting op de Honden,ran 4 December 1873,
lïder) ingezeten, die één of moor Honden lioudt,
ra&n- aangifte ;rooet doen by don Gemccnte-Ont-
iger, vóér den 15 .January van ieder jaar.
lii'is hiervan afkondiging geschied,' waar het be
den 10 Januatij 1385.
burgemeester en Wethouders voornoemd,
jrMtv
P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE.
De Secretaris,
A.' CVV. MULDER.
^De BÜ ROE MEESTER EN/AVE T II OUDERS VAN
'È.C U IE O A !t,
iïBréngen ter kennis.van de Ingezetenen, dat met
jds'/afgilte aan. hunne huizen van de Jdasairijvings-
li'; tyiljètleirvoor de Plaatselijke Directe Belastingdezer
IjQemeeniè, ingevolge de Verordening voor die belasting,
pstgësteld den 86 Janunrij 1882, is'-aangevangen.
Mn.'1 herinneren de ingezetenen aan bot bepaalde
|t|faUij(5a 2 van art. 2 der Verordening",'régelende
zdednvordering der genoemde Belasting, houdende:
pfitïïdé, belastingschuldigedie. geen Üeschryvings-
jBIjjet ontvangen heeftverpligt is er een op de
Jflsmeente-Secretarie of te halen.
^Ënis hiervan afkondiging geschied waar het
whoórt, den. 10 Januari] 1885.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE.
hW
De Secretaris,
A. W. MULDER
gf -• Schiedam, 10- Januari
^Twintig duizend mark, of twaalf duizend
iollaodsclie guldens, 't >s zëker voor een
pcrgermensch een niet te versmaden kapi
taaltje; wat beteékent het echter op een
jndsbegroótiog? Wat het beteekeot, dat
Jhangt af van den tyd, waarin mén leeft; is
^het dé' tijd van groote zaken, dan passeeren
jtt»attlf||duizend en honderd, en duizend
maal twaalf duizend mark onder den hamer,
zonder dat er veel woorden om vuil gemaakt
worden; maar ajs de dag der kleine dingen
is aangebroken, dan wordt alles klein, tot!
zelfs de parlementaire redevoeringen toe. Dat
heeft Bismarck ondervondentwintig duizend
mark verhooging werd door hem aangevraagd,
om het personeel der kanselarij te vermeer
deren; tweemalen werden ze hem door den
Rijksdag geweigerd. Twintig duizend marken
geweigerd aan den man, die zijn land vijf
milliarden bezorgde, en een oanwiDSt van
grondgebied op den koop toel 'tls nu ein-
delyk gebleken, waarheoa de schoen heeft
■gewrongen. 't-Was een daad van hooge poli
tiek, die de meerderheid tegen gezegde
twintig duizend mark deed stemmen. Ze
was zich zeer goed bewust, dat de Kanselier
overkropt roet werkzaamheden is, dat zijn
gezondheid er onder leed; menschelijkerwijs
gesproken, moest zij hem reeds daarom alleen
«net eenige toegevendheid behandelen. Hooge
politiek redeneert andersleven, gezondheid,
welvaart desnoods zyu lbutér bijkomende om
standigheden het beginsel, ziet u, daar komt
alles op aan. In naam van liet beginsel is ten
allen tyde mishandeld, gemoord, gebrand, ge
marteld, zelfs met betuigingen van welwillend-,
heid voor hen, op wie een eb ander werd toege
past. Hier was het beginsel ditde meerderheid
in: het Parlement wilde dien strengen, hoog-
hartigen kanselier eeus doen 'gevoelen, dat
zü en niet hij de zakeó in hun richting konden
sturen. Maar die meerderheid had niet ge-
rekèod op deze omstaodigheid, dat er ook
nog nuchtere lieden zijn, die meteen practisch
oog de dingen bezien en met het zoogenoemd
begiosel op sommige tijdstippen niets te maken
willen hebbeo. Het regende aanbiediogen, die
Bismarck werden gedaan, van zooveel honderd,
zooveel duizend mark, en*. -
Dat was een klinkende demonstratie, hoewel
dab ook extra-parlementair; de kanselier kon
ze 'vöór het beoogde doel niet aanwenden, die
- groote en kleine sommenhij accepteerde
an ook onder voorwaarde, dat hij ze naar
vinden kon aanwendenhoe, dat zou
mén* later wel vernemen.
