r.
I
Id
PICCIOLA.
s.
A". 1889.
Zaterdag 2 Februari
N°. 7173.
r
Kennisgeving.
KENNISGEVING.
KENNISGEVING.
Feuilleton.
m
X ri©-©n-ve,ëirtigp-stJaargang.
Verschijnt dagelijks^ uitgezonderd Dinsdag.
Buitenlandsche Berichten.
UITGEVER: jXODÉ.
le
J«
on
lac
j l
GOURAIT.
A60HHKMBNTB»kws, par kwartaalf 1.85
ftatieo per post, door het geheeto Rijk 2.50.
Afzonderlijke - O.tO.
PFHBAB) MAEKT, B, IM.
Ajuvbrtzhvibprus: ven 1—10 gewon» rogels met
inbegrip van eene Courantf t;tfj
Iedere gewone regel meer,if,
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
V.
er
le
Va
V.
iet
Ier
2e
V.
14-
de
de
ek
vol
De Burgemeester en Wethouders van
Schiedam
Doen te weten
lo. Dat door den Raad in zijne Vergadering van
25 Januarij 11overeenkomstig het bepaalde bij
art. 54 der Gemeentewet, de na te meiden vaste
Commission zijner leden zijn benoemd, als
A. Tot het ontwerpen der Verordeningen, tegen
wier overtreding straf wordt bedreigd, ter voldoe
ning aan art. 477 der Gemeentewet en ter voor
bereiding van hetgeen bij art. 178 dier Wet is
bevolen, waarvan de Burgemeester als zoodanig
Voorzitter is
Bestaande deze Commissie uit:
®e Heeren P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE,
1 Burgemeester, Voorzitter.
L. W. JANSEN,
J, B. NOLET,
H. A. M. RQELANTS, en
Mr. H. J. SCHUURMAN.
B.' Tot het herzien van alle Plaatselijke Belas
tingen, de regten, loonen en andere gelden, in
ark ,238 der Gemeentewet bedoeld, daaronder
begrepen
Bestaande deze Commissie uit:
<De Heeren C. J. LONCQ, Voorzitter.
J. B. NOLET,
A. KNAPPERT Lz.
J. LOOPOVT, en
C. BERGSMA.
C. Tot het opmaken en bijhouden van en
staat bij art. 229 en, des gevorderd, ook van dien
fbij art. 230 der Gemeentewet voorgeschreven
Bestaande deze Commissie uit:
De Heeren P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE,
Burgempestor, Voorzitter.
A. SCHIEVEEN en
J. DIJKMANS Gz.
O. Tot het gaven van verslag en het dienen
/van raad nopens de begrooting en de rekening
en verantwoording der plaatselijke inkomsten en
uitgaven, ingevolge de artt. 203 en 219 der
'Gemeentewet, door Burgemeester en Wethouders
aan den Raad aangeboden, en ten aanzien v'an do
begrootingen en rekeningen bij art. 148 dier Wet
bedoeld
Bestaande deze Commissie uit
De Heeren L. W. JANSEN, Voorzitter.
G. VISSER Bz. en
Mr. H. J. SCHUURMAN.
E. Tot het verrigten van al hetgeen bij de Wet
op de Schutterijen aan het Plaatselijk Bestuur,en
niet bep,aldelijk aan het Hoofd daarvan is opge
dragen
Bestaande deze Commissie uit
De Heeren L, W. JANSEN, Voorzitter, en
W. A. BEUKERS.
En tot hunne plaatsvervangers:
De Heeren A. KNAPPERT Lz. en
O. J. P. VAN DER SCHALK.
2o. Dat dooi den Raad, ingevolge art. 35 der
Verordening regelende de heffing der Plaatselijke
Directe Belasting binnen deze Gemeente, tot leden
der Commissie van Contróle, om Burgemeester
n Wethouders in die Commissie bij te staan,
benoemd zijn
De Heeren A. SCHIEVEEN,
J. BUKMANS Gz.,
J. TAK en
W. A. BEUKERS.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den len February 1889.
De Burgemeester en Wethouder voornoemd,
P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE.
