N". 6920
KENNISGEVING.
KENNISGEVING.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag
UXTGEVEE: J. ODÉ. 7
A. W. mulder!
ranco
notto
RDREAVt MARKT,'. 134.
Abonnementsprijs, per kwartaal
franco per post, door het geheele Rijk
Aftondorlijko nommers
Advertentieprijs: van 1—10 gewone regels met
inbegrip van eene Courant
Iedere gewone rege.' meer
Driemaal geplaatst wordt tegen twbekaai. berekend
Doen; te weten:.
Dat voormeld verzoek met de bijlagen op
de Secretarie der gemeente is ter visie gelegd
dat öp Donderdag, deo 23eo February
ai Si, des middags ten 12 are, teo Raad-
huize gelegenheid zal worden gegeven om
bezwaren tegen het toestaan van het verzoek
in te brengen en die mondeling of schrif
telijk toe te lichten; en
dat gedurende drie dagen, vóór het tijdstip
hierboven genoemd, op de Secretarie der ge
meente, van de schrifturen, die ter zake irogten
zgn ingekomen, kennis kan worden ge
nomen. v
En is hiervan afkondiging geschied, waar bet
behoort, den Oen Fobruarij 1888.
De Burgmeester en Wethouders voornoemd,
P. J. VAN DIJK VAN MATENE8SE.
De Secretaris
Daar komt in deo Duitschen Rijksdag de
laudvieerwet, met een leening in haar gevolg,
die ongeveer 170 millioeu gulden zal Bedragen.
De partgen scherpen zich; maar Bismarck
verschijnthg neemt het woord, behoudt het
twee volle uren, wordt vermoeid spreekt
zitteóde door, ehtoen h(j geëindigd had,
pam fgeen ,van de woordvoerders van eenige
part\j| het woord meer; zelfs de socialisten
ztvegener was geen oppositie meer. De gang
van het gebouw van deo Rijksdag naar zgn
paleis/ was voor Bismarck een triomftocht.
Maar voor groote maonen alleen zyn zulke
overwinningen weggelegd, en zeker zal
niemand, zelfs geen politiek tegenstander, aan
den rijkskanselier den gelukkigen dag mis
gunnen. Toch rjjst er by al dat indrukwek
kende een vraag van ernstigen aard: »Waar
moet hét op deze wijze heen"? Is de draag
kracht van het Duitsche volk groot ge
noeg: om- öpdën 'duur zulke kolossale lasten
op'te brengen, 'als daar bovenal voor dedefeusie
worden gevorderd Het antwoord hierop zal
de' t^d-geven.
De iodruk, dien de rede van prins Bismarck
gemaakt heeft, is over het algemeen gunstig.
In'Oostenrijk is men zeer tevreden, al wordt
niet ontkend,dat de feitelijke toestand deze
is: er kan in den tegeowoordigen tjjd aan
geen vermindering van strijdkrachten worden
gedacht, Io weerwil van alle vredelievende
uitingen houde ieder zich ten 'strijde gereed.
Aanvaardt men derhalve den toestand van
het oogenblik, het is zeer zeker met de over
tuiging, dat de onweerswolken nog in lang
niet van den horizont zgn verdwenen, en dat
Oostenrgk en Duitschlaod uit zelfbehoud eh
als uitersten maatregel zgn overgegaan tot het
publiek maken van een zoo gewichtig staats
stuk als het tractaat van 7 October 1879,
En vraagt men nu, hoe Rusland, met zgn
ontzaglijke staatsschuld, het met de militaire
zaken stelt, dan is het antwoord schier onge
looflijk. Bestond hel Russische leger ten tijde
van Peter den Groote uit tweehonderd duizend
mao, thans wordt het elk jaar met tweehonderd
dertig duizend recruteo gevoed. Volgens ver»
trouwbare berichten telt het Russische leger
op dit oogenblik by na twee millioen mad'
schappen, zonder de landweer of schutter^
mede te rekenen. Een achtbaar getal van ruin»
driehonderd zestig duizend paarden slaat deze
armee ten dienste. Welk een arbeidskracht
Daarbij komt eea vierduizendtal stukken ge
schut, ongerekend wat voor de bewapening
der vestingen noodig is. De zeemacht telt niet
minder dan 115 admiralen en generalen, het'
overige is naar evenredigheid. Een klein derde
gedeelte van het budget wordt aan léger eo
vloot besteed, en dat' budget bedraagt io romfe'
cijfers het bedrag; van 866 millioeu roebels
(een gulden zestig cent.) Voor zulke cyforff
neemt men eerbiedig, doch tegelyk hoofd
schuddend den hoed af.
