l A0. 1889 Vrijdag 18 Januari. N°. 7162- KENNISGEVING. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag. u IT GEVËÜ7T "odé. n-veer tig's te Jaargang. Dr: ©-© Abonhembnts^rijs per kwartaal traneo per post, door het gehecle Rijk Afzonderlijke nommers r i.85 - 2.50. - 0.10. aVRE&Vi HABRü, B, 121. Advbktsmtikf&ijs: van 1—-10 gewon* regeis met inbegrip van «ene Oornautf liltb leder* gewone regel meer,itj Dribvaai. geplaatst wordt tegen tweehaii. berekend. -Knrlgtlngen, welke gevaar, schade ol binder kunnen vcrtonaken. De Burgemeester en "Wethou ders van Schiedam, Gezien de verzoeken van; lo. ARIJ VAN DER ENDE. om vergunning tot oprigting «ener slngterU in het pand aan het Broersoeld alhier, wük C, no. 593, kadas ter sectie B, no. 898; en 2o. de firma B. A. J. WITTKAMPP om vergunning tot uitbreiding harer bran derij en distilleerderij aaa de Nieuwe JSaven, wjjk G, uo. 238c, kadaster sectie E, dos, 2056 en 2112, door bijplaatsing vaa ,«eo stoomketel van 30 91% verwarm, .nppervl. Gelet op de artt. 6 en 7 der Wet van den ■fiden Junij 1875 {Staatsblad no. 95); Doen te weten Dat voormelde verzoeken met de bijlagen op .de Secretarie der gemeente zyn ter visie gelegd; datop Donderdag, den 31en Janu ari] a. s., des middags ten 13 ure, ten -Raadhuize gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen het toestaan van de verzoeken Jn te brengen en die mondeling of schriftelijk <toe te lichten; en dat gedurende drie dagen, vóór het tijd sstip hierboven genoemd, op de Secretarie der gemeente, van de schrifturen, die ter zake mogten zgn ingekomen, kennis kan worden ■genomen. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 17eo January 1889. Be Burgemeester en Wethouders voornoemd, P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE. Be Secretaris, A. W. MULDER. Schiedam, 17 Januari 1889. {Vervolg en slot.) Over de io uitzicht gestelde wetsontwerpen, welke rechtstreeks den minister van binnen- Jandsche zaken aangaan, zegt prof. Buys het volgend? >Iodiea de motieven voor levendige politieke debatten tot nog toe ontbreken, het is zeer waarschjjnljjk dat zjj zich na het hervatten van de werkzaamheden in 1889 met lang meer nullen laten wachten. De mioisler van binnen- Jandsche zaken heeft eene, herziening van de wet pp het lager onderwijs toegezegd en geen -twyfel of die herziening zal tot warme dis- -cussiëo aanleiding geven. De linkerzijde moet zich by die discussiëo op menige harde teleur stelling voorbereiden, op het vaststellen van .menig yoorscbrifi, dat .zij in het belang van uns volksonderwijs ten diepste zal betreuren. En toch moet de erkentenis my van het hart, dat ik voor my onder de tegènwoordige om standigheden het bedoelde outwerp van niemand liever tegemoet zie, dan juist van dezen minister. Immers wat tot nog toe vao dien staatsman gebleken is, niet het minst by de verdediging van zyne begrooting, heeft vrij algemeen een hoogen dunk gegeven niet enkel van zyne ge matigdheid eu voorzichtigheid, maar ook van zyne begeerte om strenge rechtvaardigheid te betrachten. Mocht hjj er in slagen een ont werp te leveren, volgeiis z|jne belofte gebouwd op de gedachte, dat aan allen recht moet worden gedaan, dan zou het my niet ver wonderen, wanneer hem ook uit de rijen zijner tegenstanders applaus ten deel vieleen applaus, dat, hoe gedempt het ook zyn moge, voor hem zeker begeerlijker loon zou wezen dan de warme ovaliëo, die hy vau zyne méde- standers te gemoet kau zien. Niet hetzelfde zou ik durven zeggen van een ander voorstel, dat als aanstaande werd aangekondigd; ik bedoel de splitsing van de groote steden in kiesdistricten.