m IS S S SIS A°. 1888:' N°. 7005, Eerste Blad. POLITIE. Maandag 11 Juni. B. o Twee-en-veertigste Jaargang-. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag. Binnenlandsche Berichten. '"-i.? w» 't'" f 19 t Tv* -'*%*-**: -ïsviït' r -' v 1 '1 si UITGEVERIJ. ODÉ. STATEN-GENERAAL. SBTflr sneu, If het mid- en te r dat feeds ahol- illen, rhin- itand sorts gaan lling geval min jZ(jü f ge- iloop ls en ■der, .85, aneo eren lm, s, te ha n ïede de». rV' >v V>4,»J f \ft S v*- J - i I r ,t (- V. n COURANT. Abonnementsprijs, per kwartaal Vranco per post, door het geheele Rijk Afzonderlijke nommers f 1,85 - 2.50. - 0.10. BVBEAV: DIAftST, E, 124. Advertentieprijs: van 1—10 gewone regels met inbegrip van eene Courant/110, Iedere gewone regel meer .10, Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend. Aan het commissariaat vaa politie zijn als op straat gevonden aangegeveneen bloed koralen kinderkettinkje met gouden elot, een nikkelen armband, een zweep, een -zakje met fO.51, een zwarte kiel opge- vischt uit de Schie, een portemonnale met fO.lSVs, een catechismus, een nieuw manshemd, een sleutel, en twee sleutels aao een stalen kettinkje. Schiedam 9 Juni 1888. De ofOcieele opening van de Belgische tantoonstelling van nijverheid is dan eindeljjk geschied, en wel door Z. M. koning Leopold II. 'Tentoonstellingen z'yn nu eenmaal aan de orde van den dag; men zou er, had men tyd en geld geaoeg, thans ieder jaar een paar kunueu bezoeken. Dat de groote bekoring, die aan de eerste tentoonstellingen te Londen eu te Parijs was verbonden, niet meer bestaat, is ^duidelijkdat de bekroningen, waaraan in den eersten tyd met recht groot gewicht werd .gehecht, eenigszins in discrediet zijn geraakt is te begrijpen na alles, wat daarmede gebeurd, wat daarover gesproken en geschreven is.'tWas dus voor den koning van België wel wat rnoedyk, een openingsrede te houden voor een .tentoonstelling, door particulieren op touw gezet, zeker ook al niet zpo belangloos, dat ■ze enkel voor een edelen wedstrijd op het gebied van den arbeid zou kunnen doorgaan. Men kan niet anders zeggen, of de koning heeft zeer verstandig gedaan, door over de tentoonstelling zelf zoo weinig mogelijk te spreken, maar z'yn onderdanen ouder het oog te brengen, wat noodig, neen, wat noodzakelijk is om den handel en de nyverheid van hus land een grootere uitbreiding te geven. ïOp staathuishoudkundig gebied", sprak de vorst, heeft België zich verheven tot den rang vaa een groote mogendheid. Een volk van zes millioen zielen op zulk een beperkt grondgebied moet wegen zoeken voor hetgeen z'yn nijver heid produceert. En vroeger werd door den stroom der heerscbende denkbeelden de uit breiding van den nationalen arbeid bevorderd. Maar thansOveral verryzen tolgrenzen, allerwegen worden nieuwe slagbommen gesteld. En daarom moet België het oog richten naar verre streken. Voor onze producten moeten nieuwe wegen worden gezocht, en daarhenen, naar verre kusten, moeten, onze kapitalen, moeten onze jongelieden volgen. Als wy op houden met vooruitgaan, gaan wy achteruit." »Met vertrouwen wy's ik," ging de vorst Voort, 3)het Belgische volk den weg, waarlangs België, zonder buitengewone inspanning in de 20ste eeuw tot een toe,tand zal gerakendie het werk van 1830 volmaakt; Móge het land uit ieder str'ydperk komen met nieuwe bracht en toegerust tot nieuwe vorderingen. Dit is het doei, waarnaar mjjne vaderlandsliefde voort durend streeft." I Voorwaar een koninklyk woord, een woord, dat niemand, tot welke staatkundige richting h\j ook behoore, kan kwetsen, maar dat elk goed patriot met goeden moed voor de toekomst van zijn vaderland moet bezielen. Maar onze zuideljjke naburen moeten, 't koste wat het wil, de politieker byhalen, De liberale bladen z'yn met de tentoonstelling niet bjjster inge nomen, alleen omdat ze er een werk van clericele zij