1 |T I li If S~ fo fe' ?v i f*\ r t< «T f& I?' tc- f t? p Ifr - tw ft- fr f7 H E. i- Gemengde Berichten. Land- en Tuinbouw. Yf4i^r £5( *v 3s& 0 W is lr KV W' HAAGSCHE SCHETSEN. Hm h v >5 P*'VS rjn 'SV^V^r rc~ 4 i - 5( 1^v kh i?' TV- - m i 'V ÏV' V„ V sS&ir art ifeöC ®sa da (1600, welke hg vao de door ham ontvangen bgdragen nog in kas had, niet te benuttigen tot leniging van den nood, dien de werkstaking had achtergelaten, maar ze te bestemmen voor het een of ander, dat dienen kon ter propaganda voor de party. Wat wonder, dat links en rechts werd gedacht: 'zullen wy nu geld bijeenbrengen voor degenen, die aldus zeiven betuigen dat zy het niet zoo bjjster noodig hebben? j»'t Kan niet anders," zegt bet Soc. Wil. »of tal van gezinnen blijven gebukt onder schulden, die zy in de verstreken maanden hebben gemaakt, en onder behoeften, welke zü in dien tyd niet hebben kunnen bevredigen. Ons doet dit oprecht leed. Doch aan wien de schuld? O, de heer Domeia Kieuwenhuis is zulk een verstandig vriend van den nood lijdenden arbeider 1" Te Atmkerk zat Woensdagmorgen de ge meente-secretaris rustig op, zijn bureau te werken, toen hy eensklaps op de trap die naar de secretarie leidt, een oorverdoovend geraas hoorde, Jrljj opende de deur en zag tot zyne niet geringe verbazingeene koe, welke uit een voorbggaanden koppel vee was weg- geloopen en in het gemeentehuis de trap van veertien treden was opgeklommen. Hoewel zy met hare horens vóór het trapraamtje stond, ging zy' niet verder dan het bovenportaal. De eigenaar kwam spoedig de vluchtelinge terug- - balen, vatte haar by den staart en slaagde er in na veel moeite de moedige klimster op den beganen grond te brengen. Eene vrouw zit met een kind vóór den in gang van eene kerk to Warschau. Zij weent stille tranen. Een heer met een medelijdend hart, die voorbij gaat, vraagt naar de oorzaak van hare droefheid. Zij antwoordt dat zij haar kind wilde laten doopon, maar de pope dit weigerde, omdat zij geen twee roebels betalen kon, Daar hebt gij een biijet van vijf roebels, zeide de medelijdende heer; laat uw kind doopen en breng mij dan drie roebels terug; ik zal op je wachten. Na een kwartier komt de vrouw terug en geeft de drie roebels, haar weldoener innig dankende. Och, vrouwtje, zegt hij, wy zijn nu alle drie tevreden. Uw kind is gedoopt; de pope heeft Zijn geld en ik heb mijn valsch vijfroebels-bil jet gewisseld. Het Engclsche oorlogsschip Gamet heeft aan de oostkust van Afrika een gevecht gehad met een gewapenden slavenhaler. Na eene langdurige vervolging werd het vaartuig door den Engelsch- man geénterd. De bemanning sprong overboord, maar werd voor bet grootste gedeelte opgc- viscbt en gevangen genomen. Aan boord van bet schip waren 40 slaven, van welken sommigen gedurende het gevecht kogelwonden ontvingen. De ongelukkigen hadden een onleschbaren dorsten schreeuwden om water. Een ander slavenschip sloeg bij de vervolging om, met het ongelukkig gevolg, dat van de 108 slaven, die aan boord waren, 100 verdronken. In een der drukste straten van Pittsburg viel eene bejaarde, voornaam gekleede dame eens klaps op den grond een jonge man knielde naast haar neer, hield zijn witten zakdoek op den mond der blijkbaar ziek geworden dame en smeekte de van alle zijden toestroomende menigte om bij stand. Eenigen haastten zich om aan het dichtst bijzijnd politiebureau een raderbaar te ontbieden, anderen zagen naar agenten om. Inmiddels was een jongmensch naderbij ge komen. Hij stelde zich voor als geneesheer; bebal de lijdende dame in de vestibule Van een der huizen in de straat te dragen, waar hij den 'omstanders verzocht zich te verwijderen, blijk baar met de bedoeling een onderzoek naar den toestand der bewustelooze in te stellen. Daarop verscheen de brancard. Spoedig werd de zieke in de baar geholpen, het voertuigje rolde weg en de menigte verspreidde zich. Ook de politieagent keerde naar zijn post terug, ter wijl de jonge man, do zoon der oude dame, naar hij voorgaf, met den geneesheer in een huurrij tuig stegen en insgelijks wegieden, oogenschijn- lijk om de raderbaar naar het gasthuis te volgen. Ze verdwenen echter en bleven verdwenen. De dame echter, in het gasthuis