-Bedrieg ik my niet, dan zullen wij hier kennismaken met de eigenaardigheden van een kabinet, dat uit zeer heterogene bestanddeelen is samengesteld. Op het volgen van eene vaste en duideiyke methode, uitvloeisel van eenzelfde politieke gedachte, kao by dergeljjk kabinet met altyd gerekend worden, want hebt zal het gebeuren dat een vao de elementen, die op de gemeen schap inwerken, nu en dan tot het volgeo van eeoe ongewone gedragslijn noopt. Dat het ministerie splitsing van de groote ge meenten najaagt is de natuurlijkste zaak van de wereld, maar dat het nu reeds den tyd gekomen acht om dit plan uit te voereo, laat zich moeilijker verklaren. Tenzij ik van hem zeiven het tegendeel mocht vernemen, weiger ik dan ook te gelooven dat het initiatief van dit plan van deo minister vao binnenlandsihe zaken is uitgegaan. Immers zyoe staatkunde is er biykbaar op aaogelegd om alles, wat noodeloos verbittering zou kunnen wekken, te mijden, en hoe nu met die staatkunde het bier bedoelde plno te rymen Het tydige of ontijdige van een maatregel is in de staatkunde beslissend voor zijne waarde, en de ontydigheid hier spiingt, dunkt my, duidelyk in het oog. De Kamer is nog in het volle genot van de jonkheid en waarom haar dan reeds nu lastig te vallen met kwestiën ovei erfopvolging, op het gevaar af van hare lenteweelde te ver gallen en hare goede luim voor altyd te ban nen Waarom, wanneer zoovele ontwerpen jaren te laat dreigen te komen, juist dit jaren te vroeg 1 Had men dau aaa het depar tement van financiën geen enkeleo kapstok meer voorhanden, waaraan ook voor dit plan eeoe tijdelijke bergplaats te vinden- ware 1 Waarom die overhaasting? Immers aan Kamerontbinding denkt niemand. Ik weet wel, de Standaard heeft onlangs reeds een balletje opgeworpen van hetgeen naar zijd inzien zou moeteo gebeuren, wanneer eenmaal de verdee- liog in enkelvoudige kiesdistricten een voldon gen feit zal zyn geworden. In eene van die kleine zinsneden, waarin meo gemoedelijkheid van overtuiging ziet worstelen met gestreng heid van onverbiddelijke beginselen, schreef hjj»IIet wil er niet bjj ons in, dat mannen van politiek karakter een zetel zouden willen behouden, indien er ook maar twyfel was of die zetel hun <nog wel toekwam." Ik ben evenals de redactie van de Standaard zelve volmaakt onbekeud met de plannen en bedoe lingen van de personen, die bjj deze zaak be tpokken kunnen zjjn, maar wanneer ik een enkel oogenblik de ietwat leuke trekken van veleo onder hen, die op dit oogenblik de eer hebben onze groote steden te vertegenwoor- i digeo, voor fojjoe verbeelding oproep, dan wil het er bij mjj nog niet in, dat het hoofdorgaan van de anti-revolutionnaire party hier zyoe snoeren in werkelijk viscbrjjk water heeft uitgeworpen. Ik voor mjj verwacht van het plan om de splitsing der districten reeds nu door te drjjveo, geeu ander gevolg dan het .ontijdig opwekken van verbitteringen allerlei ««gelegenheidwanneer onverhoopt vóór Juni '91 eeoe buitengewone vacature voor eene van onze groote gemeenten ontstaan mocht." De vooruitzichten voor de liberale party in de naaste toekomst zyn, naar de meening van professor Buys, minder ontmoedigend, dan zich aanvankelyk liet verwachten. Ze zal het totstandkomen van velerlei goeds machtig kunnen bevorderen en tevens daar voor zorgen, dat velerlei kwaads wel niet ver meden, maar dan toch opmerkelijk getemperd worde. »Het grootste gevaar, dat op dit oogenblik de liberale party bedreigt, ligt, naar «jjne opvat ting,juiet aan de zjjde vao het ministerie, maar in haar eigen midden, De jongste verkiezin gen hebben onheilspellende teekenen van scheuring en ontbinding aan het licht gebracht, en