De Secretarie,
A. W. MULDER.
Imi lngeit, welke gewaar, schade ol
hinder kannen veroorzaken.
De Burgemeester en Wethou
ders van Schiedam,
Gezien het verzoek van de firma J. M.
VAN DER SCHALK Co. om vergunning
tot uitbreiding: barer bierbrouwerij aan
WQatklWv—w—a—g
de Westvest alhier, wijk B, po. 38, kadaster
sectie D, nos. 1577, 1598, 1599 en 1654;
Gelet op de artt. 6 en 7 der Wet van den
2den' Junjj 1875 {Staatsblad no. 95);
'Doen te weten
Dat voormeld verzoek met de bylagen op
d Secretarie Ier gemeente is ter visie gelegd;
lat 'op -Ponderdag, den 14en Fcbru-
rJJ s, s., des middags ten 12 ore, ten
Raadhuize gelegenheid zal worden gegeven om
bezwaren tegen het toestaan van het verzoek
in te brengen en die mondeling of schriftelijk
toé te lichten; en
dat gedurende drie di ;en, vódr het tijd
stip hierboven genoemd, op de Secretarie der
gemeente, van de schrifturen, die ter zake
Etogien zyn ingekomen, kennis kan worden
genomen.
Eo is hiervan afkondiging geschied, waar
het behoort, den 31ea January 1889
Do Burgemeester en Wethouders voornoemd,
,.lp. J. VAN DIJK VAN MATENESSE.
De Secretaris,
S. A. VERNÈDE L8.
no. 238c, kadaster sectie C, nos, 2056 dfl
2112, o. a. door bijplaatsing van een
stoomketel van S© M'. verw. oppervlak*
Schiedam, den 31 en January 1889.
D* Bm-gmsesier »n Wethouders voornoemd,
P. J, VAN DIJK VAN MATENESSE,
De Secretaris,
S. A. VERNÊDE. Z. S.
Inrlgtlngen, welke gevaar, schade of
hinder kunnen veroorzaken.
De Burgemeester en Wethouders
van Schiedam
Gelet op art. 8 der Wet van den 2den Juny
1875 Staatsblad no. 95);
Geven kennis aan de ingezetenen, dat op
heden aan de firma B. A. J. WITTKAMPF
en hure regtverkrygenden vergunning is ver
leend tot uitbreidli barer stoombran-
dcrij aan de Nieutse Saven alhier, wyfcG,
OOSTENRIJK.
Het Neue Wiener Tagellatt zegt: Nd
eenige uren alleen te zyn gebleven, betoonde
de keizer zich zeer vastberaden by de ont
vangst van de leden der keizerlijke familie#
terwyl hij in treffende woordeD z'yn berusting
uitdrukte. De keizerin moest zich n dSO
middag te bed begeven. De aartshertogen
Karei, Lodewyk eo Albrecht verheten hst
paleis zeer aangedaan, luide snikkende. Te
6 uren 's morgens kwamen prins Leopold van
Beieren eu prinsey-Giseia^aao. -Ztf* werden
aan het station door den keizer ontvangen.
Toen zjj uit den waggon stapten, omhelsde
de keizer hen herhaalde malen, de tranen in
de oogen. De prinses was overstelpt van
droefheid. De hertog Philips en de hertogin
Maria Theresia van Wurtemberg kwamen mat
bun kinderen van Gmunden te Weenen aan.
Alle straten, die van de voorateden naar het
pak;., voeren, zyn door een dichte menigte
bezet. In de stad wordt met rouwversieringeft
groote spoed gemaakt.
De overbrenging van het lyk van grootvorst
Rudolf naar den Hofburg te Weenen heeft
zonder praalvertoon plaatsgehad; de keizer
lijke familie wachtte de aankomst van het
stoffelyk overschot m de vertrekken van den
kroonprins af.
9
76.
Met de band op de leuning van haar stoel steu-
•tiende, was Teresa onbeweeglijk blijven staan, de
«ogen strak naar den grond gericht, in gedachten
verzonken, en alsof zij nooit de plek moest
verlaten, waar zij zich nu bevond. Bij de nadering
van Charney ontwaakte zij eensklaps uit hare
.mijmering. Zij zag hem eenige oogenblikken aan,
«onder «en woord te spreken.
