i
1886, Maandag 25 October.
.5p. 8587.
Tweede Blad
feuilleton.
L, 4»,s TWè
eertigst© Ja ar gang.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag.
De Dierentemster.
'ïtw'-fy«y^|^pf«^<^!f|w11- •*tv''-m *'~<y't
HAAGSCHE SCHETSEN.
*- 4 «m "Vr
•ra»
ABONNEMHNisriins, per ksvattnal
''Franco per post, ilnor het gelicele Rijk
Afioudeikjke noinmars
J
jpji^ifUpwMmiunj'^iiairfgflKMnuuniiii Bummvrrwwwui t
f 1.85.
- 2.50.
- 0.10.
BS 5J !t SS A UlAilKf, 15 |.?4.
Advertentieprijs: vimi 110 gewone regel? met
inbegrip van eene Commit1.10.
Iedere gewone legei meer- 0.10
Driemam. geplaatst woult tegen tweemaal, betekend.
Stormvlagen en regenbuien verkondigen lang-
aamerlmnd dat do herfst, z.ooalniet ingetreden,
dan toch in aantocht is en terwijl nog weinige
dagen geleden appelboom en gouden regen zich
in den bloeitijd vergisten, is nu opeens agn gele
en biuine tinton de hem toekomende meerder
heid verzekerd. Slag op slag treffen nu den wan
delaar verrukkelijk schoono lichteffecten in de
Schevcningsche Bosclijes, vooral rond de zooge
naamde waterpartij, wanr go uit de hoogte neer
ziet op den nu rijzonden, dan dalenden bruin
groenen duingrond, met helder gele zandplekken
daartusschen, on op de immer bekoorlijke bosch
partijtjes, in welke do eik wel het ruimst ver
tegenwoordigd is, maar ook de sierlijke abeel
mot den zilverwitte» onderkant zijner beweeglijke
bladeren (pupillus albn nivea) in dichte groepen
een wonderfraaion aanblik oplevert, en de lood-
rechte immergrocne coniferen (nbiesNprdmannia),
in reien hier en daar niet gemist wi
den. Schoon is zoo'n schouwspelals zich
daarover een onzer prachtige HoIIandsche luchten
ontrolt, met hare fantastischewolkgevaarten,
loodrecht staande op den horizon, of hare door
zichtige piuimon en vceren en stropen in onein
dige verscheidenheid hoven uw hoofd. En het
Bosch in don herfst: sons eigen, ons oenig Bosch,"
als Luctor zegt. «Met welk een toovcikleed om
hangt het den herfst, als het woud tusschen Koe
kamp en straatweg van kleurenweelde bloost, als
roodbruine beuken zich spiegalon in do vijvers
«n het paarspurpor loovor zich wolft boven de
Jacobabank", liefste aller plekken!
Wonderlijk, hoe.dit jaar alles meewerkt om
dan beminnaars van den herfst zoolang mogolijk
hunne illusie van don zomer te laton bohouden.
De vrij Krachtige windvlagen der laatste dagen,
Roman van ROSENTHAL—Bonis.
30.
«Morgen kan hij liet gesticht vei laten en dan
aalt gij hem wederzien,troostte da liufde/ustcr
ieresa De lieer sArendborg heeft mij ook nog
opgedrhgen," vervolgde zij, »n te vragen of gijn
sterk genoeg gevoeldet, om het bezoek vaneen
■advocaat te ontvangen, zoodra iiij terug was Er
waren belangrijke tijdingen voor u ingekomen,
.waarvan gij noodig kannis diendet to nemen."
'Aaneen advocaat?" vroeg Theresa, een weinig
kleurend. «Heeft mijnheor Arend berg ook gezegd,
i.waar die vandaan kwam?"
«Neen; alloen spiak hij van aangename tijdingen
voor u."
»Nu. dan durf Ik hun bezoek wel afwachten,"
#mk Thei esn. liet bericht had haar uchter sterker
?-ï-I
de on Weder s cn regenbuien hebben botiekkelijk
weinig blad doen vallen cn in 't geheel geeno
schade toegebracht; en .zoo komt lint, dat bij
bot eeisto zonnosclnjntjo de wandelwegen der
ïesidontio nog druk bezocht woiden en or zich
overal nog een. dicht eu lieeilijk bladerdak boven
on/c hoofden wolft.
iocli, hot is October. Comedio en opora zijn
in vollen gang. Geon zachte temperatuur kan bo-
letten dat de dagen al koitor worden en hot
stadsleven zich golden doet.- En nu ook dunkt
mij den tijd gekomen om eene belofte te vervul
len, het vorig jaarigegeven, om namelijk van
tijd tot tijd deze schetsen te wijden aan «lfaag-
sclie typen."