dit nergens meer dan te Amsterdam, dat wjj, evenals voor de militaire defensie, dus ook voor de verdediging van hel liberale beginsel, altjjd als het laatste, maar dan ook onneem baar réduit hebben aaugemeikt. Moet deze onderstelling eene illusie blijken en de ervaring leeren, dat onze hoofdstad vao begeerte brandt om ook in dezén Brussel naar de kroon te Steken Gold de zaak Amsterdam alleen, er zou geen reden zyn om mjj hier in eene zuiver huis houdelijke aangelegenheid te mengen, maar ik ben diep oveituigd van het tegendeel. Het feit, dat zich in de hoofdstad voordoet, staat in Verband met een der bedenkelykete ver schijnselen vao onzen tyd. namelijk de neiging van de hoogere elementen in den staat, u- tellectueele evengoed als andere, om zich aan het politiek rumoer te onttrekken en bet woord te laten aan hen, die meer met holle klanken dan met degelyke wetenschap da menigte leiden. Dat de tegenwoordige maat schappij hen tot dien aftocht noopt, ia een# onbillijke beschuldiging, want het is niet di# maatschappij, welke hunne diensten versmaadt», maar zjj zjjn het vaak, die hear, om well# reden dan ook, den rug toekeeren. Dat zjj h» de groote vergadering van alle gelijkgezinde® niet altijd gehoor zouden vinden voor humt»# vertoogen, verstaat zich, maar het is betóT te sneuvelen in het volle krijgsgewoel, daot eene denkbeeldige overwinning te behaleooj? een vergeten en verlaten oorlogsveld." Buitenlandsche Bericht in. F B A N K K IJ K. De Boulangistische afgevaardigde Laur heeft Maandagavond ten 10 ure nog twee zyn et' partjjgenootende heeren Laisaot en La Hé» rissé, naar den heer Floquet afgevaardigdom* hem te vragen óf intrekking zijner woordet» öf genoegdoening door middel van wapenen* De beide getuigen werden terstond binnen— gelatenmaar zoodra zjj spraken van he£ Kamer-incident, viel de mioister hen io d# rede met de' noededeeling,-,dAt hjj op..dit gebied niet verder wenschte te gaan. Hij hwf de beweringen in de Presse als teerloos" he* titeld en hy handhaafde dit woordwaaraaflt hjj niets had toe te voegen dan alleen op <f# tribune in de Kamer. De heeren Laisant en Le Hérissé vertrok» ken daarop en gaven den heer Laur kennis vao Hun onderhoud met den heer Floquet, di# diensvolgens weigerde getuigen aan te wjjzeno De heer Laur heeft hen dank gezegd voof hunne bemoeiingen in een schrjjven waan'® hy zich nader aldus uitlaat: De heer Floquet weigert mjj elke genoegdoening en handhaaft zijne beieediging. Hjj verwyst my naar iet tribune, wel wetende dat elk debat onmo gelijk zou worden gemaakt door de houding vao een slaafsche meerderheid welke vast besloten is om al de oneerlijkheden van haaf hoofd goed te keuren. Ik handhaaf mjjnerzjjd# myne beschuldigingen betreffende het verspil len der geheime fondsen en sommeer op myn# beurt den president van den ministerraad out het land er mede in kennis te stellen vaa waar het geld komt, hetwelk dient om onar iederan dag de meest grove beleedigingon wt lasteringen Daar het hoofd te werpen, terwyl ik constateer dat de eer en de mued van he# hoofd der parlementairen niet veel waard is."' De minister Floquet heeft aan verscheidene* personenna het onderhoud met de getuige® van den heer Laur, verklaard dat hjj zich op zijn eerste standpunt heeft gehandhaafd, om dat, indien hy de daden had gepleegd die d# heer Laur beweert, by dau een misdadige# zou zyn en daarvoor de verantwoordalykheiJf meeat dragen- Dit moest op de tribune wor den uitgemaakt en niet door eau tweegevecht» welk laatste niets bewjjst. Ook de Parysche vrijmetselaars zjjn to# l COURANT.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1889 | | pagina 1