Iorlgtlngcn, welke gevaar, schade ol
hinder kunnen veroorzaken.
De Burgemeester en Wethouders van
Schiedam,
Gelet op art. 8 der Wet van den 2den Junij
1875 (Staatsblad no. 95);
-Geven kennis aan de ingezeteneD, dat aan
de firma J. M. VAN DER SCHALK Co.
en hare regtverkr'ygenden vergunning is ver
leend tot uitbreiding harer bierbrouwerij
aan de Westvest alhier, wyk B, no. 38, kadaster
sectie .D, oud no. 659, nieuw no. 1654 door
jplaatslng vao een stoomketel van 29 M'
in: plaats vao een van 14 M* verw. oppervl.
en. van een stoomwerktuig van 14 in plaats
van 6 paardekracht.
Schiedam, den 9 February 1888.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
"P, J. VAN DIJK VAN MATENESSE.
y.De. Secretarie, y '.w..-;
A. W. MULDER.'
Schiedam, 8 Februari 1888.
De Duitsche rijkskanselier, prins von Bis
marck, heeft Maandag jl, weder eens een dier.
triomfen gevierd, als waarop geen staatsman
van vroeger of later tjjd kan bogen. De bekend
making van het verdrag, dat iu October 1879
tusschen Duitschlaod eo Oostenrijk was ge
sloten, had een groote beweging veroorzaakt,
Rusland wist nu, dat het Duitscliland en Oos-
tenrijk vereenigd tegenóver zich zou hebbeo;
Frankrijk kon het zich insgelijks voor gezegd
houden, dat het in tjjd van uood tegenover
twee rjjken, eigenlijk tegenover drie zou staan.
De bekendmaking van den tekst vao dit
merkwaardig tractaat werd verschillend uit
gelegd.; 'tis een waarborg voor den vredej
schreven eenige bladen; terwijl andere-van
meaning waren, dat'juist deze openbaring van
wat zoo lang geheim is gehouden, het voorspel
zou zjjn van een uitbarsting.
Mot voldoening kau. worden bevestigd, dat
Bismarcks redevoering in Fraokrjjk gunstig
is opgenomen. Hjj heeft voor de beide presi
denten Gróvy eo Caroot slechts vleiende
woorden gehad en, den vredelieyeuden geest
geroemd, die thans Frankrjjk bezielt. Maat"
die geest heerscht er niet sedert vandaag ot
gisteren, die geest zit in de breêde schare,
die io Frankrjjk geen zwaren arbeid ontziet;
die geest zit ook in de burgerjj; en het rtfr
moer,, door eenige heethoofden, als Deroulède
en anderen gemaakt, mag volstrekt niet ale
een uiting van het Fransclie volksgevoel
worden aangemerkt. De Fransche boer wil iu
vrede arbeideD, den kost verdienen eu wat
hjj overhoudt in de spaarbank plaatsen, eo
Inrlgtlngcn welke gevaar, schade of
binder kunnen Veroorzaken.
D E Buroem e e ster en Wethou
ders van Schiedam,
Gezien het verzoek van-Th. P, JANSEN
om-' vergunning tot uitbreiding zijner
AtoenibranderjJ aan de Nieuwe Haven
wjjk G, nos. 212 en 213, kadaster sectie E, nos.
-2027 en 2028door bijplaatsing van een
Stoomketel van 50 M' verw, oppervl.