Meer dan do zomer, is do herfst er de ge
schikte tijd toe. Als alles naar buiten snelt, ver
dwijnen do typen van do sti'aat. Maar niet zoodra
vei schijnt, des avonds vooi namelijk in de nieuwere
kwartieren do zeer jeugdige koopman met zijn
mand over den schouder en zijn nog jeugdiger
zusje aan do hand, onophoudelijk zijn «niouwe
vrrram-mi-nas 1'.'. uitgillend, of daar zijn zo allen,
dezelfden van -'t vorig jaar, niet veranderd, niet
verouderd,alleen maar waarschijnlijk vonuectdcrd.
Want dit is een kunmei kende eigenschap'van al
wat het halve" leven op de straat doürbiengt, dat
Mallus en Van Houten er onbegrepen'grootheden
voor zijn. En niet zonder eenige zorg zien velen, als
noodzakelijk gevolg dezer c'genschap, den scholen
bouw op ietwat bedenkelijke wijze toenemen,
teiwijl desniettegenstaande kinderen, het voiig
najaar voor kosteloos onderwijs ingeschreven, op
dit oogenblik nog geen plaats hebben bekomen.
Dit als entro-filet.
Ik noem daar de- nieuwe kwartieren. Wie ze
kont, on ook hot oudo 's-Gravenhage kent, zal
niet kunnen tegenspreken dat do stad aan de
zoogenaamde nieuwe bouweuj ontzettend veel te
danken heeft. In weinige jut en is een zeer mtge-
'bieido, ongemeen fuuue, nieuwe stad vauozen,
welker projectie vooiaf door het dagelijksrh bo-
stuur moest worden goedgekeurd, waarna onmid
dellijk voor riolooring en voor gas- en waterlei
ding gezpigd word. Op de bouworde valt in het
algemeen weinig af te dingenwol laat do soli
diteit soms te wensclien over, ofschoon ook hierin
groote ei betering valt waar te nemen, sedert er
leergeld gegeven is. (De hoofdzaak is liier, dat
er geone sous-terrains gebouwd worden in do
.vepnachtigo gedeelten, wat ook werkelijk niet
meer gebeurt, teiwijl er volkomen droge gevon
den woi den in de duingrunden, grenzende aan de
Schoveningscho Bosclijes. Maar ik dwaal af).
In die nieuwe kwartieren dan woult een ge
heel ander loven geleefd dan in de oudo stad.
Ik moet' hier aanteekenon dat er bijna geen
onbewoonde panden gevonden wordenwio geen
zaak doet, die een winkelstand veroisclit, of zijne
betrekking buitenshuis heeft, trekt terecht hier
heen, De vreemdeling, die, uit de oude stad
komendede grens van het nieuwe gedeelte
overschrijdt, voelt als instinctmatig en ziet bo
vendien aan allcilei kleine kenteekenen dat hij
in eene andoie, geheel velschillende omgeving
gekömtJii is'. Een-aangenaam, bijna zou ik zeg
gen: een weldadig gevoel van rust valt op hem;
er is iets verkwikkends in de brcode straten met
gemakkelijk plaveisel, die het hom doen betreu
ren dat ouzo voorvaderen in hunnen tijd niet
boter voor het uiterlijk voorkomen der steden
gezoigd hebben. De rijtuigen en wagons van
aileiloi aard lollen hier mot minder gedruisch,
geven minder-kans tot opstoppingen, die trou
wens, dank zij de trottoiis, voor den voetganger
niet hinderlijk moer zouden kunnen zijn, en ver
minderen -het gevaar - voor ongelukken tot een
minimum. Terwijl in do oude'stad het onder
scheid' tussohen. gewone eh drukke dagentus
schen .de werkdagen en deri Zondag zelfs op zeer
duidelijke wijze spieekt, zijn in de nieuwe kwar
tieren alio dagen gelijk 'of bijna gelijk; en als
ifemij uit trnjno kinderjaren het inner hoe een
vioego, stille, rustige Zondagmorgen mij toon
reeds een overvloeiende bron van poez.ie toe
scheen hoe het mij lookals straalde de zon
dan veel holdeidcr. veol vriendelijker op do hel
der geschrobde straten cn stoepen dan mag
ik mij zeiven wel gelukkig prijzen hier in da
buurt, waai' ik deze regels schrijf; want hief
straalt de zon alle dagen rustig en kalm en vrien
delijk in den zomer is het er zomer, in deri
winter werkelijk ongerepte vvintor, zoodat ik niet
anders dan diepen spijt gevoelen kan, dat de jaretl
de jongenspoëzie op da vlucht gejaagd hebben..,,
Doch ik doe den jaren onrecht. Die poezio heeft
een andeien vorm aangenomen 'k zou zoggent
zij is niet meer zoo onbestemd en zwevend
verjangd is zij niet
Terwijl in «de stad" olkon nieuwen morgen
bet daggewoel al vroeg begint cn cenigo oogen-
blikken later in vollen gang is, om niet voor
laat in den avond op te houden, blijft het in de
oude wijken kalm en rostig. Men is er daarom
volstrekt niet minder vroeg bijdehand. Dat
getuigen do zeer talrijke studeerkamers, meest
allen aan de stiaat, van de groote schaar let
terkundigen, dichters on schilde s, die hier hunne
tenlon hebben opgeslagen, zoomede de talrijke
natuurbeminnaais, die, vóór hunne dagtaak
begint, een frisscho dosis morgenlucht nemen»
Er zijn bekenden onder. Vooraan gaat Mesdag
met zijn sprekenden kop en schommelonden gang
ais van een zooman, en werkelijk is hij op weg naar
de zeezijn element. Hij zal deze Wandeling
denzclfden dag nog eenige malen makenwant
hij moet de zee in liaie oneindige verscheiden
heid van kleuren en tinten betrappen cn hij mag
geen cnkole ongewone lucht verzuimen. Later
zal hij u dat alles in bevvonderensvvaaidige schil
derijen teruggeven.