aangekomen, bleek weder volkomen bij kennis en verkeerde in niet geringe opgewondenheid. Ze deelde het vol gende mede. Een haar onbekend jongmensch, dat haar geruimen tijd was gevolgd, had haar onverwacht een slag in den nek toegebracht en haar op den grond getrokken. Tegelijkertijd drukte hij haar een zakdoek op den mond, waar door zij niet in staat was, om hulp te roepen. De doek was zonder twijfel in een bedwelmend vocht gedrenkt, want de mishandelde verloor bijna terstond haar bewustzijn. De beide schelmen hadden hun slachtoffer, terwijl ze in de vestibule waren, en de agent buiten de menschenmenigte verstrooide, als het ware leeggeplunderd. De dame vermiste haar diamanten ooi ringen en broche, een diamanten ring, een gouden horloge en ket ting, zoomede haar beurs met zestig dollars in bankbiljetten. De wetenschap, die Folklore genoemd wordt, kent een oud volksrijmpje: sin de maand van Mei leggen alle vogels een ei, Behalve de kwaitel en de griet, die leggen in de Meimaand niet." Maar meer nog dan door dit eierleggen van alle vogels op twee na, doet de Meimaand zich typee ren door do algerneeno verhuisvvoede, die in haro eerste dagen over de groote steden losbreekt. Sedert Biuno Daalbeig zijne Komische Vertoo- gen"endaaronderzijne»Verhuistafereeltjes"schreef, is het ook in dit opzicht gansclt anders gewor den. De jaarlijksche verhuizingen hebben zulk een ontzaglijke vlucht genomen, dat een geheel leger van lieden er ruimschoots den kost mee verdient. Men is zich bepaaldelijk op sverhuizingen" gaan toeleggen. Torwijl vroeger een paar stevige binten, op een mallejan gelegd en door twee of drie dwarslatten verbonden, voldoende geacht werden om iemands draagbare eigendommen te vervoeren, zijn thans kolossale wagens met twee of drie paarden tot hetzelfde doel ^verkrijgbaar". In alle straten ziet men deze vervaarlijke bergplaat sen op wielen voor de huizen staan, en als al iemands meubelen daarin zijn geladen, dan ver baast ge u over de ruimte, die er nog overschiet. Het is wel opmerkelijk, dat de verhuiswoede voornamelijk in de nieuwe wijken schijnt to heerschen. Lastertongen beweren, dat er lieden zijn, die veel houden van een nieuw huisnetjes in de verf, pas behangen enzoovoort, en die het uiteist practisch vinden, na verloop van hoogstens twee jaar het inmiddels vervuilde pand voor een ander nieuw te verwisselenom daarop dezelfde operatie- toe te passen Maar behalve deze lieden zijn er toch ook zeer velen, die om andere, geheimzinnige redenen het eene huis uit, het andere in trekkenom niet te vergeten dat groote aantal verplaatsbare ambtenaren en officie ren die wel tot lijfspreuk kunnen nemon het bekende woordsrepos ailleurs". In do stad, waar men zaken doet on die zaken dikwijls aan het woonhuis verbonden hoeft, komen verhuizingen niet in die mate voor, dat zij de aanducht wel trekken moeten. In de nieuwe wijken ziin goheele straten, die in Mei van bewo ners veranderen. Om mogelijke quaesties la voorkomen tusschon families, op wier vertrek door nieuwe huurders gewacht wordtof die zeiven in nog bewoonde huizen willen Hekken, stellen burgemeester en wethouders vier of meor ver huisdagen vast. Wie niet door nieuwe huurdeis tot spoed wordt gedrongen, heeft met die dagen natuurlijk niet te makenen verhuist op zijn gemak. Maar welk een gesjouw en gevlieg en gedraaf, en hoeveel teleuistelling en ontevredenheid, hoo- vele boodschappen naar behangeis en ververs en allerlei slag van ambachtslieden de maand Mei wel op hare rekening heeft, valt bezwaarlijk te taxeeren. Dank zij den velen grooten firma's, die zich met hot opnieuw inrichten van huizen bezighouden, maar niet minder tengevolge der algeheele om wenteling, die er in de uiteilijke stoflage van een huis gekomen isis, althans aan »den buiten kant", de verhuizing las achter den rug. De peuterige sringetjes-gordijnen" met koordhanjc, dc trots onzer grootmoeders, hebben afgedaan. Afgepaste vitiagcs" worden door den allei klein sten muriufactuner aangeboden, soms tot prijzen, die gezegdon grootmoeders bedenkelijk de hoofden zouden doen schudden, want in haio dagen was goed met bestaanbaar met goedkoop. In een minimum van tijd hangen de