Gelet op deArtt. 6 eo 7 der Wet van den
,2den Junjj \815 -(Staatsblad No. 95);
verwarring toe, waarin Madeleine geraakt was,
Ik heb' u 'aan 't schrikken gemaakt, niei
waar, juffer 1
Och neen, waarlijk niet, beste Claudine»
Ja toch! Gij zijt or nog geheel rood van,
Maar waar dacht gij Jan toch nan 1 Als van eei»
engeltje'in 'tparadijs, zoo blonken uw bogen
Madeleine 'begon wat 'te hóesten, zóodat tijf
baar'zakdoek voor 't gelaat moest houden, en do'
liooge kleur werd nog erger door de laatste wóór
den van' Claudine, die intusschen maar al voort-
praatte
En nil zoo verkouden 'eh aan 't hoesten,e
De hoest werd nóg erger
Dat is nu mijn schuld; ocb, ik ben. oud
geworden door de frissche lucht, en vandaar
dat ik nog altijd douren en vensters zoo tegel»
elkander openzet! Maar iedereen kan'daar ni«t
tegen. Dat bad ik moeten' bedenken'en mei
die woorden deedClaudine bezorgd liet raam toer
en trók af.
Madeleine herademde, toen zij weder alleen was>
en nain zich 'vast voor, 'zich' niet weer zoo'
haarlmrt, door haar 'verstand goedgekeurd, té
volgen, en terwijl zij zich zelve rustige dagen
bereidde, de arme Madeleine weder iets van de
voormalige welvaart te hergeven. v -
Soms, als de andere meisjes op hét atolier druk
aan 't keuvelen waren, en 't er gonsde, als in een
bijenkorf," verviel Madeleine in stille mijmering,"
en liet zij de hand onwillekeurig wei eens rusten.
Dan scheen er een of ander liefelijk beeld uit liet-
verledene voor haren geest op te rijzen een glim
lach speelde om hare lippen en do schoons oogen
staarden óp een tafereel dér verbeelding of der her
innering. Waaraan dacht ;zij daii Wat toóverde
dieonbeschrijfelijke uitdrukking op haar gelaat 1
Niemand zou het hebben kunnen zeggen. De andere
werksters merkten ternauwernood die oogeiiblik-
ken van afgetrokkenheid op, en zoo' al, dain slóegen
zij er niet veel acht op. Wie heeft ze niet wél
eèns, en voorat wanneer men, zooals zij wisten
datmet /Madeleine Yernaux hét gevat was ge
weest, een zorgelooze jeugd gekend heeft?
Maar Claudine was op dit punt nieuwsgieriger.
Eens verraste zij Madeleine, die alleen was'gaan
zitten om de laatste hand aan een kostuum te
leggen, dat vóór den middag zou worden afge
haald. 't Meisje zag er zoo innig gelukkig uit,
hare oogen schitterden zoo heerlijk, dat de oude
dienstbode' haar niet uit zulk een schoone mij
mering durfde of'wilde wekken maar eindelijk
tocli kón' zij do begeerte niet weerstaan om tó
weten, wat de gunsteling van mevrouw Lam-
bclle in zulk een stemming'; bracht Met de
woorden 7 'V''V-.
/.Wel, well de juffer schijnt van morgen
dan al bijzóndér 'in haar schik opende Claudine
haar onderzoek.
Madeleine zag verschrikt op en liet baar werk
van den schoot glijden.
Claudinè IGij daarEn zij bukte zich
om naald en draad te zoeken en 't goed weer op
te rapen, maar eigenlijk'vooral'om 't rood te ver
bergen, dat zich eensklaps over haar gelaat, ja', tot
inden hals verspreidde,' toen Claudine baar zoo
overviel.
De Savoyarde was niet zeer scherpzinnig. Zij
schreef alleen aan haar onverhoeds optredende
Vrij naar GUSTAVE TOUDOUZE,
(Bekroond door de Fransche Academie.)
Tweede deel.; T.weede doek.
Brieven.
Meermalen wijdde Jeanne, als zij hare vrienden,
dokter Fougerin én Pierre Chavreux, sprak, over
het meisje uit, en prees zich gelukkig dat zij zulk
eene hulp zoo ongezocht op haren levensweg had
S/ gevoridenIn hare brieven aan Gaston had zij dan
;fë;ook'reeds dikwijls van Madeleine gesproken, en
jphij 'bad er zich' voorzijne moeder innig over ver-
||;heugd, niet alleen voor' hettegenwóordige, maar
i|:*0ok; voor de toekomst. Hij toch kende de plannen/
UI idle zij; ais hare lievelingsdenkbeelden koesterde,
feAen hij ried zijne moeder, na al hetgeen hij ver-
nomen had, ten sterkste aan, de inspraak van