Al spoedig volgon nu elkaar de vertogenwoor-
digeis van twee inrichtingen op den voet,-die ik
elke stad, klein of groot, toevvenschde brood
fabriek en de melkinrichting. Inzonderheid dff
laatste is een onwaardeeibaarvooriecht. Op kleine,
ontroerd, dan zij zich wel duifdo bekennen, want
zij dacht, dat liet advocaat Böi'sum zou zijn, en
vond het wel wat onkioscli, de/en tegelijk inot den
heer Arendbeig bij zich tc ontvangen. Zij trnchllo
vvc-1 zich zelve op te dringen, dat het dwaasheid
was, daai tegen op te zien, omdat het be/ook van
don jongen man nlleen zaken gold doch hetgehikto
haar niet, hare anders zoo onschuldige, i eine ge
dachten in hot oude spoor te brongen.
Op don namiddag kwam Arondberg uit Ant-
vvei [ten terug.
Tot nu toe had hij zich bij-zijne bezoeken tevre
den gesteld met in het voorvei trek bil do oppassers
nalicht in to winnen omtrent do zieke, of zich
vergenoegd met door do halfgeopende deur een
groot naar binnen te roepen. Nu kieeg hij vet lof
«zijne aanstaande," hij noonide Theresa
in zijne gedachten nooit anders terwijl zij in1
haar /achten zetel half liggende ii#|f zittende hem1
kon verwelkomen, in peisoon te ontmoeten.
Bescheiden en mot 'Zachten tied Kwam lnj bin
nen. Aiendberg had liet aan TheréSa te danken,
dat hij van'/.ijtie Indische svildomansmanieren nl
Veel-had verleerd.)
Hij trad op het meisje toe, greep do hem too-
gastokon hand on hield die met zochten druk lang
in de zijne. Hij waagde het nochtans niet, die hand
te kussen; dat zou strijdig zijn geweest met zijn
beginsel. Dit liet hem, zooals hij zich al eens
uitgelaten had, alleen toe, iemand op den mond te
kussen. Duni'vonr was het nu echter den tijd
niet, dit begreep hij wel.
«Het verheugt mij zeer, dat gij u weder zoo wol
bevindt.-jiiffiouvv?" zoo ving hij op vroolijkentoon
aan on'gingschertsend vootl: »Men kan het ubijna
niet meer aanzien, dat gij in doodsgevaar hebt ver
keerd. Uwe rozenwangen zijn alleen een beetje
verschoten zo hebben zoo'n broeikaskleurtje go-
kiogen maar dat gaat er gauw weer af, als gij
maar eerst weer op de been zijl."
»Gij schijnt ook al aan de bloementeelt gedaan
te hebben, mijnheor Aiendberg," was liet lachend
antwoord. «Er schijnt in n toch nog een greintje
kunstgevoel te sluitneicn ik hoop hot nog te be
leven, dat het geheel tot ontwikkeling komt."
«Ik weet niet of dat gaan zal," hernam Arend-
borg, «want ik heb mij nooitandeis dan metéén
enkele bloem bemoeid, altijd met dezelfde."
«En die zult gij misschien vertroeteld en be
dorven hebben."
«Niet ikeen leelijkc adder wilde haar verderf,
maar die heb ik onschadelijk gemaakt en mijn
bloempje is hefgevuar ontkomen en (leurt weer hee-
lemaal up. Nooit zul de aterling haar weer be
dreigen daar zal ik voor zorgon."
ii Cl ij - hebt in uw drift ook mijne leeuwen dood
geschoten,'' zeide Thoiesa met ceu zweem van
weemoed.
«Ja, en heden de geheele menagerie verkocht,"
voegde de Hollander er vergenoegd bij. «Gij en ik
hebben met de wilde dieren afgerekendwat zegt
gij daan an?"
«Dat ik nu mijn bestnnr. kwijt ben en niet
weet, waar ik vooitaan van leven moot," was bet
droevig antwoord.
«Waarvan loven? Wel, van de renten leven
om eene gelukkige vrouw en moedor te worden..."