vitrages kant en klaar achter de iuiten, tenzij de vrouw van den behangeiskneeht plotseling bevallen moet, en dat gebeurt in Mei geregeld zesmaal in de veer tien dagen. Do Glazemvosscherij maakt pui en ramen schoon, desveriangd ook liet gehoele huis van binnen maar dat schijnt zelfs den llaagschen huisviouwen tot nog toe te radicaal. Handig en vlug, en, v"or zoover ik er over oordeelen kan, ook goed doen anders de knechts dezer maatschappij hun werk wel. Geruimen tijd geleden las ik eens, dat in Amei ika verscheidene bezighedon die gewoonlijk door dienstboden verricht worden, aan mannen worden overgelatenen dat het werk daaronder volstrekt niet leed. Hier, waar in duch tige mate een ndionstbodenquaestie" bestaat, die ik maar niet nader zal aanduiden, hoewel er heel wat over te schrijven zou zijn, hier is de Glazen- waggcherij de eenlge instellingdie de datnes- dienstboden van een deel barer gerechte plichten? ontlast. Kerels als boomen, die alle dagen op een gezet uur de kamer komen nstoffen", en andere kerelsdie weer andere bezigheden komen ver richten (bij abonnement)kennen wij tot nu toe niet. 't Is de vraagof het daartoe niet zou künnen komenals de vrouwelijke dienstbare stand de goeden niet te na gesproken voort gaat onwil en brutaliteit aan hooge eisehen te paren. Nu ik toch op dit hoofdstuk kom, moet ik zeggen dat het tegenwoordige Kamerlid, de heer DomolaNieuwenhuis, een betreurenswaardige daad verrichttetoen met zijn medeweten hier buis aan huis brieven in de bussen werden gestoken, eene uitnoodiging aan de dienstboden behelzende, om in Walhalla" te komen en daar te hooren spreken over »het dwangjuk van den dienstbaren stand". Zoo stond er woordelijk. Alle goede goden mogen de dienstbode bijstaandie, aan dat sdwangjuk" ontkomen, mot den huzaar harer keuze een huwelijk aangaat. Mij is het een volslagen raadsel, hoe iemand van hooge ont wikkeling als de heer Nieuwenhuijs zich met zulke ellendige dingen inlaten en moedwillig de onrust, die in tal van huizen dagelijks door dienst boden teweeggebracht wordt, vermeerderen kan. Gelukkig, dat de oproepingop zoo brutale wijze- geschied, bitter weinig gevolg heeft gehad. Nog op een andere wijze doet de Meimaand zich kennen, maar.... de scherpziende blik van den overleden schrijver der nllaagsche Pen- krassen" is noodig geweest, om er iemands aan dacht op te vestigen. De heer De Bergh moge- - geweost zijn, wie hij wildat hij voor het lijden zijnor minder bedeelde medemenschen een open oog had, staat vast, en hij is het geweestdie in een zijner Penkrassen de aandacht van het publiek inriep voor die klasse van kinderen, hekend onder den algemeenen naam van loop- meisjes". Tot in den nacht ziet men ze langs de straten, beladen met spanen doozen, welker adres dikwijls ver buiten de bebouwde kom der gemeente ligt. "Vraag niet, aan hoeveel verleiding- deze opgeschoten meisjes blootstaan, of, is dat te sterk gesproken, hoeveel vermoeienio ze dan toch in den dienst der mode moeten doorstaan. En denk over die vermoeienis vooral niet te licht! In een stad als de residentiewaar handels- malaise zich niet of niet in hooge mate dost gevoelen, ter oorzake van het groot aantal inwo ners, op wier salaris of inkomen de malaise geon vat heeftin een stad als deze regeert de- mode oppermachtig. Voor hare heerschappij wijkt alles. Dit is een voorrecht van elke residentie r maar tevens een bron van ellende voor degenen, die in den dienst der mode staan. O, ondorhet kleed dor weelde en des genots ligt een mate- van ontbering on ellende verborgen, die niet zoo openbaar wordt, als wel noodig was! Hetzij» hier nies extrémités, qui se touchent!" Maar welken naam zijn de lafaards waardig en niet alleen de residontie, ook de kleinste stad kent zulke ellendigen, die Gods zonlicht niet verdienen welken naam zijn zij waardig, de menschehjke hyena's, die op de slachtoffers va» armoede en ontbering azen Tegen dezulken kan geen tvcrccniging tol verheffing van hel zedelijk bewustzijn bij vrouwen" den strijd aanbinden! Niet de vrouw, niet het jonge, arme, onervai Mi- meisje is hier de schuldige, maar v.