pTccioïTa Maandag 14 Januari N". 7159. Eerste Blad, A0. 1889. Feuilleton. Drie-en-veertigst© Jaargang. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag. üitgëVeb| jTiodé. GO j Abonhbments"bijs, per kwartaalf 1.85 franco per post, door het geheele Rijk- 2.50. Afzonderlijke nommars- 0.10. BOKSAH: HlBnf, B, 12 4. Advertentieprijs: v&n 1—10 gewon* regels tast inbegrip van eene Courantititk Iedere gewone regel meer.10, Dribnaai. geplaatst wordt tegen swkejuai, berekend. Schiedam, 42 Januari 1889. Zelden, te zelden verneemt noen de stem van den hoogleeraar Buys over de politieke aangelegenheden. Daarom trekt het steeds da aandacht van velen in den lande, als de Oude Gids weer eens een dier pittige vertoogen bevat, zooals we van den heer Buys gewoon zyn. Ditmaal draagt zijn opstel deo naam van >Het Heilige Verbond", welke titel door den hoogleeraar werd gekozen naar aanleiding van de redevoering, door den minister Keuche- nius gehouden by het debat over delndiscbe be grooting. Van waar, vraagt professor Buys, toch bij Keuchenius die hardnekkige liefde voor de ïSaiote Alliance van 1815". Dat hy er mede ingenomen zou z\jD, gelooft de hoog leeraar niet. De hoogleeraar is te veel een kiod van zijn tijd om sympathie te gevoelen voor een verbond, dat zijn stempel heeft afge drukt op het klemgeestigste en onbeduidendste tijdvak uit de geschiedenis van de negentiende ■eeuw, eeu verbond, dat aan den ouden Duit- schen Bondsdag die doodgeboren vrucht van het Weener congres een kunstmatig leven trachtte in te blazen, ten einde met behulp tan dat log gevaarte elke kiem van ontwikkeliog te smoren en de eenheid van Duitschland te verwezenlijken in eeue eenheid van stilstand, onvrijheid en onbeduidendheid. Professor Buys zoekt een andere reden voor de hardnekkige liefde, die deD minister bezielt. >Iu dat vet bond tusschen den orthodoxen Czar, den roomsch-katholieken keizer en den streng conservatieven koning zyn het niet de namen van de vorsten, die hem aantrekken, maar de beginselen, welke zij vertegenwoor digen, en het doel, waai toe die beginselen tot samenwerking worden opgeroepen, dat wil zeggen de gemeenschappelijke slryd tegen alles wat uit de Fransche omwenteling is voortge komen. Hel einde van de negentiende eeuw buigt echter het hoofd voor geheel andere mogendheden dan die, aan welke de leiding vau bare eerste jeugd was toevertrouwd. Op het groote wereldtooneel mogeu de vorsten nog hun gezag doen gelden, binnen de grenzen vau de enkele staten, en .niet het minst van de kleine, hebben de'parlementaire partyen aan de machthebbenden van 1815 hun gezag ont wrongen, Maar al wijzigden zich de vormen, de beginselen bleven, als altijd strijdvaardig tegen den gemeeuschappeljjken vijand, die in den loop der tjjden nog niets van zyn invloed ver loor. 1 1 Is het dan te verwonderen, dat, wanneer deze moderne machthebbenden er io slaagden hier in ons armzalig klein Nederland, zooal3 van Baar zou zeggen, nog eens voor hetzelfde doel, dat hunne doorluchtige voorgangers bezielde, een zelfde verbond tot stand te brengen, zy nu en dan in gedachte têrugwjjken naar die salons van Madame de Kitdener, welke als de ge boorteplaats? van de-Saiute Alliance kunnen worden-aangemerkt, en dat zy telkeos en tel kens weder de vermaarde akte ter hand nemen om in hare plechtige verklaringen eo betui gingen de getrouwe uitdrukkiog terug te vin den van de ernstige denkbeelden, welke hen zeiven bjj het knoopen van dengemeenschappe- lyken band hebben geleid." Zoo komt dan de hoogleeraar tot het ver bond, dat thans de rechterzijde in de Tweede Kamer tot meerdeiheid heeft gestempeld, en geeft hy ver volgens een