Woensdag 20 Juni. Kennisgeving. POLITIE. A°. 1888. N°. 701f. Twee-en-veertigete Jaargang. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag. Buiteniandsche Berichten. P**' ^'->?>' fr> i r - 4 1 v«j UITGEVER: jTODÉ. *4' "«4 Aan het commissariaat van politie zijn als op straat gevonden aangegeven een spoor mandje met 2 boterhammenzakjeseen plank lang '16 voet, een geruit zjjden dasje, een bloedkoralen klndcrkettfng, een sleuteleen bruine damcsliand- scliocn en een bruin en wit gevlekte hond met witte pootan en staart, reu. I» o I t c u L A N i>. In de ^Proclamatie aan m'yn volk" zegt keizer Wilhelm II: Op den troon mijner vaderen geroepen, heb ik de regeering, opziende tot den koning aller koningen, aanvaard en beloof, naar rnyos vaders voorbeeld, een rechtvaardig en zachtmoedig vorst te zullen zyn, vroomheid en godsvrucht te zullen aaokweeken, den vrede te beschermen, de welvaart des lands te be vorderen, armen verdrukten te helpen, eèa 'trouwe wachter van het recht te zyn. De proclamatie drukt verder vertrouwen uit op de beproefde trouw van het Pruisische volk. Aan het bewustzijn van wederkeeiige liefde tusscben koning en volk ontleent de koning het vertrouwen,dat God hem kracht eo wijs heid verleenen zal. Omtrent de laatste levensdaden des keizers wordt nog van particuliere zjjden gemeld dat ,hy als afscheid aan dr. Mackenzie de volgende woorden schreef: »Ik vod dat Mackenzie alles heeft gedaan, wat wetenschap en toowyding vermogen om m|jn leven, te verlengen; ,en ik dank hem van ganscher harte.", De keizer gaf zijne yrouw dit papiertje, terwijl ihy eau blik vol welwillendheid op Mackenzie .richtte. .Daarop nam ,hy (nog een ander papiertje en schreef »Ik jieb m'yn plicht gedaan tegenover God <en m'yn vadeiland. Ik voel dat myn einde nadertmaar Gods, wil geschiede 1" De schriftelyke afscheidsgroet, dien ven Bismarck van keizer Frederik ontving, was reeds met zóo bevende baad geschreven, dat de inhoud voor het oogenbhk nog niet te ontcyferen is. Het bevestigt zich echter, dat keizer Frederik op zyn sterfbed op de harte lijkste wpe keizerin Victoria en von Bismarck verzoende, Zondagavond is het stoffelijk overschot des keizers voorgoed ia de kist gesloten, nadat door den hofpredikant Kogel een kerkelijke plechtigheid was verricht, welke door den keizer, de keizerin,de keizerin- Weduwen Victoria en Augusta, de leden van het kouinklyk Huis en alle naar Berlijn overgekomen vorsten werd bijgewoond. By de sluiting der kist waren behalve de keizer, nog eemge ministers en andere autoriteiten tegenwoordig. De kist werd opgesteld op dezelfde baar, waarop het lyk van keizer "Wilhelm werd tentoongesteld. Gedurende den nacht hebben de daartoe aangewezen generaals en staf-officieren by 's keizers lyk gewaakt. Gisteren reeds w den vroegen morgen be gonnen de toebereidselen voor de plechtige overbrenging eo h'yzettbg van het lyk naaf da Potsdamroer vFriedenskirche", een afge zonderd, eo fraai gelegen, van binnen roet enkele kostbare kunstwerken versierd kerkje. De bewoners der stad hadden hunne huizen in rouw getooid, vooral langs der weg welken de stoet nemen zou. Afwisselend verrezen langs dien weg brandende flambouwen en stangen met halverstok geheschen vlaggen. Op een der pleinen prijkte voorts een obelisk, met rouwvlaggen getooid en door zes altaren omgeven. Aan de plechtigheid namen deelvan het Berlijnscha garnizoen een, uit verschillende regimenten samengesteld, bataljon, twee even- eens gevormde escadrons cavalerie en twee batteryeu artillerie van de lijfgarde. Op dezelfde wjjze was het garnizoen'van Spandau ver tegenwoordigd, terwyl !het