De Weduwe Lambelle.
■i
- fc
A0. 1888.
N°. 6971r
Maandag 23 April.
Tweede Blad
F e u 11 e t o n.
4
M
If
Twee-en-veertigste Jaargang.
Versch nt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag
Buitenlandsche Berichten.
<:-i
va
rfw,V - <v -
*^T%^Vr'r?
UITGEVER: "jTODÉ.
yï I
m
'W'
-$fci
tp It 1 X V> i M V "51 C" l\ f *1 J 7 I
P s S C
;\->'i;
Abonnementsprijs, per kwartaal
Franco per post, door bet geheele Rijk
Afzonderlijke nommers
f 1.85.
- 2.50.
- 0.10.
BCBEADi HARKT, E, 124.
Advertentieprijs: van 1—10 gewone regels met
inbegrip van eeue Courant1 10»
Iedere gewone regel meer- .10,
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
BELUli
Io den Antwerpschen Koophandel vinden
w|j de volgende hoogst belangr'yke mededee-
lingen
sVolgens officieels stukken waren in 1883
de uitgaven voor de lagere scholen ds volgt:
Bijdragen der gemeenten 6 910 866 fr. 18 cent.
d s provinciën386 271 71 d
s van den Staat: 9 130 557 i 53
Totaal16 427 695 fr. 42 cent.
In 1888 betalen de gemeenten, de provin
ciën en de Staat te zamen 16329738 fr.
64 cent.
Dus is er eene vermindering van uitgaven
van slechts 97 956 fr. 88 cent. (omtrent 98
duizend franc)
En om zulke nietige besparing op een budget
van lGVz millioen moest men voor de wet van
1884 ganseh' het land overhodp'zetteuVzooveel
slachtoffers maken en het officieel onderwijs
"in den grond boren 1
En het is minister Devolder zelf, die verplicht
is al die cyfers aan de Kamer voorteleggen!
Hebben nu de gemeentenkassen profijt
gevonden by die ellendige uitsparing van 98
duizend franc?
Wel integendeel. Dezelfde heer Devolder
geeft ons daarover de volgende ejjfers:
Bijdragen der gemeenten in de uitgaven van
de lagere scholen, adultenscholen en bewaar
scholen iu 4883 s8 482 655 fr.
Bijdragen der gemeenten in4887 10 884 710
Hetgeen eene vermeerdering voor de gemeen
tekassen uitmaakt van 2402 055 fr. (omtrent
2Vz millioen)
En wij, die altjjd dachten, dat vóór 1884
de gemeenten geruïneerd werden door de
dwaze, overdreven uitgaven voor het onderwijsl
Doch het zijn de geestelijke orden die voor
hunne scholen uit de kassen van Staat, pro-
viucie en gemeenten putten. En daarom is nu
alles opperbest.
Het is alweer de heer Devolder, die ons de
bewjjzen levert:
Aangenomen scholen in 1883 10
1884 1181
1885 1465
e 1886 1469
1887 1550
>In 1885 betaalden de gemeenten voor hunne
1465 aangenomen scholen eene gezamenlijke
som von G 910 886 franc 18 cent.
In 1887 (ofschoon het getal scholen
slechts met 85 verhoogd is)beloopt die som
tot 9129 024 franc 07 cent.
In twee jaar tyds geven dus de gemeenten
voor hunne aangenomen scholen 2 209158
franc meer.
In de 'aangenomen scholen wordt^het -in-
derwya thans gegeven door 638 paters en 1368
nonnen. Het is voor dezen dat de officieele
beambten werden aan de deur gezet. Hoeveel
vreemdeliogeo daar cu tusschen zijn, ziedaar
iets wat de heer Devolder in zijne statistieken
niet durft zeggen.
In 1881 telde men in België 1925 avond
scholen; in 1887 zyn er nog 9361 En in dit
getal zyn nog begrepen 53 aangenomen en 38
vrije avondscholenzoodat het wezenlijk cyfer
der officieele avondscholenwelke nu nog
bestaanslechts 845 is 1
De 1080 andere zya weggevaagd door de
zoo hooggeroemde nautonomie communale".