metkwuardige be schouwing over de behandeling van odzü staatsbegrooting in de Tweede Kamer. xDe belangrijkste eigenaaidigheid van de pas gesloten debatten over de staatsbegrooting ligt in hunne groote kalmte en den bjj uitstek hofleljjken toon, waarop zy werden gevoerd. Bljjkbaar is die toon niet alleen voor hen, dia buiten staan, maar ook voor velen in de Kamer, zelfs voor de regeering, eene verrassing en eene aangename verrassing geweest. Het mi nisterie, dat de volksvertegenwoordiging r tegenover zich vond, is het product van e-u strjjd, zoo algemeen en zoo hartstochtelijk gevoerd, als nog nooit in Nederland voorkwam. In dien stiijd had men van weerskanten geen middelen ontzien om de zegepraal weg te dragen, en ooder deze middelen niet weinige, welke eeD wrok en tweedracht hebben ge zaaid, die het tjjdvak van de verkiezingen langen tjjd zullen overleven, Door een samen loop van omstandigheden was er meer dun een half jaar verloopen, eer de gelegenheid zich opdeed dit ministerie van zyn bestaan, zjjne plannen en bedoelingen rekenschap te vragen; maar ten laatste brak dan toch dit oogenblik aan, en nu zou men meenen dat de lang geboeide hartstocht, eindelyk ontke tend, zich in al zijne kracht eo heftigheid zou Apenbaren, en dat men in het parlement den "^machtigen weergalm zou "vernemen' van 'dé" stormen, die kort geleden daarbuiten woedden. Niets van dit alles gebeurde echter. By de algemeene beraadslagingen meende de rechter zijde eene zuiver defensieve houding te moeten aannemen. Vol vertrouwen op de regeering en door deze oog in geen enkel opzicht teleur gesteld, wachtte zy geduldig op de daden, die van haar zouden uitgaan, en bepaalde zich overigens tut het geven van kort bescheid aan de tegeopart'y, waar deze kritiek oefende, 't zy op het kabinet, 't zy op de gebeurtenissen, welke tot zyne vorming hadden aanleiding gegeven. En dit bescheid, aan hare twee talentvolle woordvoerders Lohman euSchaepinan volkomen goed toevertrouwd, vergde bijster weinig inspanningwant de kritiek van de oppositie was zoo gematigd mogel'yk en doof" vlochten met loftuitingen, welke aan die kri* tiek alle scherpte ontnamen. De linkerzjjda erkende volmondig niet alleen het recht van bestaan van het tegenwoordig bewind, maar - ook haar eigen onvermogen om, onder de om standigheden, door de jongste verkiezingen geschapen, het gezag te aanvaarden. Hiervan overtuigd, zoude zy zich niet alleen onthouden van stelselmatige oppositie, maar ook niet trachten om hier en daar met de hulp van enkele malcontenten der regeering in kleine schermutselingen afbreuk te doen en dus bare krachten te ondermijnen. Immers zulke groO* tere of kleinere overwinningen zouden niet het regeeriogsstelsel treffen, maar enkel de per sonen, die het op dit oogenbl'k vertegenwoor digen, en dus ook slechts daartoe kunnen leidetij dat andere personen, dezelfdy beginselen toe gedaan, de regeering aanvaardden, maar au onder verantwoordelijkheid van de linkerzijde zelvedie door hare oppositie de veran* dering had uitgelokt. Zulk eene verantwoor delijkheid verlangde zij nu niet to dragen( maar die geheel te laten rusten op de tegen woordige meerderheid, Naluurljjk zou de linkerzijde pal staan voor hare beginselen, en zo» dikwijls de handelingen of voorstellen van de regeering die beginselen aantastten, hare beste krachten inspannen om ze te verdedigen. Maar ook verder reikte haar stijjdiust nieti Kwarn dus de regeering, zooals zjj reeds be gonnen was te doen, op het ruime veld def staatsbemoeiing met voorstellen, welke dis bekende beginselen niet raakten en van welker heilzame strekking ook ,de Imkerzyde zich overtuigd hield, dau zou men