geheele garnizoen van Potsdam aan de plechtigheid deelnam. Wegens de beperkte ruimte waren alle aan vragen van buiten Berljj n gevestigde autoriteiten en besturen, om de begrafenis des keizers by te wonen, onder dankbetuiging van de hand gewezen. "Van de autoriteiten te Berlyn waren alleen vertegenwoordigd de mini3teriën, het presidium van den ppersten kerkera&d, eu voorts afgevaardigden van zoodanige ambtelijke lichamenwier chefs .dan rang van staats- secretaris bekleeden. «njadat de soldatep de aangewezen plaats hadden ingenomen, kwamen da deputaties, ge- noodigden en vore ugmgen van oudgedienden. Het gelui der klokken gaf het sein tol het beghfi.der plechtigheid en den tocht naar de kerk, waar omstreeks 40 uur da plechtige bjj- zatting een aanvang nam. De plechtigheid op pFriedrichskron" heeft plauts gehad volgens de .vooraf bekend ge maakte bepalingen. Toen de laatste tonen van het lied: >Jesus meme Zuveraicht" waren weggestorven, sprak de hofprediker Kogel een gebed, waarin hy de dubbelek beproeving herdacht, door het keizerlijk Huis en het volk geleden. God dankte voor alles wat by voor en door den overledene had gedaan, en troost afsmeekte voor het zwaarbeproefde keizerlijk Huis en liet volk. Onder het klinken van het lied: nik weet dat myn Verlosser leeft," werd de kist op den lykwagen geplaatst. Be stoet werd in de voorgeschreven volg orde gerangschikt. In de zFdeiienskirche" werd alleen een liturgie gelezen en een zegenbede uitgesproken door den hofprediker Kegel. Er werd geen preek gehouden. De gebruikelijke salvo's en kanonschoten werden gelost. Toen de treurende familieleden de kerk verheten, boog keizerin Victoria zich over de kist, en nam aandoenlijk afscheid van haar echtgenoot. De hofprediker Persius sprak daarna een gebed, en tot slot zong het koor een iaatste treuilied. De correspondent der Jf. 22. Ot, te Berlyn seinde De keizerin-weduwe Victoria bleef, nadat de plechtige inzegening begonnen was, slechts eeoige minuten in het slot. De smart over mande haar, zoodat zjj door hare dochters weggeleid moest worden. Daarna begaf zy zich met de prinsessen naar de naburige dorpskerk van Bronstedt, waar eene boerdery gelegen ife, in welke zy met lmi en overleden gemaal in hunne gelukkigste huwelijksjaren geruimen tyd doorbracht. Terwyl nu in het kasteel iFriedrichskron" en in de ïFriedens- kirche" de rouwplcchtigheid gehouden werd, het de bedroefde weduwe voor vich en hare dochters alleen in de stille kerk, een uur van het slot, door den dorpsgeestelijke van Bron stedt een eenvoudigen lijkdienst houdeo. Eerst toen niemand zicb meer by het lijk des keizers id de ïFriedenskirche" bevond, keerden da keizerin-weduwe en de prinsessen derwaarts terug en deden bij het stoffelijk overschot in stille afzondering een gebed. Ook de jonge keizei, die met zyuen vader in eene zeer hartelijke verhouding verkeerde, was buiten staat tot het einde der plechtig heid zich staande te houden. Hy viel ten laatste snikkend by de doodkist op zijne kniefen en moest door,den koning van Saksen opgericht en ondeisteuud worden. Het was eau roerend tafereel toen da vyf jonge kleinkinderen van den doode op de plaats vau rouw gebracht werden en roet hunne onschuldige gezichtjes by de kistnederk eldeo, de handjes vouwden en een gebed stamelden. Giyze officieren in de omgeving konden, by dit gezicht hunne tranen niet weerhouden. De hoogbejaarde keizerin Augusta moest io eenen rolstoel tot by de doodkist van haren zoon gebracht worden. De generaal von "VVulffen, ook een man van hoogen leeftyd, was zóo gebrekkig, dat hy door twee bejaarde hoofdofficieren ondeisteuud