de in zien, en daarom spreekt dan ook de Indépendance van de weinige belang stelling, die het publiek voor de plechtige opening der tentoonstelling beeft aan den dag gelegd. De groote Boulanger heeft gesproken en - heeft geen succes gehad. Behalve reeds dat de Fransche Kamer, zooals ze nu is samen gesteld, weinig met den plannenmaker op heelt, mist hjj bovendien de gave van het woord, die groote tooverkracht, waardoor zelfs een phrasen slijtend redenaar zich eau aandachtig gehoor kan verzekeren. Men is begonnen met leven maken, toen de generaal zyn voorstel tot ontbinding der Kamer en tot herziening der constitutie indiende eu daarvoor zelfs de urgentie vroeg. Met groote meerderheid heeft men het een en het ander verworpen. De minister Floquet heeft den generaal o. a. met het wapen der ironie be streden en hem verwezen naar de theorieën van den abt Sieyès, den tijdgenoot van den eersten consul, en door dezen van het tooneel der practische staatkunde naar het rjjk der bespiegeling verwezen. Zooveel is zeker, dat dictatuur noch caesarisme in den smaak van het meerendeel der Franscben vallen. Een der mannen van '70 heeft het tydelyke met het eeuwige verwisseld, namelyk de maar schalk Leboeufde minister van oorlogdie den oorlog tegen Pruisen mede hielp door drijven en toen de beruchte woorden moet hebben gesproken, dat er voor het geheele Fraosche leger geen knoop aan een slobkous ontbrak. Op vreeseljjke wjjze z'yn deze snor kende woorden geboeten de generaal heeft in den tyd van z'yn krijgsgevangenschap zeker meermalen gelegenheid gehad na te denken over de avontuurlijke politiek, die iu bet rampjaar '70 Frankryk can den rand vau zyu ondergang bracht. Prins Bismarck heeft in de laatste dagen weder ondervonden, dat er met het optreden van den nieuwen keizer een nieuw tydperk in zyn loopbaan is aangebroken. Daar zjjn nauwelijks drie maanden verloopen sedert het verschelden vaa keizer Wilhelmen reeds driemaal gingen er geruchten van een minis- terieele ciisis. Thans gold het de afkondiging der wet betreffende de verlenging van den zittingtjjd van den Pruisischen Landdag tot vijf jaren; deze wet was reeds den 27n Mei door keizer Frederik onderteekend, maar tot de afkondiging scheen de vorst noode te willen overgaan. Een langdurig onderhoud van prins Bismarck met den keizer scbjjnt de zaak in het reine te hebben gebracht; de afkondiging is geschiedmaar in orde is de zaak niet. Vooral de minister Von Puttkamer schijnt by den keizer geen persona grata te zyn. Wat de heer Richter, een van de leiders der oppositie, heeft medegedeeld aangaande de bemoeiingen der regeering in zake de verkiezingen, heeft op den keizer diepen indruk gemaakt. Door het bezigen van invloed, dien men vanwege z'yn hoog standpunt bezit, kiezers van allerlei stand te dwingen, stemmachines te worden, heeft de beerVonPuttkamer nietzelde~ belaogryke resultateu verkregen; maar zulke praktjjken bevallen den keizer niet, en daarom hebben de liberalen hoop dat de verkiezingen voor den Pruisischen Landdag in October a. s. zullen geschieden, terwjjl de keizer nog leeft. Terwyl de keizer nog leeftHoewel de kwaal nu weer geen kanker heet, bl'yft de toestand van den werkzame» vorst hacheijjk, en het is werkelijk treurig, allerlei berekenin gen te hooren maken, die eindigen met de voorwaarde: »als de keizer dan nog leeft." De laatste berichten melden dat bet ont slag van den beer Von Puttkamer een feit is. Is dit feit misschien de oieiding tot andere, tot nieuwe verrassingen? De regeering heeft geantwoord op het voor- loopjg verslag der Tweede Kamer omtrent het ontwerp tot verlenging van den dionst der militie te land, lichting 1883, en der zeemilitie, lichting 1884. Zij handhaaft het ontwerp, acht wel dege lijk buitengewone omstandigheden aanwezig en meent dat de tegenwoordige bijzonder zorg eischende politieke