èi de altijd loerende man. Lafaard is zijn naamPlox< Uit Wageningen schrijft men dat aldaar de- zoogenaamde zwarte luis reeds deerlijk huishoudt op de suikerbieten-velden. Een gedeelte oud bie— ,,ïWe! zeker; ik heb sinds jaren geen beteren gedronken. Hebt gij ook kinderen?" ïja, een iongen van acht jaar. Hedenmiddag zult gij hem zien. Als gij er lust in hebt, willen wij straks eene wandeling doon in den omtrek en door de stallen. Gij zeidetdatgij ook aan den landbouw gedaan hebt en zult dus wel belang in die din gen stellen. Onderwijl kan mijn bediende eene kamer voor u in gereedheid brengen." Grill bespeurde dat zijn vriend liever niet over zijn vrouw en kind sprak. Zou hij niet gelukkig getrouwd zijn dacht hij. Zou dit wellicht de aan leiding zijn van dio zenuwachtige gejaagdheid, dien onzekeren blik, die onrust en die bitterheid, die telkens bij hem boven kwamen Zij gingen naar buiten en liepen door een laan van oude, statige hndeboomen. »Dit is het overblijfsel van het voormalige park, dat zich zoover uitstrekto, als uw blik reikt," sprak Stetton. nMen had een uur noodig om het door .te loopen. Het had een deftig aanzien, want, wat er ook verwaarloosd was, de boomen, die geen bijzondere zoig behoefden, hadden hunne takken naar alle kanten uitgespreid." sWaarom hebt gij dien aanleg niet behouden vroeg Grill. ilïaook gij vraagt mij naar het waarom Dat woord werd mij in de laatste jaren al zoo dik wijls voorgeworpen, dat ik dadelijk mijn antwoord gereed heb. Ik achtte die weelde onnoodig. Zulk eene kostbai e liefhebberij kon ik mij niet veroor loven. Dat park besloeg den besten "bouwgrond van geheel Westei karnp en ik heb er menige schoone vrucht onn te danken gehad. De vorige eigenaar kon niet rekenen. Dat is zijn ondergang geweest. Het onderhoud van het paik kostte hem jaarlijks honderden; nu brengt het veld mij dui zenden op. Dat maakt eenig verschil, dunkt mij. Voorheen zaten de bezitters van dit good inde schaduwrijke lanen uit te rusten of hielden er partijtjes en zagen niet op hunno zaken toe. En dan klaagden zij over slechte oogsten en slechte jaien. Ha, liaDe heeren besteedden te veel aan hunno edele vormaken en hunne vroo- lijke uitspanningen, en de landerijen werden slecht bedeeld. Zqo verstopte de bron, waaruit zij putten, en als zij op liet dioge zaten, klagen en jammeren geen gebrek. Zij hadden geen lekenen geleerd.'' »Gij verstaat die kunst goed," merkte Grill schertsend op. »Wilt gij mij daar een verwijt van maken Zeker niet. Een dwaas, die niet rekenen kan of wil." Zij slapten voort en bezichtigden een deel der velden en der stallingen. Uit alles sprak or de en overleg. Stetten was zonder twijfel een voortreffelijk landbouwer; doch hij miste de eigenschap der landlieden: rust en kalmte. Hij nam eike uitdrukking, die op zijn arbeid en zuinigheid zinspeelde, euvel op en zocht er eene vijandelijke bedoeling achter. Schuw dwaalden zijne blik ken in het rond. Het geringste ortging zijne opmerkzaamheid niet. Eindelijk keerden zij in de woning terug en Grill begaf zich naar de voor hem ingerichto kamerstwee ruime, weelderig gemeubileerde vertrekken, doch welker inrichting al weder het kenmerk droeg van overdreven nauwgezetheid. Met een welbehaaglijk gevoel wierp Grill zich op de zachte sofa en blies den rook van zijne sigaar in de lucht. Hij vatte1 het voornemen op, hier zoo lang mogelijk zijne tenten op Te slaan. Nog kende hij zijn vriend niet, maar hij zou hem leeren kennen; dat zou toch zoo moeilijk niet zijn. Een glimlach plooide zij» mond, toen hij dacht aan andore moeilijk heden op bet stuk van menschunkennis, die hij wel opgelost had. Nooit was hij voor iets moei lijks teruggeschrikt. Hij meende de meergenoemde bedenkelijke verschijnselen bij zijn vriend aan diens licha melijke gesteldheid te moeten toeschrijven. Reeds toen zij samen op studie waren, had hij bij hem wel van die verschijnselen waar genomen. Bleek zijn vermoeden gegrond, da» zou hij trachten een gunstigen invloed op zij» vriend uit te oefenen en beginnen op zijn ge moedstoestand te werken, Stetten vertrouwde hem, dit wist hij, en dit zou hem die poging: veel verlichten. {Wordt vervolgd.) !?•>,*- ster 6^-» j -v

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1888 | | pagina 6