moest worden om niet ineen te zinken. Tegen het einde der plechtigheid barstten de meesten der aanwezigen, by de herinne ringen aan het droevige lot van den overleden?; in tranen uit. Ofschoon de keizerin-weduwe uit verklaar bare piëteit tegenover haar overleden echt genoot zich altyd had verzet tegen eene lijk opening, heeft deze later, toen H. M. met keizer Wilhelm over da zaak gesproken had, toch plaats gevonden. Ze heeft zich echter slechte uitgestrekt tot de aangetaste deelen; hals eu keel, strottenhoofd en tongCD. De sectie had plaats door prof. Virchow, in tegenwoordigheid der geneesheereo die den keizer hebben behandeld, eu van nog eenig® andere, benevens van een paar ministers» Het onderzoek bracht aan het licht, dat het geheele strottenhoofd door kar.ker was ver nietigd en al da fynere lucbtpjjps-lakken door het indringen vau bedorven stoffen waren ont stoken. Op de plaats van het, geheel door bederf-vocht verteerde strottenhoofd vond meq een holte, schier zoo groot als een vuist. Da wand van den slokdarm bleek echter nie te zijn doorgebroken, zoadat het in de laatste dagen by deu zieke zoo dikwijls voorgekomen verslikken aan andere oorzaken moet geweten worden. Ten slotte is longverlammiug da rechtstreeksche dood-oorzaak geureest. Van een en audtr is een protocol opgemaakt; dat in het staats-archief gedeponeerd zal worden. Op uitdrukkelyk bevel van keizer Wilhelm heeft dr. Mackenzie er nog een afzon derlijk bericht bjjgevoegd, waarin ook hij arkent dat de ziekte van keizei Frederik be slaan heeft in kanker in het strottenhoofd. De diagnose echter werd in hooge mate bemoeilijkt doordien, van den aanvang af, bet kiaabbeetf was aangetast en de kwaal by voorkeur in de diepere lagen van het weefsel voortwoekerde; zoodat het ziekte-beeld onduidelyk werd ge maakt. In de jNeus Freie Fr esse schrijft de be roemde Weener hoogleeraar Billroth, naar aanleiding vau de ziekte, welke deo Duitscheu keizer'ten grave sleepte: sik beb er steed; tegen gewaarschuwd eéö oordeel te vellen over een man, die als ge neesheer in een zoo moeilijken toestand ver keerde als dokter Mackenzie. Ik heb tooit getwijfeld aan de juistheid van de diagnose der Berlyosche hoogleeraren, maar ik heb evenmin begrepen, waarom het noodig is geweest den aard der ziekte openbaar te maken. Het is met aan te nemen, dat Mackenzie zelf by zijne ervaring ooit aan de juistheid dier diagnose heeft getwijfeld. Ii dien hy gedaatt- I'-f if r^ A wk e- AboMnesentsprus, per kwartaal XVaneo per post, door het geheele Ryk Afzondeiiykc nommers ƒ1.85 - 2.50. - 0.10. Advehtkntikprus*. van 110 gewone regels met V<i'« B U 16 K A UMARKT, ES, 124. inbegrip van eene Courant Iedere gewone regel meer Driemaal geplaatst wordt tegen'tweemaal berekeud. f 110. - .10. De BURGEMEESTER VAN SCHIEDAM, Brengt bij deze ter kennis van do Ingezetenen: Bat het Kohier voor de Belasting op het Personeel Ho. 2 dezer Gemeente over het Dienstjaar 1388/9, door den lieer Provincialen Inspecteur der Directe Belastingen te Rotterdam, op den 16en Juni) 1888 evecutoir verklaard en op heden aan den Ontvanger der Directe Belastingen, tor invordering is overgemaakt. "Voorts woldt bij deze heiinnerd, dat een ieder verpligt is zijnenaanslag op den hij de wet bepaalden voet ie voldoen; alsmede dat van heden af de termijn van Jne maanden ingaat, binnen welken de reclames tegen dezen aanslag behooren te worden ingediend. En is hiervan afkondiginggeschied, waar het behoort, den 19 Junrj 1888. Sb Burgemeester voornoemd, P. J. VAN DlilC VAN MATENESSE. t S S4

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1888 | | pagina 1