toestand in geen geval als een normale is te beschouwen en dat het onrustba rend karakter van dien toestand, door den langen duur daarvan, in geenen deele is gewijzigd. Dat het bestaan van buitengewone omstandigheden werd aangegrepen om, op bedekte wijze, zonder wijziging der militiewet, tot eene voortdurende verlenging van diensttijd te geraken, is ongegrond. De verantwoordelijkheid der regeering voor de belangen van 's lands verdediging legde haar, in zonderheid bij den tegenwoordigon toestand der levende strijdkrachten, de verplichting op, dit voorstel te doen, dat, zoolang de vredestoestand behouden blijft, hoogst onbeduidenden druk voor de bevolking doet ontstaan, terwijl in het onver hoopte geval dat een oorlog mocht uitbreken, de miliciens, wier diensttijd wordt verlengd, toch mocrendeeis bij do schutterijen aan de vetdediging zouden moeten deelnemen. De regeering is voornemens zoo spoedig moge lijk te trachten eene doeltreffende, billijke legeling van den dienstplicht tot stand te brengen, ten volle bewust van haren ernstigen plicht, om al wat mogelijk is te doen om het vraagstuk der legervorming en van de inrichting der levends strijdkrachten, zoo spoedig mogelijk tot eene be vredigende oplossing te brengen. Juist daarom acht zij het noodig, de wettelijke regeling, bij de tweede alinea van art. 181 dor grondwet gevorderd, door eene Staatscommissie te doen vooi bereiden, die door hare veelzijdige samenstelling den waarborg geeft, dat bij ham beraadslagingen rekening gehouden is, zoo wel met de militaire eischen, waaraan moet worden voldaan, ais met de economische en maat-* 9 schappelijke belangenwaarmede rekening moet worden gehouden. In stede van vertraging acht de regeering bespoediging in de afdoening 1 van dezen maatregel noodig. De Staatscommissie zal geenszins een bepaald plan der rcgcering hebben uit te werken, maar een zelfstandig on derzoek hebben in te stellen naar en een advies hebben uit te brengen met betrekking tot dn wenschelijke grondslagen voor bedoelde regeling, De regeering zal dan moeten oord celen of en ill hoever zij zich met die grondslagen zal kunnen vereenigen. Prematuur ware hot geweest in da openingsrede hare beginselen omtrent do defensia uiteen te zetten. Do instelling der Staatscommis* sie zal zooveel doenlijk worden bespoedigd. Overigens verzekert de regeering dat, indieff' na aanneming van dit ontwerg, de buitengewo ne omstandigheden die tot de indiening leidden, niet meer aanwezig worden geacht, zij zich haasten zal den koning voor te stellen aan de miliciens, wier diensttijd werd verlengd, reed» binnen den maximalen termijn ontslag uit dest dienst te doen verleenen. 'n Officieel© Hededeellngen. Z. M. heeft F. G.Tromp, oud-iniDister va» marine, ten laste vau dan staal toegekend een pensioen ad. f1864 'sjaars. Z. M. heeft pensioen verleend aan J. G< Bloem, oud-minister van financiën, ten bedrage van f4000. SCHIEDAM, 9 Juni 18S8. Dezer dagen werd gemeld dat aan het departement van koloniën eenige lib. cou ranten waren afgeschaft en eenige anti-rev, en R.-k. bladen waren besteld. De Standaard meldt nu dat afgeschaft zyn: de Amsterdam» scïie Ot. (niei, de Arnhemmer, zooals gemeld was) en de Independents Beige. Daarentegen abonneerde koloniën zich op 2 anti-rev. ed twee R.-k. bladen. Verder weet Be Standaard mede te deelen dat de ministerieel© bureaux hun vele ad ver- tentiêa tot dusver uitsluitend in liberale bladen plaatsen, en aldus om de publiciteit bjj de grootste helft der natie zich met bekreunden, Ook hierin is thans verandering gebracht en is geiast, dat alle paitijdige bevoorrechting by den gouvernementsdienst zou ophouden. sVoorts ~i vervolgt Be Standaard schjjnt vroeger met dat adverteeren wel wat heet ruim te zyn omgesprongen. Verheeld u, allee»

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1888 | | pagina 1