Ai is men nu geen bewonderaar van des
kanseliers politiek in haar geheel, het^doet
toch góed, als men ziet, dat er nog tal van
menscben z'yn, die een politiek, welke als
een barer attributen zucht tot plagen in haar
banier voert, verafschuwen. Ook Bismarck zelf
sctfynt 'véb hét gebeurde èen heilzamen indruk
ondervonden te hebben. Van een reis naar het
Zuiden is geen sprake meer, en metzyn gansche
ziel heeft hij zich weer op de Congo-quaestie
geworpen. Terecht ziet lig in, dat deze de
■v^ilighéidsklép Voor het te, bevolkte Duv-sch-
lapd kan worden.Meer dan tweemaal honderd-
'duizend Duitscbers,die in éen jaar. tijds de
iHeimath" hebben verlateGj om in het verre
pesten een goed heenkomen te zoeken; dat
g&ift ïveél te denkenri Als daar, aanjde boor-
'den- vao Afrika's beroemde rivier'eens een
asyl voor de Duitsche cosmopolietischè be-
'ivolking kon worden gesticht; dat ware veel
gewonnen. En dan, ai zyu het nog maar
plannen, als dan ude Rijn eens tot Keufen
voir zfeéscbepen bevaarbaar kon worden, en
als aan de, Adriatische of Middellandsche zee
eensXAen uitsoerhaven voor Duitschlands
producten'kon worden gekozen; welke uit
komsten voor een natie, die werken kan en
werken wil I 't Zijn in elk gevalrpractische
denkbeeldenwaaraan de Kanselier niet
vreemd is.
Een kenmerkende manoeuvre van Bismarcks
."fr- i
tegenstanders \s het verbreiden van geruchten
omtrent ODeenigheden tusschen hem en den
Kroonprins. De Keizer is een man van een
dag; zeven en 'tachtig jaren oud, dus elke - 01
dag kan naar ménscheUjke .berekening de 'gm'-
laatste zgn, en als die laatste dag eens tegeljjk
de laatste dag van het Bisroarcksche systeem ||f|
waal Daarop wórdt by voortduring gespecü»
leèrd. Nu kan het zeer goed zijp, dat
Kroonprins in vele opzichtén met Bismarck lifi
van meening verschilt^maar mén vergete toch
Diet, dat Kroonprinsen als ze den troon
beklimmen, niet zelden op merkwaardige,
manier hun beginselen wijzigen; de ernstige
practijk van het leven treedt dan gebiedend
voor ben op, en doet de schoonste voorstellio-
gen der theorie verdwynen. De tegenstanders
van Bismarck kodden zich dus wel eens te jjjj» r
spoedig verheugen.
"Wie toch wel de duivel vod het duel in
de gemoedelyke Duitsche harteu heeft gejaagd 7 R:
De beroemdste schryvers hebben die helsche
zucht verlevendigd of gelaakt, bezongen of ..KK'
verafschuwd. Zelfs de oude pfarrer by Fritz
Reuter zwaait den stok by wyze vrd degen,
als, hij ..zich z'yn atudententyd herinnert. Yoor i
weinige dagen schoot een DuitschStudent
een ander in een duel dood; 't berichtis
kort, maar de rouw, over twèe famihën, die - jij)
van den moordenaar en den vermoorde, zal
jaren duren. Wat was er van de zaak? EeU:-H':!
doodelyke beleediging, niet anders''dan in¥
bloed uit te wissen? Toch niet; dé partü
der semieten tegen4 die der ianti-semietefl*'
De; hofprediker Stocker, de bekende Jaden*
frésser' heeft eer van zijn werk. Och! of de
menschen toch wijzer werden. Dat studeert
aan een universiteit; ontwikkeliog, breed#
ontwikkeling, humaniteit, dat moeten immers
de zegenrijke vruchten van het universiteits*
leven zjjo, en men schiet elkander dood)
omdat de een ovar een groote groep men»
schep, die, dunkt ons, in vroeger tijden reeds
VSÓV-Ï:
6 verhaal uit do vorige" eeuw,
naar hét Duitse!» van
J UU'J S.
,7.
W--v
@0sórpaf kon zich aanvankélijk niét van laclien
fttlióiiclen toen hij den van tóórn gloeianden kara-
^hipr mót''zijn arrestant zag spelen als de kat met
jÜreVprpói;-: Hij bedwong zich 'echter spoedig, trad
g3oruit en yroeg op gestrengen toon«Wat is liiur
toedoen?"
