"Afslag. II VEELEOOPING Coi'fsspiiilcalie. NEDÉRLANDSCHE ■-Ï Openbare "Vrijwillige Jr f#*Vf'*)^WfF»^ ,v v i **'••- V.' i- .«•••-••• t f w^^m r i AD VERTENTI EN, 102, HOOGSTRAAT, over den .Adrol, 103. M' m x V'1>' t* i 1 <r v'.sa /j) ftyf [$A 'I dot u belong in mijn brief begint te stellen, en dat is wat ik zoo graag wou. Ja mijnheer, het js juist naar aanleiding van dat boek, dat ik de /pén heb opgevat. Nu weet u nog niet wie ik ben. Maar eer ik over mijzelf voortga, wou ik u even wat zeggen. Die juffrouw Vlas, mijnheer, die leeft I Zes ®ons dat ik het niet geraden heb? Ik wed oma! wat u wilt, dat ik haar kenwant dat u haar op de laatste bladzijden van uw boek laat verdrinken, is maar malligheid. Ze leeft en ze heeft het tame lijk goed. Haar kindje is dood; dddrin hebt u gelijk gehad. Ik ben dan eenc modiste. Ik ga alle morgens om aclit ure naar mijn winkel, waar we zoowat met ons twintigen meisjes bezig zijn, rep je niet zoo heb je niet! Altijd even drukslapte kennen wij niot. Ik behoef u van ons atelier natuurlijk niets te vertellenu weet daar alles van. Het atelier uit Doortje Vlas lijkt sprekend op het onze. Even als daar zijn er ook bij ons heele mooie en heele leelijkemeisjes; werksters noemen wij ze; en de leelijke worden dikwijls door de mooie geplaagd, en dan worden de leelijke boos, gemeend of niet, en door de kleine ruzietjes, die er dan komen, worden er wei eens dingen bekend, die anders misschien verborgen zouden blijven. Maar nog eens, dat weet u allemaal, en ik raak er door van mijn apropo. Ja, ik zal toch nog een oogenhükje bij mijn winkel moeten blijven. U zoudt anders misschien denken dat er bij ons niet veel bijzonders ging en dat is 't geval niet. Als onze madam merkt door die ruzietjes waar ik van sprak, of op een andere manier, als ze merkt dat er onder haar werksters zijn die over éénnachts-ijs kunnen, dan geeft ze die dadelijk haar congé. Dat is een regel, daar niets van afgaat. En nu denkt u misschien, dat onze winkel een goede reputatie heeft, ik bedoel wat het personeel betreft? Mis, mijnheer. Wat de dames betreft, die bij ons laten werken odie spreken altijd met lof van madam baar winkel; of ze 't muonen, weet ik natuurlijk niet. Maar wat de heeren betreft, die steken hunne opinies niet onder stoelen en banken. Komaan, mijnheer, ik moet nu over mijn eigen lijke stof beginnen. Gij weet dan nu zoowat met wie ge te doen hebt. Ik ben dus mooi, brutaal- mooibest't kan me. niemendal schelen. Ik geloof ook dat ik trotsch ben, onverschillig-trotsch, wat de heeren een nuf noemen. Ook al goed. Ik ben dit dan geworden door toedoen van die oigenste heeren. Maar wat ik al of niet bon en waarvoor ik ook gehouden word, zoowaar als ik thans aan u zit te schrijven, kan ik hot hoofd rechtop en mijn neus in den wind dragen. De menschen, die mij wel mogon lijden, en die zijn er gelukkig nog, al is 't ook niet veel, kunnen dat getuigen. Er valt niets op mij te zeggen. Bespottelijk, vindt u niet, mijnheer? als eene modiste zoo iets van zichzelf durft zeggen. Dat niet alleen, maar ik ken jonge meisjes, even on besproken, even mooi maar niot zoo brutaal als ik, die er heusch de courage niet toe zouden hebben. Eeno onbesproken modisto: hemel, welk een aarts-tegenstrijdigheid! Moet ik dat niet ge- looven, moet ik niet aan mijn eigen waardij gaan twijfelen, als ik bij haast eiken voetstap die ik op de straat doe, dit oordeel tegenkom? O mijnheer, eer ik hot zoover gebracht had om onverschillig-trotsch mijn weg to gaan, hoe dikwijls ben ik half huilend thuis of op den win kel gekomen 1 Eor ik het duidelijk wist, dat ik goed genoeg was om alles te hooren, allerlei voorstellen cn uitdrukkingen en dubbelzinnigheden-, hoeveel angst heb ik uitgestaan en hoe woedend ben ik dikwijls geweest! Dat alles is nu zoo ta melijk voorbij. Bij do heeren ga ik door voor een irotsche verwaande nuf, die niet te genaken is, dan .natuurlijk alleen voor mijn verklaarde amants. -lk> zeg ^natuurlijk," want ik ben immers i modiste? 