Hij was kleek en ontsteld; woorden kon hij
niet vinden. Al hare vaste voornemens om zich
niet te uiten vergetende, strekte zij de hand
ait naar da plant van,.den gevangene.
Onze Pictiola neem ik tot getuige
zeido zij
Maar zij kon geen woord meer uitbrengen.
Zij liet een van baar zijden handschoenen
vallende graaf bukte zich snel, raapte hem
op, tk'dfcte hem vurig aan de lippen en gaf
hem imref zwijgend terug.
Teresa nam den handschoen aan, wischta
er de tranen mee af, die haar nu tegen wil en
dank uit de oogen sprongen, en wierp hem
daarop dadelijk weder Charney toe.
Vaarwel, vaarwel! riep zij met een laatsten
glimlach uit, en trok nu haren vader haastig
mede van da binnenplaats.
Reeds lang waren zij vertrokken, de poort
waB reeds geruimen tijd achter hen gesloten,
en nog stond Charney op dezelfde plek, onbe
weeglijk, en drukte 't handschoentje van Teresa
krampachtig aan zijn hart.
XXXIV.
Een wijsgeer heeft gezegd: men moet de
aardsche grootheid verloren hebben, om hare
waarde eerst recht te gevoelen. Hij zou hetze'fde
hebben kunnen zeggen van vermogen, geluk,
en al die genietingen, waaraan het hart zoo
gemakkelijk gewoon raakt.
Nooit had de gevangene bet helder verstand,
de levenswijsheid van Girhardi, de deugden, en
bekoorlijkheden van diens dochter zoo diep
gevoeld en gewaardeerd, als sedert hun vertrek.
Diepe neerslachtigheid volgde voor hem op het ge*
luk van enkele dagen. Wat Ludovic ook beproefde,
de zorgen, die Picaola vereischte, niets was in
staat hem eenige afleiding te verschaffenmaar
de kiemen van zedelijke kracht, aan hare be
schouwing ontleendhadden eindelijk diep
wortel geschoten en droegen vrucht. De terneer
geslagen mensch hief zich op!
In den zieiestrijd, dien hij had doorgestaan,
was hij gerijpt. Eerst zegende hij de eenzaamheid,
die hem veroorloofde, zonder vrees van gestoord
te worden, zich lang met de afwezige vrien
den te onderhouden; maar later zag hij het
met genoegen, dat deze of gene op de bank de
plaats kwam innemen, die door het vertrek
van den grijsaard ledig was.
De eerste en die hem 't getrouwst gezelschap
kwam houden, was de geestelijke der gevangenis,
de goedhartige priester, dien hij eens zoo norsch
had afgestooten. De priester had van Ludovic
vernomen dat de gevangene in diepe droef
geestigheid verzonken was, ea dadelijk 1 d de
brave man het verleden vergeten om hem te
gaan troosten. Nu werd hij met dankbaarheid
ontvangen en aangehoord.
Met de menschen verzoend, hechtte Charney
zich thans vooral spoedig aan hem, en de bank
werd weder gezellig niet alleen, maar opnieuw
de plaats van ernstige gesprekken.
Charney vertelde van de wonderen van het levert
der planten en der natuur, en verhaalde veel van
wat hij van Girhardi gehoord hadde priester,
zonder zich in discussie over leerstellingen te
begeven, ontwikkelde hem de verhevene zedeleer
van den Heiland, en beiden wonnen in kennif
en geloof.
De andere bezoeker was de commandant van
het fort, kolonel Horand. Bij nadere kennis
making was de man waarlijk too kwaad niet}
het tegendeel veeleer; maar 't soldatenhart
zat hem op de rechte plaats, dat wil zeggen I
hij was alleen streng en lastig, als 't hem be
volen was. 't Gelukte hem bijna Charney te
verzoenen met ondergeschikte tirannen.
(Slot volgt.)
i||