^lk: jièb 'ecn ,Spaanschen spion gevangen l" riep
mfljbkibg en stond geroed zijne operatie opnieuw
^p|;j)cginhen,'toen do Graaf hem een wenk gaf,
'^fefècvangeno vrij té laten. Wöbkiiig gehoor-
m<le,vtnaar mot blijkbaren tegenzin. v"
Ipo.j Spanjaard, hoewel 'liij niets van het 'ge-
prokène verstaan had, begreep^ zeer goed, dat
het hier zijne vrijheid, misschien zijn leven gold
en dat de beslissing daarover van den pas op
getreden hoofdman afhing. c> -
Mot oen armezondaarsgezicht trad hij op don
Graaf toe em zeido in het Portugeósch,:
»Ik bid u, help mij. Hoogheid, want zoo
waarachtig als ik hier, sta ben* ik onschuldig.
Ik weet niet eens, waarvan men mij beschul
digt, Hoogheid." v;.v
»Dat zal onderzocht worden," antwoordde de
Graaf in dezelfde taal. rkomt beiden hier binnen." j
Een oogenblik later stonden beide mannen
voor den veldheer en dians gezelschap,'den En-
gèlschen generaal Bourgoyne.
Bij de ondervraging verhaalde de karabinier
zijne avonturen mét het Portugeesche meisje en
■van do wraak, waarmede, de. Spanjaard hem
wegens zijne"bemoeiing te haren behoeve bedreigd
had. liet schot,' dathlater:.op hem, geryuht was,
kon, meende- hij, van niemand andere zijn dan,,
van hem.
De Spanjaard hield zich gedurende dit ver-
haal druk bezig' zijn marsje weer-in ordo.te
brengen en scheen zicli over niets anders te
bekommoren.
Graaf Wilhelm vertolkte hem in het Portu-
geesch wat de soldaat te zijnen laste had aan-
aangevoord.
.,s De koopman bekende dat liij do man was,
dien nien bij Teresita aangetroffen had, ook dat
.«hij den karabinier gedreigd had, doch voegde er
bij, 'dat hij dit enkel in de eerste opwelling van y,
tóórn' gedaan',on er. nooit, aan gedacht had zijne.
bedreiging ten uitvoer te brengen. IIlij zwoer
Jbij ;hoog en .bij laag, dat hij niet'»op hem go-
jschoten had. Dan, zeide hij, zou het immers
.cwaanzinning van hem geweest zijn, zich nog in;
léger, te vertoonen.
>Hebt gij nog méei\togen dezen man in.te
-brengen,?" vroeg de Graaf, zich tot Wöbking
wendende.
»0ja, édeië. heer, was het antwoord. »Op den
avor.d, toen utve Hoogheid zich in het Spaansche
hoofdkwartier bevond, heb ik hem om het kasteel
zien sluipen. Hij had toon geen marsje bij zich."
iGij zijt ook in het Spaansche hoofdkwartier
gezien en wel bij nacht; wat hebt gij daarop tè&
antwoorden?" vroeg de Graaf aan den go<'vj
vangene.
Dezo.«vraag bracht op het gelaat des aangesprO*
keno eene nlotselinge verandering te weeg, Hij
had met,-tijn blikken don karabinier willen'doof*
.boren.
»Ja heer, ook daar ben ik geweest, om mijn#
waren te veilen. Men had mij een nachtleger in;
eender bijgebouwen aangewezen. Des anderen,;:;
daags, beeft men er mij onschuldig van diefs.tal^;
beticht en mij geslagon als een honddat dedefl;-,
mijn eigen landslieden, Hoogheid. Moge GÓd^ hèAf-t:;
straffen^ die booswichten 1" *V. t p
Dit zeggende balde hij do vuisten eh draaid#,.,:.
inet de donkere oogen zoo wild alsof hij glóeid#
van toorn over de .vermeende- beleediging.
»"Voer hem weg en sluit liem tot hedenavond
op," luidde des Graven bevel, »dan wit ik d#:;|
zaak nader onderzoeken."
De karabinier leidde zijn arrestant wegen.!-
kortentijd daarna zat deze, goed verzekerd, in
een blokhuis zijn vonnis af te wachten. Twoa:
ifs&ïj