En opdie936 thans bestaande scholen zg'n er:
711 in de Waalsche provincies en
105 in de provincie Brabant.
De beide Vlaanderen, de provincie Ant
werpen en Limburg tellen er te zamen slechts
120, en hierin zgn dao nog begrepen 17
aangenomen en 6 vrye avondscholen; in wezen
lijkheid dus 97 adultenscholen voor vier pro-
vrncies
En wanneer men daar nu aftrekt de stad
Gent met 27 en de stad Antwerpen met 22
adultenscholendan houdt men voor al het
overige van de beide Vlaanderen, Antwerpen
en Limbuig 48 avondscholen 1
Er waren vroeger, volgens de clericalen, veel
te veel normaalscholener werden veel te
veel onderwyzeressen en onderwijzers gekweekt.
Heden zijn er nog in ons land:
11 officieele normaalscholen voor onderwijzers,
8 9 j> onderwijze
ressen» Zij tellen te zamen 827 leerlingen.
De geestelijkheid daarentegen bezit van
haar kant
9 ctericale normaalscholen voor onderwijzers,
20 9 i 9 onderwyze-
■u ressen
r v"
met een totaal van 2489 leerlingen I (zegge
twee duizend vier honderd negen en
tachtig)."
De slotsom van het blad, met de gewone
Belgische heftigheid en juist niet in het meest
gekuischte Vtaamsch gesteld, laten wy achter
wege. Trouwens, de cyfers zeggen duidelijk
genoeg waarom het der geestelykheid en haar
trawanten in hun strijd tegen het openbaar
onderwijs te doen is.
F B A T K B IJ K.
Jules Ferry heeft in zyn politieke rede te
Epinal gewezen op het buitenlandsche gevaar
dat uit de tegenwoordige plebiscitaire bewe
ging voortspruit. 9De terugkeer tot het
caesarisme, de restauratie onder een of anderen
vorm van de militaire dictatuur, is, geen
verstandig meosch kan het betwyfeleri, de
oorlog, binnen korten lyd de oorlog zonder
bondgenooten, en met de publieke opinie der
geheele wereld tegen ons," zeide Ferry,
Na de nederlaag van 1870 heeft Frankrijk
er naar gestreefd aan de stabiliteit van zijn
regeeringsvorm te doen gelooven. Mocht
Frankrijk binnen weinige weken dit moeilijk
verworven kapitaal verspelen, en de regeering
9 de speelbal bleken te zyn vau straatgesch reeuw
en van dagbladen, die de publieke opinie met
valsche berichten vergiftigen", en ivoor da
tiende maal de middelmatigheid boude voor
het genie en Catihna voor Washington", dan
zou de verachting van Europa voor deze
gunstige opinie in de plaats treden, yBuiten
de eetzaal van den heer de Rochefort nU,
gelooft niemand, dat Boulanger den vieda,
wel daarentegen dat Boulanger den oorlog
beteekent."
»Het is aan de mannen van myn leeftijd
gegeven geweest, van vreeselyke schouwtoe-
neelen getuigen te zyn, zoo eindigde Ferry<
Ik heb m mijn eerste jeugd de'straten van
Parijs bezoedeld en met bloed bedekt gezien
door den man van den 2den December; twintig
jaren later heb ik de kastijding niet alleen
op de hoofden der schuldigen, maar ook da
massa der onschuldigen zien nederkomen, ÏS
het mogelyk, dat wij opnieuw deze wreedi
lessen zouden moeten ontvangen Neen, dat
is met mogelyk, indien de goedgeziude burgers
het met willen, indien zjj zich vereeuigeoea
opstaan om zich te verzetten tegen dezen
terugkeer van het caesarisme, dat nooit anders
dan schandelijke en bloedige sporen in de ge
schiedenis van ons land heeft achtergelaten."
Den president Garnot wordt door de Liberti
ontraden, reeds in het laatst dezer maand da
officieel aangekondigde reis naar Bordeaux te
ondernemen. Deze reis, die zou moeten dienen
Vrij naar GUSTAVE TOÜDOUZE.
{Bekroond door de Franschc Academie.)