op hare krach tige ondersteuning kunnen lekenenden zulks met te meer ingenomenheid, omdat zij gaarne wilde erkeun'eu, dat dit kabinet over uit nemende krachten beschikte, van welke voor 67. Dat do stof do gave der gedachte bezit, antwoordde Charnoy, is een denkbeeld, waartoe do Engelscho wijsgeer Locke scheen over te hellen. Evenwel hij bleef zich zelf daarin niet altijd gelijkhij verwierp het stelsel van aan geboren denkbeelden, maar nam kennis door intuïtie aan. Eensklaps hield hij op, maar ging toen weer 'met een glimlnch voort: Maar wees toch voorzichtig, vriend I Gij wilt mi] toch niet weer terugvoeren, hoop ik, in dien doolhof zonder vasten bodem, dien men 4e metaphysiea noemt? '"Wees gerust! "Van metaphysiea weet ik niets, antwoordde Girha-di. En ik waarlijk niet veelhernam Charney. 'k Heb er evenwel tijd genoeg aan zoek gebrachtDaar ligt het niet aan. Maar wij zouden 't gesprek nu wel hierbij kunnen staken 't zal toch onvruchtbaar zijn, zoo niet erger. Gij zijt overtuigd, welnu, blijt in uwe overtuiging. Zij is u liof en dierbaar, dat kan ik begrijpen waarom zou ik baar aan 't wankelen brengen? Dat kunt gij niet, en ik neem den strijd aan. Wat kunt gij er bij winnen - U geheel tot een vertroostend geloof terug te brengen. Gij hebt mij daar zoo even van Locke gesproken. Ik weet niets van hem, dan alleen dit enkele feit, dat hij altijd, en ook nog op zijn sterfbed, verklaarde: bet eenige wer kelijke geluk voor den mensch is een rein ge weten en de hoop op een ander levon. Ik kan begrijpen dat er veel zoets en heerlijks in is, om zich bij voorbaat aan een dronk uit den beker der onsterfelijkheid te laven maar mijne rede verbiedt mij er de lippen aan te zotten. Wij moesten er niet meer over spreken, geloof mij 1 Beiden bewaarden een gedwongen stilzwijgen. Maar juist op dat oogenblik gonsde hun iets boven en om 't hoofd, en streek eensklaps voor hen neder op 't gehladerte der plant, 't Was een groenachtig insect, een fraaie kever, mot gouden streepjes op da veelkleurige vleugels. Zie, vriend zei Charney, daar hebben wij gelukkig een afleiding, die ons van ons meta- physisch gesprek afhelpt! Vertel mij nu liever nog wat van de wonderen der schepping. Girhardi vatte behendig en met de uiterste voorzichtigheid het insect aan,bezag 'tnauwkeurig, dacht eenige oogenblikken na, en zijn gelaat helderde plotseling ophet scheen of hem op eens een onwederlegbaar argument inviel, dat, hem de zegepraal verzekerde. Ik merk het wel, zeide hij, ik, de vliegenvanger, moet mij op mijn eigen terrein, binnen den kring mijner eenvoudige studiën houden. Ik ben geen geleerde. Het meest ontwikkeld verstand, de helderst denkende geest, antwoordde Charney, hij, die met de grondigste kennis is toegerust, gevoelt juist het best en het spoedigst hoever zijne krachten reiken, wanneer hij te diep in de on doorgrondelijke dingen opditondeimaanscho wil doordringen. Het genie zelfs stompt er -zich op af, en is als hutstaai, dat stuk spiingt op den steen, eer 't heldere vonken in de duisternis doet schit teren. Wij, ongoleerden, hernam de gr.jsaard, nemen den gemakkelyksten en kortsten weg om ons doel te bereiken; wij openen eenvoudig da oogon, en da Schepper openbaart zich aan ons in de verhevenheid Zijner werken. Op dat punt zijn wij 't eens, zei Charney, Laat ons dan dien weg samen voortzetten 1 Een plantje is voldoende geweest om u te doen gevoelen en begrijpen, dat een zelfbewuste geest alles regeert; een kapel heeft u een blik in da wet der algemeene harmonie doen slaan, en na zal die sierlijke kever, die ook laven en bewoging

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1889 | | pagina 1