7- Maar er loepen des morgens en des avonds hon derden jongemeisjes langs de straten, die nog niet geleerd hebben hoorende doof haar weg naar hare winkels of hare huizen te gaan. Is het niet ver- De schrijfster iiceft ongelijk. De jonge vrouw, door mijn vriend v. Dam. Doortje Vlas gedoopt, is wél degelijk dood. Uit een en ander volgt, dat er zijn, die op Dooitje gelijken,....,. Pjuox. schrikkelijk, dat deze allen overéén kam geschoren worden, telkens en telkens aan de grofste belee- digingen blootstaan? Ze zeggen, 'tis me tenminste dikwijls genoeg op de openbare straat door oude en jonge heeren toegebeten, dat ik een paar oogen heb, waarmee ik iemand uit pure verachting kan opeten. Nu, 'k heb er reden toe! Ik tel ze bijvijfeniwintig- talien, de deftige oude, de elegante jonge heeren, met meer dan een lintje in hunne knoopgaten soms, die op klaarlichten dag als toonbeelden van wellevendheid en braafheid door de straten gaan, links en rechts gegroet worden, in eer en aanzien zijn. Als ik wilde vertellen wat ik, ik alléén nog maar, van diezelfde wellevende en brave lieden heb moeten hooren als ik des avonds naar huis ging, zou ik uitgelachen worden. Dies hou ik mijn mondje, en ik vergenoeg me met mijn hoofd zoo hoog te dragen als ik kan en ai die lui sop te eten met mijn oogen." Óaar heb ik plezier in, en zij van hun kant natuurlijk niet minder. In zooverre zijn wij aan elkaar gewaagd. Maar, mijnheer, hoe moeten zich toch al die jonge meisjes onder wie er zijn, ontwikkeld en beschaafd genoeg, en ook andere, die door een samenloop van noodlottige omstandigheden tot handenarbeid gedwongen werdenhoo moeten zich die allen toch wel temoede gevoelen, als ze lezen van een vvereeniging tot verhooging van het zedelijk bewustzijn hij vrouwenWas het niet duizendmaal meer noodig dat er zulk eene vereeniging ware voor mamwn? Wie staat zedelijk hooger, of liever zedelijk lagerde vrouw, het jonge meisje, een mistred doende, of de man die door een ingefluisterd woord, door een voorstel of een belofte slapende hartstochten wakker maakt? Hemel, mijnheer, wat word ik geleerd, ai zeg ik het zelf. Wie weet hoe ik u verveel. Laat ik er dan maar een eind aan maken. Wat mij aan gaat, ik bon te trotsch en onverschillig geworden om voor mozclfecn andere handelwijze van den kant der mannen te verlangen. Met al mijn moois zal ik nooit trouwen. Een modiste trouwt niet; een winkeljuffrouw trouwt nieteen gouvernante oen kinderjuffrouw, een vrouwelijke telefonist of telegrafist, die allen trouwen niet. Als het eens 'n enkele maal gebeurt, dan, dat spreekt ais een boek, is het neen motje" geweest. Dat zou mij niet beletten om een flinke jongen, als zoo een me vroegte nemen. Maar gebeuren zal zoo iets niot. Voor die groote schaar mijner evengelijken echter zou ik niets liever willen dan dat er onder dc mannen een groot algemeen go voel van schaamte kwarae, een besef van onze waarde, beter kon ik misschien zoggen, een besef van eigenwaarde. Zou ik u een vriendelijk verzoek mogen doen? Schrijf dan nog eens, en nog hon derdmaal een boek als dat van Doortjo VlasKom mijnheer, dat kan voor u zooveel moeite niet zijn. Ieder in zijn vakik zou geen boek kunnen maken, maar u geen japon. Van ieder boek, dat u schrijft, zullen wij mehjes onder elkaar er een koopen. En u moet ze maar flink de waarheid zeggen; op den langen duur moet dat dunkt mij wel helpen. .Doet u 't? Al de meisjes van den winkel laten u groeten. Adieu, mijnheer; ik noem mij Uwe dadienaresse Marie P. PS. Gisteravond heb ik weer eens last gehad van een heer met een snor ais zes. Iloe 't zoo kwam weet ik niet, maar tegen mijn gewoonte werd ik boos, en ik heb hem een pais gegeven van belang. Toen ging hij zijn troost zoeken in de Bordelaise. Nu, adieu! II. Niettegenstaande ons nummer van heden uit 2 bladen bestaat, kon uw ingezonden stuk daarin niet worden opgenomenhet zal in ons volgend nummer worden geplaatst. De Redactie. Voorspoedig bevallen vau een Z O ON: JOHa. MARa. SCHEURKOGEL, Echtgenoot van T, DE VLAMING, Schiedam, 8/6 88. Voor d« vele bewijzen van belangstelling, de laatste weken ondervonden, betuigen wij onzen hartelyken dank. A. VAN BUIJSEN. E. VAN BUIJSEN—Bryan. Schiedam, 9 Juni 1888. De oodergeteekende, zeer erkentelijk voor de zoo vele en verrassende blijken