Tweede deel. Tweede boek.
XXII.
Öaudino gelukkig.
63.
Rust nemen, mijnheer Chavreux ant
woordde zij met de grootste verbazingWaarvan?
Waarom Ik ben waarlijk nog niet moe, in 't
minst niet, dat kan ik u verzekeren I
Nu ja, dat weetik welmaar toch, de oude
.dag komt, en dan mag men wel eens aan rust
denken.
En hoe zou mevrouw het stellen zonder
mij Zij is zooveel jaren aan mij gewoonEn
het jonge paar, dat zich nu gaat vestigen, heeft
mij ook noodig. En als er dan eens kleintjes
komen.Die moeten toch immers ook een ge
dienstige hebben, met wie zij zoo wat kunnen om
springen, als indertijd mijnheer Gaston, toen hij
een kleine jongen was, te Hay I Dat was een
leventje I Zulke herinneringen doen goed en ma
ken een mensch weer jong.
Dus gij denkt er niet aan, eindelijk weer
eens naar Savoye terug te keeren?
Ik, weer naar de bergen 1En wat zou ik
daar uitvoeren? Hier is Claudine nog noodig on
ddar zijn zij baar al sinds jaar en dag vergeten.
Pierre Chavreux stak haar hartelijk de hand toe.
En dan, ging zij voort, terwijl er een traan
in haar oog blonk:-ik ben immers eigenlijk zoo
wat als van de familie geworden, als men zoo in
alle lief en leed deelt, zooveel jaren lang
De schilder zag even op zijn horloge1
't Is waarlijk al drie uur!
Och, mijnheer Chavreux, wacht nu nog
maar evenl 't Zou toch jammer zijn, nu mevrouw
en de kinderen niette ontmoeten, 't Zal nu niet
lang meer duren.
Ja, maar ik weet hoe dat gaatwinkel
L> a
uit winkel in, 't Is zoo aangenaam zich in 'l
publiek te vertoonen, als men zulk een mooi paar
is, Claudine! Dan rept men zich niet. Men is
trotsch op elkander!
Dat is ook heel natuurlijk 1
En gaan zij spoedig op reis?
Morgenochtend elf uur. Had ik u dat nog
niet gezegd?
Ik geloof 't niet, hernam Chavreux glim
lachende Maar gij hebt mij ook zoo veel verteld,
Claudine!
Ja, en ik hen waarlijk bang, dat mevrouw
aan het eten merken zal, dat ik de keuken wel
wat vergeten heb.
Daar klonk de bel, en't scheen dat de hand,
die haar bewoog, het levenlooze voorwerp iets
mededeelde van 't gevoel, dat het hart zoo geluk
kig kloppen deed.
Nu, heb ik het u niet gezegd, dat het niet
lang meer duren zou? Ja, dat wist ik wel; daar
zijn zijl
En Claudine haastte zich het salon te verlaten
om smevrouw en de kinderen" open te doen.
Vermoeid.
't Was een warme middag. De insecten gong
den en zweefden in dichte drommen boven de
heesters, soms door vlinders uiteengedreven en
verjaagd.
Geheel alleen op ien grauwen, stoffigenweg
met langzame schreden voortgaande, trachtte
Jeanne allerlei voorwerpen terug te vinden, die
zij eenige jaren geleden altijd aantrofdoch
tevergeefs. De streek was haar vreemd gewor
den, nu zij er zooveel miste. Meermalen had
zich die gewaarwording reeds van haar meester
gemaakt, doch nimmerin die mate en zoo pijnlijk
als thans.
Telken jare sedert 4870 keerden allerlei gedaan'
teverwieselingen de oude streek 't onderst boven f
hier was een vroeger gezichtspunt geheel ver
dwenen, daar verplaatst, en hiermede ging gedurig
een goed deel van Jeanne's herinneringen verloren.
De kleine weg, die in eene rechte lijn van Bourg-
la-Reine midden in het dorp Hay voerde, wa»
vooial geheel onherkenbaar geworden. Was mert
eens het kerkhof van Bourg-la-Reine voorbij/
#4® -
j&m