van liefde, achtiDg eu toegenegenheid, welke hij niet aheen van tal van gemeenteleden, maar ook van zjjne Ambtgenooten, van zjjne Ring broeders, gelyk mede van vele oudere ea jongere vrienden en vriendinnen, zoo binnen als buiten de stad, bij gelegenheid van zijne vljf-en-twintigjnrlge vervulde Evange liebediening mocht ontvangen, betuigt b\j dezen zjjnen bartel j ken dank aao allen, die het hunne toebrachten, ook door de aanbieding van zoo kostbare stoffelijke bewijzen van waardeering, om hero een gewichtigen herdenk- dag tot eenen onvergeteiykeo te maken. Schiedam, 9 Juni 1888. C. DE WILDE Cz. Bg myu terugkeer naar L i ber i a (Afrika) roep ik Familie, Vrienden en Bekenden een laatst vaarwel en tot weerziens toe. W. J. L. A. MEIJER J.Hzn. Aan boord van de Kng.-A/rik, Mail-stoomboot s>SHEBBBO". 9 Juni 1888, •vfl» Wie tets te vorderen heeft van of verschuldigd ls aan de onder het voorrecht van boedelbeschrijving aanvaarde nalatenschap van CORNELIS OOSTERVEER, overleden te Schiedam den 14 Mei 4888, wordt verzocht daarvan vóór 20 Juni a. s, aangifte of betaling te doen ten kantore van den Notaris P, F, J. VAN DER HEIJDEN te Schiedam. De Notaris P. F. J. VAN DER HEIJDEN te Schiedam zal Woensdag, 13 Juni 1888, 's morgens precies ten elf ure, iu Si De JloUandsche Tuin" te V I a a r d i n- gen overgaan tot den afslag, in peiceelen eo combinatiën, van de BOÜWMASS- WONING met Wel- of Hooilanden onder Ylaardinge r-A m b a c h t, in den Broekpolder, groot ongeveer 22 Hectaren. In 4 perceelen in hoogste bod gebracht opf 34,700. N.B, Drie vierde gedeelten der koopsom kan als hypotheek tegen 4°/0 .daarop gevestigd worden. Eerste cn grootste Naalnmcltlnenfabrfclt ter ircrcld. mm «ii-iuiuciis, alom kokend om hare voortreffelijke constructie cn groote duurzaamheid. Deze machines -worden ook op proef geleverd en gratis onderricht er op verstrekt, teneinde elke reflectant zich door eigen ondervinding van hare onovertroffen degelijkheid kuune overtuigenvoordat h(j koopt. De Naaimachines der Singer-Maatschappij zijn in elk opzicht met de grootste nauwkeurigheid afgewerkt en uit de beste grond stof vervaardigd. Alleen hieraan hebben zij dan ook haar weer galoos succes te danken. Elke echte Singer-Machine draagt op den arm voluit geschreven de firma „TUK SINGER MANUFACTURING Co." alsook het nevenstaand fabrieksmerk. Men machte zich voor namaaksels. De Singer-Maatsclmppa heeft slechts één Depot te SCHIEDAM en wel t /-• A De DIRECTIE maakt bekend dat, ten gevolge van de goedkeuring der BALANS over het Boehjnar 1887, besloten is, vol gens het bepaalde by het 65a der artikelen van overeenkomst, tot de ulthecrlng van een dividend van VIJF EN TACHTIG GULDEN voor elk geheel aandeel van ƒ1000 en voor de halve en kwart-aau- deeieu in evenredigheid, tot de betaling van welk dividend, tegen intrekking vau het dertiende dividendbewijs, van heden af zal worden gevaceerd by de Neberlandscjie Bank te Amsterdam, hare Bijbank te Rotterdam en hare verschillende Agent schappen, Amsterdam, 8 Juni 4888. De Directie voornoemd TRAKnANEN, President. FRAISSINET, Secretaris. van: I. Een hechte, sterke en in volle werking zqnde, goed onderhouden Bi&ANDERIJ met Graanzolder, Koelbak, rnlnie KolcnplaatsOpen Grond en Erve; zijnde de Branderij voorzien van 2 ruwketels, 1 distilleerketel (2 jaar oud), 14 beslag- bakken en alle overige werktuigen en gereedschappen, tot een goed ingerichte Branderjj behoorende, aan de Korte Ilaven te Schiedam, wijk A. no. 409, kadaster sectie C, no, 696, groot 214 vierk. ellen. II. Een ZES- EN-TWÏSTIGSTE AAN DEEL inden stccnenWindkorenmolen, sDe Palmboom", aan de Noordvest te Schiedam, met WoonhuisStal Erven en verder toebehooien, kadaster sectie A, nos. 417, 418, 763 en 1079. Bij veiling op Vrijdag, 15 Juni 1888, des voorm. ten elf ure, en a f s I a g op den volgenden dag, des avonds ten acht ure, beide in het gebouw «Musis Sacrum" te Schiedam; zijnde de bran derij te bezichtigen eiken werkdag en aangaande de koopvoorwaaiden inlichting te bekomen ten kantore van den Notaris H. W. M, ROELANTS te Schiedam.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1888 | | pagina 3